- - - - - - - - - - - - - - - - – - - - - -- - - - - - - -- - - - -- - - - - - -- - - - - - - - - Numeri boek van de woestijnjaren
Dit zegt de ----: Ik weet nog hoe je me liefhad in je jeugd, van me hield als mijn bruid, hoe je me volgde door de woestijn, dat land waar niet wordt gezaaid. ( Jeremia -:-)
Inhoudsopgave Numeri: toen en nu - - Bemidbar – In de woestijn | Numeri -:- -:-- -- Het verhaal van de mens: Vierde bedrijf -- De tussenruimte -- Woestijn en woord -- Wet en land -- Hosea’s nieuwe uitleg van ‘In de woestijn -- -- Naso – Neem op | Numeri -:-- -:-- -- Wat telt? -- Stammen -- Wijzen en heiligen -- De priesterlijke zegen -- Vrede nastreven --- --- Behaälotcha – Als je aansteekt | Numeri -:- --:-- --- Het boek tussen de boeken --- Kamp en gemeenschap --- Verandering en leiderschap --- Is een leider een verzorgende vader? --- De zeventig oudsten --- Mirjams fout --- -- Sjelach – Zend | Numeri --:- --:-- --- Angst voor vrijheid --- Tijd als factor in de politiek --- Wet en verhaal: geloven en zien --- Wat maakte Jozua en Kaleb anders? --- Zonder muren --- De kwastjeskwestie --- - Korach – Korach | Numeri --:- --:-- --- Dienend leiderschap --- Een geheel blauw kleed --- Dispuut omwille van de hemel --- Vat het niet persoonlijk op --- Macht en invloed --- De drang naar gelijkheid in het jodendom ---
-- Choekat – Verordening | Numeri --:- --:- --- Verordening en verhaal --- Jochanan ben Zakkai en de rode vaars --- Neurowetenschappen en ritueel --- Heeft Mozes gezondigd? --- Het verlies van Mirjam --- Aan het einde is er liefde --- --- Balak – Balak | Numeri --:- --:- --- Het moeilijkste woord om te horen --- Een volk dat alleen woont --- De man zonder loyaliteiten --- Laat een ander je prijzen --- Tragische ironie --- ---- Pinchas – Pinechas | Numeri --:-- --:- --- De ijveraar --- Daden en gevolgen --- Wanneer woorden tekortschieten --- De kroon die iedereen kan dragen --- Lessen van een leider --- Leiderschap en de kunst van het tempo --- -- Matot – Stammen | Numeri --:- --:-- --- De wereld die we scheppen met woorden --- Prioriteiten --- De kracht van niet-nul --- Boven verdenking --- - Masee – Tochten | Numeri --:- --:-- --- De lange weg naar vrijheid --- De dood van de hogepriester --- Individueel en gemeenschap --- De complexiteit van mensenrechten --- De religieuze betekenis van Israël --- De profetische stem --- Verantwoording bij de vertaling --- Over de auteur --- Reacties op Genesis, Exodus en Leviticus ---
-- ---- | ------ -:-- -:-- Stammen Een van de meest zichtbare kenmerken van Numeri als boek – vooral in parasja Naso – is de grote aandacht die er is voor de stammen. Het boek begint met het stam voor stam tellen van het volk. D aarna lezen we over de positie die de stammen innemen in het kamp rond de tabernakel. Ook de volgorde waarin het volk tijdens de tocht door de woestijn optrok werd per stam geregeld. Deze parasja vertelt ons omstand ig over de o-ers van de verschillende stammen bij de inwijding van de taberna kel, ook al brachten ze elk precies dezelfde gaven (Numeri -:----). Verd erop in Numeri wordt beschreven hoe het land over de stammen moest worde n verdeeld. En het boek eindigt met de tweede helft van het verhaal over de dochters van Selofchad, waarin de leiders van hun stam een zaak vo orleggen aan Mozes om ervoor te zorgen dat hun rechten als stam worden gerespecteerd. In geen enkel ander boek van de Tora vinden we dit accent terug. In Exodus wordt het verhaal over de slavernij, de plagen en de uittocht verteld over het volk als geheel. De verdeling in stammen speelt daar nauwelijks een rol. Het boek Wajikra kennen wij onder de Latijnse naam Leviticus , dat wil zeggen zaken die betrekking hebben op de stam Levi vanwege hun speciale plichten als Levieten en priesters, maar er wordt in dat boek geen speciale aandacht besteed aan andere stammen. In Deute- ronomium ligt de nadruk opnieuw op het volk als geheel, aangescherpt door de nadruk op één gecentraliseerd heiligdom ‘op de plaats die God verkiest’, dat is Jeruzalem. Om een idee te geven van de onevenredigheid: het woord matè, dat ‘stam’ betekent, komt negenentachtig keer voor in Numeri, maar in Deuteronomium helemaal niet. 10 Zeker, in Genesis lezen we over de oorsprong van de stammen, dat wil zeggen, over de twaalf zonen van Jakob en de verschillende span- ningen tussen hen. Die familiegeschiedenis is belangrijke achtergrond- informatie voor Numeri, omdat die ons vertelt dat er sprake was van rivaliteit tussen verwanten. Vandaar de noodzaak om er voortdurend voor te zorgen dat elke stam het gevoel had dat er recht werd gedaan in zaken zoals de verdeling van het land. In feite bracht de opstand van Korach wrokgevoelens aan het licht die te maken hadden met aspecten van de onderlinge verhoudingen tussen de stammen. -- Deuteronomium gebruikt voor ‘stam’ het woord sjevet, niet matè. Niettemin komt het maar achttien keer voor, terwijl matè negenentachtig keer en sjevet zes keer voor- komt in het boek Numeri. Daarentegen komt het woord am, ‘volk’, vierendertig keer voor in Deuteronomium, maar slechts twaalf keer in Numeri.
------- -- ------- | ------ | -- -- Desondanks blijft het nadrukkelijke accent in Numeri op de stam- men vreemd, althans op het eerste gezicht. We weten uit de latere ge- schiedenis van Israël dat stamidentiteit vaak eerder een bron van ver- deeldheid was dan van eenheid. Tijdens de periode van de rechters was Israël een amphiktionie , dat wil zeggen een losse federatie van stammen. Dit was echter geen systeem dat op de lange termijn goed werkte. Tegen het einde van het boek brokkelt het steeds verder af. Er waren gelegen- heden waarbij een oorlog tussen de stammen ternauwernood kon wor- den vermeden. 11 Uiteindelijk was het vrijwel onvermijdelijk dat er in de dagen van Samuel een ontwikkeling plaatsvond van een federatie van stammen naar een verenigde natie onder leiding van een koning. Toch was de eenwording geen succes, in ieder geval niet voor lang. De meest briljante architect ervan was koning David, die het volk verenigde door van Jeruzalem de hoofdstad te maken en door plannen te maken voor de bouw van de tempel. Dit bracht, meer dan wat ook, de stammen bij elkaar, vooral door de drie pelgrimsfeesten die jaarlijks plaatsvon- den. Toch is de korte duur van deze periode van eenheid achteraf gezien verbazingwekkend. Het was Salomo, de derde koning van Israël, die de tempel bouwde, maar hij was het ook die het politieke systeem bloot- stelde aan spanningen die vrijwel onmiddellijk na zijn dood hun hoog- tepunt bereikten, wat resulteerde in de noodlottige splitsing tussen de tien noordelijke stammen onder Jerobeam en de twee zuidelijke onder Salomo’s zoon Rechabeam. In het licht van dit alles blijft de vraag zich opdringen: Waarom werd het verhaal op deze manier verteld? Waarom zoveel nadruk op de stam- men? Waarom werd Israël niet van meet af aan gezien als één enkel ver- enigd volk? Natuurlijk, Jakob had twaalf zonen. Maar waarom ze geo- gra-sch scheiden? En waarom zou je het hele boek Numeri organiseren rond de scheidslijnen tussen stammen? Waarom die demogra-e naar stammen in plaats van iets wat zeker belangrijker is: het volk als geheel? Waarom wordt er niet meer nadruk gelegd op wat later Ezechiëls grote hoop en visioen werd: ‘Ik zal één volk van hen maken in het land . . . en één koning zal over hen allen regeren. Niet langer zullen ze uit twee vol- ken bestaan en verdeeld zijn in twee koninkrijken’ (Ezechiël --:--)? Het lijkt erop dat de Tora ons hier iets belangrijks en fundamenteels wil vertellen, iets wat niet alleen toen relevant was, maar ook nu. De -- Er brak bijna oorlog uit tussen de andere stammen en die van Ruben, Gad en de helft van Manasse ( Jozua --). Later was er een daadwerkelijke oorlog tussen de stam Ben- jamin en de anderen (Rechters --).
-- ---- | ------ -:-- -:-- Tora beziet politiek en identiteit van onderop, en niet van bovenaf. Het is niet de heerser, keizer of koning die het gezag vertegenwoordigt en dat aan de bevolking oplegt. Integendeel, de Tora laat ons de geleidelijke groei van Israël als entiteit zien, te beginnen met een paar, Abraham en Sara, dat een familie wordt, dan een uitgebreide familie, vervolgens een stam, en dan een reeks stammen. Ze worden tot een natie gesmeed, op negatieve wijze door de ervaring van onderdrukking in Egypte, en posi- tief door de bevrijding en het verbond dat ze met God sloten op de berg Sinaï. Maar deze vroege structuren van familie, clan en stam, blijven be- langrijk in het politieke bestel, niet alleen in het begin maar ook daarna. Een van de beste uiteenzettingen over de opkomst van de politieke samenleving zoals de Tora die zich voorstelt, werd gegeven door de zes- tiende-eeuwse politieke denker Jean Bodin. Samenlevingen begonnen, zegt hij, vanuit de liefde tussen man en vrouw; vanuit hen vloeide er wederzijdse liefde tussen ouders en kinderen; daarna liefde van broers en zussen voor elkaar; daarna volgde de vriendschap tussen neven en nichten en andere verwanten; en als laatste was er de liefde en welwillendheid tussen men- sen in een samenwerkingsverband. Dit alles zou uiteindelijk zijn bekoeld en volkomen uitgedoofd als het niet gevoed, onderhouden en in stand gehouden was door genootschappen, gemeenschappen, corporaties en colleges; lange tijd hielden die veel volken in stand zonder enige vorm van gemenebest of soevereine macht boven hen. 12 Dit is een buitengewoon belangrijk punt: het geleid elijk groeien van de sa- menleving uit basale menselijke groepen die steeds grotere kringen van ver- bondenheid en zorg vormen. Dat wordt in de moderne tijd vaak vergeten. Niet al het sociale is politiek. Niet alles wat we als volk samen doen, is te danken aan overheden, wetten, rechtbanken en het mogelijke ge- bruik van geweld. Samenlevingen worden meestal bijeen gehouden door een hele reeks instellingen die groter zijn dan het individu, maar kleiner dan de staat: families, gemeenschappen, wijken, lief dadigheidsinstel- lingen, vrijwilligersgroepen, buurtverenigingen en d ergelijke. Edmund Burke noemde dat de ‘kleine pelotons’ van de maatsch appij. Alexis de Tocqueville noemde het ‘verbanden’. Tegenwoordig spr eekt men vaak van -- Jean Bodin, Te Six Bookes of a Commonweale , vert. Richard Knolles (Londen: Adam Islip, ----) [oorspr. Les six livres de la République , ----]. Zie Jonathan Sacks, Te Politics of Hope (Londen: Jonathan Cape, ----), p. -----.
------- -- ------- | ------ | -- -- het maatschappelijke middenveld en niet-gouvernemen tele organisaties (ngo’s). Samen vormen ze de burgermaatschappij. Wat al deze instellingen zo belangrijk maakt, is dat ze niet zijn gebaseerd op transacties van rijk- dom (de markt) of macht (de staat), maar op een gev oel van identiteit, ver- bondenheid, loyaliteit, collectieve verantwoordelijk heid en vertrouwen. Het verschil dat dit maakt is goed te zien als we de vier revoluties ver- gelijken, waaruit de moderne wereld is ontstaan: de Engelse (----), de Amerikaanse (----), de Franse (----) en de Russische (----). Engeland en Amerika kenden een sterke burgermaatschappij. Ze hadden een rijk scala aan verenigingen, gemeenschappen, genootschappen, liefdadig- heidsinstellingen en dergelijke. De Franse en Russische revolutionairen daarentegen stonden wantrouwend tegenover de burgermaatschappij. Ze vonden dat er zo min mogelijk lagen tussen individu en staat moes- ten zijn. Dat is een van de redenen waarom Engeland en Amerika, on- danks hun burgeroorlogen, in de kern vrije samenlevingen bleven, ter- wijl Frankrijk tijdens het bewind van revolutionaire terreur en Rusland onder communistisch bewind totalitaire staten werden. Om vrij te zijn, moet er iets tussen het individu en de staat in staan . Daarom spreekt het boek Numeri, dat de laatste stadia van de reis naar het beloofde land schetst, over families, clans en stammen. De Tora is niet tegen politiek. Zij erkent de noodzaak van een staat, die in bijbelse tijden het koningschap betekende. Om gezamenlijk een natie te kunnen zijn, is een zekere mate van centralisatie nodig. Dat is ook de reden waarom Israël steeds minder goed ging functioneren toen het een stammenfederatie was in de tijd van de rechters. Uiteindelijk ging het volk naar Samuel en vroeg om een koning. Dat was militair be- langrijk: alleen een natie verenigd onder een erkende leider kon zichzelf e-ectief verdedigen tegen vijanden. Ook religieus was het belangrijk. Er moest een centraal heiligdom komen waar de bevolking als één natie kon samenkomen, waar ze God konden danken voor het verleden en ge- zamenlijk konden bidden voor de toekomst. Maar de Hebreeuwse Bijbel staat, meer dan welk boek uit de oudheid ook, sceptisch tegenover de reikwijdte van politiek. De Tora meent, net als Lord Acton, dat macht de neiging heeft te corrumperen en dat absolute macht absoluut cor- rumpeert. Ze deelt ook de scepsis van Oliver Goldsmith: ‘How small of all that human hearts endure / Tat part which laws or kings can cause or cure!’ 13 -- Oliver Goldsmith, Te Traveller (Londen: J. Newberry, ----), p. --. [Vertaling: ‘Ho e klein, van alles wat het mensenhart bespeelt, / het d eel dat wet of koning zaait, of heelt!’]
-- ---- | ------ -:-- -:-- Een vrije samenleving kan niet alleen op gecentraliseerde instellingen worden gebouwd . De Tora is gebaseerd op gedelegeerde verantwoorde- lijkheid. Elke persoon is partij in het verbond. Ouders zijn verantwoor- delijk voor de opvoeding van hun kinderen. Elk gezin moet weduwen, wezen, vreemdelingen en ondergeschikten uitnodigen als ze feest vie- ren. Elke stam (behalve de Levieten), en elke familie binnen de stam, moet een aandeel krijgen in het land. Elke stad dient een lokale rechter te hebben. Onderwijs, sociale zorg, liefdadigheid en armoedebestrijding kunnen het beste plaatselijk georganiseerd worden, waar mensen elkaar kennen en elkaar te hulp kunnen schieten. Het boek Ruth geeft ons een levendig beeld van hoe dat werkte in de tijd van de rechters. We zijn groepsdieren . Aan de stam ontlenen we onze identiteit en ons gevoel ergens bij te horen. De stam is het object van onze loyaliteit en de bron van onze trots. In een recent boek, Tribe, met als ondertitel On Homecoming and Belonging , vestigt Sebastian Junger de aandacht op en- kele merkwaardige verschijnselen. 14 In Amerika kozen veel van de vroe- ge Engelse kolonisten ervoor om bij de inheemse inwoners van Amerika te gaan wonen, maar omgekeerd deed zo’n verschijnsel zich nauwelijks voor. In Londen spreken mensen die in de oorlog de Blitz hebben mee- gemaakt, waarbij de stad ’s nachts werd gebombardeerd, met nostalgie over die tijd. Het aantal zelfmoorden en depressies daalt vaak ten tijde van een oorlog of een natuurramp. En in de afgelopen jaren, toen het aantal Amerikaanse soldaten dat tijdens een oorlog om het leven kwam sterk daalde, is het aantal posttraumatische stressstoornissen gestegen. Volgens Junger hebben al deze dingen te maken met onze diepe in- stinctieve behoefte om bij een groep te behoren. ‘De vroegste en meest elementaire de-nitie van een gemeenschap – of stam – is misschien wel de groep mensen die jij zou helpen voeden en verdedigen. ’ Hij voegt eraan toe: ‘Een samenleving die haar leden niet de kans biedt om op deze manier onbaatzuchtig te handelen, is geen samenleving in de zin van een stam. Het is weinig meer dan een politieke entiteit die, bij gebrek aan een gemeenschappelijke vijand, waarschijnlijk vanzelf uit elkaar zal vallen. ’ 15 Dat is waar de vroege Engelse kolonisten zich toe aangetrokken voelden toen ze inheemse Amerikanen ontmoetten: hun hechte stammen. Dat is volgens Junger ook de reden waarom het aantal posttraumatische stress- stoornissen is gestegen: wanneer ze terugkeren naar de moderne Ameri- -- Sebastian Junger, Tribe: On Homecoming and Belonging (Londen: Fourth Estate, ----). -- Ibid. , p. -------.
------- -- ------- | ------ | -- -- kaanse samenleving missen soldaten vaak de intense kameraadschap die ze hadden met hun strijdmakkers in de eenheid waarin ze dienden. De uitzondering, zegt hij, is de staat Israël, ‘misschien wel het enige moder- ne land dat voldoende gemeenschapszin heeft weten te behouden om op grote schaal de gevolgen van voortdurende strijd te kunnen opvangen’. 16 De stammencultuur heeft in de moderne wereld een slechte pers. De Europese verlichting was een reactie op een eeuw van ‘stammenoorlo- gen’ tussen katholieken en protestanten na de reformatie. Het antwoord was universalisme: een wereld van universele menselijkheid, niet geba- seerd op religie maar op de kracht van rede en observatie in de vorm van -loso-e en wetenschap. De allerhoogste uitdrukking daarvan was het laatste deel van Beethovens Negende Symfonie, met woorden uit Schil- lers ‘Ode an die Freude’: Alle Menschen werden Brüder – ‘Alle mensen worden broeders’. Voor de intellectuelen van de verlichting was alles wat met stammen te maken had primitief. Het was een van de grote momen- ten in de geschiedenis van het Westen. Maar het liep uit op een misluk- king, niet omdat de droom niet nobel was, maar omdat deze denkwijze de menselijke natuur negeerde. In de negentiende eeuw kwam dat onderdrukte weer boven. Stam- identiteit keerde in drie vormen terug naar Europa: de natie, het ras en de sociaaleconomische klasse. In de twintigste eeuw leidde de verheerlij- king van de natie tot twee wereldoorlogen; de verheerlijking van het ras leidde tot de Holocaust; en de verheerlijking van de klasse leidde tot de Sovjet-Unie, Stalin, de Goelag en de KGB. Dat is wat er gebeurt als je ‘de stam’ probeert uit te bannen. Na de Tweede Wereldoorlog en de Holocaust deed het Westen een nieuwe poging om een einde te maken aan het stamdenken. Deze keer was de oplossing niet het universalisme, maar het individualisme. Er zou een einde komen aan de heiligverklaring van huwelijk, gezin en gemeen- schap, en er zouden geen universele morele principes meer zijn behalve één: het recht van het individu om te kiezen, om te leven zoals hij of zij dat wil zolang anderen niet worden geschaad. Stamdenken zou beperkt blijven tot sportevenementen en voetbalwedstrijden. Maar ook dat stre- ven zal uitlopen op een mislukking; de eerste tekenen daarvan zijn al zichtbaar. Al in ---- waarschuwde Harold Isaacs, hoogleraar politieke we- tenschappen aan het MIT, voor een terugkeer van het stamdenken. De stammen zijn nooit echt weggeweest. Dat is een feit dat ‘al lang bekend -- Ibid. , p. --.
-- ---- | ------ -:-- -:-- was bij grote groepen mensen, maar niet bij de elite, bij humanistische intellectuelen en ijveraars voor menselijke verhe-ng: onderverdeling in stammen is niet iets dat verdwijnt’. Het goede nieuws is dat ‘deze diversi- teit de rijkdom van de mensheid is’. Het slechte nieuws is dat ‘voor al dat goede ook bloed vergoten wordt’. Stammen zijn de primaire bron van identiteit, maar ze zijn ook een bron van con-ict, oorlog en geweld. 17 Vandaar de wijsheid van de Tora, die zo sterk verschilt van het uni- versalisme van de verlichting van de achttiende eeuw en het radicale individualisme van het hedendaagse Westen. In de Tora vinden we een vorm van ethiek en politiek die aansluit bij de menselijke natuur . Dat be- gint in Genesis met de meest basale vormen van relaties: man en vrouw, ouders en kinderen, broers en zussen met hun onderlinge rivaliteit. In Exodus, Leviticus en Numeri komt Israël als natie in beeld, negatief ge- vormd door de slavernij in Egypte, positief door het verbond op de berg Sinaï. Maar de stammen als fundamentele sociale eenheden blijven be- houden, net als in Amerika dat zichzelf de vorm gaf van een federatie van staten. 18 Het vroege motto van Amerika was dan ook: ‘ E pluribus unum – Uit velen één’. De balans is moeilijk te bewaren, omdat die gebaseerd is op het be- houd van diversiteit in een overkoepelend kader van eenheid. De een- heid kan gemakkelijk uit elkaar vallen, zoals in het bijbelse Israël gebeur- de na de dood van Salomo en zoals in Amerika had kunnen gebeuren rond de kwestie van de slavernij. Maar ondanks het feit dat er aan het noordelijk koninkrijk met zijn tien stammen een einde kwam, hebben de joden en het jodendom een herhaalde neiging getoond om zich in nieuwe ‘stammen’ onder te verdelen: Asjkenaziem en Sefardiem, chas- sidiem en mitnagdiem , en de talloze edot en etniciteiten van de huidige staat Israël. Het slechte nieuws is dat dit leidt tot interne strijd. Het goede nieuws is dat het joodse volk, ‘het kleinste van allemaal’ (Deuteronomium -:-), dat nog steeds een van de meest diverse groepen op aarde is, niettemin in staat is gebleken om in tijden van crisis samen te komen om elkaar te helpen of te verdedigen, of hulp te verlenen aan landen die door een humanitaire ramp worden getro-en. -- Harold Isaacs, Idols of the Tribe (Cambridge, MA: Harvard University Press, ----), p. ---. -- Er waren oorspronkelijk dertien staten, precies zoals in het bijbelse Israël, de twaalf stammen die land bezaten en daarnaast nog de stam Levi. Jakob had weliswaar twaalf zonen, maar hij gaf een dubbel erfdeel aan Jozef, wiens twee zonen, Efraïm en Ma- nasse, zelfstandige stammen werden.
------- -- ------- | ------ | -- -- We zijn niet één ding . We hebben meerdere identiteiten, als leden van deze familie, die buurt, deze gemeenschap, dit religieus geloof, die etniciteit, deze natie, en uiteindelijk de menselijke familie zelf: broers en zussen onder Gods ouderschap. Het vasthouden aan één identiteit met uitsluiting van alle andere is het kenmerk van een potentieel totalitair regime. Vandaar de nadruk in het boek Numeri op de blijvende beteke- nis van de twaalf stammen, zelfs wanneer Israël één natie is onder de Ene God.
Reacties op Genesis, Exodus en Leviticus ‘Deze serie is meer dan een commentaar: het is een hartstochtelijk plei- dooi om de spiritualiteit van de Tora te gaan begrijpen. ’ – Trouw * * * * * (Maximale waardering voor Genesis en Leviticus ) ‘Leviticus heeft geen grote faam bij lezers: al die wetten en regels! Maar als je een paar hoofdstukken van Sacks’ boek over Leviticus gelezen hebt, ben je voorgoed op andere gedachten gebracht. ’ – Katholiek Nieuwsblad ‘Prachtige stijl, toegankelijk. Kundige inleiding in de joodse lezing van de Tora. Fraai uitgegeven. ’ – Nederlands Dagblad ‘Voor liefhebbers van de Bijbel zijn dit werkelijk adembenemende stuk- ken tekst . . . Je kunt het in zijn geheel lezen, je kunt het als commentaar erbij pakken voor preken, je kunt het boek als een introductie in het jodendom lezen of als een oefening in zorgvuldig Bijbellezen. ’ – Inspirare ‘Ik heb de eerste drie delen van Sacks over de Tora gekocht en lees daar met veel plezier in. In de eerste plaats natuurlijk vanwege de gedegen, fraaie en verrassende commentaren van de auteur. Maar daarnaast ben ik zeer onder de indruk van de vertaling. Die loopt, glanst en neemt je mee. ’ – Willem Smouter – voorzitter van de EO-ledenraad en raad van toezic ht ‘Een fantastische serie. Sacks biedt inzicht en perspectief voor elke politicus. ’ – Chris van Dam , CDA ‘Het commentaar leest als een roman, onder meer door het beeldend taalgebruik en Sacks’ inlevingsvermogen. ’ – Woord en Dienst * * * * *
‘Sacks toont zich een waar meester van de tekst . . . hij laat allerlei verrassende en nieuwe betekenissen van de tekst oplichten . . . Een must-read voor iedereen die nadenkt over de verhouding tussen politiek en religie. – Trouw * * * * * (Maximale waardering voor Exodus) ‘Jonathan Sacks schrijft korte essays die uitmunten in helderheid en actuele relevantie. Hij verstaat de kunst om Mozes zó te lezen dat de meest onbegrijpelijke passages meer dan boeiend worden. Sacks behandelt het hele bijbelboek, en laat geen hoofdstuk passeren of hij verrast in zijn uitleg met onvergetelijke visionaire inzichten. Iedere katholiek zou dit boek moeten lezen, hij zal met vernieuwd geloofsinzicht zijn doop in Christus beleven. ’ – Benedictijns Tijdschrift ‘Veel nieuwe inzichten … een feest van herkenning … Het hele boek ademt Gods liefde voor zijn volk Israël, voor alle mensen en voor de hele schepping. Een aanrader. ’ – Israel Today NL ‘Het commentaar biedt een schat aan informatie, niet alleen over het boek Exodus, maar ook over het joodse denken in het algemeen en zijn plaats in de wereld. ’ – Nederlandse Bibliotheekdienst ‘Iedereen die geïnteresseerd is in de kunst van bijbeluitleg vindt in Sacks’ toracommentaren indrukwekkende en leerzame voorbeelden. Zijn uitleg voldoet aan de drie eisen voor het uitleggen van een (klassieke) tekst: ten eerste doet hij recht aan de condities waaronder de tekst ontstond, ten tweede plaatst hij de tekst in de geschiedenis van interpretaties die al gegeven zijn, en ten derde en vooral maakt hij duidelijk wat die tekst de huidige lezer te zeggen heeft. Ook voor -losofen is zijn uitleg van grote betekenis. ’ – Paul van Tongeren, Denker des Vaderlands --------- ‘. . . helder, vaak verrassend en steeds ook met bewus tzijn van de wereld van vandaag … in uitstekende vertaling. . . . De hoofds tukken kun je bijna altijd ‘los’ lezen. Dat maakt het boek aantrekkelij k en publieksvriendelijk. ’ – Friesch Dagblad
Verbond en dialoog joodse lezing van de Tora In de serie ‘Verbond en dialoog, joodse lezing van de Tora’ plaatst Jonathan Sacks de bijbeltekst in een wijder verband van ideeën. Veel traditionele commentaren bekijken de Tora door een microscoop: elk detail, elk tekstfragment afzonderlijk. Sacks kijkt door een groothoeklens: naar het totaalbeeld (van de Tora) en haar plaats binnen het geheel van denkbeelden. Dan blijkt het jodendom een fascinerend beeld te schetsen van het heelal en onze plaats daarin. Exodus verscheen eind ----, Genesis en Leviticus eind ----, Numeri in ---- en Deuteronomium eind ----. -- -- --- boek van het begin - --- -- boek van de bevrijding -- ----- -- boek van het heilige ----- - boek van de woestijnjaren - -- ---------- boek van het vernieuwde verbond - - - - - - - - - - - - - - - - ----- -- --- - -