j 12 1 januari Wederom is het Koninkrijk der hemelen gelijk een koopman … M a t t h e ü s 13: 45 De koopman uit onze tekst had één groot levensdoel, namelijk het zoeken van schone parels. Als u hem had ontmoet en u had hem gevraagd: ‘Wat zoekt u?’ dan zou hij meteen geantwoord hebben: ‘Ik zoek naar parels met een grote waarde. Hebt u er ook voor mij te koop?’ Vraag eens aan iemand uit uw omgeving: ‘Vriend, waar leeft u voor?’ Dan zal het antwoord vaak zijn: ‘Ik leef voor m’n werk of mijn bedrijf.’ Maar als u verder zou vragen naar hét grote doel van zijn leven, dan zou hij niet graag erkennen dat hij eigenlijk leeft om zoveel mo - gelijk geld en goed bijeen te schrapen, te sparen en rijk te worden. Daarom weet hij nauwelijks een antwoord te geven op uw vraag waar hij voor leeft. Er zijn veel jonge mensen die niet echt een levensdoel hebben. Maar onthoud, u kunt geen goede kapitein zijn, als u niet weet naar welke haven u uw schip stuurt. Vraag uzelf daar - om eerlijk af: ‘Ik kan slechts leven voor twee dingen. Voor God óf voor de duivel. Voor wie leef ik?’ Elia zei: ‘Zo de H eere God is, volgt Hem na, en zo Baäl God is, volgt hem na.’ De koopman zocht de allerschoonste parels. Ik wenste wel van God, dat velen, die Christus nog niet gevonden hebben, door genade zouden zeggen: ‘Naar die Parel zal ik zoeken!’ Lezen: Mattheüs 13:36-46
2 januari Onderzoekt de Schriften, want gij meent in dezelve het eeuwige leven te hebben, en die zijn het die van Mij getuigen. J oh a n n e s 5:39 De koopman die kostbare parels zoekt is niet te ver - gelijken met de mens uit Mattheüs 13 vers 44 van wie we lezen dat hij een schat in een akker vond. Deze man vond als het ware ‘toevallig’ een schat toen hij op de akker was. In die gelijkenis gaat het over een mens die God in Zijn vrijmacht verlost en zalig maakt, hoewel hij voorheen onverschillig en onbezorgd was. De koopman die naar de kostbare parels zoekt is heel bewust bezig met het zoeken naar iets goeds. Hij spant er zich vol - ledig voor in. Het houdt hem voortdurend bezig. Zijn hart is er vol van. Hij is niet op zoek naar dé ene parel, maar door zijn zoeken naar kostbare zaken vindt hij die ene parel wel. Konden wij mensen maar opwekken om hun denkver - mogen te oefenen. Velen leven zo oppervlakkig. Hoe komt het dat mensen zo verzot zijn op het lezen van romans, terwijl ze zelden waargebeurde geschiedenis - verhalen lezen die toch even boeiend en interessant zijn? Geschiedenisverhalen zijn veel geschikter om ons een aangenaam tijdverdrijf te bieden. Ze oefenen bovendien ons verstand om erover na te denken. Velen werken zó hard met hun handen, en zijn zo vermoeid na hun werk, dat ze nauwelijks tot diep denken in staat zijn. Ach, dat u wijs zou zijn en wilde nadenken! Lezen: Johannes 5:39-47 i 12
3 januari Wederom is het Koninkrijk der hemelen gelijk aan een koopman die schone parelen zoekt. M a t t h e ü s 13: 45 Een koopman die handelt in graan of in parels, legt er zich op toe om winst te maken met zijn handel. Hij probeert zijn brood te verdienen door er voortdurend in zijn gedachten mee bezig te zijn. Hij is niet zozeer afhankelijk van het werk, maar wel van vakkennis, be - kwaamheid én hij moet zijn handelswaar kundig kun - nen beoordelen. De koopman is in zeker opzicht te vergelijken met ie - mand die Christus zoekt. Christus en de zaligheid zijn ook niet te verdienen of te verkrijgen als loon voor ar - beid. Maar Christus kan wél verkregen worden door kennis. Gods Woord zegt: ‘Door Zijn kennis zal Mijn Knecht, de Rechtvaardige, velen rechtvaardig maken.’ Door de kennis van Christus wordt men dus gerecht - vaardigd. Paulus schrijft: ‘Hoe zullen zij horen zonder die hun predikt?’ Het begint met het horen van die hun predikt. Dan wordt het gehoorde geloofd en door dat geloven worden zij zalig. Zó komt men tot de kennis van Hem Wie te kennen het eeuwige leven is. Wie Christus kent en Hem verstaat, zodat hij Hem zijn hart geeft, is behouden. Zó is de koopman (die zijn voordeel zoekt door zijn kennis te vergroten) te vergelijken met iemand die zalig wordt door het verkrijgen van de kennis van de heerlijkheid van God in het aangezicht van Jezus Christus. Lezen: Romeinen 10:1-15 j 12
4 januari Ik ben de Weg, en de Waarheid, en het Leven.Joh a nnes 14:6a De zoekende koopman vond . Waar hij ook kwam, overal vroeg hij of ze ook parels hadden. Hij ging naar de achterbuurten, naar de steegjes in de grote stad. Het was werkelijk parels ’s morgens, parels ’s middags en parels ’s avonds. Als iemand ’s nachts aan zijn raam had geroepen dat hij parels te koop had, was hij ongetwijfeld meteen naar buiten gesneld om die parels in zijn bezit te krijgen. Zó ijverig zocht deze man. Toen hij de parel van grote waarde in zijn bezit kreeg, had hij iets in handen waarvan hij niet gedacht had dat hij dat ooit zou hebben. Het was méér dan hij verwacht - te. O, ik bid God, als er onder u zijn van wie het hart in oprechtheid uitgaat naar wat goed en recht is, dat zij Christus mogen vinden. In Hem is meer matigheid, op - rechtheid, waarheid en bewogenheid met de mens, dan waar ter wereld ook. Dat ze Hem mochten vinden Die de Waarheid is. Wiens leer volmaakte heiligheid is en Wie het eeuwige Leven is. Wie Hem vindt, vindt meer dan hij ooit gedacht had te zullen vinden. Begeert u naar wat recht, waar en goed is? Dan vertrouw ik, dat de Heere Jezus Zich aan u zal openbaren en dat u zult zeggen: ‘Dát is nu eigenlijk wat ik zocht, waarnaar ik verlangde, waarnaar ik heb gesmacht. Hij is het!’ Lezen: Joh a nnes 14:1-7 i 12
5 januari Dewelke hebbende één parel van grote waarde gevonden ... M a t t h e ü s 13: 46 a De koopman vond geen kostbare parels, maar de ene parel díé hij vond had oneindig veel meer waarde dan alle andere kleine parels waar hij voorheen naar had gezocht. En voor deze ene parel had hij al zijn andere parels over. Die móést hij hebben. Het is groot als de Heere in ons hart geeft dat we zeggen: ‘Ik zie dat in Christus álles te vinden is wat ik nodig heb. In Hem is vergeving, heiliging, genade om standvastig te zijn in het goede en Hij kan mij geschikt maken voor de hemel. Hém moet ik hebben.’ De eerste eigenaar van de parel was bereid deze te ver - kopen aan de koopman. De Heere verkoopt Zijn genade niet, maar Hij schenkt Christus uit enkel genade. Toch wordt in deze gelijkenis het verkrijgen van Christus voorgesteld als een ‘koop’. Als u ernaar verlangt om Christus te bezitten, dan is dat mogelijk als u de voor - waarden van God aanneemt. Hebt u Hem gevonden Die de banier draagt boven tienduizend? Is Hij u gans begeerlijk? Kunt u zonder Hem niet gelukkig zijn? Dan zal Hij terstond uw deel zijn. Als u Hem begeert omdat in Hem alles is wat uw ziel nodig heeft, en u bidt: ‘Ik wil dit huis des gebeds niet verlaten vóórdat Christus de mijne is’, dan staat niets u in de weg om deze Parel in uw bezit te krijgen. Lezen: Hooglied 5 j 12