GLENNON DOYLE MELTON ‘Ik houd van haar eerlijkheid, haaar kwetsbaarheid en haar levenswijsheid, en ik weet zeker dat jij dat ook zault doen.’ Oprah Winfrey ‘Lees dit boek. Huil. Laach.’ Brené Brown Het leven van Glennon is zoals het zou moeten zijn. Ze is gelukkig getrouwd, heeft drie kinderen, en er staat een New York Times- bestseller op haar naam. Maar dan bekent haar echtgenoot ontrouw te zijn geweest. Carry on, heb lief is het verhaal van een huwelijk, maar meer nog dat van Glennons persoonlijke gevecht om boven alles trouw te blijven aan zichzelf. Glennon Doyle Melton brak in de Verenigde Staten door haar met haar debuut, Carry on en leef, ge- baseerd op haar populaire blog momastery.com. Haar tweede boek, Carry on, heb lief werd omarmd door onder anderen Oprah Winfrey, Elizabeth Gilbert en Brené Brown. www.kok.nl NUR 320 CARRY ON HEB LIEF ‘Dit is het langverwachte antwoord op Eat, Pray, Love.’ Elizabeth Gilbert GLENNON DOYLE MELTON #1 NEW YORK TIMESBESTSELLER OPRAH WINFREYS BOOK CLUB 2.0 CARRYON HEB LIEF
CARRY ON, HEB LIEF
Vertaald door TinekRe Tuinder-Krause GLENNON DOYLE MELTON CARRY ONHEB LIEF
Nederlandse vertaling © 2017 Uitgeverij Kok Postbus 13288, 3507 LZG Utrecht www.kok.nl Oorspronkelijk verschenen onder de titZel Love Warrior bij Flatiron Books, 175 Fifth Avenue, New York, NY 10010 in de ZVerenigde Staten © Glennon Doyle Melton, 2016 Vertaling Tineke Tuinder-Krause Omslagontwerp en vormgeving binnenwerk bij Barbara Auteursfoto Amy Paulson ISBN 9789043527576 ISBN e-book 9789043Z527583 NUR 320 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geZautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemZaakt, in enige vorm of op enige wijzZe, hetzij elektronisch, mechanischZ, door fotokopieën, opnamen, oZf op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. All rights reserved. No part of this Zpublication may be reproduced, stored in a retrieval system, or transmitted, in any form or by any meansZ, electronic, mechanical, photocopying, recording, or otherwise, wZithout the prior wriZtten permission of the publisZher. Eerder verscheen van deze auteur bij Uitgeverij Kok Carry on en leef
Voor oma Alice, wier vingers over die kralen danstenen die Maria op mijn pad heeft gebracht ‘Ik ben niet bang... hier ben ik voor geboren.’ – Jeanne d’Arc
Ik was van plan het verhaal van mijn huwelijk op papier te zetten. De eerste keer dat ik dat deed, begon ik mebt de trouwdag, omdat ik dacht dat het huwelijk daar begon. Dabt bleek een misvatting. We komen later terug op mijn trouwdag en alle ellendige magie die daaruit voortvloeide, maar laten we bij het begin beginnen. b Een andere keus hebben we blijkbaar niet.
DEEL 1
13 1 Ik was geliefd. Als liefde pijn zou kunnen voorkomen, had ik nooit geleden. Mijn in leer gebonden babyalbum met Glennon op de kaft is één lang gedicht, geschreven door mijn vader en gevuld met foto’s van mijn moeder met haar lieve gezicht die mijn roze, ongecontroleerde handje vasthoudt. Het polsbandje is nog net te zien. Over mijn geboorte schreef mijn vader: Het was in feite geen huiltje Dat eerste geluid Het was een fanfare die een wonder aankondigde Uniek in zijn soort Geen satijnen lakens Geen dienstmaagdenb Geen afgezanten met juwelen Geen trompetten of proclamaties Waar zijn ze? Weten ze dan niet wat hier is gebeurd?! Er is een prinses bgeboren. Ik was geliefd. Net zoals mijn dochter geliefd is. En toch zat ze op een avond op de rand van mijn bed, keek me aan met haar weer- loze bruine ogen en zei: ‘Ik ben groot, mama. Ik ben groter dan de andere meisjes. Waarom ben ik anders? Ik wil weer klein zijn.’ Het kwam er hortend en stotend uit, alsof ze het vervelend vond om het me te moeten vertellen, alsof ze zich schaamde om haar geheim te onthullen. Ik keek naar haar tranen, haar vlechten, haar lipgloss en het vuil aan haar handen – restant van een klimpartij
14 in de baniaanboom in onze voortuin. Ik peinsde me suf om een antwoord te bedenken waarmee ik haar recht zou doen, maar tevergeefs. Alles wat ik had geleerd over lichamen, vrouwelijk- heid, macht en pijn spatte uiteen nu ik mijn kleine meisje het woord groot hoorde zeggen. Alsof groot zijn haar vloek was, haar onomstotelijke status, haar geheim, alsof ze daarmee in ongenade was gevallen. Alsof groot zijn iets onvermijdelijks was wat zich diep in haar ontvouwde en haar contract met de wereld bedreigde. Mijn dochter vroeg niet: Hoe moet ik omgaan met mijn verande- rende lichaam? Mijn dochter vroeg: Hoe kan ik zoals ik ben overle- ven in de wereld zoals die is? Hoe blijf ik zo klein als de wereld me hebben wil? En als ik doorgroei, is er dan nog wel iemand die van mij houdt? Ik keek naar mijn dochter en zei niet: Maar je lijkt helemaal niet groot, lieverd. Ze lijkt helemaal niet groot, maar dat geldt net zo goed voor mij. Ik heb van mijn leven nog niet groot geleken. Maar dat doet niet ter zake. Mijn dochter en ik zijn niet gek. We weten wat de wereld van ons vraagt. We weten dat we moeten kiezen of we klein, stilletjes en ongecompliceerd willen blijven, of onszelf toestaan te groeien en zo groot, luidruchtig en complex te worden als we bedoeld zijn. Elk meisje moet kiezen of ze trouw wil zijn aan zichzelf of trouw aan de wereld. Elk meisje moet kie- zen of ze genoegen neemt met bewondering of bereid is te knok- ken voor liefde. Daar op bed, met haar vlechten en haar pijn, leek mijn dochter precies op mij – het kleine meisje dat ik ooit was, de vrouw die ik nu ben, die nog steeds worstelt om antwoord te krij- gen op vragen als: Hoe kan ik me ontplooien en vrij zijn, en even- goed geliefd? Word ik een dame of een volledig mens? Laat ik dit hele groeiproces vol vertrouwen zijn gang gaan, of kap ik het af zo- dat ik niet uit de toon val?
15 Ik ben vier en mijn vader is footballcoach op een middelbare school bij ons in de buurt. Op de avond van de wedstrijd trekt mijn moeder me een warme donsjas aan, oorwarmers en wanten. Als ze klaar is, knielt ze voor me neer en bewondert haar werk. Ze is tevreden. Ze legt haar handen om mijn wangen, trekt mijn ge- zicht naar zich toe en drukt een zoen op mijn neus. Samen trekken we mijn kleine zusje Amanda een dik skipak aan. Amanda is ons cadeautje, en mijn moeder en ik zijn de hele dag bezig haar in en uit te pakken. Als ze klaar is, buigen we ons om beurten over haar heen om haar wangetjes te kussen terwijl zij trappelt en kraait – haar armen kZaarsrecht opzij als eenZ michelinvrouwtje. We persen ons in ons busje, rijden naar de school en horen de bladeren onder onze laarzen knisperen als we naar het stadion lopen. Terwijl we de met popcorn bezaaide trap op lopen, dringt het drummen van de muziekkapel door tot in mijn borstkas, de geur van hotdogs tot in mijn longen en het gebrul van de menigte tot in mijn hoofd. Het is één dreunende chaos die avond, maar mijn handje ligt veilig in de hand van mijn moeder en zij loodst me verder. Als we bij de ingang zijn aangekomen, kijken de da- mes achter het loket ons glimlachend aan, slaan een hand tegen hun borst en zeggen: ‘Ah, wat een schatjes, alle drie!’ Ze gebaren ons door te lopen, want als meisjes van de coach hoeven we niet te betalen. Mam en ik glimlachen terug, zeggen dank je wel en samen begeven we ons in de menigte onder de felle schijnwer- pers. Als ze ons zien, vallen de leerlingen en de ouders massaal stil en doen een stap opzij. Er ontstaat een pad. De wereld rea- geert met woordeloze eerbied op de schoonheid van mijn moe- der. Als mensen haar zien, blijven ze hoopvol stilstaan totdat haar ogen op hen blijven rusten. Dat doen haar ogen altijd. Mijn moeder neemt alle tijd voor hen. Als onbekenden haar om aan- dacht vragen, geeft zij hun die. Ze is een koningin die regeert met vriendelijkheid. Daarom staren de mensen naar haar. Ze kijken omdat ze beeldschoon is, maar ze staren omdat ze liefde is. Ik
16 kijk altijd aandachtig naar mijn moeder en ik kijk altijd aandach- tig naar andere mensen die naar mijn moeder kijken. Wat een mooi kind is ze toch, zeggen vreemden dagelijks tegen mijn moe- der. Ik moet weten hoe ze daarop reageert omdat schoonheid een verantwoordelijkheid is. Mensen verwachten er blijkbaar heel wat van. Dat ik als kind een plaatje ben, is duidelijk te zien op de foto’s: goudbruine lokken tot aan mijn middel, een porseleinen huid, een glimlach zo breed als de horizon en heldere, groenbruine ogen. Als onbekenden mij bewonderen, doe ik mijn best om hun aandacht te beantwoorden. Ik begrijp dat schoonheid een vorm van vriendelijkheid is. Zij is bedoeld om weg te geven, en ik pro- beer dat royaal te doen. In een pogiZng het evenwicht te bewaren, herinneren mijn ouders mij er vaak aan dat ik slim ben. Ik kan al vroeg lezen en op mijn vierde converseer ik al als een volwasse- ne. Maar al snel besef ik dat slim veel ingewikkelder is dan mooi. Vreemde mensen komen dichterbij om mijn krullen te strelen, maar als ik hen dan vol zelfvertrouwen en met fraaie volzinnen aanspreek, kijken ze me met grote ogen aan en trekken zich te- rug. Ze worden aangetrokken door mijn glimlach maar deinzen terug voor mijn vrijmoedigheid. Ze herstellen zich snel en begin- nen te lachen, maar het kwaad is dan al geschied. Ik heb het gevoeld. Ze wilden me bewonderen en ik heb het ingewikkeld ge- maakt door mezelf te mengen in het beeld dat zij van mij hadden. Ik begin te begrijpen dat schoonheid mensen verwarmt en slim- heid mensen bekoelt. Ik begrijp ook dat een meisje zich op glad ijs bevindt als ze wordt geliefd om haar schoonheid. Jaren later, als ik niet meer zo mooi ben, als ik niet langer koninklijke lokken heb om te strelen of een volmaakte huid om te bewonderen, als ik niet langer lief en schattig ben, vraag ik me af of ik het ooit waard zal zijn om liefde te geven of te ontvangen. Mijn schoon- heid verliezen geeft me het gevoel dat ik in ongenade ben geval- len, dat ik zinloos ben geworden. Het geeft me het gevoel dat ik
17 me niet aan de afspraak heb gehouden en dat de hele wereld teleurgesteld is in mij. Heb ik zonder mijn schoonheid nog wel iets om de mensen mee Zte verwarmen?Maar op dit moment zijn wij drietjes nog steeds volmaakt. We kruipen dicht bij elkaar op de tribune en juichen samen voor ons team. Als de wedstrijd is afgelopen, ren ik het veld op omdat mijn vader zoals altijd naar mij op zoek is. Ik ren tussen de beenbe- schermers van de spelers door naar mijn vader die me vervol- gens optilt, hoog boven zijn hoofd. Zijn spelers gaan opzij om ons de ruimte te geven. We draaien in het rond totdat de menigte samensmelt en de heZle wereld een wazige vlek is. Het enige wat ik scherp zie, is mijn vader onder mij. Hij zet me neer, en terwijl ik mijn evenwicht herwin zie ik dat mijn moeder en zusje naar ons toe komen. Als ze dichterbij komen, kijkt mijn moeder stra- lend naar mijn vader. Ze schittert feller en krachtiger dan alle schijnwerpers in het stadion bij elkaar. Mijn vader slaat zijn beide armen om haar heen, neemt vervolgens ons michelinvrouwtje in zijn armen en kust haar op haar wangetjes. Met zijn viertjes vor- men we een eiland. Dit fZeestje vieren we na elke wedstrijd, of we nu gewonnen hebben of niet. We zijn mijn vaders overwinning. We draaien ons om en banen ons een weg door de menigte – niet langer een eiland, maar een parade – en de mensen glimlachen en zwaaien en wij vieren houden elkaars hand vast en zingen het strijdlied van de scZhool tot we bij hetZ busje zijn.
GLENNON DOYLE MELTON ‘Ik houd van haar eerlijkheid, haaar kwetsbaarheid en haar levenswijsheid, en ik weet zeker dat jij dat ook zault doen.’ Oprah Winfrey ‘Lees dit boek. Huil. Laach.’ Brené Brown Het leven van Glennon is zoals het zou moeten zijn. Ze is gelukkig getrouwd, heeft drie kinderen, en er staat een New York Times- bestseller op haar naam. Maar dan bekent haar echtgenoot ontrouw te zijn geweest. Carry on, heb lief is het verhaal van een huwelijk, maar meer nog dat van Glennons persoonlijke gevecht om boven alles trouw te blijven aan zichzelf. Glennon Doyle Melton brak in de Verenigde Staten door haar met haar debuut, Carry on en leef, ge- baseerd op haar populaire blog momastery.com. Haar tweede boek, Carry on, heb lief werd omarmd door onder anderen Oprah Winfrey, Elizabeth Gilbert en Brené Brown. www.kok.nl NUR 320 CARRY ON HEB LIEF ‘Dit is het langverwachte antwoord op Eat, Pray, Love.’ Elizabeth Gilbert GLENNON DOYLE MELTON #1 NEW YORK TIMESBESTSELLER OPRAH WINFREYS BOOK CLUB 2.0 CARRYON HEB LIEF