kokBWvr i j gemaakt 0215. i ndd 3 04-02-15 13: 38
Vierde druk, februari 2015 © 2014 Uitgeverij Kok - Utrecht www.kok.nl De bijdrage van Arjen van Veelen verscheen eerder in Over ruste- loosheid bij Uitgeverij Atlas Contact © 2010 Fotografie © Maarten Boersema, m.u.v. portret van Herman Wegter © EO, portret Jasper Klapwijk © Melissa Spiering en portret Arjen van Veelen © Merlijn Doomernik Vormgeving Garage BNO ISBN 978 90 435 2340 0 ISBN e-book 978 90 435 2341 7 NUR 700 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevens - bestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestem - ming van de uitgever. kokBWvr i j gemaakt 0215. i ndd 4 04-02-15 13: 38
7 The religion of one age is the literary entertainment of the next. Ralp Waldo Emerson ‘Maar ik heb je liever in de crisis met God, dan eruit zonder God.’ De vertegenwoordiger van de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt kijkt me met betraande ogen aan. Hij had verbaasd naar mijn verhaal geluisterd. Over hoe ik was vastgelopen in een dubbel - leven: dat ik van maandag tot vrijdag junior-onderzoeker was aan de Theologische Universiteit te Kampen, maar daarnaast een ander en losbandig leven leidde. Dat ik hierdoor in een crisis was geraakt en nu besloten had te breken met dit dubbelleven. En dat betekende ook dat ik uit de Gereformeerde Kerken vrij- gemaakt zou stappen en daarmee mijn baan aan de universiteit van deze kerken zou verliezen. ‘Ik geloof niet meer wat jullie geloven. Ik geloof niet meer in jul - lie God.’ Dat waren de woorden geweest die hem deden huilen. Ik probeerde hem uit te leggen dat hij niet hoefde te huilen. Ik was immers bevrijd nu ik niet meer hoefde te doen alsof ik in de gereformeerde God geloofde. Door hier eerlijk over te kunnen zijn, was ik zelfs uit mijn crisis gekomen. Het aforisme dat hij toen uitsprak bleef in mijn hoofd nadreunen. Nog steeds schie - ten deze woorden soms door mijn hoofd: ‘Maar ik heb je liever in de crisis met God, dan eruit zonder God.’ Voor mij zijn dit enerzijds bekende woorden, met deze manier van denken ben ik immers grootgebracht. Ons werd op catechi - saties, in preken en op school duidelijk gemaakt dat persoonlijk geluk niet het belangrijkste is in het leven; dat was namelijk het dienen van God. Ik herken het aforisme dus, maar het is alsof ik niet meer bij deze woorden kan komen, alsof ze uit een ver en niet meer te begrijpen verleden klinken. Het doet me denken aan een uiteenzetting van de Canadese filo - soof Charles Taylor. In zijn boek A Secular Age beweert Taylor dat het verdwijnen van de overtuiging dat er iets boven het menselijk kokBWvr i j gemaakt 0215. i ndd 7 04-02-15 13: 38
8 welzijn uitgaat een belangrijk element is van onze geseculari- seerde cultuur. Volgens hem is het lange tijd zo geweest dat het menselijk welzijn opgeofferd kon worden aan doelen die dit wel - zijn te boven gaan, bijvoorbeeld gehoorzaamheid aan God. Een bekend Bijbels voorbeeld is het verhaal waarin God Abraham beveelt zijn zoon Izaäk te offeren. Je zou kunnen zeggen dat de woorden van mijn gesprekspartner uit het denken komen waarin het menselijke welzijn opgeofferd kan worden aan de eer van God. Vanuit het denken van Taylor zou je kunnen stellen dat ik tijdens mijn leven zo geseculariseerd ben, dat ik deze manier van denken niet meer begrijp. Maar waarom moest ik in mijn leven nog door die secularisatie heen gaan? Ik ben in 1983 geboren. Nederland had de revolutionaire jaren zestig al achter zich. Maarten ’t Hart werd gelezen en vrijzinnige theologen als Harry Kuitert. De kerken waren ook al flink leegge- lopen. Waar komt deze late secularisatie bij mij dan vandaan? Dit heeft alles te maken met het feit dat de auteurs van deze bundel en ik zijn opgegroeid in de gereformeerd-vrijgemaakte zuil. Deze zuil bleef langer recht overeind staan dan andere zuilen in Nederland. Volgens Charles Taylor is secularisatie het proces waarin men overgaat van een situatie waarin het zo goed als onmogelijk is om niet in God te geloven, naar een situatie waarin zelfs voor de strengste gelovigen het geloof een mogelijkheid is tussen andere levensbeschouwelijke opties. Dit proces heeft voor het grootste deel van onze westerse cultuur in enkele eeuwen plaatsgevon - den, maar er zijn binnen deze cultuur eilanden gebleven waar het nog steeds zo goed als onmogelijk was om niet in God te ge - loven. De vrijgemaakt-gereformeerde zuil, waarin de auteurs van deze bundel en ik opgroeiden, was een van deze eilanden. Wij gingen naar onze eigen vrijgemaakte basisscholen, middel- bare scholen, studentenverenigingen. We lazen onze eigen vrij- gemaakte krant en stemden op onze eigen vrijgemaakte politieke partij. De auteurs van deze bundel zijn opgegroeid in deze stevige zuil, afgeschermd van de rest van een inmiddels grotendeels ontzuild Nederland. Dit vreemdelingschap werd theologisch ook expliciet verdedigd in de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt. kokBWvr i j gemaakt 0215. i ndd 8 04-02-15 13: 38
9 Doordat je in zo’n afgeschermde zuil opgroeide, was het inderdaad zo goed als onmogelijk om niet in een God te geloven. Je ging bijna alleen maar met vrijgemaakte vriendjes en vriendinnetjes om en het hele leven was opgebouwd rondom deze kerk. Deze situatie vertoont duidelijke overeenkomsten met de situatie die Taylor be- schrijft van een cultuur voordat er secularisatie intreedt. Het interessante aan de generatie dertigers in deze bundel is dat gedurende ons leven de vrijgemaakte zuil begon te veranderen. Onze scholen en studentenverenigingen werden opengezet voor anderen, onze krant veranderde van een gereformeerd gezinsblad in een christelijk betrokken krant en onze politieke partij fuseerde. Naarmate wij ouder werden, kwamen wij meer en meer in contact met de wereld buiten onze afgeschermde zuil – en daarmee kwam dan vaak de verwarring en de worsteling op. Het veilige en bekende wereldbeeld uit de zuil verloor haar vanzelfsprekendheid. Je gods- beeld, mensbeeld en wereldbeeld moesten allemaal grondig wor- den herzien. Dit geldt voor iedere adolescent, maar de dynamiek hiervan is anders als je uit zo’n beschermde zuil komt, uit zo’n niet-geseculariseerd eiland in een oceaan van secularisatie. Als je veilige eiland wordt overspoeld, waar vind je dan een nieuw thuis? Door de kennismaking met andere manieren van denken en meer openheid naar culturen buiten de kerk kon langzamerhand het besef ontstaan dat ook het gereformeerde geloof een menselijke mogelijkheid is tussen andere levensbeschouwelijke opties. Deze ontwikkeling zorgt er dus voor dat de levensverhalen van veel vrijgemaakte dertigers lijken op het proces van secularisatie zoals Taylor dat omschrijft: van een situatie waarin het onmoge- lijk was niet in God te geloven naar een situatie waarin dit geloof een optie was . In heel gecomprimeerde vorm hebben veel jonge vrijgemaakten meegemaakt wat de rest van de cultuur in enkele De auteurs van deze bundel en ik zijn opgegroeid in de gereformeerd-vrijgemaakte zuil. Deze zuil bleef langer recht overeind staan dan andere zuilen in Nederland. kokBWvr i j gemaakt 0215. i ndd 9 04-02-15 13: 38
10 eeuwen heeft doorgemaakt. Je zou kunnen spreken van een ‘snelkookpan-secularisatie’. Vanuit deze gedachten werd ik nieuwsgierig naar de verhalen die deze generatie te vertellen heeft, verhalen van mensen die in hun nog korte leven een radicale heroriëntatie hebben ondergaan. Het bleek niet moeilijk om mensen te vinden die iets herkenden van de verwarring, worsteling of crisis die het gevolg waren van het opgroeien in de vrijgemaakte zuil. Uiteraard wordt er niet gesug- gereerd dat deze groep auteurs representatief is voor de hele gene- ratie dertigers die opgegroeid is binnen de vrijgemaakte zuil. Wel is er geprobeerd een goed evenwicht te vinden: er zijn auteurs die nog steeds lid zijn van de vrijgemaakte kerk, er zijn auteurs die lid zijn van een andere kerk en er zijn ook auteurs die helemaal met het instituut kerk en/of het christelijk geloof hebben gebroken. Door deze verscheidenheid aan levensbeschouwelijke opvattin- gen van de auteurs wil de bundel ook uitstijgen boven een (ker - kelijk/religieus) wij-zijdenken. Sommige auteurs hebben teleur - gesteld de kerk de rug toegekeerd, anderen zijn op dit moment werkzaam in dezelfde kerk. Er zijn dus belangrijke verschillen tussen de verhalen, maar wat al deze verhalen gemeen hebben is het startpunt: de vrijgemaakt-gereformeerde zuil. Daarnaast wordt in alle verhalen verteld over een persoonlijke zoektocht. Het Nederlandse woord ‘geloven’ is etymologisch verwant aan ‘iets zich lief/eigen maken’. Het is daarom opvallend om in veel van deze levensverhalen terug te lezen hoe de auteurs juist van - wege de kerk geworsteld hebben om zich hun leven eigen te ma - ken: hun overtuigingen, gevoelens, lichamelijkheid, relatie met het heilige, enzovoorts. Anderzijds is er in veel verhalen ook een diepe verbondenheid aan de vrijgemaakte kerk te voelen en een verlangen om zich weer zo veilig te kunnen voelen als vroeger in De verhalen in de bundel zijn stuk voor stuk mooie, ingrijpende zoektochten van mensen naar zichzelf en naar de Ander. kokBWvr i j gemaakt 0215. i ndd 10 04-02-15 13: 38
11 die vertrouwde zuil. De verhalen laten in ieder geval zien dat ieder mens zijn of haar unieke weg heeft te gaan. De unieke levensverhalen brengen me bij het eerste motief voor de bundel, het hermeneutische. Aansluitend bij de Franse filosoof Paul Ricoeur zie ik de mens als een hermeneutisch wezen, dat steeds bezig is zichzelf, de ander en de wereld op narratieve manier te begrijpen. Wanneer we een verhaal vertellen of lezen, begrijpen we beter. Ik heb de hoop dat de verhalen in deze bundel mensen zullen helpen om anderen in hun omgeving beter te begrijpen. Daarnaast geloof ik dat deze verhalen mensen woorden kunnen geven om hun eigen verhaal te vertellen en daarmee zichzelf beter te begrijpen. Op deze manier kunnen de verhalen helpen bij het zoeken naar een persoonlijke, authentieke vorm van leven en/of geloven, of dat nu in de kerk is of daarbuiten. Bovendien laten de verhalen in deze bundel zien dat we niet bang hoeven te zijn om aan die onzekere zoektocht te beginnen. Daarnaast is er een histo- risch motief voor het boek. Deze generatie vrijgemaakten heeft een uniek verhaal te vertellen: in een grotendeels geseculariseerd land zijn zij opgegroeid in een afgeschermde, orthodoxe zuil. Op het moment dat zij op eigen benen gingen staan, begon de zuil open te scheuren en af te brokkelen. Wat gebeurt er met deze mensen als ze op latere leeftijd een plek moeten vinden buiten deze zuil? Ten slotte is er ook een esthetisch motief om dit boek uit te brengen. De verhalen in de bundel zijn stuk voor stuk mooie, ingrijpende zoektochten van mensen naar zichzelf en naar de Ander. lammert kamphuis, 11 augustus 2014, precies 70 jaar na de geboorte van de Gereformeerde Kerken vrij- gemaakt Lammert Kamphuis (1983) is afgestudeerd theoloog en filosoof en werk t als docent bij The School of Life in Amsterdam, waar hij verschillende classes geeft over de grote vragen van het leven. Ook geeft hij filosofische rondlei- dingen in het Rijksmuseum. Daarnaast is hij werkzaam als docent levensbe- schouwing aan een middelbare school. Hij woont in Amsterdam. kokBWvr i j gemaakt 0215. i ndd 11 04-02-15 13: 38
17 Eindelijk vrij gemaakt De kerk staat midden in het dorp en is vrij oud voor een vrijge- maakte kerk. 13 augustus 1908, zegt de eerste steen. Voor me een grote rode houten deur, een uit bakstenen opgetrokken gebouw met lichtgroene elementen, bruine glas-in-loodramen, een klein torentje. ‘Gereformeerde Kerk Leek. Diensten zondags om 9.30 en 14.15 uur’. Nog steeds die vreemde tijd, 14.15 uur. Ooit besloten zodat de boeren uit het dorp op tijd waren om uit de kerk, na een kop kof - fie, de koeien te melken. Nergens staat dat dit een vrijgemaakte kerk is. Het zit er ergens dus nog steeds, die overtuiging dat deze kerk de (ware) voortzetting is van het gedachtegoed van de refor - matie. Waardoor na de vrijmaking in 1944 de kerk zich officieel ‘Gereformeerde Kerken in Nederland’ noemde. Een vriendelijke koster met een stevig Gronings accent laat me binnen. En zo ben ik na al die jaren terug in de vrijgemaakte kerk in Leek. Voor mij is een bezoek aan de kerk van mijn jeugd ook een confrontatie met wie ik toen was, hoe ik tegen de wereld aankeek, hoe het leven was in een Gronings dorp begin jaren negentig. Dit is de kerk waar ik iedere week kwam. Mijn opa was hier hulpkoster. Hij kopieerde wekelijks het kerkblad voor de hele gemeente. Ik loop de ruimte binnen waar ik vroeger catechisatie had. Van dominee Goedhart, die z’n naam eer aandeed. Een vriendelijke man die totaal geen orde kon houden. Ik herken het systeem - plafond, met draadjesachting reliëf. Hier moest ik wekelijks een stukje van de Heidelbergse Catechismus opzeggen. Vijf minuten kokBWvr i j gemaakt 0215. i ndd 17 04-02-15 13: 38
18 voor ik op de fiets sprong nog even snel uit m’n hoofd leren. En dan al fietsend hardop tegen de wind in herhalen. ‘Waaruit komt deze verdorven aard van de mens dan voort? Uit de val en de ongehoorzaamheid van onze eerste voorouders, Adam en Eva, in het paradijs; want daar werd onze natuur zo verdorven, dat wij allen in zonden ontvangen en geboren wor- den.’ Als ik de kerkzaal in loop, komen er direct tig herinneringen bo- ven. Het is veranderd – en toch is het nog steeds hetzelfde hier. Het groene plafond is wit geverfd, de donkergroene preekstoel is nu lichtbruin en de donkerbruine banken zijn vervangen door blankhouten stoelen. Ik loop naar de plek waar ik altijd zat. Op het hoekje, in het middenvak. Aan de stoel zit een bordje met rij - nummer 7. Ik wilde altijd op het einde van de rij zitten, omdat ik een beetje claustrofobisch was. Toen ik een jaar of acht was, viel er bij het uitgaan van de kerk vlak voor mij een vrouw flauw. Ze werd met een brancard afgevoerd. Het maakte zo’n indruk dat ik sinds die tijd de kerk associeerde met onwel worden, en dus zat ik vaak zenuwachtig te draaien op m’n stoel. Bang dat ik misse - lijk zou worden, dat ik flauw zou vallen. De formele sfeer tijdens de kerkdienst hielp daar niet bij. Ik zat altijd in m’n ‘zondagse’ kleren, als je fluisterde werd er verstoord achterom gekeken. Als je al tijdens de dienst de kerkzaal uitliep om naar het toilet te gaan, wist je zeker dat de ogen van de halve gemeente in je rug prikten. Gelukkig was er pepermunt. Meestal kreeg ik eerst een King, daarna een Mentos. Ik was laatst voor tv-opnames in de King-fabriek en daar vertelden ze me dat de gereformeerden nog steeds voor een belangrijk deel de omzet bepaalden. Boven de preekstoel zit nog steeds hetzelfde ronde, gekleurde De Waarheid was in beton gegoten. Een dichtgetimmerde theologie, een uitgetekende wereldvisie. We wisten zelfs hoe God in elkaar zat. kokBWvr i j gemaakt 0215. i ndd 18 04-02-15 13: 38
19 raam. Omdat het raam net te klein is, kun je nauwelijks zien wat de afbeeldingen precies voorstellen. Middenin zit een bloem, daaromheen met de klok mee cirkels met plaatjes die iets te ma- ken hebben met de jaargetijden: een zonnebloem, paddenstoe - len, sneeuwvlokken. Ik heb er vroeger uren naar zitten staren. Op het podium staan aan weerszijden een paar rijen stoelen. Net als vroeger. Links zaten de ouderlingen, rechts de diakenen. Alsof ze vanaf die plek beter toezicht konden houden op de gemeente en op de Bijbelgetrouwheid van de dominee. Mijn vader zat er ook. Hij kon vanaf die plek goed zien welke mensen uit ‘zijn’ wijk wel of niet in de dienst zaten. Handige informatie voor het huisbezoek. Ik herinner me dat er een hele discussie was over de vraag of de ouderlingen en diakenen ook een blauw pak aan mochten in plaats van een zwart. Er waren een aantal broeders die in een don- kerblauw pak in de kerk zaten en daar hadden sommigen toch wel moeite mee. Het tekent volgens mij wel een beetje de cultuur van deze kerk. Er waren geen bijzaken, alles was belangrijk. De Waar- heid was in beton gegoten. Een dichtgetimmerde theologie, een uitgetekende wereldvisie. We wisten zelfs hoe God in elkaar zat. De uitverkiezingsleer bijvoorbeeld. Het was volstrekt helder dat God al vóór de schepping had bepaald wie zijn kinderen waren. Daarom fietste ik ook dagelijks 20 kilometer naar Groningen om naar het Gomarus college te gaan, ook al was er vlak bij mijn huis een ‘christelijke’ middelbare school. Ik realiseer me nu pas hoe slecht ik, met mijn karakter, paste in deze cultuur. Ik haat regelmaat, heb een hekel aan stilzitten. Ik ben een twijfelaar. Iemand die meer van vragen houdt dan van antwoorden. Nu pas stel ik de vragen die ik toen niet toeliet. Waarom is ‘de kerk’ zo geworden? Dat formele, de sombere ge - zichten, de lange preken, de hapklare antwoorden en het weinige contact met de wereld buiten deze muren? Dat kan toch niet de bedoeling zijn geweest? Dit was toch niet het ideaal dat de eerste christenen voor ogen hadden toen ze samen baden, aten en iets probeerden te betekenen voor hen die het moeilijk hadden? Ik draai me om en zie achter in de kerk, op een balkon, het or- gel. In 1983 door de gebroeders Reil hier gebouwd. Een sober kokBWvr i j gemaakt 0215. i ndd 19 04-02-15 13: 38
20 en vrij slank model van donker hout, met donkergrijze pijpen en slechts tien registers. Via een smalle trap loop ik naar boven. Ik wil het orgel weer eens van dichtbij zien. Er is in al die jaren niets aan veranderd. Nog steeds die donkerbruine toetsen met lichte stippen, die me zo aan dominostenen deden denken. Hier heb ik vroeger vaak op gespeeld. Vanaf m’n achtste ging ik naar orgelles. Toen ik veertien was, mocht ik van mijn (vrij- gemaakte) orgelleraar iedere week een uurtje oefenen op het kerkorgel. Dan zat ik op donderdagmiddag helemaal alleen in een lege kerk achter het grote orgel. Ik vond pas op zolder het boek waaruit ik vroeger speelde. Een bruine, harde kaft, met daarop in goudkleurige letters: Orgelbegeleiding bij de 150 psalmen, met voorspelen. Mijn favoriet was Psalm 51. Niet al- leen omdat het een van de makkelijkste was, maar ook omdat hij zo’n mooie slepende melodie had. Een emotionele psalm, in mineur. Zoals David in mineur was nadat de profeet Nathan hem had gewezen op zijn overspel met Bathseba. Vooral de op-een-na laatste regel raakte mij. De melodie die zich droevig naar beneden buigt met de woorden: ‘Om al mijn kwaad kwelt zich mijn hart en schreit’. Ik vond op YouTube een improvisatie van organist Martin Mans, die deze psalm speelt 1. Het raakt me nog steeds net zo als vroe- ger. Dit is de themamuziek van het geloof van mijn jeugd. Lopend door de lege kerkzaal voel ik van alles. Nostalgie. Wee- moed. De warme omhelzing van een verloren zoon die weer even thuiskomt. Ondanks het feit dat de kerk vanbinnen een stuk lichter is dan vroeger, ervaar ik datzelfde zware gevoel weer. Die rugzak vol stenen die ik jarenlang meesleepte. De schouderban - den die m’n bovenlijf naar beneden trekken. ‘Mijn zonden staan mij dagelijks voor ogen’, aldus Psalm 51. Dagelijkse bekering, oftewel de overtuiging dat ik morgen toch weer de mist in ga. ’s Avonds in bed met dichtgeknepen ogen. ‘Ofschoon mijn zonden 1 http://www.youtube.com/watch?v=V5hqqYMk1Y0 of: http://goo.gl/QZ64Wm kokBWvr i j gemaakt 0215. i ndd 20 04-02-15 13: 38
21 velen zijn’. Dat gevoel als ik met mijn vrienden stiekem had ge- blowd. Of die keer dat de vrouw van de dominee mij en haar zoon betrapte in de videotheek. Daar trof ze ons aan op zondagavond, vlak na de zondagavondzang, met in onze handen een videoband van de bovenste plank uit de categorie ‘Cliffbanger’. Die we stie- kem wilden bekijken bij mij thuis, omdat m’n ouders weg waren. En altijd dat brandende gevoel als ik iets zondigs deed. De angst dat net op dat moment de Here Jezus terug zou komen. En ik dan dus voor eeuwig verloren zou gaan. De koster vertelt me dat de gemeente twintig jaar later nog steeds dezelfde dominee heeft. Tenminste, tot afgelopen zon- dag, toen stopte hij, in verband met een ernstige ziekte – waar - aan hij op het moment dat ik dit schrijf is overleden. Ik kwam er vaak op zondag, in de pastorie. De ene week waren m’n vriendje en ik bij mij, de week erna bij hem. We speelden soms Space Invaders op de studeerkamer van z’n vader, op een zwart scherm met groene letters. Het is kil als ik weer naar buiten loop. De kerk staat midden in de Tolberterstraat, de winkelstraat. Tot 1948 liep hier de tramlijn tussen Drachten en Groningen. Toen ik hier woonde lagen de rails er nog en moest je uitkijken dat je er niet met je fietsband tussen bleef steken. Op straat zie ik bekende gezichten. Verderop staat de moeder van een meisje uit mijn klas. Een van de orga - nisten van de kerk fietst voorbij. Hij had dezelfde orgelleraar. De gezichten lijken niet echt veranderd. Alleen wat grijze lokken en rimpels verraden de jaren die voorbij zijn gegaan sinds ik ze voor het laatst zag. En altijd dat brandende gevoel als ik iets zondigs deed. De angst dat net op dat moment de Here Jezus terug zou komen. En ik dan dus voor eeuwig verloren zou gaan. kokBWvr i j gemaakt 0215. i ndd 21 04-02-15 13: 38
22 Leek is een Gronings plattelandsdorp, inclusief de bijbehorende doe-maar-normaal-mentaliteit. Het centrum heeft nauwelijks be- groeiing, ruime straten en veel laagbouw. Veel winkelpanden staan leeg. De snackbar waar ik vaak kwam, is verdwenen. De schoe- nenwinkel heeft een nieuwe, moderne voorpui. Waar vroeger een parkje was, is nu een grote parkeerplaats met nieuwe winkels. Een jongen met een snor fietst voorbij. Ik wilde vroeger ook graag een snor. En bakkebaarden. Maar mijn baardgroei stond dat niet toe. Ik rookte wel shag. Maar voelde me desondanks an- ders. Ook omdat ik met mijn vlotte babbel regelmatig onbewust mensen in het dorp tegen me in het harnas joeg. Als ik de Tolberterstraat uit loop, loop ik tegen Boekhandel Bronsema aan. De vale letters en de buitenkant van de boek- handel annex drukkerij zijn nog hetzelfde. Hier werd tot 1999 de Leekster Courant gedrukt. Nu hangen er op het raam A4’tjes met daarop ‘Boeken 50% korting’. De boekhandel gaat sluiten. De klanten laten het afweten. De winkel kan de concurrentie met bol.com niet meer aan. Op een stoeltje achter de kassa zit de man die hier twintig jaar geleden ook achter de kassa zat. Z’n donkere sliertige haar is dunner geworden, maar z’n snor heeft de tand des tijds doorstaan. Ik heb me altijd afgevraagd of hij het zag, die keren dat ik met nerveuze blik de TUK of de Candy of een ander blaadje van de bovenste plank pakte en ge- haast doorbladerde. Aan z’n norse blik is in ieder geval niets af te lezen. Ik loop nog even door, tot ik het plaatsnaambord van Nietap passeer. Een klein dorpje, direct tegen het centrum van Leek aangeplakt. Even verderop is Muziekhuis Da Capo, een rom - melige winkel vol instrumenten. Hele zaterdagmiddagen hing ik hier rond tussen de eerste- en tweedehands orgels, piano’s en keyboards. Ik speelde stiekem op de duurste piano’s. Ze lieten me m’n gang gaan. En ook nu ik twintig jaar later de zaak in loop en de winkelbel tingelt, kijkt niemand op of om. Ik zie dezelfde man die vroeger uit ieder instrument de mooiste liedjes tevoor - schijn kon toveren. Hij werkt hier nog steeds. Hij is iets kaler en dikker dan vroeger. Hier ontdekte ik het emotionele geluid van een piano, dat ik zo veel mooier vond dan het rationele geluid kokBWvr i j gemaakt 0215. i ndd 22 04-02-15 13: 38
23 van een elektronisch orgel. Hier kocht ik vroeger, ver voor het internet bestond, bladmuziek van popliedjes die op dat moment in de Top 40 stonden, want ik wilde popmuziek spelen in plaats van psalmen. Ik herinner me dat mijn vader een keer zo’n boek onder ogen kreeg en bij ‘Verdammt ich liebe dich’ van Matthias Reim – wie kent hem nog? – met een zwarte merkstift alle ‘ver- dammts’ wegstreepte. Slenterend door Leek ervaar ik ineens heel sterk hoe waar het cliché is dat alle dingen voorbijgaan. Aan de ene kant voelt dat als een gemis en geeft het me het gevoel van nostalgie van Wim Sonneveld. ‘Dit dorp, ik weet nog hoe het was, de boerenkinderen in de klas.’ En: ‘Ik was een kind en wist niet beter, dan dat het nooit voorbij zou gaan.’ Aan de andere kant geeft het feit dat dingen wel voorbijgaan mij ook een bevrijdend gevoel. Alles verandert, niets blijft hetzelfde, zelfs niet in een kerk waar alles iedere week hetzelfde was. Ik verlangde vroeger altijd naar anders, naar meer, naar verder en ik had altijd moeite met wat ik ervoer als ‘geremd leven’. Een han d- jevol wokkels in een filterzakje, dat leven. Vroeger ervoer ik niet dat alles continu in beweging is en we in een continu proces zitten. Ik ervoer vooral stilstand. Ik voelde me opgesloten in de tijd. Alsof iemand de pauzeknop had ingedrukt. Nu weet ik dat ik een pro - gressief mens ben. Ik streef altijd naar vooruitgang, omdat ik net als Bonnie St. Claire geloof dat morgen alles anders, alles beter en alles nieuw wordt. Hoewel dat in haar geval niet helemaal is uitgekomen. Ik ervoer vooral stilstand. Ik voelde me opgesloten in de tijd. Alsof iemand de pauzeknop had ingedrukt. kokBWvr i j gemaakt 0215. i ndd 23 04-02-15 13: 38
24 Als ik in m’n auto stap en weer richting A7 rij, voel ik me licht. Na 18 jaar vrijgemaakte opvoeding en nog eens 18 jaar op zoek zijn, voel ik me vrijgemaakter dan ooit. Vrij gemaakt van dogmatisch geloven, vrij van naar de kerk moeten ‘omdat God me roept’, vrij van gemakkelijke antwoorden, vrij van boosheid om me af te zetten tegen de cultuur waaruit ik kom en boven alles vrij van schuldgevoel. Op 3FM draaien ze een nummer van Saybia, een band die niet meer bestaat. Het nummer, ‘I surrender’ 2, is net als Psalm 51 in mineur. Zanger Soren Hoss zingt: ‘Tonight I’m letting go I surrender myself into the arms of a beautiful stranger I surrender myself to You’ Ik zing mee en denk: ja, dat is voor mij wel de essentie. Loslaten en overgeven. Ik heb geprobeerd los te laten wat me in de weg zat. Mijn schuldgevoel. De wrok over een kerk die me liet focus - sen op niet-essentiële zaken. Mijn angst om m’n geloof te verlie - zen omdat ik dan naar de hel zou gaan. Het zeker willen weten wat De Waarheid is. Ik geef me over aan het niet zeker weten. Aan een geloof van vra - gen in plaats van antwoorden. Aan een liefdevol Persoon die voor mij altijd een Vreemde zal blijven. Aan een timmermanszoon en Joodse rabbi, wiens woorden me in deze fase van mijn leven meer dan ooit ontroeren; 2 http://www.youtube.com/watch?v=aiOu-SqHd9Y of: http://goo.gl/1jxPbC Na 18 jaar vrijgemaakte opvoeding en nog eens 18 jaar op zoek zijn, voel ik me vrijgemaakter dan ooit. kokBWvr i j gemaakt 0215. i ndd 24 04-02-15 13: 38
25 ‘Komt tot Mij, allen, die vermoeid en belast zijt, en Ik zal u rust geven; neem mijn juk op u en leert van Mij, want ik ben zachtmoe- dig en nederig van hart, en gij zult rust vinden voor uw zielen; want mijn juk is zacht en mijn last is licht.’ Terwijl ik de A7 richting Drachten opdraai, voel ik ook dankbaar - heid. Ik ben dankbaar dat mijn ouders, ondanks alle moeite die ik er soms mee had, door hun geloof-zonder-twijfel, hun hemel - tergende trouw aan de kerk en een gezonde dosis dwang er mede voor hebben gezorgd dat ik een gelovig mens ben. Dat door die naar schatting 1300 kerkdiensten die ik tot m’n achttiende bij - woonde, ondanks alle ruis en bijzaken, God op mijn pad is geko - men. Al bijna twintig jaar worstel ik met God, geloof en kerk. Ik ben er nog lang niet klaar mee, maar ik ben wel op een punt gekomen dat ik kan zeggen dat, ondanks (of misschien wel dankzij) alles wat er is gebeurd, in mijn geloof drie woorden centraal staan: Ik Ben Vrij herman wegter Herman Wegter (1978) is bekend als presentator van radio- en tv-program- ma’s van de EO. Zo presenteerde hij onder andere De Kist en Geloven op 2. Daarnaast is hij ook politiek actief bij de ChristenUnie; hij stond voor deze partij op de lijst voor de Tweede Kamerverkiezingen van 2012. Herman was ook een van de initiatiefnemers van het project 7 keer 7: roadtrip naar een nieuw soort christendom. Hij woont in Amersfoort. kokBWvr i j gemaakt 0215. i ndd 25 04-02-15 13: 38