Zorgen voor een eigenwijze kudde
Zorgen voor een eigenwijze kudde Een pastorale ethiek voor een missionaire kerk Patrick Nullens Met medewerking van Ruth Nivelle Uitgeverij Boekencentrum, Zoetermeer
Bij de productie van dit boek is gebruikgemaakt van papier dat het keurmerk Forest Stewardship Council® (FSC®) draagt. Bij dit papier is het zeker dat de productie niet tot bosvernietiging heeft geleid. Ook is het papier 100% chloor- en zwavelvrij gebleekt. www.uitgeverijboekencentrum.nl Boekverzorging: Studio Anton Sinke ISBN 978 90 239 2912 3 NUR 705 © 2015 Uitgeverij Boekencentrum, Zoetermeer A lle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevens - bestand of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toe - stemming van de uitgever.
voorwoord 7 Voorwoord Dit boek is ontstaan vanuit een intense samenwerking met de leiding van de Vrije Evangelisatie Zwolle. Deze grote, groeiende gemeente is voluit mis- sionair. In het verleden trok ze veel mensen aan uit de meer traditionele re - formatorische kringen, mensen met een degelijke bijbelse vorming die de vruchten plukten van catechisatie. Vandaag is de situatie danig veranderd. Mensen komen tot Christus zonder enige bijbelse achtergrond. Ze hebben niet langer de nestgeur van reformatorische kerken, maar veeleer van een postmoderne wereld waar ontplooiing, tolerantie en individuele vrijheid belangrijke waarden zijn. Deze nieuwe context roept nieuwe vragen op, waarop de leiders van deze gemeente een bijbels, doch missionair antwoord wilden formuleren. Het was een voorrecht om als vaktheoloog voortdurend kritisch door hen te worden bevraagd en te mogen deelnemen aan het debat. Met hun kennis van de Schrift, levenservaring, een leven met God en dat wat de Engelsen common sense noemen, zijn ze allen bekwame herders van wie ik veel kan leren. Dit boek is in zekere zin de vrucht van deze debatten. Het is mijn hoop dat het ook in andere gemeenten kan bijdragen tot een open dialoog en de toerusting van herderlijke leiders. Ik wil bijzondere dank betuigen aan mijn wetenschappelijk assistente drs. Ruth Nivelle die kundig de tekst heeft doorgenomen met het oog op leesbaarheid en toegankelijkheid. Mijn collega en voormalig promovendus dr. Steven van den Heuvel heeft vanuit zijn expertise met betrekking tot de Duitse theoloog Dietrich Bonhoeffer enkele nuttige aanpassingen voorge - steld.
9 Inhoud Inleiding : Eigenwijze schapen 11 1. De culturele uitdagingen van een missionaire kerk 17 - Missionair zijn in navolging van Jezus 18 - De missionaire christen en culturele confrontatie 22 - De seculiere cultuur van vrijheid en authenticiteit 27 2. De pastorale opdracht 37 - Pastoraat is herderlijk leiderschap 39 - Petrus en Paulus als modelherders 43 - Het drievoudige ambt en pastoraal leiderschap 48 3. Pastorale ethiek en de kunst van het interpreteren 55 - Ethiek als samen verstaan 56 - Pastorale theologie en hermeneutiek 65 4. De kerk als morele gemeenschap 77 - Een gemeenschap van geloof, hoop en liefde 78 - Kernwaarden van een missionaire kerk 87 - Van waarden naar handelingen 93 5. Het traditionele huwelijk als uitdaging voor een missionaire kerk 99 - De hermeneutische en structurele uitdaging 100 - Welke rol heeft de kerk bij het huwelijk? 113 6. Een theologisch-pastoraal perspectief op het huwelijk 119 - Het perspectief van de schepping 120 - Het perspectief van de gebrokenheid 123 - Verlossing en nieuwe schepping 130 7. Morele keuzes in een gebroken wereld 141 - Omgaan met gebrokenheid 142 - Modellen en morele dilemma’s 146 - Het geweten, gebed en de leiding van Gods Geest 151
8. Slot: Verantwoordelijkheid 159 - Vrijheid en verantwoordelijkheid 160 - De vier aspecten 162 Geciteerde werken 167 Register 172
inleiding 11 Inleiding Eigenwijze schapen ‘Zorgen voor een eigenwijze kudde’. Een wat bevreemdende titel voor een pastorale ethiek. Niemand wordt graag een dom schaap genoemd, dat klinkt zo onnozel, zo zielig. Maar willen we wel een eigenwijs schaap zijn? Ik heb geworsteld om een geschikt woord, zonder een negatieve bijklank, te vinden. Allerlei opties waren mogelijk: eigenzinnige, mondige of auto - nome schapen. Het Afrikaanse ‘hardkoppig’ vond ik wel treffend. Het gaat om schapen die wel weten wat ze willen, of tenminste zelf kritisch naden - ken over wat ze willen, en actief hun eigen keuzes maken. Niet de schat - tige schaapjes die blindelings de lieve herdertjes volgen, noch de donzige schaapjes die we tellen om in te slapen, maar forse bergschapen met horens en karakter (in tegenstelling met de vriendelijke schaapjes op het omslag van het boek). Het is een feit dat de overgrote meerderheid van de mensen in onze ker - ken zich niet zomaar laat gezeggen en leiden. Dit hoeft nochtans helemaal geen probleem te zijn. Mensen zijn inderdaad ‘eigen’ en ‘wijs’ – zelfstandig en goed geïnformeerd. Een groot deel is hoger opgeleid (soms zelfs beter dan hun predikant) en ook de minder geschoolden onder ons zijn mondig en goed op de hoogte (o.a. via internet). We zagen een gelijksoortige sociale verschuiving in de sector van de medische zorg. De tijd dat, op zijn Vlaams, ‘mijnheer den docteur’ het allemaal wist, is al lang vervlogen. Daarenboven hebben er binnen het evangelisch en reformatorisch christendom inhoude - lijke en ideologische veranderingen plaatsgevonden, die we vaak typeren als postmodern. Dingen zijn niet meer zo scherp en duidelijk als vroeger. Men zet zich minder af tegen de ‘afvallige wereld’ en de Bijbel blijkt toch niet zo eenduidig als men had gehoopt. Ook christenen worden beïnvloed door hun c ult uur en context. Het lijkt er soms op d at de kudde nu alle k anten uit wa ai - ert. Sommige herders laten dus de honden los, tieren en slaan met hun staf. Maar het baat niet… de schapen weten wel beter? Deze nieuwe situatie heeft grote gevolgen voor het omgaan met ethische kwesties in de gemeente. Het lukt ons amper om duidelijke lijnen neer te zetten. Mensen zijn vaak heel ambivalent. Ze verlangen enerzijds naar hel - derheid en radicaliteit, maar staan anderzijds sterk op hun eigen privacy en vrijheid. De spanning wordt nog groter wanneer kerken bewust missionair
12 zorgen voor een eiugenwijze kudde willen zijn: ten volle in de wereld staan en uitnodigend zijn naar de samen- leving. De morele consensus komt dan helemaal onder druk te staan. De heersende seculiere en laatmoderne ethiek verschilt enorm van een chris - telijke moraal, die overigens ook niet vrij is van allerlei culturele invloeden. De verkondiging van het evangelie heeft door de geschiedenis heen altijd tot een culturele confrontatie geleid. Terecht, want het evangelie omvat ook een werkelijk nieuwe levensstijl, andere waarden en morele accenten. Deze confrontatie vindt nu opnieuw plaats in onze postchristelijke cultuur. Soms komt de vraagstelling op scherp te staan, bijvoorbeeld wanneer het gaat om samenlevingsvormen, het huwelijk als instituut en homoseksualiteit. We mogen het belang van deze onderwerpen zeker niet overschatten; onze we - reld heeft grotere problemen dan seksualiteit en samenlevingsvormen. Toch zijn deze kwesties in een bepaald opzicht belangrijk in het leidinggeven aan de gemeente en het vormgeven van de christelijke ethiek in ons dagelijks leven. In het evangelie van Matteüs staat een gedeelte dat verschillende onder - werpen uit dit boek typeert (Mat. 9:35-37). Jezus wordt omschreven als een rondtrekkende leraar die het goede nieuws van het koninkrijk verkondigt en mensen geneest. Wanneer hij de menigte ziet wordt hij overweldigd door medelijden. Hij zag ze als uitgeput en hulpeloos, ‘als schapen zonder her - der’. Hoe slim we ook mogen zijn, hoe mondig en eigenwijs ook, voor God blijven we als ‘schapen zonder herder’. Gods medelijden met de wereld, zijn liefde zoals getoond in Christus, is de bron van het missionaire werk. Het gaat niet om ons grote gelijk, de ware filosofie of metafysica, maar om barm - hartigheid en liefde voor mensen die in Gods ogen uitgeput en hulpeloos zijn. In dit bijbelgedeelte is bewogenheid de basis van Christus’ oproep voor arbeiders in een grote oogst, de wereld. De pastorale metafoor (herders) ver - andert in een agrarisch beeld. De oogst is er, maar wie zal arbeiden? En hoe bekwaam zullen de arbeiders zijn? In dit boek zal ik sterk het belang van Gods barmhartigheid en dus ook de ethiek van barmhartigheid bespreken. Gods barmhartigheid, zoals getoond aan het kruis, gaat vooraf aan onze missionaire, pastorale en ethische overwegingen. Als belangrijke gesprekspartner heb ik gekozen voor de Duitse theoloog en pastor Dietrich Bonhoeffer (1906-1945), om verschillende redenen. Bon - hoeffer hoorde ongetwijfeld bij de meest intelligente protestantse theologen uit de vorige eeuw, maar hij was als pastor ook bewogen met mensen, de kerk en de samenleving als geheel. Hij was iemand die diep theologisch reageer - de op de spanningen van zijn tijd, in zijn geval het nazisme. Net als andere theologen uit die (oorlogs)tijd, en vooral staande in de lutherse traditie, was hij zich terdege bewust van de gebrokenheid van deze wereld. Bonhoeffer
inleiding 13 had een gloeiende hekel aan populisme, simplistische antwoorden en een ethiek van kille principes waarbij men zijn eigen verantwoordelijkheid ont- vluchtte. Daarenboven zag hij toen al heel scherp hoe de secularisatie de kerk zou veranderen en hoe christenen steeds mondiger en zelfstandiger zouden worden. Dit vond hij geen probleem, integendeel. Verder honoreert Bonhoef - fer sterk het geopenbaarde woord, het feit dat God spreekt in de Schrift. Zoals het een goede lutheraan betaamt, vertrekt hij vanuit Gods genade en niet vanuit onze eigen vermogens als mens. De navolging, discipelschap, is geen prestatie, het is een leven uit kostbare genade. Dit zijn alle goede redenen om met Bonhoeffer in dialoog te gaan, maar wat mij het meeste raakt is dat de ethiek van Bonhoeffer de gekruisigde en opgestane Christus in het cen - trum plaatst. Christus is de verbinding tussen de werkelijkheid van God en de werkelijkheid van de wereld. Wanneer wij midden in deze wereld staan, geven we vorm aan het evangelie. Dit christocentrisme is de rode draad in dit hele boek. Let op, dit is geen nieuwe studie over de ethiek en theologie van Bonhoeffer. Dit hebben anderen al eerder met grote kennis van zaken gedaan. Bonhoeffer is eerder een oudere reisgenoot, een wijze kerkvader uit de vorige eeuw, een creatieve denker die ons begeleidt in onze zoektocht naar een pastorale ethiek. Het begrip zoektocht is zeker gepast. Wie heldere, duidelijke en direct toepasbare antwoorden zoekt op moeilijke ethische vragen in de kerk kan nu beter stoppen met lezen. Of moet juist de uitdaging aangaan om toch maar verder te lezen. Dit boek is niet meer dan een bescheiden bijdrage voor allen die met het herderlijke en missionaire werk in de gemeente bezig zijn. Eigenwijze schapen geef je immers geen boekje waarin staat welke paadjes ze moeten betreden en welke praktische stappen ze moeten zetten. Dit is verder geen handboek pastoraal leiderschap, noch een handboek christelijke ethiek. Ook zij die dat verwachten zullen op hun honger blij - ven zitten. Wel sluit het aan op mijn vorige boek, Verlangen naar het goede (Boekencentrum, 2006). Dat handboek voor christelijke ethiek is een breder en meer fundamenteel werk. Omwille van de beperkte lengte worden in dit boek belangrijke elementen voor een pastorale ethiek niet opnieuw bespro - ken, zoals methoden van ethisch redeneren, het Godsbeeld, het mensbeeld en het gebruik van de Schrift. Het gaat in dit boek dus vooral om een aan - vulling en toespitsing. Zij die dieper willen graven in het landschap van de ethiek kunnen deze boeken het best naast elkaar leggen. Natuurlijk zal de kritische lezer wel bepaalde accentverschillen en veranderingen opmerken. Die zijn te verwachten na tien jaar verder nadenken, gesprekken en, zoals bij iedereen, de gewone sporen van het dagelijkse leven.
14 zorgen voor een eiugenwijze kudde Wat is dan wel de opzet van dit boek? Zoals gezegd gaat het uit van de opdracht om te oogsten in deze wereld – de missionaire opdracht dus. In het eerste hoofdstuk diepen we deze opdracht uit aan de hand van het hogepriesterlijk gebed van Jezus (Joh. 17), waarna we vervolgens komen tot de culturele confrontatie tussen het evangelie en de hedendaagse cultuur. Hoe gaan we in deze confrontatie om met on ze ‘eigen- wijsheid’, onze mondigheid? Om een goed beeld te krijgen van hoe in onze postmoderne cultuur een ethisch discours functioneert, gaan we te rade bij de Canadese cultuurfilosoof Charles Taylor, die uitvoerig en inzichtelijk heeft geschreven over de effecten van secularisatie en morele en religieuze identiteit. In het tweede hoofdstuk bespreken we de pastorale opdracht zelf. Deze is breder dan het gangbare gebruik van de term ‘pastoraat’ doet vermoeden, en vergt inzicht in pastorale en praktische theologie. In Petrus en Paulus vin - den we menselijke voorbeelden van herderlijk leiderschap, maar uiteraard is ons grote voorbeeld Jezus zelf: profeet, priester, koning. Als deelgenoten van zijn volk nemen wij ook deel aan zijn priesterlijke, profetische en konink - lijke opdracht, wat we vervolgens bespreken als drie vormen van pastoraal leidinggeven, met als doel de mens in zijn geheel toe te rusten en te dienen. Het derde hoofdstuk is het meest theoretische en biedt het fundament voor wat volgt. Wat hier wordt geboden is een hermeneutische ethiek voor een hermeneutisch pastoraat. Hiermee hebben we natuurlijk nog niet veel gezegd. De opdracht bestaat erin mensen te helpen Gods waarheid en hun eigen levens te interpreteren (hermeneutisch). Interpretatie is zowel kunst als wetenschap. We interpreteren de werkelijkheid, ook die van ons levens - verhaal, vanuit het perspectief van de opgestane en gekruisigde Christus. Pastoraal leiderschap is juist mensen bijstaan om dit interpretatieproces zelf te doen. Deze hermeneutische aanpak resulteert in andere verwachtingen ten opzichte van de kerkelijke leiders. Het is hun taak anderen te helpen in het moeizame proces het eigen levensverhaal in verband te brengen met Gods openbaring in Christus. Hierdoor helpen we andere gelovigen om hun eigen identiteit verder te ontwikkelen en zelf hun verantwoordelijkheden op zich te nemen. Dat de uitkomsten hiervan nogal verschillend zijn en dat dit leidt tot ethische diversiteit in de gemeente spreekt voor zich. De verantwoordelijk - heid ligt immers vooral bij de mensen zelf. De moeilijke taak van de pastora - le leider bestaat er juist in om zo’n morele gemeenschap mee vorm te geven. In het vierde hoofdstuk beschrijven we dit als een gemeenschap van geloof, hoop en liefde. Vanuit de centrale plaats van het kruis geeft zij vorm aan be - paalde waarden: zending, gemeenschap, barmhartigheid en waarheid. Deze