Dit boek bevat invallen, weloverwogen gedachten of exegetische opmerkingen bij de lofzangen van Zacharias, Maria en Simeon. Deze cantica worden besproken vanuit de context van het getijdengebed in de kloosters. In het gereformeerde protestantisme hebben naast de 150 psalmen de drie genoemde lofzangen altijd een rol gespeeld. Is het Geneefse Psalter met de daarbij behorende lofzangen misschien bedoeld als het getijdenboek voor de gemeente?In dit boek wordt ervoor gepleit om de teksten van deze lofzangen - in samenhang met de psalmen - te gebruiken als gebedsteksten die dagelijks (zingend) gebeden kunnen worden. Het vraagt vooral aandacht voor de teksten zelf en wat ze aan gedachten en overwegingen oproepen. Deze nieuwtestamentische lofzangen hebben een oudtestamentische achtergrond. Daarom komen ook de relatie Oude en Nieuwe Testament, en Kerk en Israël aan de orde. Ds. J. Groenleer (1949) is emeritus predikant (CGK) te Leiden. Hij publiceerde de dichtbundel 'Witte kaarsen' (1998), leverde bijdragen aan 'Zingend geloven' en was redacteur van 'Goed gelovig'.
Heeft u een vraag over dit boek: Waar de morgen gloort en de avond daalt van Jan Groenleer? Dan kunt u ons uw vraag sturen via het contactformulier of stuur een mail naar [email protected].
Wij zijn ook bereikbaar via Whatsapp! U kunt ons dus ook een appje sturen met uw vraag.