EEN HEMELS KONINKRIJK
Het bijbelboek Matteüs opnieuw verteld, met overdenkingspunten en gespreksvragen voor de bijbelkring
Buijten & Schipperheijn Motief – Amsterdam een hemels konin K rijk MATTEÜS AGE ROMKES
Colofon ISBN 978-94-6369-248-9 © 2023 Buijten & Schipperheijn Motief Amsterdam Behoudens uitzonderingen krachtens de Auteurswet van 1912 mag niets uit deze uit - gave worden verveelvoudigd, opgeslagen of openbaar gemaakt, op welke wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgevers. Voor het maken van kopieën uit deze uitgave, ook voor zover toegestaan door de Auteurswet, zijn vergoedingen verschuldigd. Voor betaling van vergoedingen en voor toestemming voor het overnemen van gedeelten in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken wende men zich tot de uitgevers. Omslagontwerp: Buijten & Schipperheijn Motief Opmaak binnenwerk: AMV grafimedia + Buijten & Schipperheijn
5 Inhoud Woord vooraf9 Handleiding 11 HET EVANGELIE VAN MATTEÜS13 Matteüs vertelt 15 Matteüs De geboorte van de Messias 1. ‘Een kind is ons geboren’ 1:1-1719 2. ‘De maagd zal zwanger worden’ 1:18-2521 3. ‘Uit jou zal een leider voortkomen’ 2:1-1223 4. ‘Uit Egypte heb ik mijn Zoon geroepen’ 2:13-2325 Bijbelstudie A. Gevaar, verdriet en redding 27 Een nieuw begin 5. ‘Iemand roept in de woestijn’ 3:1-1229 6. Gods geliefde Zoon 3:13-4:1131 7. De zon komt op 4:12-2533 Bijbelstudie B. God, de duivel en de Zoon 35 Eerste toespraak: Burgers van Gods Koninkrijk 8. Gefeliciteerd! 5:1-1237 9. Laat je licht schijnen 5:13-2039 10. Maar Jezus zegt… 5:21-4841 Bijbelstudie C. Wees volmaakt! 45 11. Voor elke dag 6:1-1846 12. Focus op God en zijn Koninkrijk 6:19-3449 13. Kort en krachtig 7:1-1251 14. Echt of onecht 7:13-2953 Bijbelstudie D. Luisteren en doen 55
6 Er zijn geen grenzen aan Jezus’ macht 15. Hij droeg onze zwakheden en ziekten 8:1-2256 16. Geen macht te groot 8:23-9:1359 17. Jezus is er voor iedereen 9:14-3862 Bijbelstudie E. Een grote oogst 64 Tweede toespraak: Instructies voor medewerkers 18. Gezanten van Christus 10:1-1565 19. Als schapen tussen wolven 10:16-3167 20. Jezus boven alles 10:32-11:169 Bijbelstudie F. Met gevaar voor eigen leven 71 Nieuwe scheidslijnen 21. Meer dan een profeet 11:2-1572 22. Wie is wijs? 11:16-3074 23. De sabbat heiligen 12:1-1476 Bijbelstudie G. Goeddoen 78 24. De Knecht en de Geest 12:15-3280 25. Waar is je hart vol van? 12:33-5082 Derde toespraak: Zaaien, groeien en oogsten 26. In goede aarde? 13:1-2384 27. Wachten op de oogst 13:24-5386 Bijbelstudie H. Geduld 89 Wie is Jezus? 28. Johannes de Doper? 13:54-14:1291 29. Jezus is de Zoon van God 14:13-3693 30. Rein en onrein 15:1-2096 31. Jezus is de Zoon van David 15:21-3198 Bijbelstudie I. Een groot geloof 100 32. Hardleers 15:32-16:12101 33. Jezus is de Christus, de Zoon van de levende God 16:13-28 103 34. Jezus is Gods geliefde Zoon 17:1-13105
7 Wie is Jezus? 35. De Zoon 17:14-27107 Bijbelstudie J. Jezus is de Christus, maar hoe? 109 Vierde toespraak: Omgaan met elkaar 36. Een Koninkrijk voor kinderen 18:1-14111 37. Leven van vergeving 18:15-19:1113 Bijbelstudie K. Zoals ook wij vergeven… 116 Hij die komt in de Naam van de Heer 38. Huwelijk en celibaat 19:2-15118 39. Arme rijken en rijke armen 19:16-20:16120 40. Onderweg naar Jeruzalem 20:17-34123 41. Groots onthaal 21:1-22125 Bijbelstudie L. Hosanna 128 42. Gemiste kansen 21:23-46129 43. Onverwachte gasten 22:1-22132 44. Wijsheid van boven 22:23-46135 45. Geestelijke celebrity’s 23:1-12137 46. Ach en wee 23:13-39139 Bijbelstudie M. Afscheid 142 Vijfde toespraak: De komst van de Mensenzoon 47. Dan is het einde daar 24:1-14144 48. Moeilijke tijden 24:15-31146 49. Wees er klaar voor 24:32-51148 Bijbelstudie N. De komst van de Mensenzoon 150 50. Mis het bruiloftsfeest niet 25:1-13151 51. Deel in de vreugde van je Heer 25:14-30153 52. De grote scheiding 25:31-26:1155 Bijbelstudie O. Wat heb je voor Jezus gedaan? 157
8 Pasen: De dood gaat voorbij 53. Liefde, verontwaardiging en verraad 26:2-16158 54. Dramatische laatste maaltijd 26:17-351160 55. Vrijwillig offer 26:36-56162 56. Schijnproces 26:57-75165 Bijbelstudie P. Schuldig!? 168 57. Bloedgeld 27:1-10169 58. Cynische kroning 27:11-32171 59. Van God en mensen verlaten 27:33-56173 Bijbelstudie Q. Kantelpunt 175 60. Dodenwake 27:57-66176 61. Een leeg graf 28:1-15178 62. Overal, alles en altijd 28:16-20180 Bijbelstudie R. Ga eropuit! 181 Noten182 Literatuur 190 Lezersreacties op Het Nieuwe Testament voor lezers van nu 191
9 Woord vooraf Dit is al het derde deel uit de reeks Het Nieuwe Testament voor lezers van nu . Na het evangelie en de brieven van Johannes en het boek Openbaring heb ik nu ook het evangelie van Matteüs in eigen woorden naverteld en er wat achtergrondinformatie en verklarende opmerkingen tussen - door gevlochten. In de hoop de boodschap van Matteüs zo dichter bij Nederlandse lezers in de eenentwintigste eeuw te brengen. Graag wil ik de mensen van uitgeverij Buijten & Schipperheijn bedanken dat zij na Mijn jaren met Jezus en Alles wordt nieuw ook dit boek wilden publice - ren. Dank voor jullie enthousiasme en betrokkenheid. Petra Brienissen-Verwoert, Joris Vroegindeweij en Johannes Woudstra hebben intensief meegelezen. Marcel de Jong heeft een bijdrage geleverd. En ook mijn vrouw Leny en onze dochters Lyda en Eline hebben allerlei cor - recties en suggesties voor verbetering aangedragen. Allemaal heel hartelijk bedankt dat jullie op deze manier hebben bijgedragen aan de kwaliteit van dit boek. Mochten er nog onjuistheden, slordigheden of onduidelijkheden zijn overgebleven, dan komen die uiteraard voor mijn rekening. Mijn vrouw noemt het gekscherend een kinderbijbel voor volwasse - nen. Niet onvriendelijk bedoeld. Niet alleen voor kinderen kan de Bijbel moeilijk te begrijpen zijn. De kloof tussen de tijden en de culturen van de Bijbel en die van ons wordt in rap tempo groter. Niet alleen weet de gemid - delde Nederlander niet zo gek veel af van de geschiedenis en de topografie van het oude Midden-Oosten, maar ook met onze denkbeelden en onze waarden en normen zijn wij andere wegen ingeslagen. Vandaar deze poging om het evangelie van Matteüs na te vertellen op een manier die voor ons beter te volgen is. Niet als vervanging van de echte Bijbel, maar als voorbereiding daarop. Niet als een weg eromheen, maar als een pad ernaartoe. Dus loop dit pad maar plat. Als dit boek jou helpt om het Evangelie beter te begrijpen en wat vaker in de Bijbel te lezen, is het schrijven ervan elke minuut waard geweest. Ede, zomer 2023 Age Romkes
11 Handleiding De Bijbel voor lezers van nu In dit boek wordt het evangelie van Matteüs in eigen woorden naverteld. Alsof hij het rechtstreeks tegen ons heeft. Er zijn geen fictieve personen, gebeurtenissen of uitspraken toegevoegd. Wel allerlei verduidelijkingen, die de eerste lezers niet nodig gehad zullen hebben. Die wisten wel waar Galilea lag of wat de farizeeën geloofden. Ook zullen zij de vele verwijzin - gen naar het Oude Testament sneller door hebben gehad dan wij. Daarom zijn ook die expliciet gemaakt of in de noten benoemd. Daarnaast citeert Matteüs ook verschillende keren uit het Oude Testament, vaak ingeleid met de voor hem kenmerkende formule ‘opdat vervuld zou worden’. Geen vertaling Dit boek bevat dus geen letterlijke vertaling van het evangelie van Matteüs. Eerder een parafrase, een vrije weergave van de betekenis van de tekst in eigen woorden. Met allerlei toevoegingen om de tekst leesbaarder en begrijpelijker te maken. Zoals korte opmerkingen over de inhoud en de structuur van een sectie. Wat niet wegneemt dat geprobeerd is naar beste weten de bedoeling van de bijbelschrijver weer te geven, waarbij steeds de grondtekst is geraadpleegd. Er zijn aan de tekst geen eigen gedachten toegevoegd. Die vind je in de overdenkingspunten. Keuzes De bedoeling is om wat Matteüs wilde zeggen zo helder mogelijk weer te geven. Natuurlijk zijn daarbij allerlei uitlegkundige keuzes gemaakt. Het is niet nodig die in dit boek stuk voor stuk te verantwoorden. De gekozen interpretaties zijn allemaal in de gangbare Bijbelcommentaren terug te vinden. Een overzicht van de meest gebruikte literatuur vind je achterin het boek. Noten en tekstverwijzingen Tekstverwijzingen staan aan het eind van elk hoofdstuk. In de tekst wordt ernaar verwezen met een hoge letter. Dus bijvoorbeeld zo. a Andere noten
12 staan achter in het boek. In de tekst wordt ernaar verwezen met een cij- fertje. Overdenkingspunten en gespreksvragen Aan elk hoofdstuk zijn een paar overdenkingspunten toegevoegd, bedoeld voor persoonlijke stille tijd of om over door te praten aan tafel. Maar je kunt ze ook negeren en gewoon doorlezen. Tussendoor staat ook een aantal korte bijbelstudies met gespreksvra - gen als hulpmiddel voor de bijbelkring. Er wordt van uitgegaan dat alle voorgaande hoofdstukken gelezen zijn. Het is niet de bedoeling de vragen een voor een af te werken. Laat liever het gesprek op een natuurlijke manier gaan, van verkennen (observeren) via verklaren (interpreteren) naar verwerken (toepassen). Schakel daarna weer terug naar een ander deel of aspect van de tekst en doorloop de cy - clus opnieuw. Ontdekkend bijbellezen De gespreksvragen zijn dus afgestemd op wat wel ontdekkend bijbelle - zen of inductieve bijbelstudie wordt genoemd. Dat wil zeggen dat ze zijn gericht op het zelf achterhalen van de boodschap van de tekst door eerst goed te kijken naar wat er precies staat en naar de historische situatie. Dat wordt observeren of verkennen genoemd. Daarna wordt er doorgevraagd naar de betekenis voor toen (de hoorders van de woorden van Jezus en de eerste lezers van Matteüs) en voor nu (voor ons). Dat heet interpreteren of verklaren. En bijbellezen is pas af als we overdacht hebben wat een en ander betekent voor ons eigen leven, voor ons voelen, denken, spreken en handelen. Dat wordt meestal toepassen of verwerken genoemd. Wil je meer weten over ontdekkend bijbellezen en over het voorberei - den en leiden van een bijbelgespreksgroep? Lees dan Hylke Britstra, Age Romkes en Johannes Woudstra, Samen de Bijbel ontdekken. Handboek voor bijbelstudie en bijbelkring .
HET EVANGELIE VAN MATTEÜS
15 Matteüs vertelt Al eeuwen verwachtten wij, Joden, de komst van de Messias, de Verlosser die God beloofd had. Maar toen Hij kwam, leverden wij Hem uit aan de Romeinse bezetters en lieten Hem kruisigen. Hoe heeft God dat kunnen laten gebeuren? Dat is een diep mysterie dat ik maar langzaamaan een beetje ben gaan begrijpen. Door de eeuwen heen had God mensen in dienst genomen om zijn volk te bevrijden, te leiden en voor te gaan in de dienst aan Hem: koningen, profeten en priesters. Zulke mensen werden meestal met olie gezalfd, als teken dat zij bezield waren door de Geest van God en hun kracht, hun inzichten en hun motivatie van Hem ontvingen. Zo iemand was dus een ‘gezalfde van God’, in het Hebreeuws een ‘Messias’ en in het Grieks ver - taald is dat ‘Christus’. Wij hoopten, baden en verwachtten dat God ook in onze tijd weer iemand zou sturen om ons te verlossen van onze vijanden. Iemand als koning David, a die van Israël een groot en welvarend rijk gemaakt had. Een ware ‘zoon van David’, zoals we de Messias ook wel noemden. Voor mijzelf lag het allemaal wat ingewikkelder. Ik was mijn idealen niet trouw gebleven en was voor een maatschappelijke carrière gegaan, voor bestaanszekerheid in plaats van hoop, voor gemakkelijk geld in plaats van trouw aan God. Ik had een positie als zelfstandig belastinginner ge - pacht in Kafarnaüm, dat aan een drukke handelsroute ligt. Ik mocht tol heffen op de producten die handelaren invoerden, maar was ook verant - woordelijk voor het innen van allerlei andere belastingen. Dat maakte me niet populair bij mijn volksgenoten, want die belasting kwam uitein - delijk terecht bij Herodes Antipas. Die bestuurde toen namens de gehate Romeinse bezetters het noorden van Israël. Hij was zijn vader, Herodes de Grote, opgevolgd. Zijn broer Archelaüs kreeg het zuidelijke deel van Israël toebedeeld. Die werd afgezet vanwege zijn harde optreden en on - bekwaamheid. Daarna stond het zuiden onder gezag van een keizerlijke stadhouder. Zoals Pilatus, je hebt vast weleens van hem gehoord.
16 Mijn positie legde me geen windeieren, financieel had ik niets te klagen. Maar in maatschappelijk en religieus opzicht voelde ik mij een paria. Iedereen keek mij met de nek aan en in de plaatselijke synagoge of in de tempel in Jeruzalem was ik niet welkom. Mijn geestelijk leven stond op een laag pitje. Ik was ver afgedwaald van het leven dat van een afstammeling van vader Abraham b verwacht mocht worden. Mijn enige vrienden waren mensen die net als ik het spoor bijster waren geraakt. c Ik had verkeerde keuzes gemaakt en geestelijk gezien zat mijn leven op dood spoor. Groot was dan ook mijn verbazing toen Jezus van Nazaret, een nieuwe rabbi die niet alleen krachtig preekte maar ook grote wonderen deed, op mij afstapte en zei dat ik zijn leerling moest worden. d Hij nam geen blad voor de mond en noemde mij en mijn vrienden zondaars die zich bekeren moesten. Maar Hij meed ons niet en gebruikte de maaltijd bij mij thuis, zonder zich iets van de afkeuring van de vrome farizeeën aan te trekken. Zoals een dokter zieken bezoekt, zo ging Hij naar mensen die God het meest nodig hadden. e Ik aarzelde geen moment; ik liet de boel de boel en werd zijn volgeling. Het zouden de spannendste jaren van mijn leven worden. Hij zette ons voortdurend op het verkeerde been en ik realiseerde me dat ik nog ontzet - tend veel moest leren. Veel vastgeroeste ideeën bleken niet te kloppen en ik moest niet alleen mijn leven maar ook mijn opvattingen radicaal herzien. Want Jezus paste totaal niet bij het beeld dat wij ons van de Messias ge - vormd hadden. Hij was wel een leider, maar geen strijder. Hij sprak met gezag, maar liet iedereen vrij om zijn eigen keuzes te maken. Niet de buitenlandse overheersing zag Hij als het grootste probleem, maar onze vervreemding van God. Hij was gekomen om ons te verlossen van onze zonden. f Daar had Hij alles voor over, zelfs zijn leven. Hij zei dat Hij zijn leven zou geven om ons vrij te kopen. g Zo had ik er nog nooit tegen aange - keken. Al besefte ik heel goed dat ik mijzelf niet aan mijn zondige bestaan kon ontworstelen. Maar dat de Messias zou komen om zijn leven voor ons te geven… Het was ongehoord. Toch ben ik gaan inzien dat alles wat Hij zei en deed klopte. Het sloot naadloos aan bij de geschiedenis van Israël en de woorden van de profe -
17 ten. Daar heb ik wel tijd voor nodig gehad, want het strookte niet met het onderwijs dat ik als jongen in de synagoge gekregen had. Blijkbaar hadden we de Schriften 1 nogal selectief gelezen. Daardoor hebben veel van mijn volksgenoten Hem niet als Messias herkend. Zijn smadelijke dood aan een Romeins kruis zagen zij als een bewijs dat Hij door God vervloekt was. h Maar ik ben tot de conclusie gekomen dat ook dit bij het verlossingsplan van God hoorde. Zoals de profeet Jesaja gezegd heeft: ‘Wij (…) zagen hem als een verstoteling, door God geslagen en verne - derd. Om onze zonden werd hij doorboord, om onze wandaden gebroken. Voor ons welzijn werd hij getuchtigd, zijn striemen brachten ons ge - nezing. Wij dwaalden rond als schapen, ieder zocht zijn eigen weg; maar de wandaden van ons allen liet de HEER op hem neerkomen.’ i Zijn dood was niet het eind punt van zijn bediening, maar het eind doel. Geen ongelukkig einde van een goedbedoelende idealist, maar de ul - tieme daad van verlossing van Gods Gezalfde. Dat heeft God bevestigd door Hem uit de dood op te wekken. Nu leeft Hij voor altijd en het goede nieuws over Hem gaat de hele wereld over. Veel mensen komen tot geloof in Hem. Joden en niet-Joden. Verrassend genoeg toonden bij zijn leven verschillende niet-Joden ook al een groot vertrouwen in Hem. Al richtte Hij zich toen naar eigen zeggen met name op ‘de verloren schapen van het volk Israël’. j Ik zie het als mijn roeping om nog een laatste poging te doen om ook mijn volksgenoten te overtuigen dat Hij wel degelijk gebracht heeft waar wij op hoopten. Maar dan beter. Geen aards koninkrijk 2 – dat trouwens in de geschiedenis telkens weer door allerlei vijanden overmeesterd werd – maar het herstel van het koningschap van God over zijn volk en over de wereld. Eerder een innerlijke verlossing dan een uiterlijke bevrijding. Een verandering van de verhouding tussen God en mensen en niet zozeer een verschuiving van de macht tussen de volken op aarde. Al geloof ik dat Hij eens over de wereld zal regeren. k Maar nu wordt zijn Koninkrijk verspreid door de verkondiging van het Evangelie en groeit het als zaad door het geloof in de harten en de levens van mensen. l Het lijkt niet altijd veel voor te stellen, maar het Woord doet in stilte zijn werk, met kracht. m
18 Met alle mogelijke middelen wil ik dus laten zien dat Jezus van Nazaret de koning van de Joden is. n Hij heeft ons een hemels Koninkrijk gebracht: vrede met God voor alle mensen. Hij is werkelijk de Christus, de Zoon van God; door Hem maakt God al zijn beloften waar. Matteüs a. Jesaja 9:1-6; Jeremia 23:5v; 30:8v; Ezechiël 34:23v | b. Lucas 19:9 | c. Matteüs 9:10 | d. Matteüs 9:9-13 | e. Matteüs 9:12 | f. Matteüs 1:21 | g. Matteüs 20:28 | h. Deuteronomium 21:22v; 1 Korintiërs 1:22v; Galaten 3:13 | i. Jesaja 53:4b-6 | j. Matteüs 15:24 | k. Matteüs 24:30; 25:31; 26:64; 28:18 | l. Matteüs 13:3, 23, 37v | m. Matteüs 13:31-33 | n. Matteüs 2:2; 27:11, 29
19 DE GEBOORTE VAN DE MESSIAS 1 ‘ Een kind is ons geboren’ a (1:1-17 ) In dit boek wil ik je graag vertellen over Jezus Christus. Hij is de door God beloofde Messias. Laat ik beginnen met te laten zien dat Jezus inderdaad de juiste afkomst heeft. Hij stamt namelijk af van David en via hem van Abraham. De lijn van Gods beloften loopt uit op Hem. b Abraham bracht Isaak voort en Isaak Jakob. Die bracht Juda en zijn broers voort, de voorouders van de twaalf stammen van Israël. Juda kreeg twee zonen, Peres en Zerach, bij Tamar. Peres op zijn beurt ver - wekte Chesron en zo ging het verder met Aram, Amminadab, Nachson en Salmon. Salmon kreeg Boaz bij Rachab en Boaz kreeg Obed bij Ruth. Obed was de vader van Isaï, en die was weer de vader van David, de ko - ning. David verwekte Salomo bij de vrouw van Uria. Van Salomo loopt het geslachtsregister door via de koningen van Juda: Rechabeam, Abia, Asaf, Josafat, Joram, Uzzia, Jotam, Achaz, Hizkia, Manasse, Amos en Josia. Josia bracht Jechonja en zijn broers voort in de tijd van de Babylonische ballingschap. Na de Babylonische ballingschap loopt de lijn door via Sealtiël, Zerubbabel, Abiud, Eljakim, Azor, Sadok, Achim, Eliud, Eleazar, Mattan, Jakob en tot slot Jozef. Dat was de man van Maria. Bij haar werd Jezus verwekt, die Christus genoemd wordt. Van Abraham tot David telt de lijst dus veertien generaties, van David tot de Babylonische ballingschap ook veertien generaties, en van de Babylonische ballingschap tot Christus eveneens veertien generaties. Het lijkt een geschiedenis van opgaan, blinken en verzinken: de opkomst van het volk Israël uit het nageslacht van Abraham, de relatieve voorspoed onder de davidische koningen – tenminste, als zij de Here dienden – en de moeilijke tijd vanaf de Babylonische ballingschap. Drie maal veertien, oftewel zes maal zeven generaties gingen aan Jezus vooraf. De zevende
21 2 ‘ De maagd zal zwanger worden’ a (1:18 - 2 5 ) De geboorte van Jezus Christus was heel bijzonder. Zijn moeder Maria was verloofd met Jozef. Bij ons betekende dit, dat zij voor de wet bij elkaar hoorden en elkaar trouw beloofd hadden, maar nog niet samenwoonden. Nog voordat zij daadwerkelijk als man en vrouw samengekomen waren, bleek Maria zwanger te zijn door toedoen van de heilige Geest. Haar man Jozef leefde volgens de richtlijnen van de wet van God. Hij had haar kunnen aanklagen omdat zij blijkbaar van een ander in verwachting was. Maar dat wilde hij niet; hij wilde haar niet te schande maken. Daarom nam hij zich voor om haar in stilte een scheidbrief te geven, b zodat zij weer vrij zou zijn. Hij was daar nog over aan het nadenken toen een engel van de Heer aan hem verscheen in een droom. ‘Jozef, zoon van David, je hoeft niet bang te zijn om Maria, je vrouw, bij je in huis te nemen’, zei hij, ‘want zij is in verwachting door toedoen van de heilige Geest. Zij zal een Zoon krijgen, die je Jezus moet noemen, want Hij zal zijn volk redden van hun zonden.’ De naam Jezus betekent: de Heer redt. Dit gebeurde allemaal om te vervullen 3 wat de Heer gezegd had via zijn profeet: ‘Let goed op wat Ik zeg, de maagd zal zwanger worden en een zoon ter wereld brengen. Men zal hem Immanuel noemen.’ a Vertaald betekent dat: God is met ons. Toen Jozef wakker werd, deed hij precies wat de engel van de Heer hem had opgedragen. Hij nam zijn vrouw bij zich in huis. Maar hij sliep niet met haar voordat zij haar Zoon ter wereld had gebracht. Hij noemde Hem Jezus. Door die daad aanvaardde hij Jezus als zijn kind. Via Jozef stamde Jezus dus van David af en werd zo diens troonopvolger. Daarom heeft Hij recht op de titels ‘zoon van David’ en ‘koning van de Joden’.
23 3 ‘ Uit jou zal een leider voortkomen’ a ( 2 :1-12 ) Een tijd nadat Jezus was geboren in Betlehem, toen Herodes de Grote nog koning was, gebeurde er iets bijzonders. Er kwamen een paar geleerde as - trologen uit het oosten in Jeruzalem aan. ‘Waar is de pasgeboren koning van de Joden?’, vroegen ze. ‘Wij hebben de ster zien verschijnen die vol - gens ons zijn geboorte aankondigt b en wij zijn hier naartoe gekomen om hem eer te bewijzen.’ c Koning Herodes hoorde dat en hij was geschokt. Want híj was de ko - ning van de Joden, al was hij dan door de Romeinse overheersers aange - steld en was hij bij lang niet iedereen geliefd. Hij voelde zich bedreigd. Hij was dan wel als een Jood besneden, maar hij stamde eigenlijk van Ezau af, niet van aartsvader Jakob. Hij wist wel dat veel mensen liever een afstam - meling van David op de troon van Israël wilden, maar hij zou zich niet zomaar opzij laten schuiven. Hij had een paar jaar hiervoor twee van zijn eigen zoons laten doden omdat hij bang was dat zij hem af wilden zetten. Hij was behoorlijk paranoïde wat dat betreft. Heel Jeruzalem was in rep en roer. Herodes liet alle leidinggevende priesters en schriftgeleerden van het volk bij elkaar roepen en wilde van hen weten waar de Christus, de beloofde Messias, geboren zou worden. Dat wisten zij wel. ‘In Betlehem’, zeiden ze, ‘in de provincie Judea. Dat is opgetekend door de profeet Micha: “Betlehem, Judees grondgebied, 4 jij bent zeker niet de onbelangrijkste onder de vorsten van Juda, want uit jou zal een leider voortkomen die mijn volk Israël als een herder weiden zal.”’ a Toen liet Herodes de geleerden in het geheim bij zich komen. Hij wilde precies van hen weten wanneer de ster verschenen was en hij stuurde hen naar Betlehem. ‘Ga daarnaartoe’, zei hij, ‘en stel een nauwkeurig onder - zoek in naar dat kind. Als jullie het gevonden hebben, stuur mij dan een bericht, dan kom ik zelf ook om het eer te bewijzen.’
25 4 ‘ Uit Egypte heb ik mijn Zoon geroepen’ a (2:13-23) Toen de wijzen vertrokken waren, verscheen er weer een engel van de Heer in een droom aan Jozef. ‘Opstaan!’, zei hij. ‘Neem het kind en zijn moeder met je mee en vlucht naar Egypte. Blijf daar tot ik je een seintje geef. Want Herodes zal naar het kind op zoek gaan om het te doden.’ Dat deed Jozef. Hij stond snel op en nog diezelfde nacht vertrok hij met moeder en kind naar Egypte. Daar bleef hij tot de dood van Herodes. Dit gebeurde allemaal opdat ook dit woord van de Heer vervuld zou wor - den dat Hij gesproken had bij monde van de profeet: ‘Uit Egypte heb ik mijn zoon geroepen.’ a Deze uitspraak sloeg oorspronkelijk op de bevrijding van het volk Israël uit Egypte, maar kreeg bij de Here Jezus een diepere lading: Hij is in een heel bijzondere betekenis de Zoon van God en ook Hij werd uit Egypte geroepen. Hij vervult niet alleen de Schrift, maar ook de geschiedenis van Israël. Hij neemt als het ware de plaats van het volk in. 5 Herodes kreeg door dat de wijzen hem voor de gek gehouden hadden en werd ontzettend boos. Hij gaf het verschrikkelijke bevel dat alle jongetjes tot twee jaar oud in heel Betlehem en omstreken gedood moesten worden. Die leeftijd leidde hij af van wat hij van de wijzen te weten was gekomen. Daarmee gingen de woorden van de profeet Jeremia in vervulling: ‘Er klinkt een schreeuw in Rama, gehuil en geklaag. Het is Rachel 6 die huilt om haar kinderen. Zij wil zich niet laten troosten. Want haar kinderen zijn er niet meer.’ b In Egypte zag Jozef opnieuw een engel in een droom, nadat Herodes de Grote gestorven was. ‘Opstaan!’, zei hij. ‘Neem het kind en zijn moeder met je mee en ga op reis naar het land Israël, want degenen die het kind dood wilden hebben, zijn inmiddels overleden.’ En dus stond hij op en vertrok met het kind en zijn moeder en keerde terug naar Israël. Maar
27 DE GEBOORTE VAN DE MESSIAS Bijbelstudie A. Gevaar, verdriet en redding Naar aanleiding van hoofdstuk 4 (Matteüs 2:13-23) In de zesde eeuw heeft een monnik geprobeerd terug te rekenen tot het jaar van de geboorte van de Here Jezus. Dat is jaar 1 van de christelijke jaartelling geworden. Maar volgens de wetenschappers van nu is Herodes de Grote, die opdracht gaf tot de kindermoord in Betlehem, in 4 vóór Christus gestorven. Volgens hen heeft de monnik zich dus vijf of zes jaar vergist en is Jezus een paar jaar vóór het begin van onze jaartelling geboren. 1. Jezus wordt gered, maar kinderen in Betlehem sterven. In de Bijbel liggen redding en dood vaak dicht bij elkaar. Denk bijvoorbeeld aan David en Jonatan, of aan Petrus en Jakobus in Handelingen 12. Wat zegt dit jou over hoe God werkt? Verkennen 2. Wij geven vaak niet zoveel aandacht aan Jozef, maar in de eerste hoofdstukken van Matteüs speelt hij een grote rol. Wat lees je hier allemaal over hem? 3. Welke herhalingen vind je in dit gedeelte? Wat zou de functie daarvan ku nnen zijn? 4. Wat wordt er in deze geschiedenis volgens Matteüs allemaal vervuld? Verklaren 5. Waarom speelt Jozef zo’n grote rol? Wat was zijn betekenis voor de afkomst, de geboorte en de opvoeding van Jezus? 6. Waarom liet Herodes de pasgeboren jongetjes in Betlehem doden? Wat wilde hij daarmee bereiken? 7. Wat betekent het dat Jezus de Nazoreeër genoemd werd? Wat zegt dat over Hem? Verwerken 8. Ook in ons leven kunnen vreugde en verdriet dicht bij elkaar liggen. Hoe ga je daarmee om, ook in je relatie met God?