12 1 Engelenzang uit de hemel Zingen: Psalm 103:10 Schriftlezing: Lukas 2:13-24 Zingen: Psalm 68:9 en 10 Zingen: Psalm 85:3 Zingen: Psalm 22:14 Gemeente, de woorden van onze tekst waar we u met de hulp des Heeren een ogenblik bij willen bepalen, kunt u vinden in het u voor - gelezen Schriftgedeelte Lukas 2, en daarvan vers 14. Lukas 2 vers 14, waar Gods Woord en onze tekst aldus luidt: Ere zij God in de hoogste hemelen, en vrede op aarde, in de mensen een welbehagen. We staan stil bij: Engelenzang uit de hemel . We letten op drie ge- dachten: 1. Ere zij God in de hemel. We lezen in de tekst: ‘Ere zij God in de hoogste hemelen’. 2. Vrede met God uit de hemel. De tekst vervolgt met: ‘En vrede op aarde’. 3. Welbehagen van de God van de hemel. Het slot van de tekst is: ‘In de mensen een welbehagen’. 1. Ere zij God in de hemel Eeuwen geleden is in de velden van Efratha het Evangelie door een hemelbode verkondigd. Deze hemelbode verscheen in zijn hemelse heerlijkheid aan de herders die de nachtwacht hielden bij hun kudde. Daar, in dat open veld, heeft het geklonken: ‘Vreest niet, want zie, ik verkondig u grote blijdschap, die al den volke wezen zal.’ Voor die herders was er bovendien ook een persoonlijke boodschap bij. ‘Namelijk dat u heden geboren is de Zaligmaker, Welke is Christus de Heere, in de stad Davids.’ En om de waarheid van die woorden te Zie uw Koning_bw.indd 12 4-2-2011 7:36:07
13 bevestigen, hebben zij er zelfs nog een teken bij gekregen, namelijk: ‘En dit zal u het teken zijn: Gij zult het K indeke vinden in doeken gewonden en liggende in de kribbe.’ De herders zijn met haast naar Bethlehem gegaan en zijn de eerste predikers geworden van de geboren Koning en van het Evangelie van het K ind van Bethlehem. We lezen in vers 17: ‘En als zij Het gezien hadden, maakten zij alom bekend het woord dat hun van dit K indeke gezegd was.’ Dat is toch wel een heel bijzondere kerkdienst geweest in die nacht, denken jullie ook niet, jongens en meisjes? We lezen niet dat de herders de engel die kwam verkondigen dat de Koning geboren was, antwoord hebben gegeven. Ze waren zó ont - roerd dat ze als het ware met stomheid waren geslagen. Ze konden geen uitdrukking geven aan hun verwondering. Dat hebben ze later wel gedaan, maar eerst zou de Heere Zelf voor Zijn eer zorgen. Want we lezen: ‘En van stonde aan was daar met de engel een menigte des hemelsen heirlegers, prijzende God en zeggende: Ere zij God in de hoogste hemelen.’ Plotseling, van stonde aan, direct na de boodschap van die ene engel, was er een menigte van hemelboden. Wat handelt de Heere wijs met die herders, vindt u niet? Stel dat er eerst een menigte engelen zou zijn geweest, dan waren die her - ders zó verbaasd geweest dat ze geen raad hadden geweten met de boodschap. Maar de Heere neemt eerst de vrees uit hun hart weg door de woorden van die ene engel die zegt: ‘Vreest niet, want zie, ik verkondig u grote blijdschap.’ Pas daarna voegen die andere vele engelen zich daarbij en uit hun mond klinkt als het ware het ‘amen’ op de prediking. De engelen zingen tot Gods eer. ‘Ere zij God in de hoogste hemelen’. Ere zij de God, Die Zijn Zoon gezonden heeft op de aarde om zondaren zalig te maken. Engelen zijn als een leger Gods, waardoor de Heere de vromen be - schermt en de kwaden bestraft. ‘De engel des H eeren legert zich rondom degenen die Hem vrezen’, zo heeft de dichter van Psalm 34 gezongen. David wekt in Psalm 103 de engelen op om de Heere te loven. ‘Looft de H eere, Zijn engelen, gij krachtige helden, die Zijn woord doet, gehoorzamende de stem Zijns woords. Looft de H eere, al Zijn heirscharen, gij Zijn dienaars, die Zijn welbehagen doet.’ Er wordt op veel plaatsen in de Heilige Schrift gesproken over Zie uw Koning_bw.indd 13 4-2-2011 7:36:07
14 engelen. In het Oude Testament komen we de engelen vooral tegen als de bewakers van Gods recht, maar ook als degenen die de hei- ligheid des Heeren bezingen en verkondigen. Denkt u maar aan de cherubijnen bij de profeet Jesaja, die zeggen: ‘Heilig, heilig, heilig is de H eere der heirscharen; de ganse aarde is van Zijn heerlijkheid vol.’ Ze prijzen God. Ze zijn ook tot dienst uitgezonden, in het bij - zonder om de Heere Jezus Christus bij te staan. Maar het zijn ook ‘gedienstige geesten, die tot dienst uitgezonden worden om dergenen wil die de zaligheid beërven zullen’. Tijdens Christus’ omwandeling op de aarde zien we ook vaak en - gelen, in het bijzonder bij de verschillende heilsfeiten. Ook bij dit heilsfeit dat zo’n grote plaats inneemt in de wereldgeschiedenis omdat het zo’n ingrijpend heilsfeit is. God geopenbaard in het vlees. Er is hier zelfs sprake van een menigte van hemelse heirlegers. David heeft gezongen van duizendmaal tienduizend engelen. Ge - woonlijk zijn engelen in de hemel, maar nu komen ze op de aarde en ze gaan zingen tot Gods eer, om de komst van Christus in het vlees luister bij te zetten. Zij komen om Gods goedheid te verheerlijken. Ze komen om te verkondigen dat het Koninkrijk van Christus niet is van deze wereld. Zijn Koninkrijk is een hemels, een eeuwig en geestelijk Koninkrijk. Maar … de engelen hebben ook gezongen om het in deze verloren mensenwereld te laten klinken: Hij heeft gedacht aan Zijn genade, Zijn trouw aan Isrel nooit gekrenkt. De engelen ontvangen een teken van de heerlijkheid en de macht die de Messias zal brengen. Nee, zij verschijnen nu niet als vriendelijke jongelingen, zoals dat later zal plaatsvinden bij het open graf van de Heere Jezus. Ze verschijnen nu als een menigte van legerscharen. Als krachtige helden die Zijn Woord volbrengen, die tot dienst worden uitgezonden van de hemel. Daarom hoeven de herders niet bevreesd te zijn. ‘Vreest niet’, zo klinkt het. Waarom zijn die engelen zo verblijd? Waarom zingen ze tot de eer des Heeren in de velden van Efratha in dat nachtelijke uur? Daar hebben de engelen toch geen reden voor? Zij zijn toch niet gevallen? De engelen hoeven toch niet verlost te worden? Zij hebben niet ge - zondigd, daarom hoeven ze ook niet zalig gemaakt te worden. Weet u Zie uw Koning_bw.indd 14 4-2-2011 7:36:08
15 waarom ze zingen? Omdat bij de engelen een reine, hemelse vreugde en hemelse blijdschap is. Daarom zingen ze van de volmaaktheden van God. Het zijn immers dienaren van de allerhoogste God. Ze roemen, ze verheerlijken, ze prijzen en ze danken God vanwege het wonder in de menswording van Christus aan een verloren mensen- geslacht bewezen. De gelovigen van het Oude Testament hebben zó lang uitgezien naar het heilsfeit van Kerst. De engelen boven het verzoendeksel in het heilige der heiligen hebben nieuwsgierig uitgezien en gekeken op dat verzoendeksel hoe God, met behoud van Zijn goddelijke deug - den, Zijn genade zal verheerlijken in de harten van zondaren. Nu is het bekend geworden. Daarom zingen de engelen tot troost van de Kerk des Heeren. Maar ze zingen ook om een voorbeeld te zijn voor Gods volk, om de lof des Heeren te verkondigen. Opdat de Heere geprezen en gedankt zal worden voor de wondere werken van Zijn genade. Daarom prijzen ze God, daarom zingen die engelen: ‘Ere zij God in de hoogste hemelen.’ Het wonder dat zij bezingen heeft plaatsgevonden om God te ver- heerlijken. Hem komt daarvoor alleen de eer toe. De Heere doet alles om Zijns Zelfs wil. Alles is gericht op de verheerlijking van Zijn grote Naam. Daarvan krijgt God van deze engelen de eer. Ze prijzen Hem voor het grote wonder dat Hij Zijn enige, geliefde Zoon heeft afgestaan om zondaren zalig te maken. O, wie zou ooit hebben kun - nen denken aan het wonder dat een maagd zwanger zou worden in deze weg? Dat is bij de mensen onmogelijk. De verborgenheid van de godzaligheid is groot. ‘Ere zij God’, zo is er gezongen bij de schepping. We lezen dat de Heere dat zegt tegen Job ‘toen de morgensterren tezamen vrolijk zongen, en al de kinderen Gods – dat wil zeggen, de engelen Gods – juichten’. Toen hebben ze ook gezongen, tot een voorbeeld voor de mens. De mens was immers naar Gods beeld geschapen in ware kennis, gerechtigheid en heiligheid om de Schepper van de hemel en de aarde eeuwig te loven en te prijzen. De Heere heeft de mens een mond gegeven om zijn Schepper groot te maken tot in alle eeu - wigheid. Maar helaas, wij zijn zelf bedoelers geworden en eerrovers van God in het paradijs. We zijn vijanden van God geworden. We heb - ben de verbinding die er was tussen God en de mens moedwillig Zie uw Koning_bw.indd 15 4-2-2011 7:36:08
16 doorgesneden. Er is van ’s mensen kant geen herstel meer mogelijk. Wij kunnen de breuk en de kloof die er is tussen God en onze ziel alleen maar groter maken door onze zonden en ongerechtigheden. Hoe zal die breuk, die kloof dan ooit hersteld worden? Wel, dat is mogelijk door de komst van Christus in deze wereld. Zó zal God weer aan Zijn eer komen. Door Christus’ komst is er weer een verbinding tussen de hemel en de aarde. Door de Zoon van God is er weer een mogelijkheid van zalig worden. Nu kan de mens de welverdiende straf ontgaan en wederom tot genade komen. Nu kan hij weer in de gunst en de gemeenschap Gods hersteld worden. ‘Ere zij God’. God dacht Zelf een weg uit, waar er van onze kant geen weg meer was. God bewijst Zijn onbevattelijke zondaarsliefde aan mensen die menen Hem niet nodig te hebben. Hij zoekt mensen op, die niet naar Hem vragen en die Hem niet zoeken. Hij zoekt mensen die het beeld van God niet vertonen, maar het beeld van de overste van deze wereld, de duivel, die we zijn toegevallen. Want we zijn moed- en vrijwillig van God afgevallen, geliefden. Daarom hebben we ook de minste weldaad verzondigd en verbeurd. Maar omdat God nu van eeuwigheid in Zichzelf bewogen was, daarom heeft Hij dat menselijke geslacht bezocht met de Opgang uit de hoogte. Daarom zond Hij Zijn Zoon in deze wereld, om Zijn Kerk zalig te maken. Om vijanden met God te verzoenen, kwam Christus neder in onze armoede en onze ellende, opdat Hij ons door Zijn armoede rijk zou maken. Hebben we het al gezien in ons leven dat we geschapen zijn om Zijn eer, Zijn lof te verkondigen, als het pronkjuweel, als het kroon - juweel van de schepping? We zijn zó diep gevallen, dat we God niet meer de eer kunnen en willen geven die Hem toekomt! Is dat al de werkelijkheid van ons leven geworden? A ls dat waar is, geven we Adam niet de schuld van onze verlorenheid, maar dan liggen we om eigen schuld zo diep verloren in onze nameloze ellende neer. Wat geeft dát in het leven van een overtuigde zondaar een smart en een droef heid, geliefden, dat we God niet meer kunnen geven wat Hem toekomt. Of deert u dat niet? In de droef heid naar God, die een onberouwelijke bekering werkt tot zaligheid, is er vooral verdriet en droef heid omdat we niet meer beantwoorden aan het doel waartoe de Heere ons mensen geschapen heeft. Zie uw Koning_bw.indd 16 4-2-2011 7:36:08
17 Maar … gelukkig, nu is er Eén in deze wereld gekomen, Die altijd de eer van Zijn Vader heeft bedoeld, Wiens spijze het was om de wil van Zijn Vader te doen. Hij heeft Zich daartoe in de stilte van de eeuwigheid verbonden. Hij heeft gezegd: ‘Zie, Ik kom om Uw welbehagen te doen; en Uw wet is in het midden Mijns ingewands.’ Jezus wilde de weg gaan naar het kruis van Golgotha, omdat de eer van Zijn Vader ermee was gemoeid. En hoe zullen mensen nu ooit weer de eer des Heeren kunnen bedoelen? Wel, alleen door het geloof in Hem, Die het uitgedrukte Beeld is van Gods zelfstandigheid en het Afschijnsel van Zijn heerlijk - heid. A lleen door het geloof en de kracht van Hem, de Gezegende van de Vader, Die in de wereld gekomen is als een hulpeloos K ind. Dat mogen Gods kinderen hier wel eens in beginsel bedoelen en straks zal het volmaakt zo zijn. Dan zal het eeuwig klinken: ‘Ere zij God in de hoogste hemelen.’ Dat is de derde hemel, waarvan Paulus zegt dat hij erin opgetrokken is geweest en waar hij onuitsprekelijke dingen heeft gezien. Het is de hemel ver boven alle overheden en macht en kracht. Die hemel heeft God tot Zijn troon. Daar wordt de heerlijkheid des Heeren door de engelen in het bijzonder ver - kondigd en gezongen en daar zullen straks al de gezaligden met alle engelen tot in de eeuwigheid de eer des Heeren preken. We lezen in Openbaring 7 vers 12: ‘De lof en de heerlijkheid en de wijsheid en de dankzegging en de eer en de kracht en de sterkte zij onze God in alle eeuwigheid.’ Eenmaal zal God ontvangen aanbidding, eer en dankb’re lofgezangen. In navolging van dat schone lied dat hier op aarde heeft geklonken uit de mond van deze hemelse boden. Omdat God vrede maakt met mensen. Daarbij staan we stil in onze tweede gedachte: 2. Vrede met God uit de hemel Zalig worden is een werk van God. De engelen hebben verstaan dat de eer van God vooropstaat. De eer van God krijgt gestalte in het zalig maken van zondaren, uit enkel welbehagen, in het herstel van de vrede tussen God en de mens. Daarom zingen die engelen: ‘Vrede op aarde, in de mensen een welbehagen.’ Dat geldt Joden en heidenen, niemand uitgezonderd. Maar, zegt iemand, de Heere Jezus heeft toch Zelf gezegd: ‘Meent gij dat Ik gekomen ben om vrede te geven op de aarde? Neen, zeg Ik u, maar veeleer verdeeldheid.’ Inderdaad, het Evangelie van vrije Zie uw Koning_bw.indd 17 4-2-2011 7:36:08
18 genade brengt wel vrede aan en het geeft wel vrede in het hart van zondaren die dat door het geloof gaan verstaan, maar het Evangelie brengt ook verdeeldheid. Want het is ‘de Joden wel een ergernis, en de Grieken een dwaasheid’. Weet u waarom? Omdat het de mens veroordeelt. Het neemt de mens alles af. Het Evangelie verkondigt dat er geen leven is in de mens, alleen maar de dood. Uit ons is er geen vrucht meer in der eeuwigheid. En weet u wat het Evangelie nu verkondigt? Dat het leven buiten ons ligt. De vrede ligt buiten de mens in de Vredevorst Jezus Christus. De mens van nature zoekt de vrede op de aarde. De bevrijdingstheologie zoekt de vrede in de opheffing van de nood van hen die achtergesteld zijn in deze wereld en uit de opheffing van de nood van de onderdrukten en de minder bedeelden. Zó zoekt de mens naar vrede op de aarde. Maar sinds de zondeval is deze aarde een plaats van onrust, van strijd, van onvrede, van vijandschap, van ellende. Want de mens heeft het zwaard tegen God en tegen zijn naaste opgenomen, zodat het ene volk opstaat tegen het andere. Denkt u maar aan de eerste broedermoord, waar Kaïn zijn broer Abel heeft doodgeslagen. Door menselijke inspanningen kan er wel eens een zogenaamde ‘uiterlijke vrede’ zijn. Denk aan Asaf die zag op de vrede der goddelozen. Maar de vrede in deze wereld is slechts een schijnvrede. Elke keer weer komt die onvrede openbaar. Wat een ontevredenheid is er vaak in het hart en in het leven van de mens. Laten we maar bij onszelf beginnen. Ondanks alle inspanningen om vrede in dit leven te bereiken, zal dat toch nooit echt gelukken. Gods Woord leert het ons zo anders. Daarin lezen we dat er in het laatste van de dagen oorlogen en ge - ruchten van oorlogen zullen zijn, onvrede, opstand en vijandschap tegen God. Hoe dat komt? Paulus geeft het antwoord in Romeinen 3: ‘Er is geen vreze Gods voor hun ogen. (…) En de weg des vredes hebben zij niet gekend.’ Dat is uw en mijn beeld. Maar welke vrede bedoelen de engelen dan als zij in Efratha zingen van vrede op aarde? Wel, daar bedoelen ze die vrede mee, waar de dichter van Psalm 122 van zingt: de vrede van Jeruzalem. Dat is die vrede waar de dichter om heeft gebeden: ‘Vrede zij in uw vesting, welvaren in uw paleizen.’ De vrede die het gevolg is van Christus’ komst in het vlees, is een geestelijke vrede, een hemelse vrede. Die is niet klein, maar oneindig groot. Ja, die is allesomvattend. Zie uw Koning_bw.indd 18 4-2-2011 7:36:08
19 De dichter van Psalm 72 spreekt en zingt over de vrede die er eenmaal zijn zal in de nieuwe hemel en op de nieuwe aarde. Het is dus een geestelijke vrede. Die vrede geeft aan dat er herstel zal zijn in de gunst en in de gemeenschap met God. Er zal herstel zijn van de breuk tussen de hoge, verheven, heilige Majesteit en een ellendig, nietig adamskind. Het gaat hier over vrede tussen God enerzijds en de mens die zijn vijandschap in zijn leven gaat inleven anderzijds. Die twee ongelijke partijen heeft Christus door Zijn lijden en sterven verzoend. Kunt u dat wonder bevatten? Misschien vraagt iemand: Maar hoe krijgen wij deel aan die vrede? Door te roepen: ‘Vrede, vrede en geen gevaar’? Door te zeggen: ‘Christus is de Vredevorst en we moeten maar geloven wat er in het Woord staat. Dat moeten we aannemen. Hij is nu eenmaal voor zon - daren in de wereld gekomen’? Nee, dat is pleisteren met valse vrede. Nodig is dat we in waarheid ontdekt worden aan onze vijandschap tegen God. Want wanneer de Heere ons doet zien wie we geworden zijn door de zonde, dan krijgen we daar smart over. Dan staan we beschaamd voor het aangezicht van de heilige, goeddoende God, Die ons heeft overladen met Zijn gunstbewijzen. Hij wandelt ons keer op keer na met Zijn goedertierenheden. Hij wandelt ons na met Zijn Woord en roept ons op om ons tot Hem te wenden om behouden te worden van de toekomende toorn. Deze overtuigende werking van de Geest doet haken naar de vrede. Dan gaan we namelijk de afstand voelen die er is tussen God en onze ziel. Dat doet zó veel pijn en dat brengt zó veel smart met zich mee, dat niets en niemand in staat is om die afstand te overbruggen dan Jezus alleen. Hij is de gezegende Middelaar Gods en der mensen. Dan krijgen we een Zaligmaker nodig voor eigen hart en leven. Want hoe zullen wij, zondige, nietige mensen, die afstand tussen God en onze ziel kunnen overbruggen? De Heere moet er Zelf aan te pas komen. En zó gaat de Heere in een weg van onmogelijkheid aan ’s mensen kant de begeerte van het hart vervullen. Dat doet de Heere ongedacht en onverwacht, op Zijn tijd. Weet u wanneer dat gebeurde bij de herders? Dat was toen ze daar in het nachtelijke uur in de velden van Efratha verkeerden. Weet u wanneer de Heere dat deed in het leven van Simeon? Toen hij wel - licht gevreesd heeft dat de belofte van God nooit meer vervuld zou Zie uw Koning_bw.indd 19 4-2-2011 7:36:08
20 worden, dat het eeuwig nacht zou zijn en blijven. Toen het nacht was in het leven van de herders, heeft de heerlijkheid des Heeren hen omschenen. Toen hebben ze mogen horen van de vrede die álle verstand te boven gaat. O, wat een wonder als de Heere dat geeft in het leven van een zondaar, die het uitroept met de dichter: Rust noch vrede wordt gevonden, Om mijn zonden, In mijn beend’ren, dag of nacht. Dan mogen ze een ogenblik ademhalen aan de gezegende voeten van de Middelaar Gods en der mensen. Wat is het toch noodzakelijk om alles te verliezen en Jezus te gewinnen. De vrede waar de engelen van zongen, wordt ook gekend als de Heere de gangen van Zijn leven en sterven gaat openbaren in het leven van een zondaar. Maar dan kan het gevoel van die vrede nog zo oppervlakkig, nog zo pril zijn. Dan is het net als met een jong plantje dat zojuist in de grond is gezet. A ls de wind erover komt, wordt dat plantje heen en weer bewogen. Het zou zo uitgerukt kunnen worden. Vaak ligt het slap ter aarde. Zo is het ook vaak in het beginnende leven. Dan is er nog geen houvast. Men wordt zo heen en weer ge - slingerd door de wind. Het geestelijke leven kan in eigen waarneming zo omvallen. Daarom is het telkens nodig om uitgedreven te worden tot de Vredevorst, Jezus Christus, door de Heilige Geest. Vraagt u hoe de Heilige Geest dat doet? Dat doet Hij door álles af te nemen wat geen God en geen Christus is. Dan kan het wel eens heel erg donker worden in ons leven. Dan kan het lijken alsof er helemaal niets in ons leven geweest is. Dan lijkt het er soms op dat de weg door de woestijn een doodlopende weg is. Dan vervullen bergen van zonde en schuld het hart, de eis van de wet van God drijft het hart voort en twijfel verscheurt het hart. Dan is het: Zou God Zijn genâ vergeten? Nooit meer van ontferming weten? Heeft Hij Zijn barmhartigheên Door Zijn gramschap afgesneên? Zie uw Koning_bw.indd 20 4-2-2011 7:36:08