GERARD DEKKER VERLICHTGELOOF GELOVEN IN DE GEEST VAN DIETRICH BONHOEFFER kokBWverlichtgeloof0617.indd 3 26-06-17 16:41
© 2017 Uitgeverij Kok Postbus 13288, 3507 LG Utrecht www.kok.nl Omslagontwerp en boekverzorging: Garage BNO ISBN 978 90 435 2838 2 ISBN e-book 978 90 435 2839 9 NUR 700 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. kokBWverlichtgeloof0617.indd 4 26-06-17 16:41
13 Het betekent dat ook onze kerken in toenemende mate te maken krijgen met de secularisatie en dat er alle reden is de pastorale zorg te intensiveren. [handboek van de gereformeerde kerken] Wie de secularisatie voorstaat, is niet meer een machtig verleider, maar een voorvechter en promo - tor van de menselijkheid. [bethge] 1 WAAR GAAT HET OM? In de afgelopen eeuwen hebben zich in onze westerse cultuur en daarmee samenhangend in onze samenleving een aantal veranderingen voorgedaan die grote consequenties hebben gehad en nog steeds hebben voor de traditionele christelijke godsdienstigheid. Het begrip cultuur , zoals we dat in de sociale wetenschap - pen gebruiken, is een veel omvattend begrip. We verstaan er onder ‘een samenhangend geheel van voorstellingen, opvat - tingen, waarden en normen dat kenmerkend is voor een be - paalde groepering of samenleving’. 4 Zo opgevat kunnen we spreken over onze Nederlandse of onze westerse cultuur (en over – want het is een bewegelijk geheel – een veranderende cultuur). Het woord samenleving is een nog ruimer begrip, in die zin dat we dan ook denken aan de positie die de mensen in - nemen en de relaties tussen mensen, al of niet in groepsver - band. kokBWverlichtgeloof0617.indd 13 26-06-17 16:41
14 Theoretisch zijn het verschijnsel cultuur en het verschijn - sel samenleving wel te onderscheiden, maar in de werkelijk - heid hangen ze onlosmakelijk met elkaar samen: verande - ringen in onze cultuur brengen veranderingen in onze ma - nier van samenleven, in onze levenswijze, met zich mee, en omgekeerd. Wanneer ik in het vervolg een van deze termen afzonderlijk gebruik (of ook wel de term ‘wereld’ of ‘maat - schappij’), moeten we ons de samenhang tussen de verschil - lende verschijnselen blijven realiseren. Met de traditionele christelijke godsdienst heb ik in dit boek het oog op de protestants-christelijke godsdienstigheid, zo - als die met name sinds de zeventiende eeuw verwoord, be - leefd en vormgegeven werd. Daarbij gaat het – impliciet of expliciet – overwegend over wat we nu de orthodoxe variant ervan noemen. De veranderingen die zich in onze cultuur hebben voorgedaan en nog steeds voordoen leiden tot opvattingen die soms haaks staan op de bestaande opvattingen binnen de christelijke godsdienst. De veranderingen in onze cultuur worden daarom ervaren als een bedreiging van die godsdienst. In veel onder - zoekingen wordt dan ook een verzwakking of vermindering van de christelijke godsdienstigheid geconstateerd. Zoals in de laatste editie van het onderzoek God in Nederland te lezen valt: ‘Duidelijk wordt dat de secularisering in de afgelopen vijftig jaar, maar zeker ook in de laatste negen jaar, sterk door - zet. Het overheersende beeld is dan ook dat van een “wijkend christendom”…’. 5 Die secularisering hangt – ik spreek als socioloog – onge - twijfeld samen met die maatschappelijke ontwikkelingen, zo die er al niet door veroorzaakt wordt. Ja, de gedachte dringt zich zelfs op dat er voor de christelijke godsdienst, zoals die in de loop van de tijd verwoord en gevormd is, in onze huidi - kokBWverlichtgeloof0617.indd 14 26-06-17 16:41
15 ge moderne cultuur eigenlijk geen plaats meer is. Maar ook als men minder negatief over de ontwikkelingen denkt, is het toch voor een ieder duidelijk dat er sprake is van een span - ning of botsing tussen de moderne cultuur en het moderne leven enerzijds en de bestaande (orthodoxe) godsdienstig - heid anderzijds. Er is weliswaar altijd een spanning of tegenstelling geweest tussen het christelijk geloof enerzijds en de wereld waarin gelo - vigen leven anderzijds (christenen zijn ‘wel ín de wereld, maar niet ván de wereld’, zoals dan werd gezegd). Maar de moeilijk - heden rond het christelijk geloof worden nu sterker ervaren, omdat de ‘kritiek’ op het christelijk geloof, althans op de bin - nen het christelijk geloof gehanteerde opvattingen en vooron - derstellingen, niet alleen van ‘buitenstaanders’, maar ook ‘van binnen uit’ komt, van mensen die lang als betrouwbare gidsen binnen de christelijke wereld beschouwd werden. We denken bij wijze van voorbeeld aan iemand als Carel ter Linden, die met zijn boek Wat doe ik hier in GODSNAAM ? z owel verwoordt wat veel mensen ervaren, als vele anderen enigszins verbijsterd achterlaat. Hetzelfde geldt in misschien nog sterkere mate voor het werk van de theoloog Harry Kuitert, die voor het gevoel van velen het christelijk geloofsgoed ontmanteld heeft (een ontmanteling die door de helaas vroeg overleden cultureel an - tropoloog Hans Tennekes in een discussie met mij eens als ‘de chemische reiniging van de hemel’ werd aangeduid). Nu kan men zeggen dat het in dergelijke beschouwingen niet om het geloof als zodanig, maar om opvattingen, om ideeën gaat. Maar voor veel orthodox-gelovigen maakt dit weinig uit: hun geloof ‘steunt’ op dergelijke opvattingen; in hun denken vallen gelovig-zijn en orthodox-zijn samen. Het - geen betekent dat in hun ogen aantasting van de orthodoxe leer gelijk is aan aantasting van het geloof. kokBWverlichtgeloof0617.indd 15 26-06-17 16:41
16 Is er dan geen christelijke godsdienst mogelijk binnen de bestaande moderne wereld? Met die vraag bedoel ik niet of het niet mogelijk is om in onze veranderende cultuur een of andere vorm van min of meer traditionele christelijke gods - dienstigheid in stand te houden. Wanneer men zich zoveel mogelijk afsluit voor de invloeden van de moderne cultuur, hetgeen inhoudt dat men, voor zover mogelijk, bewust een geïsoleerde positie binnen de samenleving inneemt, is hand - having van de bestaande godsdienstigheid tot op zekere hoogte mogelijk. Ook al zal blijken dat ook dan toch steeds bepaalde ‘aanpassingen’ aan de veranderende samenleving onvermijdelijk zijn. Nee, de vraag is of de christelijke godsdienst te handhaven is in een samenleving die de veranderingen in de cultuur on - dergaat en in zich opneemt. En of mensen, die die verande - ringen ondergaan, nog christelijk-godsdienstig kunnen blij - ven. Waarbij het mij – het zij wellicht ten overvloede gezegd – niet om allerlei vormen van inhoudelijk vage godsdien - stigheid gaat, maar om een geloof dat inhoudelijk gevormd wordt door en betrokken is op het leven en werken van Chris - tus. Handhaving daarvan lijkt inderdaad heel moeilijk, ten - minste indien en zolang die godsdienst niet in staat is de in de samenleving plaatsvindende veranderingen in haar eigen verwoording en vormgeving te ‘verwerken’. Een deel van de christelijke godsdienstigheid heeft zich dan ook al in meerdere of mindere mate bij de veranderin - gen ‘aangepast’ en leeft voort onder benamingen als modern of vrijzinnig christendom, of (recent) liberaal christendom 6. Maar aan veel van die vormen kleeft (terecht of ten onrechte) iets van vrijblijvendheid; vaak gaat zo’n ‘aanpassing’ gepaard met een verlies van de betekenis die het christelijk geloof voor het individuele en met name voor het sociale leven altijd heeft gehad. Bovendien treedt er vaak een verlies op aan een kokBWverlichtgeloof0617.indd 16 26-06-17 16:41
17 zekere verplichting; iets wat oorspronkelijk aan het christe - lijk geloof inherent was. Het is met name het orthodoxe deel van het christendom dat zich tot nu toe tegen de veranderingen heeft verzet; dat dus de veranderingen in de wereld als een bedreiging voor zijn bestaan ziet en daarom die veranderingen bestrijdt en de gevolgen van die veranderingen zoveel mogelijk buiten de eigen kring wil houden. Met andere woorden: het ortho - doxe deel van het christendom tracht zoveel mogelijk de bestaande verwoording en vormgeving van het christelijk geloof te handhaven. Ook al zijn, zoals uit de praktijk van het godsdienstig leven blijkt, op allerlei punten telkens weer concessies nodig om te blijven bestaan. Dat komt omdat het steeds moeilijker wordt de bestaande verwoording en vormgeving van de traditionele godsdienstigheid overeind te houden. Vandaar dat het voor velen steeds duidelijker wordt dat hand - having van de christelijke godsdienst in onze samenleving alleen mogelijk lijkt als er een drastische wijziging in de verwoording, vormgeving en beleving van die godsdienst plaatsvindt. Maar hoe zou een zodanig gewijzigd christelijk geloof, een geloof dus waarbij de veranderingen in ons denken en ons leven serieus genomen worden – in de zin dat zij in dit geloof ‘verwerkt’ zijn – er kunnen uitzien? Ik heb het idee dat nie - mand ons hierbij beter kan helpen dan de in de eerste helft van de vorige eeuw levende Duitse theoloog Dietrich Bon - hoeffer (1906-1945). Bonhoeffer was een briljant theoloog (hij promoveerde al op 21-jarige leeftijd op een proefschrift over de kerk!), maar ook sterk betrokken op de samenleving, waarin hij opgroei - de. Hij heeft zich sterk verzet tegen het Hitler-regime en tegen de jodenvervolging, is als gevolg daarvan gevangengenomen, kokBWverlichtgeloof0617.indd 17 26-06-17 16:41
18 en vanwege zijn betrokkenheid bij de aanslag op Hitler in juli 1944 vlak voor het einde van de Tweede Wereldoorlog in april 1945, op persoonlijke bevel van Hitler, in het concentratie - kamp Flossenbürg opgehangen. Maar hij is vooral bekend geworden vanwege zijn zonder meer revolutionair te noemen gedachten over God, mens en wereld, die hij met name in de gevangenis ontwikkeld en in zijn uit die gevangenis gesmokkelde brieven opgetekend heeft. 7 Hij heeft niet alleen gezien wat er in onze samenle - ving en cultuur plaatsvindt, maar hij heeft (in de eerste helft van de 20 e eeuw!) ook voor zien welke ontwikkelingen zullen plaatsvinden of hoe de plaatsvindende ontwikkelingen zul - len uitwerken. Daardoor is hij voor de ontwikkeling van het christelijk geloof van levensbelang voor ons. De publicatie van die brieven is de aanleiding geweest tot een wereldwijde studie van en bezinning op de gedachtewe - reld van Bonhoeffer. Terwijl aan het werk van de meeste theo - logen uit de vorige eeuw weinig of vrijwel geen aandacht meer geschonken wordt, spreekt het werk van Bonhoeffer steeds meer mensen en groepen van mensen aan. Was er aanvankelijk vrijwel alleen belangstelling voor Bonhoeffer onder ‘moderne’ theologen en mensen die vol - op in de moderne cultuur participeren, thans breidt die belangstelling zich uit tot de meer behoudende bevolkings - groepen; concreet tot de orthodox-christelijke wereld. Deze constatering is daarom belangrijk, omdat ook die wereld steeds meer door de moderne cultuur wordt aangeraakt en het er dus op lijkt dat er ook daar de gedachte ontstaat dat Bonhoeffer hen kan helpen in deze veranderende cultuur christen te blijven. 8 Bonhoeffer was er namelijk van overtuigd dat het christen - dom radicaal moet veranderen, omdat de tijd van wat hij kokBWverlichtgeloof0617.indd 18 26-06-17 16:41
19 noemde religie voorbijgaat; daarom was hij op zoek naar een ‘a-religieus christendom’ en een ‘a-religieuze interpretatie van het evangelie’. In één van zijn – in de gevangenis geschreven – brieven aan zijn vriend Eberhard Bethge schrijft Bonhoeffer hier uitvoe - rig over; en het is de moeite waard hier een groot deel van die brief weer te geven. Ik kom niet los van de vraag, wat het christendom of ook wie Christus op dit ogenblik voor ons eigenlijk is. De tijd dat je dit de mensen met woorden kon zeggen – ook al zijn het theologi - sche of vrome woorden – is voorbij; zo ook de tijd van innerlijk en geweten, kortom de tijd van de religie. We gaan een tijd zonder enige religie tegemoet. De men - sen kunnen, zoals ze nu eenmaal zijn, eenvoudig niet langer religieus zijn. (…) Heel de christelijke verkondiging en theologie is negentien eeuwen uitgegaan van het ‘religieus a priori’ van de mens. ‘Christendom’ is altijd een vorm (misschien de juiste vorm) van ‘religie’ geweest. Maar wanneer nu op zekere dag duidelijk wordt, dat dit ‘a priori’ helemaal niet bestaat, dat het een historisch gebonden en voorbijgaande uitingsvorm van de mens was, als de mensen dus werkelijk radicaal a-religieus worden – en ik geloof dat dit al min of meer het geval is – wat betekent dat dan voor het ‘chris - tendom’? Het fundament onder ons hele tot nu toe bestaande ‘christendom’ komt te vervallen. Als we uiteindelijk gedwongen worden ook de westerse vorm van het christendom te zien als een voorstadium van een volledige a-religiositeit, welke situatie ontstaat er dan voor ons en voor de kerk? Hoe kan Christus heer worden ook van de a-religieuze mens? Is dat mogelijk, een a-religieuze christen? Als religie niet meer is dan een gewaad van het christendom – en ook dat kokBWverlichtgeloof0617.indd 19 26-06-17 16:41
20 gewaad verschilde sterk met de tijden – wat is dan een chris - tendom zonder religie? Want de vragen waar het om gaat zijn deze: wat betekent een kerk, een gemeente, een preek, een liturgie, een christelijk leven in een a-religieuze wereld? Hoe spreken we over God zonder religie, dus zonder de tijdgebonden vooronderstellin - gen van de metafysica, van de innerlijkheid, enzovoort, enzo - voort? Hoe spreken we ‘werelds’ over ‘God’ (misschien kunnen we er niet eens meer over spreken zoals tot nu toe), hoe zijn we christen op een ‘a-religieus-wereldse’ manier, hoe zijn we ‘ekklesia’, uitgeroepenen, zonder onszelf te beschouwen als religieus bevoorrechten maar integendeel als totaal behorend bij de wereld? Dan is Christus niet langer voorwerp van religie, maar iets heel anders. Hij wordt werkelijk heer van de wereld. Maar wat betekent dat? Welke plaats hebben cultus en gebed als de re - ligie wegvalt? De paulinische vraag of de besnijdenis voorwaarde is voor rechtvaardiging, betekent volgens mij op het ogenblik of religie voorwaarde is voor het heil. 9 Bonhoeffer bleef tot het eind van zijn leven zoeken naar ant - woorden op de vragen die de ontwikkelingen in onze cultuur en daarmee in ons geloofsleven oproepen. Maar Hitler heeft hem het verdere zoeken onmogelijk gemaakt. Het zoeken naar antwoorden moest hij daarom aan ons overlaten. De toenemende belangstelling voor zijn gedachtewereld bewijst dat steeds meer mensen zich realiseren dat hier nog een be - langrijke taak ligt. Het is niet de bedoeling – het zou ook onmogelijk zijn – de hele gedachtewereld van Bonhoeffer op deze plaats weer te geven. Bij één ding moeten we hier echter stilstaan, en dat is het door kokBWverlichtgeloof0617.indd 20 26-06-17 16:41
21 Bonhoeffer gehanteerde begrip religie , omdat het hiervoor weergegeven citaat anders onbegrijpelijk wordt. Bonhoeffer stelt immers dat we een tijd zonder religie te - gemoet gaan. En dat klink ongeloofwaardig, nu van alle kan - ten beweerd wordt dat religie weer ‘in’ is. Heeft Bonhoeffer dus de ontwikkelingen verkeerd ingeschat? Of heeft hij een andere opvatting over wat religie is dan degenen die dat be - grip nu gebruiken? Ik denk dat dit laatste inderdaad het geval is. Het woord re - ligie, zoals het tegenwoordig gebruikt wordt, fungeert als een soort containerbegrip: het kan van alles en nog wat beteke - nen. Meestal betekent het niet veel meer dan dat de mensen met zingeving bezigzijn, dat zij nadenken over hun leven en dat zij zich daarbij opgenomen weten in of betrokken weten op iets dat groter is dan zijzelf. Bij Bonhoeffer heeft het begrip religie een veel beperktere en ook meer concrete betekenis. In navolging van de beroem - de theoloog Karl Barth maakt Bonhoeffer een scherp onder - scheid tussen religie en (christelijk) geloof. Maar was religie bij Barth nog een onvermijdelijk kenmerk van de gelovende mens, bij Bonhoeffer blijkt religie, volgens Eberhard Bethge, vriend en biograaf van Bonhoeffer, ‘niet meer een eeuwige begeleidende fundamentele gesteltenis van de mens te zijn, maar een historisch, voorbijgaand, “westelijk” fenomeen, dat in deze vorm misschien niet meer terugkeert’.’ 10 Religie, zegt Bonhoeffer ergens, ligt in de lijn van de mens naar God; Christus spreekt echter uitsluitend van de lijn van God naar de mens: ‘niet van de menselijke weg naar God, maar van Gods weg naar de mens.’ Daarom kan hij ook zeg - gen dat de christelijke boodschap principieel a-religieus is, ‘hoe paradoxaal dat ook mag klinken’: ‘Jezus roept niet op tot een nieuwe religie, maar tot het leven.’ Volgens Bethge definieert Bonhoeffer zelf twee kenmer - kokBWverlichtgeloof0617.indd 21 26-06-17 16:41
22 ken ‘die scherpe omtrekken geven aan hetgeen Bonhoeffer in zijn brieven als “religie” aanduidt’: Religieus interpreteren is mijns inziens enerzijds metafysisch spreken; (…) de tijdgebonden vooronderstellingen van metafy - sica. God in de gestalte van een begrip, het absolute, het me - tafysische, het oneindige. Religieus interpreteren betekent anderzijds individualistisch spreken. De tijd van de religie was praktisch een tijd van inner - lijkheid en geweten, de gebonden vooronderstellingen van de innerlijkheid; de poging God tenminste op persoonlijk, innerlijk privéterrein nog vast te houden; piëtisme als laatste poging het evangelisch christendom te bewaren als religie. 11 Religie verwijst de mens enerzijds naar iets of iemand buiten hemzelf (het metafysisch aspect) en anderzijds naar zijn bin - nenste, zijn innerlijk en zijn geweten (het individualistisch aspect). 12 Het geloof daarentegen, zo zou men kunnen zeg - gen, verwijst de mens naar de wereld om hem heen en naar de naaste. Een zeer belangrijk kenmerk van religie bij Bonhoeffer is dat men in religie uitgaat van het bestaan van een bovenwe - reldlijke of bovennatuurlijke werkelijkheid, en van de (over-) macht van God, hoog boven ons verheven, waaraan de mens onderworpen is en waarvan hij afhankelijk is. Het religieuze in de mens verwijst hem in zijn nood naar Gods macht in de wereld, God als de deus ex machina [‘God uit de machine’, een beeld ontleend aan de toneelwereld]. De bijbel verwijst de mens naar Gods onmacht en lijden; alleen de lijden - de God kan helpen. kokBWverlichtgeloof0617.indd 22 26-06-17 16:41
23 En omdat zich, ook volgens Bonhoeffer, al eeuwen een ont - wikkeling voordoet in de richting van een grotere autonomie van de mens, een mondig-wording van mens en wereld, kan Bonhoeffer stellen dat we een tijd zonder enige religie tege - moet gaan, dat de mensen niet langer religieus kunnen zijn. Daarom mag het christendom zich niet langer op díe religio - siteit baseren, niet langer van dit religieus a priori uitgaan, en moeten we zoeken naar een a-religieuze interpretatie van het evangelie. De grootste opgave waar Bonhoeffer ons voor stelt is dus het ‘ontwerpen’ van een a-religieuze interpretatie van het evangelie. Sperna Weiland heeft destijds ‘een model van de niet-religieuze interpretatie van de Bijbel’ opgebouwd, dat als voornaamste kenmerken heeft: De niet-religieuze interpretatie: - maakt het Evangelie los van het metafysische wereldbeeld; - maakt het Evangelie los van het individualistisch kader, waar - in het terecht is gekomen; - kent geen uitweg uit onze historische verantwoordelijkheid voor een open toekomst naar een in zichzelf gekeerde in - nerlijkheid; - leest het Evangelie niet als het antwoord op onze ‘laatste vragen’, maar als een oproep van de mens midden in zijn leven; - Het gaat in het Evangelie om de hele wereld en daarin om een afwijzing van het uiteenvallen van de werkelijkheid in religio en saeculum ; - ‘Jezus roept ons niet tot een nieuwe religie, maar tot het leven.’ 13 Dat een dergelijk ‘model’ nog verdere uitwerking en verdie - ping behoeft, spreekt voor zich. Door veel mensen en op al - kokBWverlichtgeloof0617.indd 23 26-06-17 16:41
24 lerlei wijze is en wordt hieraan gewerkt; vanuit het besef dat een grondige ‘hervorming’ van de christelijke godsdienst van levensbelang is. Voor zover we hier nu verder verwijzen naar de opvattingen en ideeën van Bonhoeffer, gaat het primair om het weergeven van Bonhoeffers gedachten met betrekking tot enkele funda - mentele veranderingen in onze cultuur, in onze wereld; dus om te laten zien hoe het christelijk geloof er kan uitzien in onze huidige moderne wereld, nadat de veranderingen in onze cultuur daarin ‘verwerkt’ zijn. Nu is het vanzelfsprekend onmogelijk om hier een com - plete schets van onze huidige cultuur te geven, laat staan een beschrijving van alle gevolgen van de culturele veranderin - gen voor het christelijk geloof. Ik beperk mij daarom tot een viertal veranderingen in ons denken en ons leven die van gro - te invloed gebleken zijn op het traditionele geloven, omdat ze opvattingen binnen die christelijke godsdienstigheid, of veronderstellingen waarop die christelijke godsdienst geba - seerd is, ondermijnen. Aan de hand van die veranderingen kan ik duidelijk laten zien hoe het christelijk geloof er vol - gens Bonhoeffer kan uitzien wanneer men die veranderin - gen in het geloof ‘verwerkt’, met andere woorden hoe in onze moderne cultuur een christelijk geloof er kan uitzien. Concreet gaat het mij – in zekere zin als illustratie – om vier van zulke fundamentele veranderingen . In de eerste plaats gaat het om de in de loop van eeuwen toegenomen autonomie van mens en wereld : wat betekent die mondig-wording voor het christelijk geloof, hoe moet of kun je die, juist ook vanuit het christelijk geloof, waarderen en hoe moet dan je houding daar tegenover zijn. Een tweede belangrijk gegeven is dat in de loop van de tijd – samenhangend met die toegenomen autonomie – het kokBWverlichtgeloof0617.indd 24 26-06-17 16:41
25 wereldbeeld aan het veranderen is; dat het dualistisch we - reldbeeld, waarvan het traditionele christelijk geloof uitgaat – dus het beeld dat er buiten of boven onze zichtbare wereld nog een andere (een bovennatuurlijke of goddelijke) wereld bestaat – aan het verdwijnen is en plaats maakt voor een mo - nistisch wereldbeeld. Een derde belangrijke verandering is dat in de loop van de tijd ideeën en theorieën zijn ontstaan omtrent het ontstaan van de wereld en de mensheid; ideeën die dwars staan op de aan de bijbel ontleende en binnen de traditionele godsdienst fungerende ideeën over de schepping. Ik doel hier op ideeën inzake het evolutieproces . Een vierde belangrijke verandering in onze cultuur is de verandering die door de filosoof Van Peursen wordt omschre - ven als de verschuiving van theorie naar praxis . Het is een ver - andering die op het eerste horen weinig met het godsdien - stig leven te maken heeft, maar die bij nadere bestudering geen onbelangrijke consequenties voor de bestaande gods - dienstigheid heeft, met name voor de orthodoxe godsdien - stigheid. Deze veranderingen, alsmede de wijze waarop deze veran - deringen in het christelijk geloof ‘verwerkt’ kunnen worden, roepen veel vragen op met betrekking tot dat christelijk ge - loof. Aan één hiervan wil ik in deze analyse uitgebreid aan - dacht schenken, niet in de laatste plaats omdat ik denk dat de sociale wetenschappen ons bij de beantwoording ervan kunnen helpen. Het gevolg van de beschreven veranderingen is dat onont - koombaar de vraag ontstaat of een christelijk geloof dat de in - vloed van de culturele veranderingen heeft ondergaan, dat dus de autonomie van mens en wereld erkent en in het denken uit - gaat van het bestaan van slechts één werkelijkheid, hierdoor kokBWverlichtgeloof0617.indd 25 26-06-17 16:41
26 niet een puur menselijke, een puur binnen-wereldlijke aange - legenheid wordt. Dit zou namelijk als consequentie kunnen hebben dat we godsdienst gaan beschouwen als een mense - lijk maaksel, waar tegenover we ons vrijblijvend kunnen op - stellen, dat er met andere woorden geen ons beïnvloedende kracht van godsdienst op ons leven en samenleven meer uit - gaat of kan uitgaan. Allerlei andere vragen hangen hier nauw mee samen. Zo - als de op het ogenblik volop in discussie zijnde vraag naar het bestaan van God. Als God niet meer ‘troont’ in een van onze zichtbare wereld onderscheiden ‘bovennatuurlijke’ wereld, en als we de autonomie van mens en wereld erkennen en in God niet meer het machtige Opperwezen kunnen zien, over wie of wat hebben we het dan als we over God spreken? Ja, bestaat Hij eigenlijk wel? Die vraag stel ik niet afzonderlijk aan de orde, maar die vraag komt in de beantwoording van de vraag naar de binnen-wereldlijkheid van het geloof wel degelijk ter sprake. Met een (poging tot) beantwoording van de opgeworpen vragen wil ik mijn analyse en doordenking van de plaatsvin - dende ontwikkelingen in onze samenleving en de consequen - ties daarvan voor het christelijk geloof afsluiten. Tot slot van het geheel wil ik dan zien of het mogelijk is de contouren te schetsen van wat ik een verlicht geloof noem. kokBWverlichtgeloof0617.indd 26 26-06-17 16:41