Inleiding 1. Liefde 2. Blijdschap 3. Vrede 4. Geduld 5. Vriendelijkheid 6. Goedheid 7. Trouw 8. Zachtmoedigheid 9. Zelfbeheersing Inhoud pag. 7 pag. 8 pag. 12 pag. 16 pag. 20 pag. 24 pag. 28 pag. 32 pag. 36 pag. 40
De vrucht van de Geest Liefde Blijdschap Vrede Geduld Zelfbeheersing Goedheid Zachtmoedigheid Trouw Vriendelijkheid
7 Inleiding God is een drie-eenheid, dat weet je misschien allang! God is jouw Vader die elke dag voor je zorgt. Hij stuurde zijn Zoon Jezus naar de aarde om ons te redden. Want als je in Jezus gelooft, mag je een kind van God zijn. Toen Jezus terugging naar de hemel, kwam de heilige Geest. Maar wie is die heilige Geest nu eigenlijk en wat doet Hij? God werkt in ons door zijn Geest. De heilige Geest helpt je om vriendelijk en geduldig te zijn, om voor anderen klaar te staan en om Gods liefde te laten zien. Hij leert je om te doen wat God van ons vraagt. Als je je door de Geest laat lei- den, word je steeds mooier vanbinnen en ga je zijn vrucht dragen. Deze vrucht bestaat uit negen afzonderlijke partjes. Samen vormen ze één prachtige vrucht waarin liefde centraal staat. Zo werkt God helpt je om aan de slag te gaan met de vrucht van de Geest. Ieder hoofdstuk begint met een verhaal over Lise en Joel. Het verhaal laat zien over welk partje van de vrucht het gaat. Na het verhaal wordt dat partje uitgelegd en kun je een bijbeltekst lezen of uit je hoofd leren. Daarna mag je aan de slag gaan met vragen, opdrachten en tips. En elk hoofdstuk eindigt met een gebed of gedicht. Ga samen met je moeder of vader aan de slag met dit boek. Bijvoorbeeld na het eten of voor het slapengaan. En pak het boek er eens bij rond Pinksteren. Neem de tijd voor elk hoofdstuk. Je hoeft niet in één dag een hoofdstuk uit te hebben, je kunt ook een week over één hoofdstuk doen. Ik hoop en bid dat dit boek je helpt om steeds meer vrucht te gaan dragen. Een prachtige vrucht die de liefde van God laat zien en goede dingen brengt in jouw leven en in dat van de ander. Tanneke Dorgelo-Sluiter
8 ‘Lise, opschieten, anders zijn we te laat!’ Joel staat ongeduldig te wachten. Lise kijkt haar tas nog één keer na. Badpak, badhanddoek, shampoo, haarborstel en wat lekkers voor in het zwembad. En natuurlijk haar portemonnee met geld. ‘Niet verliezen, hè?’ had mama gewaarschuwd. Ze stormt de trap af naar buiten. Om half 2 hebben ze afgesproken met de anderen. Ze gooit haar tas in haar fiets- mand. Wat heeft ze een zin! Ze fietsen flink door, want het is al laat. Opeens mompelt Joel: ‘Nee toch, daar is hij weer.’ Lise tuurt in de verte. Daar staat Tim op het fietspad bij het moeras. ‘Wat nu, Joel?’ vraagt ze bang. Hij fronst. ‘Net doen alsof je hem niet ziet.’ Lises hart bonst in haar keel. Tim is 9 jaar en erg sterk, en ze kunnen niet langs hem heen. ‘Stoppen jullie!’ brult hij. ‘Wat zit daar in die fietsmand?’ Hij gooit Lises tas ondersteboven. Alles valt in het gras. Tim pakt de portemonnee. ‘Die is voor mij,’ zegt hij gemeen. Lise begint te huilen. ‘Tim, doe niet. Dat is geld voor het zwembad.’ Joel grijpt naar Tims handen, maar Tim is hem te snel af. Hij gooit de fiets van Joel om en rent weg. Dan verdwijnt hij tussen het riet van het moeras. Joel sprint hem ach- terna. ‘Stop!’ gilt Lise. ‘Dat is gevaarlijk. Je kunt vast komen te zitten in de modder.’ Joel kijkt om. ‘Maar je portemonnee dan?’ hijgt hij. ‘Ik ga wel weer naar huis,’ zegt Lise verdrietig. ‘Help!!’ Wat is dat? Lise en Joel luisteren nog eens. ‘Help!’ Joel zegt: ‘Dat ge- luid komt uit het moeras, het is Tim.’ Joel duwt het riet opzij. ‘Wat ga je doen?’ vraagt Lise angstig. Joel bromt: ‘Helpen, natuurlijk.’ Voorzichtig volgt Lise hem. De grond lijkt wel een spons. Daar is Tim. Hij zit tot aan zijn knieën in de modder. ‘Ik zit vast!’ gilt hij. Joel denkt na. Als hij dichterbij komt, zakt hij ook weg. Opeens heeft hij een idee en hij rent weg. Hij komt terug met een badhanddoek. Met zijn ene hand houdt hij de wilgenboom vast en met de andere zwaait hij de 1. Liefde
9 handdoek naar Tim. ‘Pak beet,’ zegt hij. Tim kan net het puntje van de handdoek pakken. Joel trekt zo hard hij kan. Maar Tim zit muurvast. ‘Lise, help eens mee!’ roept Joel. Lise trekt ook aan de handdoek. Hun gezichten lopen rood aan. Lang- zaam komt Tim in beweging. Als hij dichtbij is, geeft Joel hem een hand. Maar Tim durft hem niet aan te kijken. Tim haalt Lises portemonnee uit zijn broekzak. ‘Sorry,’ zegt hij. En dan loopt hij vlug naar huis. Lise en Joel kijken hem na. ‘Eigenlijk wel zielig,’ denkt Joel hardop. ‘Hij lijkt best alleen.’ Joel staart in de verte. ‘Ik heb een plan. Zullen we vragen of hij meegaat naar het zwembad? Dan wordt hij direct lekker schoon.’ Joel grinnikt, maar Lise moet er even over nadenken. Moet ze aardig doen tegen die gemene Tim?
10 Het eerste deel van de vrucht van de Geest is liefde. Liefde is van iemand hou- den. Dat laat je zien door iets te geven. Zo kun je vriendelijke woorden ‘geven’. Ook kun je aandacht geven en tijd met iemand doorbrengen. Liefde is ook anderen helpen en niet opgeven. Dat is weleens moeilijk bij mensen die je niet zo leuk vindt. Maar liefde geeft aan iedereen. Wist je dat God ook liefde wordt genoemd? Hij gaf alles wat Hij had, ook aan mensen die niet aardig tegen Hem deden, die niet naar Hem luisterden. Dat mooie voorbeeld mogen wij volgen. Liefde is het mooiste cadeau dat je iemand kunt geven! Maar ook al doe je erg je best, zonder Gods hulp is het moeilijk om echte liefde te laten zien. Bid daarom maar om zijn hulp. Vragen bij het verhaal • Jezus liet op aarde vaak zijn liefde zien aan de mensen. Kun je een voorbeeld noemen? • Heb jij iemand ook weleens jouw liefde laten zien? Kun je er wat over vertellen? • Wat zou jij doen als iemand die jou pest ineens je hulp nodig heeft? Zou jij gaan helpen? Bijbelvers Ik geef jullie een nieuw gebod: heb elkaar lief. Zoals ik jullie heb liefgehad, zo moeten jullie elkaar liefhebben. (Johannes 13:34) De vrucht van de Geest is liefde
11 Opdracht Vandaag kun je al beginnen met het laten zien van liefde! Ga iemand helpen, doe een extra klusje of troost iemand die verdrietig is. Vraag God om je te helpen en bedenk hoe je liefde kunt laten zien aan: • Iemand op school: • Iemand thuis: • Iemand in jouw buurt: Gebed Lieve God, ik voel uw liefde soms zo heel dichtbij. Uw liefde is voor iedereen. Heer, leer het ook aan mij, hoe ik uw liefde geven mag aan allen, jong en oud; uw voorbeeld telkens volgen mag, U, die van mensen houdt. Amen. Gedicht God is liefde, weet jij dat?Hij geeft het ook aan jou. Jouw hart vult Hij tot aan de rand, meer dan je denken zou. Deel zijn liefde nu maar uit aan ieder om je heen. Houd van allen, geef niet op. God werkt door jou heen!
12 ‘Wat heb jij daar?’ vraagt Lise. Ze kijkt naar Joels handen. ‘Een katapult,’ zegt hij trots. Hier kun je echt keihard mee schieten!’ Hij laat het elastiek knallen. Lisa schrikt ervan. ‘Is dat niet gevaarlijk?’ ‘Dat is het zeker,’ zegt juf Eva plotseling ach- ter haar. ‘Geef die maar aan mij.’ Met een boos gezicht geeft Joel de katapult af. Joel buigt zich over zijn werkboek. Bah, weer sommen maken. Hij kijkt om zich heen. Iedereen is druk bezig. Ook Joyce schrijft driftig. Haar vlecht glijdt over haar schouder en komt precies op het gaatje in haar T-shirt. ‘Tsss,’ fluistert Joel tegen Lise. ‘Joyce heeft weer een gat in haar kleren.’ Opeens voelt Joel dat juf achter hem staat. ‘En wanneer begin jij met je werk?’ fluistert ze. Eindelijk is het pauze. Lise en Joel hollen over het plein. Joel scheert rakelings langs het bankje waar Joyce op zit. Maar dan blijft hij haken achter haar schoen. Hij zwaait met zijn armen en kan nog net blijven staan. Lise ligt in een deuk. Maar Joel loopt woedend naar Joyce toe. ‘Houd die kapotte gympen eens bij je!’ Lise kijkt naar Joyce. Dat is niet aardig van Joel. Maar Joyce lijkt niet boos. ‘Ik ga een geintje uithalen met Joyce, doe je mee?’ Joel staat bij de kapstok en zwaait met zijn katapult. Lise kijkt hem verbaasd aan. Joel zegt: ‘Gewoon wat besjes tegen haar huis schieten.’ Lise twijfelt, maar Joel trekt haar mee. ‘Kom, we gaan kijken waar ze woont.’ Ze pakken hun fiets. Daar komt Joyce met haar fiets, die veel kabaal maakt. Al zingend fietst ze naar huis. Joel en Lise volgen haar stiekem. Joyce gaat bij een klein huisje naar binnen. Van achter wat containers bespieden Joel en Lise haar. Het raam staat open. Ze horen Joyce lachen en praten met haar moeder. ‘Ze lacht vast om mij,’ bromt Joel. Hij pakt een rode bes. ‘Let op,’ zegt hij stoer. ‘Dit wordt leuk.’ Hij spant het elastiek en daar vliegt het besje. Maar het belandt meters voor het huis. ‘Nou, lachen hoor,’ grinnikt Lise. Joel kijkt beledigd. Deze keer moet het echt harder. 2. Blijdschap
13 ‘Au!’ Joel ziet Joyce achter het open raam staan. Ze wrijft over een rode plek op haar schouder. Joel kijkt Lise verschrikt aan en gluurt om de hoek. De voordeur gaat open en Joyce’ moeder wenkt dat ze naar binnen moeten komen. Joel en Lise volgen haar met knikkende knieën. Joel kijkt naar Joyce’ schouder en het geplette besje op de grond. ‘Sorry daarvoor,’ zegt hij. Joyce kijkt hem aan met een kleine glimlach. ‘Zand erover. Het is al bijna over.’ Joel kijkt haar verbaasd aan. ‘Ben je niet boos?’ Joyce schudt van nee. ‘Mama zegt altijd dat je kunt kiezen of je boos bent of blij. En het is veel fijner om blij te zijn, ook als er dingen gebeuren die niet leuk zijn.’ Dan kijkt ze Joel ondeugend aan en fluistert: ‘Mag ik nu eens met je katapult?’
14 Ben jij altijd blij? Vast niet. Want soms zit iets gewoon tegen. Dan word je boos of verdrietig. En dat is ook niet erg. Want als er iets gebeurt wat niet eerlijk is, mag je best boos zijn. En als er iemand sterft, ben je gewoon verdrietig. Toch zegt de Bijbel dat er ook op die momenten blijdschap in je hart kan zijn. Deze blijdschap komt niet uit jezelf, maar die komt van God. Je mag blij zijn om- dat je God kent, omdat Hij in je hart woont. Die grote en machtige God houdt van jou. Hij is altijd bij je en zorgt voor je. Je mag weten dat je zonden zijn ver- geven en dat je op een dag bij God in de hemel mag komen. Als er verdrietige momenten in je leven zijn, probeer dan hieraan te denken. Want dat geeft je echte blijdschap! Het geheim Volgens Joyce kun je ook blij en dankbaar zijn als dingen tegenzitten. Wat is haar geheim? Lees de volgende verzen en vul de ontbrekende woorden in. 1. Ze weet dat ze een van God is. (Johannes 1:12: Wie hem wel ontvingen en in zijn naam geloven, heeft hij het voorrecht gegeven om kinderen van God te worden.) 2. Ze weet dat God , en (Jesaja 43:4a: Jij bent zo kostbaar in mijn ogen, zo waardevol, en ik houd zo veel van je.) Wat betekent: laat de Heer uw vreugde blijven? Bijbelvers Laat de Heer uw vreugde blijven; ik zeg u nogmaals: wees altijd verheugd. (Filippenzen 4:4) De vrucht van de Geest is blijdschap