Flexibel geloven Zingeving voorbij de grenzen van religies
---- Uitgeverij Skandalon Postbus AC Vught E-mail: [email protected] www.skandalon.nl Fotograe: Jocelyne Moreau, www.moreauphotography.com Omslagontwerp en vormgeving: Circe, Zierikzee © Skandalon Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geauto matiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. All rights reserved. No part of this publication may be reproduced, stored in a retrieval system, or transmitted, in any form or by any means, electronic, mechanical, photocopying, recording, or otherwise, without the prior permission in writing from the proprietor(s). Deze publicatie is mede mogelijk gemaakt door de nanciële steun van Kerk en Wereld.
M K F P Flexibel geloven Zingeving voorbij de grenzen van religies
0UOV\KZVWNH]L W F N Y: ‘Alle geloven komen samen in mijn hart’ T B R: ‘Kiezen voor één religie kan leiden tot wij tegenover zij’ D V: ‘Al mijn preken zijn boeddhistisch geïnspireerd’ D E: ‘Ik wil een brug zijn tussen hemel en aarde’ R R H: ‘Er bestaan verschillende waarheden naast elkaar’ K D: ‘Erotiek is een ontmoeting met God’
B J H: ‘Ik ben een volgeling van Boeddha én Jezus’ A D: ‘Ik voel me nu een betere christen dan voorheen’ N V: ‘In het jodendom mag ik anders zijn dan jij’ D W: ‘Je bent je ziel, niet je ego’ A M: ‘Geloven verplicht mij tot hoop’ S Voorbij de hokjesgeest op zoek naar wijsheid W I
>VVYK]VVYHM Veel van onze (groot)ouders waren nog geschokt als een gereformeerd familielid besloot katholiek te worden. Dat er protestanten en katholie- ken waren die samen de liturgie vierden in een oecumenische gemeente, begrepen ze evenmin. Nu vinden we het de normaalste zaak van de we- reld om een Boeddhabeeld te zien staan op de schoorsteenmantel van een atheïstische vriend en van een oude schoolvriendin te horen dat zij samen met haar moslimpartner vast tijdens de ramadan. Er is op religieus gebied in korte tijd veel veranderd. Nederlanders hebben in groten getale afscheid genomen van het geloof ‘van toen’. Ze willen zich niet meer binden aan vaste gemeenschappen en al helemaal niet aan religieuze instituten. De protestantse kerken in Nederland za- gen in het afgelopen jaar wederom zo’n zestigduizend leden vertrekken. De katholieke kerk vergaat het niet veel beter. En tot nu toe hebben de kerken nog geen remedie gevonden om deze exodus te stoppen. Op Eu- ropees niveau staat Nederland te boek als een van de meest geseculari- seerde landen. Het opvallende is, dat desondanks zestig procent van de bevolking zich ‘gelovig’ noemt – maar dan wel op een eigen manier. Anderen verzetten zich luidruchtig tegen ‘geloven’ en vinden als ‘mo- dern denkend mens’ alles wat met religie te maken heeft ronduit ach- terlijk. Ook minder uitgesproken seculieren zijn van mening dat religie achter de voordeur en niet in het publieke domein thuishoort. Religieuze groeperingen horen dit niet graag. Zij voelen zich bedreigd in hun recht om in alle vrijheid hun godsdienst te kunnen uitoefenen. Religie is vol-
op aanwezig in het publieke debat. Kwesties als ritueel slachten laten de emoties hoog oplopen, net als weigerambtenaren die vanwege gewetens- bezwaren geen homostellen willen trouwen, besnijdenis van jongens in jodendom en islam, het wel of niet inenten van kinderen, het gebruik van stemlokalen bij verkiezingen in plaatselijke kerken – en niet te vergeten de hoofddoek van moslima’s, of het dragen van een boerka. Scheidslijnen die vroeger tussen de verschillende kerkelijke denominaties of tussen af- zonderlijke religies aanwezig waren, lijken zich nu te verplaatsen naar ‘seculier versus religieus’. Maar naast de stress die de hernieuwde aandacht vo or religie in het inmiddels postchristelijke Nederland teweegbrengt, zijn er ook andere geluiden. Maar liefst veertig procent van de Nederl anders hoort bij de nieuwe spirituelen. De term religie hebben velen van hen afgezworen, omdat die te veel associaties oproept met kerk en d aarbij behorende leerstellingen. Nieuwe spirituelen hebben geen boods chap aan dogma- tische scherpslijperij en exclusieve religieuze waa rheidsaanspraken. Zij kijken met een open vizier naar de verschillende re ligieuze tradities en kiezen vervolgens die elementen die bij hen passen en hen ondersteu- nen in hun dagelijks leven. Zo geven zij op een nie uwe manier invulling aan ‘geloven’. Sommigen van hen zitten op zondag in de kerk en vol gen doordeweeks lessen in yoga of zen-meditatie. Anderen richten zi ch op de mystieke stro- mingen in de verschillende religies. Weer anderen w erken hard aan hun innerlijke groei door deel te nemen aan cursussen i n spirituele centra. Het aanbod op dat terrein is groot en gevarieerd. He t tijdschrift Happinez maakt de zeer uiteenlopende interesses van deze groe p spirituelen duide- lijk. Dit blad weet zelfs in deze voor de gedrukte media moeilijke tijden een lichte groei aan abonnees te verwezenlijken en heeft inmiddels ook de spirituele markt in Duitsland en Frankrijk verov erd. Ook voor de doel- groep van Happinez geldt: de ene spiritueel is de andere niet, maar wa t hen verbindt is een eigen-zinnige levensstijl, een way of life die gericht is op betekenisgeving en de zin van het leven in het hie r en nu. En naast de op Nederlandse leest geschoeide atheïsten, agnosten, christelijke gelovigen van vrijzinnig tot orthodox, ietsisten en new-age- spirituelen zijn er ook nog de andersgelovigen: moslims, joden, hindoes,
boeddhisten en soe’s. Inmiddels leven in Nederland ongeveer . moslims, . christenmigranten, . boeddhisten, . hin- does en . joden. Vooral in de steden ontstaan door migratie nieuwe vormen van religiositeit. Amsterdam telt inmiddels nationalitei- ten. Naast hun etnische afkomst brengen de nieuwe Nederlanders ook eigen culturele en religieuze overtuigingen met zich mee. Door liefdesrelaties of vanuit an- dere beweegredenen ‘bekeren’ mensen zich tot een andere reli- gie of nemen er een tweede bij. Een opvallend feit: steeds meer Neder- landse vrouwen bekeren zich tot de islam en de reden daarvoor is lang niet altijd een moslimpartner. Er is geen twijfel mogelijk: Nederland is in levensbeschouwelijk op- zicht pluriform en onoverzichtelijk geworden. En als het woord ‘onover- zichtelijk’ opduikt, wil dat meestal zeggen: wat hier gebeurt past niet lan- ger in de geijkte kaders, het komt niet meer overeen met ‘onze’ manier van denken. Op maatschappelijk niveau veroorzaakt deze constatering meestal onrust door angst voor het onbekende. Clichés en wij-zij-tegen- stellingen liggen dan op de loer. In de afgelopen jaren is dit mechanisme in Nederland vaker in werking getreden, vooral in relatie tot moslims, met als gevolg wederzijds onbegrip, spanningen en botsingen tussen ver- schillende bevolkingsgroepen. Eén remedie hiertegen is volgens ons meer te weten te komen over de beweegredenen voor de hedendaagse levensbeschouw elijke keuzes van mensen. Waarom bekeert iemand zich tot een ande re religie? Wat vinden de eigen familie en de buitenwereld ervan? B etekent de overstap dat zij daarmee het geloof van hun jeugd helemaal a chter zich heb- ben gelaten? En: hebben de critici gelijk en zijn me nsen die elemen- ten uit verschillende religies omarmen echt alleen maar oppervlakkige reli-shoppers die vooral gericht zijn op de groei v an hun eigen ego? Wat maakte dat ze op zoek gingen naar nieuwe religi euze inspiratie en waar vonden ze die? Hoe ziet het leven van een mult ireligieuze of tot een andere religie bekeerde persoon eruit? Maken ze deel uit van ver- Zestig procent van de bevolking noemt zich ‘gelovig’ – maar dan wel op een eigen manier
schillende religieuze gemeenschappen of beleven ze hun spiritualiteit in hun eentje? Om antwoorden op het spoor te komen, leek het ons het beste deze vragen voor te leggen aan degenen om wie het gaat, de ervaringsdeskundigen. Elf mensen komen in dit boek aan het woord. Frieda Pruim heeft ze geïnterviewd. Zes van hen combineren elementen uit verschillende levensbeschouwelijke tradities met elkaar; de vijf anderen hebben zich in de loop van hun leven tot een andere religie bekeerd. Hun leeftijden variëren en ook hun culturele en religieuze achtergronden zijn divers. Allemaal vertellen ze openhartig over het verloop van hun religieuze zoektocht en hun oude en nieuwe overtuigingen. Ze leggen uit wat ze in religieus opzicht gaandeweg op het spoor kwamen, wat ze achter zich wilden laten en hoe ze hun nieuwe manier van geloven in hun dagelijks leven vormgeven. De eerste zes noemen we ‘exibele gelovigen’. Diana Vernooij is voorganger in een christelijke gemeenschap en tegelijkertijd boeddhist, Kaouthar Darmoni combineert het soesme met elementen uit het chris- tendom, jodendom en boeddhisme en de agnostisch opgevoede Timo Bravo Rebolledo is Taizé-ganger en druïde. Daniël van Egmond laat zich inspireren door de mystieke kern die hij als verbindend element in alle religies heeft ontdekt en Rohan Rattan Hoeba is al van jongs af aan chris- ten én hindoe. Hij kreeg beide tradities van zijn ouders mee en vindt dat deze twee levensbeschouwingen elkaar perfect aanvullen. De vrijzinnig islamitisch opgevoede cabaretière Nilgün Yerli noemt zichzelf multireli- gieus. Haar bruiloft werd door voorgangers uit vier verschillende religies vormgegeven. De vijf anderen noemen we ‘bekeerlingen’. Zij wisselden in de loop van hun leven van geloof of levensbeschouwing: van christendom naar hindoeïsme, boeddhisme, jodendom en islam en van atheïsme naar christendom. De jongste onder hen is Anne Dijk. Als dochter van een dominee groeide ze op met het christelijk geloof. In haar studententijd Nieuwe spirituelen hebben geen boodschap aan dogmatische scherpslijperij
bekeerde ze zich tot de islam als de voor haar ‘perfecte middenweg tus- sen christendom en jodendom’. Naud van der Ven was opgelucht toen hij het christelijk geloof voor het joodse had ingeruild. De gerichtheid op Jezus in het geloof van zijn jeugd stoorde hem mateloos. Dimitri Woei bekeerde zich als christen tot het hindoeïsme en Anja Meulenbelt, femi- nist en publicist, besloot na vijftig jaar haar atheïstisch bestaan vaarwel te zeggen en zich te laten dopen. De oudste in dit gezelschap is Jotika Hermsen. Zij zegde haar leven als katholieke kloosterzuster vaarwel en werd een boeddhistische meditatieleraar. En om hun verhalen niet alleen maar uit woorden te laten bestaan, maar er ook een gezicht aan te geven, kozen we een fotograaf die voor de link tussen persoon en verhaal kon zorgen. Jocelyne Moreau droeg zorg voor deze verbeelding met de haar zo eigen, markante blik. De elf portretten in dit boek zijn geenszins representatief te noemen. Het was ook niet ons doel om algemene uitspraken over dé multireligieuze Nederlander anno te doen. Wel hopen wij dat de persoonlijke ver- halen in deze bundel clichés en vooroordelen over multireligieuzen en bekeerlingen weten te ontmaskeren en zo bijdragen tot meer openheid en onderling begrip. Aan dit boek ligt niet louter een persoonlijke interesse ten grondslag. Het is tevens de eerste vrucht van het onderzoeksproject over multiple religious belonging dat gedurende vier jaar door het Dominicaans Studie- centrum voor Teologie en Samenleving (DSTS) wordt uitgevoerd. Wie bekend is met het werk van het DSTS, weet dat dit thema daar al eerder aan de orde was via de multimediale website Reliex.nl. In haar nabeschouwing plaatst Manuela Kalsky de interviews in de bredere context van religie in Nederland. Aan de hand van de verhalen gaat zij dieper in op veranderingen in de manier van geloven in onze samenleving, het zoeken naar zingeving voorbij de grenzen van religies en het ontwikkelen van meervoudige religieuze en levensbeschouwelij- ke identiteiten. Daarbij put zij uit eerdere verkenningen van religieuze exibiliteit door het DSTS en loopt ze vooruit op het net aan de Vrije
Universiteit gestarte NWO 1 -onderzoek naar multiple religious belonging (meervoudige religieuze binding). Aangezien dit boek bedoeld is voor een breed lezerspubliek, is achterin een verklarende woordenlijst van religieuze begrippen opgenomen. In de tekst zijn deze begrippen met een symbool (°) gemarkeerd, steeds als ze voor de eerste keer voorkomen in een interview. Dit boek had niet tot stand kunnen komen zonder de bereidheid van de geïnterviewden om hun religieuze zielenroerselen bloot te geven, een in- tiem terrein dat niet altijd makkelijk in woorden te vangen is. Wij danken hen voor hun openhartigheid en de tijd die zij hebben genomen om hun verhaal met ons te delen. Joke Idema zijn wij erkentelijk voor het uitty- pen van de interviews en Albert Ronhaar, Babs Jongman en Marieke de Vlieger van uitgeverij Skandalon danken wij voor het uitgeven, meelezen en vormgeven van het boek. Wij hopen dat de interviews u inspireren en aan het denken zetten over uw eigen religieuze of levensbeschouwelijke identiteit(en) en die van de mensen om u heen. Manuela Kalsky Frieda Pruim Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek