5 melodie Straatsburg 1539/Genève 1551 Psalm 1 &# # Hij 1 H 1 is ge ze- gend- die de zon de- haat, ## zich door de bo zen- niet ver lei- den- laat, ## geen deel heeft aan de kwa lij- ke- prak tij- ken- ## van hen die van het kwaad niet wil len- wij ken,- ## maar heel zijn le ven- naar Gods woor den- richt, ## die o ver- denkt- bij nacht en mor gen- licht.- œ œ Œ œ œ œ œ œ Ó œ œ œ œ œ œ Ó œ œ œ œ œ œ Œ œ œ œ Ó œ œ W 2 Zijn leven is als een geplante boom die aan de oever van een waterstroom als toonbeeld van een rijk gezegend leven, de rijpe vruchten op zijn tijd zal geven. Zijn bladeren, zij vallen niet ten prooi aan ’t herfstgetij, zij blijven altijd mooi. 3 De nacht breekt voor de wettelozen aan, de wind laat hen als kaf in ’t niet vergaan, zij die Gods heilig recht met voeten traden, zij sterven met hun schulden overladen, maar wie gelovig in zijn wegen gaan zal Hij beschermen in hun broos bestaan.
6 Psalm 2 melodie Straatsburg 1539/Genève 1542 & Wat 1 H 1 is de zin van al dat machts ver- toon,- het woest ver zet- te gen- de he mel- ko ning,- te gen- God zelf en zijn ge zalf- de- zoon? Het leidt tot niets, hoe dwaas toch die ver to- ning.- “God en zijn volk; wij zul len- hen be strij- den”,- zo klinkt hun trot se- stem op ho ge- toon. “Wij zul len- o ver- win- nen,- ons be vrij- den,- de te gen- stan- ders- sto ten- van hun troon”. œ œ œ œ œ œ œ œ Ó œ œ œ œ œ œ œ œ Ó œ œ œ œ œ œ œ œ Ó œ œ œ œ œ œ Ó œ œ œ œ œ œ Ó œ œ œ œ œ œ Ó œ œ œ œ œ œ Ó œ œ œ œ W 2 God lacht om al die dwaze tegenstand, wat denken zij daarmee wel te bereiken. Hij spot met hen; één teken van zijn hand is al genoeg om hen te doen bezwijken. Dan breekt zijn woede los en zij verbleken, zij zijn verbijsterd, weten zich geen raad. Als God zich op zijn vijanden gaat wreken is niemand nog tot enig ding in staat. 3 Vol boosheid spreekt de Here God zijn woord: “Op de berg Sion zalfde Ik mijn koning”. Ik roep het uit, zodat een ieder hoort, Hij sprak tot mij vanuit zijn hoge woning: “Jij bent mijn zoon, vandaag verwekt tot leven, voor al wat leeft geef Ik je vrij mandaat. Breek met je staf wie zich niet overgeven zoals je aardewerk aan stukken slaat”.
7 Psalm 2 melodie Straatsburg 1539/Genève 1542 & Wat 1 H 1 is de zin van al dat machts ver- toon,- het woest ver zet- te gen- de he mel- ko ning,-te gen- God zelf en zijn ge zalf- de- zoon? Het leidt tot niets, hoe dwaas toch die ver to- ning.- “God en zijn volk; wij zul len- hen be strij- den”,- zo klinkt hun trot se- stem op ho ge- toon. “Wij zul len- o ver- win- nen,- ons be vrij- den,- de te gen- stan- ders- sto ten- van hun troon”. œ œ œ œ œ œ œ œ Ó œ œ œ œ œ œ œ œ Ó œ œ œ œ œ œ œ œ Ó œ œ œ œ œ œ Ó œ œ œ œ œ œ Ó œ œ œ œ œ œ Ó œ œ œ œ œ œ Ó œ œ œ œ W Psalm 3 Een psalm van David, op de vlucht voor zijn zoon Absalom. melodie Genève 1551 & 1 H # # Heer,1 red mij uit mijn nood, zij loe ren- op mijn dood, ## niets is mij meer ge ble- ven.- ## Zij spot ten- om mijn lot en zeg gen:- "Zelfs zijn God ## houdt hem niet meer in le ven".- ## Maar, God, U bent mijn eer, mijn vei lig- schild, oHeer, ## ik word door U ge dra- gen.- ## Uhebt mijn klacht ge hoord,- van Si on- klinkt uw woord ## als ant woord- op mijn vra gen.- œ œ Ó œ œ œ œ Ó œ œ œ œ Ó œ œ œ œ Ó œ œ œ œ Ó œ œ œ œ Ó œ œ œ œ Ó œ œ œ œ Ó œ œ œ œ Ó œ œ œ œ# Ó œ œ œ œ Ó œ œ œ œ W Psalm 2, 3 4 Dus wees verstandig, luister naar Gods woord en wees gewaarschuwd, leiders van de aarde. Wat niet bestaan kan, gooi het overboord, toon God ontzag, dat heeft voor eeuwig waarde. Wil met een kus eer aan zijn zoon bewijzen anders treft u zijn toorn, uw weg loopt dood. Gelukkig wie op aarde God zal prijzen, zijn schuilplaats en zijn redder in de nood.
8 Psalm 3 &## Hoe 1H 2 goed isdat ik weet dat God mij niet ver geet,- ## dus heb ik niets te vre zen.- ## Ik leg mij rus tig- neer, ont waak- ik, Hij, mijn Heer, ## Hij zal er voor mij we zen.- ## Al val len- op mij aan die mij naar 't le ven- staan ## en mij de pas af snij- den,- ## ik ben toch niet al leen,- God houdt mij op de been ## Hij zelf- zal mij be vrij- den.- œ œ Ó œ œ œ œ Ó œ œ œ œ Ó œ œ œ œ Ó œ œ œ œ Ó œ œ œ œ Ó œ œ œ œ Ó œ œ œ œ Ó œ œ œ œ Ó œ œ œ œ# Ó œ œ œ œ Ó œ œ œ œ W 3 Toon, Heer, uw grote kracht, / uw majesteit, uw macht en red mij uit hun handen. Bezoek hen met uw wraak / en sla hen op de kaak, verbrijzel al hun tanden. U slaat de vijand neer, / U redt ons keer op keer, uw naam is hoog verheven. Waar U uw volk ontmoet / wilt U in overvloed uw rijke zegen geven. Psalm 3
9 Psalm 3 &# # Hoe 1 H 2 goed is dat ik weet dat God mij niet ver geet,- ## dus heb ik niets te vre zen.- ## Ik leg mij rus tig- neer, ont waak- ik, Hij, mijn Heer, ## Hij zal er voor mij we zen.- ## Al val len- op mij aan die mij naar 't le ven- staan ## en mij de pas af snij- den,- ## ik ben toch niet al leen,- God houdt mij op de been ## Hij zelf- zal mij be vrij- den.- œœ Ó œ œœœ Ó œ œœ œ Ó œ œ œœ Ó œ œ œœ Ó œ œ œ œ Ó œ œœ œ Ó œ œ œ œ Ó œ œ œ œ Ó œ œ œ œ#Ó œœ œ œ Ó œœ œœ W Voor de koorleider. Bij snarenspel. Een psalm van David. Psalm 4 melodie Genève 1542/Lyon 1547 &# ## Hoor 1 H 1 mijn ge bed,- wil ant woord- ge ven- # ## als U, o God, mijn nood kreet- hoort. # ## Als ik be dreigd- word; spaar mijn le ven- # ## en doe mijn te gen- stan- ders- be ven,- # ## U die mij recht doet naar uw woord. # ## Hoe lang nog, heer sers,- is uw stre ven- # ## ge richt- op schijn en leu gen- taal?- # ## Hoe lang is kwaad met uver we- ven,- # ## hoe lang zal on recht- aan ukle ven?- # ## Hoe mij len- ver- bent u ver dwaald!- œ œ œ œ œ œ Ó œ œ Ó œ œ œ œ Ó œ œ œ œ œ œ Ó œ œ Ó œ œ œ œ Ó œ œ œ œ Ó œ œ œ œ œ œ Ó œ œ œ œ œ œ Ó œ œ œ œ W
10 Psalm 4 & ### Wie 1 H 2 trouw is schenkt de Heer zijn ze gen,- ### zijn aan dacht- is op mij ge richt.- # ## Hij komt mij met zijn lief de- te gen- # ## en gaat mij voor op al mijn we gen.- # ## Beef voor zijn hei lig- aan ge- zicht,- # ## de zon de- moet u van uwe ren.- # ## Be zin- u,zwijg bij dag en nacht, # ## of fer- uw ga ve- voor de He re.- # ## Wil van het kwa de- ube ke- ren,- # ## za lig- wie het van Hem ver wacht.- œ œ œ œ œ œ Ó œ œ Ó œ œ œ œ Ó œ œ œ œ œ œ Ó œ œ Ó œ œ œ œ Ó œ œ œ œ Ó œ œ œ œ œ œ Ó œ œ œ œ œ œ Ó œ œ œ œ W 3 Heer laat uw licht over ons schijnen, laat weten wie gelukkig maakt. Dan zal bij groten en bij kleinen alle onzekerheid verdwijnen. Want wie door U wordt aangeraakt zal zoveel vreugde meer ervaren dan bij ‘t genot van brood en wijn. Heer, wil uw vrede openbaren, laat mij in al mijn levensjaren vertrouwd en veilig bij U zijn. Psalm 4
11 Psalm 4 &# ## Wie 1 H 2 trouw is schenkt de Heer zijn ze gen,- # ## zijn aan dacht- is op mij ge richt.- # ## Hij komt mij met zijn lief de- te gen- # ## en gaat mij voor op al mijn we gen.- # ## Beef voor zijn hei lig- aan ge- zicht,- # ## de zon de- moet u van u we ren.- # ## Be zin- u, zwijg bij dag en nacht, # ## of fer- uw ga ve- voor de He re.- # ## Wil van het kwa de- u be ke- ren,- # ## za lig- wie het van Hem ver wacht.- œ œ œ œœ œ Ó œ œ Ó œ œ œ œ Ó œœ œœ œ œ Ó œœ Ó œ œ œ œ Ó œ œ œ œ Ó œ œ œ œ œœ Ó œ œ œ œœœ Ó œœ œœ W Voor de koorleider. Bij het spel op de schalmei. Een psalm van David. Psalm 5 melodie Genève 1542 & Ik 1 H 1 roep om hulp, Heer, hoor mijn kla gen,- U die mijn God en ko ning- bent, die al mijn angst en moei ten- kent. Ik bid U, help mij al mijn da gen- om die te dra gen.- œ œ œ œ Ó œ œ œ œ Ó œ œ œ œ Ó œ œ œb œ Ó œ œ W 2 U luistert naar mij elke morgen, voorbij de stilte van de nacht. Als ik mijn hulp van U verwacht weet ik mijn leven vol van zorgen in U geborgen. 3 Uw oordeel treft gewetenlozen die tal van misdaden begaan en steeds van kwaad tot erger gaan. De levensweg gaat van de bozen nooit over rozen. 4 De leugenaar richt U te gronde, uw ogen zien wie onrecht doet. Zijn handen druipen van het bloed, hij is door U te licht bevonden, om al zijn zonden.
12 Psalm 5 & Met 1 H 5 diep ont zag- vult U mijn le ven- als ik uw tem pel- in mag gaan. U heeft wie mij naar 't le ven- staan met ei gen- hand voor mij ver dre- ven,- mij rust ge ge- ven.- œ œ œ œ Ó œ œ œ œ Ó œ œ œ œ Ó œ œ œb œ Ó œ œ W 6 Zij zijn, Heer, van het kwaad bezeten. Leugen en list door hen bedacht zijn zwarter dan de zwartste nacht. Zij zijn op God en mens gebeten, zonder geweten. 7 Heer, laat de leugen niet regeren, maar tref hen met de zwaarste straf. Zij vallen in hun eigen graf als zij moedwillig U negeren, zich niet bekeren. 8 Maar zij die U zijn trouw gebleven juichen en jubelen voor U. U bent hun vreugde hier en nu. U wilt hen uw bescherming geven voor heel hun leven. 9 U zegent wie uw naam belijden, draagt hen op handen door de tijd, bent met hen tot in eeuwigheid. Wie hier zijn leven U zal wijden staat U terzijde. Psalm 5 Voor de koorleider. Bij snarenspel, op de wijs van De achtste. Een psalm van David. Psalm 6 melodie Genève 1542 &# O, 1 H 1 Heer, ik ga ten on der - # en dat is ook geen won der,- # want U bent kwaad op mij. # Ik ben met U ver bon- den,- # straf mij niet om mijn zon den.- # Ge nees- mij, maak mij vrij. œ œ œ œ Ó œ œ œ œ Ó œ œ œ œ Ó œ œ œ œ Ó œ œ œ œ Ó œ œ W