Bekijk de tekstversie van dit leesfragment.5 1. ik sla hem op zijn neus ‘wat is er met u, juf?’ vraagt saar. ‘bent u ziek of zo? u ziet zo bleek.’ ‘niks aan de hand’, zegt juf fiep. ‘ik ben niet ziek. maar ...’ juf slikt. ‘maar wat, juf?’ vraagt roos. ‘er komt straks een man in de klas’, zegt juf fiep. opmk.WegMetdieDraak.indd 5 27-08-15 13:10
6 ‘een man die kijkt of ik het goed doe. of ik wel goed les geef. en als ik het niet goed doe, dan moet ik er uit. dan ben ik geen juf meer.’ ‘wat!’ roept rik boos. ‘dat kan toch niet! hoe heet die man? ik ga naar hem toe en ik sla hem op zijn neus!’ ‘nee nee’, zegt juf fiep snel. ‘dat mag niet. maar weet je, ik snap het wel. er gaat wel eens wat mis bij ons op school. een beer op het plein. een dief die geld wil. een bom in de klas. en steeds in mijn groep. steeds als ik les geef.’ ‘wees niet bang, juf’, zegt saar. ‘we doen goed ons best. als die man komt zal hij het zien. er is niks aan de hand hier. kijk maar. opmk.WegMetdieDraak.indd 6 27-08-15 13:10
7 geen beer. geen dief. geen bom in de klas.’ ‘ja, juf’, zegt eef. ‘kom op. we gaan aan het werk. geef ons een som. doe maar een som voor groep zes. dan ziet die man hoe slim we zijn. en dan denkt hij: die juf is vast heel goed.’ klop klop klop juf fiep beef t. ze slaat een hand voor haar mond. ‘o nee’, zegt ze. ‘daar zal hij zijn. die man.’ ‘kalm maar, juf’, zegt tom. ‘niks aan de hand. wij doen net of we hard aan het werk zijn.’ juf fiep gaat naar de deur. maar wie komt er de klas in? niet een man. niet een man die kijkt of juf wel goed les geef t. het is kas. opmk.WegMetdieDraak.indd 7 27-08-15 13:10
8 opmk.WegMetdieDraak.indd 8 27-08-15 13:10
9 hij hijgt en hij puf t. hij heef t iets in zijn hand. het lijkt wel een ei. een heel groot ei. ‘kas is te laat!’ roept eef. ‘veel te laat! wel een half uur! juf fiep! wat voor straf krijgt hij?’ ‘o kas!’ zegt juf fiep. ‘goed dat je er bent. maar wat heb je daar in je hand? is dat een ei?’ opmk.WegMetdieDraak.indd 9 27-08-15 13:10