10 Hoofdstuk 1 Levensopdracht op doodsdagen H et volk van Israël heeft het moeilijk in Egypte. Het wordt verdrukt. We zijn geneigd om negatief te kij- ken naar tijden van verdrukking, maar de Bijbel spreekt opvallend positief hierover. De Heere Jezus zegt: ‘Ver - blijdt en verheugt u’ (Mattheüs 5 vers 12). Doet Israël dat? Doe ik dat? Het Bijbelboek Genesis eindigt met de twaalf zonen van Jakob die met hun gezinnen in Egypte aangeko- men zijn. Exodus 1 pakt deze draad op en vertelt hoe het verder met hen gaat in Egypte. Het lijkt alsof dit Bijbelboek opent met de geboorte en het levensbegin van Mozes. Maar wie de eerste twee hoofdstukken van Exodus goed leest, hoort dat het hier ook gaat over twaalf dochters. Ze vechten voor het leven: - Sifra en Pua: twee vroedvrouwen - Jochebed: de biologische moeder van Mozes
11 - Mirjam: Mozes’ zus - de dochter van farao: de adoptiemoeder van Mozes - de zeven dochters van Jethro, van wie Zippora Mo- zes’ vrouw wordt Deze twaalf vrouwen zijn heel verschillend, maar ze hebben één ding gemeen: ze brengen nieuw leven voort of redden mensenlevens. Ze zijn pro life! En daar - mee houden ze alle vrouwen van nu een spiegel voor. Er zit 430 jaar tussen Gods belofte aan Abraham om hem een groot nageslacht te geven en de uittocht uit Egypte. De eerste 215 jaar daarvan is het volk uit - gegroeid tot zeventig personen. De 215 jaar daarna breidt het volk uit tot zeshonderdduizend mannen (Exodus 12), de vrouwen en de kinde- ren niet meegerekend. Het volk van Israël in Egypte groeit explo- sief. Hoe komt dat? Vers 7 gebruikt vier werk - woorden om de wonderlijke toename van het volk aan te geven: ze wiesen overvloedig, ze vermeerderden, ze werden machtig (veel), het land werd met hen vervuld. Gods volk valt op door de grote gezin- nen. Het nageslacht groeit. Deze vruchtbaarheid her - innert aan Gods eerste opdracht aan de mensheid: ‘Weest vruchtbaar en vermenigvuldigt, en vervult de aarde’ (Genesis 1 vers 28 en 9 vers 1). Deze woorden Lees Exodus 1 vers 1-9. Voordat farao’s geboorte- beperkende maatregelen opgelegd worden, vraagt God om vruchtbaar te zijn. Wat betekent dat voor deze tijd?
12 zijn niet alleen een opdracht, maar ook een belofte. Te- gen Abraham, Izak en Jakob zei God: ‘Ik zal u tot een groot volk maken. ’ Nu gaat deze belofte in vervulling. De vruchtbaarheid wordt dan ook als een zegen van de Heere gezien. Voordat farao’s opdracht om te do- den genoemd wordt, klinkt Gods opdracht om te leven. Voordat farao’s geboortebeperkende maatregelen op- gelegd worden, vraagt God om vruchtbaar te zijn. Er zijn overeenkomsten tussen de eerste twee hoofdstuk - ken van Genesis en de eer - ste twee hoofdstukken van Exodus. God is een God van leven. Hij spreekt en het is er. Op een bijzondere wijze laat Hij het menselijk leven ontstaan en voortbestaan. God geeft leven: Hij blaast in Adams neusgaten de adem van het leven; alzo wordt de mens tot een levende ziel (Genesis 2 vers 7), bedoeld om eeuwig te leven en eeu- wig God de eer te geven. De levensopdracht die God geeft, staat niet alleen in het perspectief van de tijd, maar vooral ook van de eeuwigheid. Beantwoordt mijn leven aan dat doel? In Exodus 1 klinkt de echo uit Genesis door: het leven hoort bij het rijk van God en de dood hoort bij het rijk van de duivel. De strijd die toen begonnen is, gaat ook in Exodus 1 verder. In de tijd wordt een strijd gevoerd Vergelijk Genesis 1 en 2 met Exodus 1 en 2. Wat valt op? Wat betekent dit voor jouw leven?
13 op leven en dood tussen beide rijken. Niet alleen toen, maar ook nu. De farao van Egypte staat tegenover de God van Israël. De vroedvrouwen Sifra en Pua staan aan Gods kant. De explosieve toename van de Israëlieten vervult farao met zorg. Het maakt hem bang: Wat als ze zich tegen hem keren? Daarom neemt hij maatrege- len om hun vermeerdering tegen te gaan. De Israëlie- ten worden verdrukt. De maatregel helpt niet. Integendeel: hoe moeilijker de Israëlieten het hebben, hoe groter hun gezinnen worden. Israël in Egypte is een beeld van de kerk in de wereld. Matthew Henry ziet in deze geschiede- nis een patroon dat ook nu van betekenis is: ‘Tijden van verdrukking zijn vaak tijden van toeneming van de kerk. ’ Met de verdrukking heeft God een bedoeling. Zijn bedoeling met verdrukking is vaak om een heimwee in het hart van Zijn volk te verwekken naar het beloofde land. Voor de Israëlieten hier is dat Kanaän. Voor Zijn kinderen nu is dat de hemel. Lees Genesis 3 vers 15. Hoe zie je de strijd tussen het slangenzaad en het vrouwenzaad in Exodus 1? De opening van het tweede Bijbelboek vraagt iedereen persoonlijk: Aan welke kant sta ik? Lees Exodus 1 vers 8-14. Israël in Egypte is een beeld van de kerk in de wereld: ‘In de wereld zult gij verdrukking hebben. ’ Heb je zelf ook te maken met moeilijke omstan- digheden? Welke uitwerking heeft het?
14 Hoewel verdrukking veel van mensen vraagt, is Gods Woord toch opvallend po-sitief over tijden van ver - drukking. Gods Woord leert allereerst dat ver - drukking geen uitzonde- ring is, maar dat dit erbij hoort in het leven van chris- tenen. Het is onlosmakelijk verbonden aan een leven met God. Verdrukking geeft dan ook geen reden tot klagen, maar juist tot roemen en prijzen (Romeinen 5). God zal de verdrukking vergoeden. Daarom geeft verdrukking een verlangend uitzien naar de toekomst. Bovendien wordt in tijden van verdrukking Gods kracht op een bijzon- dere manier ervaren. Het gevolg van verdrukking is dan als het goed is ook niet een verslapping van het geloof, maar juist een versterking. Verdrukking is een middel in Gods hand om Zijn kinderen te leren volharden. Ver - drukking aan de buitenkant geeft vernieuwing aan de binnenkant (2 Korinthe 4). De heerlijkmaking wordt al- leen langs de weg van lijden verkregen. De StudieBijbel schrijft bij 1 Petrus 4: ‘Het lijden van Christus-belijders is door de Heere Jezus voorzegd. Het lijden is Hem niet bespaard gebleven en het zal ook Zijn volgelingen niet bespaard blijven. Het geeft aan dat ze bij Hem horen (mits hun lijden voortkomt uit het volgen van Jezus en niet vanwege een onjuiste levenswandel). Christus is door lijden heen tot grote heerlijkheid gekomen en die Lees Romeinen 5 vers 3-5, 2 Korinthe 4 vers 16-18 en 1 Petrus 4 vers 12-14 met de kanttekeningen. Welke lessen geven deze gedeelten voor tijden van verdrukking?
15 belofte van heerlijkheid hebben ook de gelovigen. Hun staat een geweldige vreugde te wachten. ’ Daarom mag verdrukking tot blijdschap leiden.