Ontdek de Bijbel
Inleiding op het evangelie van Johannes
Overzicht: Johannes 1: Johannes en het Oude Testament Bijbelstudie: Kerst (1:1-18) Be-teken-is
Overzicht: Johannes 2: De zeven tekenen Bijbelstudie: Het feest begint (2:1-11) Waar ontmoeten wij God?
Overzicht: Johannes 3-4: Wat is de echte tempel? Bijbelstudie: Verrassende gelovigen (4:19-42) Getuigen van Jezus
Overzicht: Johannes 5: Getuigen van Jezus Bijbelstudie: God is mijn Getuige (5:19-23, 30-40) Hemels brood
Overzicht: Johannes 6: De ‘ Ik ben’-uitspraken Bijbelstudie: ‘ Jezus, leven van ons leven’ (6:26-58) Licht en leven
Overzicht: Johannes 7-9: Vervulling van de joodse feesten Bijbelstudie: Het Licht zien (9:1-41) Jezus’ missie
Overzicht: Johannes 10-12: De twee kanten van Jezus’ verhoging Bijbelstudie: Jezus’ tijd is gekomen (12:20-36) Aan Christus verbonden
Overzicht: Johannes 13, 15, 17: Jezus volgen Bijbelstudie: Liefde verspreiden (15:1-17) De Geest van Christus
Overzicht: Johannes 14 en 16: Vader, Zoon en Heilige Geest Bijbelstudie: De Heilige Geest als raadsman (16:5-15) ‘Het is volbracht’
Overzicht: Johannes 18-20: De volle waarheid Bijbelstudie: Niet zien en toch geloven (20:19-31)
Literatuur
Overzicht
Johannes 1
Tierry Baudet begon zijn maidenspeech in de Tweede Kamer in 2017 verrassend genoeg in het Latijn. Niet iedereen was enthousiast. Mensen vonden het elitair. Maar het hee hem geen windeieren gelegd. Johannes maakt het ons ook niet gemakkelijk. Hij begint zijn evangelie niet zoals Mattheüs en Lukas met de geboorte van de Here Jezus in Bethlehem, maar met een gedicht over het goddelijke Woord dat mens geworden is (1:1-18). Pas in vers 17 wordt duidelijk dat hij daarmee Jezus Christus bedoelt. De rest van Johannes 1 kun je indelen aan de hand van verschillende getuigenissen, in de eerste plaats van Johannes de Doper. Het was zijn roeping om te wijzen op Jezus, ‘het waarachtige licht’ (1:9) dat aan alles voorafgaat. Want hoewel Johannes in leeijd ouder was dan Jezus, zegt hij: ‘ Hij was er eerder dan ik’ (1:15). Geen wonder dat hij in alle toonaarden ontkent dat hijzelf de Christus is (1:19-28, met name vers 20). Hij doopt immers met water, maar Jezus, ‘het Lam van God, dat de zonde van de wereld wegneemt’, zal dopen met de Heilige Geest (1:29-34). In 1:35-43 wijst Johannes de Doper zijn eigen leerlingen op Jezus en onder andere Andreas besluit Jezus te volgen. Hij haalt ook zijn broer Petrus erbij met de woorden: ‘ Wij hebben de Messias gevonden. ’ Opvallend is dat Johannes hier het Hebreeuwse woord Messias gebruikt, al gee hij er wel de Griekse vertaling ‘ Christus’ bij. In het Nederlands betekent dat ‘gezalfde’. In het Oude Testament werden mensen met een bijzondere opdracht van God vaak gezalfd, dat wil zeggen met heilige olie overgoten als teken van het ontvangen van de Heilige Geest. Denk aan priesters, koningen en profeten. De Here Jezus is Gods Gezalfde bij uitstek, want op Hem daalde de Heilige Geest Zelf neer ‘en Hij bleef op Hem’ (1:32). In het laatste gedeelte van Johannes 1, vers 44-52, is het Filippus die Nathanaël naar Jezus leidt. Die is aanvankelijk sceptisch, maar als Jezus laat merken dat Hij hem al kende voordat hij Hem ontmoet had, komt hij tot geloof. En hij belijdt: ‘ Rabbi, U bent de Zoon van God, U bent de Koning van Israël. ’ Dat is het hoogtepunt van de getuigenissen in dit hoofdstuk (vergelijk de belijdenis van omas in 20:28). Johannes schreef zijn evangelie naar eigen zeggen ‘opdat u geloo dat Jezus de Christus is, de Zoon van God, en opdat u, door te geloven, het leven zult hebben in Zijn Naam’ (20:31). Dat is nogal wat. Maar vanaf bladzijde 1 maakt hij volstrekt duidelijk dat hij hier volledig van overtuigd is. Hoe komt dit op jou over? Wat betekent deze belijdenis voor jou? Johannes en het Oude Testament Bij Johannes speelt het Oude Testament op de achtergrond voortdurend mee, al citeert hij er minder uit dan de andere evangelisten. In totaal maar een keer of veertien. Maar allerlei bedekte toespelingen op gebeurtenissen of teksten uit het Oude Testament vind je bij hem des te meer. Al vanaf de eerste woorden: ‘ In het begin’. Dat herinnert aan het scheppingsverhaal in Genesis 1:1. Met een paar woorden gee hij zo een knipoog naar het Oude Testament waar je gemakkelijk overheen leest. Kennen wij het Oude Testament wel goed genoeg om geen hints te missen? Dat vraagt wel wat oefening. Daarom nog een paar voorbeelden uit Johannes 1 om er wat meer gevoel voor te krijgen. Sommige verwijzingen zijn heel duidelijk. Zo worden Mozes (17, 46), Elia (21, 25) en Jesaja (23) bij hun naam genoemd. Meer verstopt zitten er een paar herinneringen aan de aartsvaders in. Zo zal de aanduiding ‘ Lam van God’ (vers 29 en 36) wel verwijzen naar het oerlam dat God Zelf gaf in plaats van Abrahams zoon Izak (Gen. 22:7v, 13v). En de uitspraak van de Here Jezus over Nathanaël, ‘ Zie, werkelijk een Israëliet in wie geen bedrog is’ (48), zinspeelt op de naamsverandering van Jakob. Zijn naam betekende zoiets als ‘hielenlichter’ (Gen. 25:26) of ‘bedrieger’ (Gen. 27:36). Maar later gaf God hem de naam Israël. Dat betekent ‘strijder met of van God’ (Gen. 32:28). Zit je eenmaal op dit spoor, dan zul je de toespeling in het laatste vers niet snel missen: ‘ Van nu af zult u de hemel geopend zien en de engelen van God opklimmen en neerdalen op de Zoon des mensen. ’ Dat herinnert natuurlijk aan de zogenaamde jakobsladder uit Genesis 28:12. Zulke bijna terloopse opmerkingen kunnen heel betekenisvol zijn. Dat Johannes de Doper Jezus het Lam van God noemt, krijgt zo de betekenis dat Hij Zijn leven gee als een oer in onze plaats, net zoals het lam uit Genesis 22 in de plaats van Izak kwam. En de betiteling van Nathanaël gee aan dat de ware Israëliet, net als hij, volgeling van Jezus Christus wordt. Ga zelf ook eens op zoek naar zinspelingen op het Oude Testament, bijvoorbeeld in het verhaal van de Samaritaanse vrouw (4:1-30). Let bijvoorbeeld op vers 5, 6, 12, 19, 25 en 26. Welke verwijzingen naar het Oude Testament ontdek je? En wat betekenen die? Al met al is het dus belangrijk om bij het lezen van Johannes voortdurend te letten op allerlei meer of minder duidelijke toespelingen op het Oude Testament. Dat kan veel verhelderen. Je zou zomaar de clou van de bruilo te Kana (2:1-11) kunnen missen als je niet weet waar een huwelijk of een bruilo in het Oude Testament voor staat. En waarom wordt van de man in Johannes 5 gezegd dat hij al 38 jaar ziek was? Waar kennen we dat getal van? Waarom noemt de Here Jezus Zichzelf de goede Herder en de ware Wijnstok? Zijn er ook andere herders en wijnstokken dan? En zo kun je nog wel even doorgaan. Opletten dus! En als je er zelf niet uitkomt, kan een studiebijbel helpen. Maar het mooiste is natuurlijk om samen zelf te ontdekken. Daar leer je meer van en dat blij je beter bij. B IJB ELS TUD IE Kerst ( Johannes 1:1-18) Voorbereiding. Johannes opent met een heel eigen versie van het kerstverhaal, niet vanuit een aards maar vanuit een hemels perspectief. Niet met een geboorte in een stal, maar met de komst van Jezus Christus (17) in de wereld, met de menswording van het eeuwige Woord van God. Het gedicht aan het begin van het evangelie van Johannes hee een zandloperstructuur, waarbij het begin en het eind elkaars spiegelbeeld zijn, waardoor er een kern in het midden ontstaat. We beginnen in de eeuwigheid bij God en via de schepping, de tijd van het Oude Testament en Johannes de Doper komen we uit bij de komst van het Woord in de wereld, dat wil zeggen bij Kerst, de geboorte van de Here Jezus. In het laatste stuk volgen we de omgekeerde route: ‘ Het Woord is vlees geworden’, lezen we eerst en via Johannes de Doper en Mozes komen we weer terug bij de Zoon Die aan het hart van de Vader rust. De verzen daartussenin vormen de kern van de zaak en zullen we daarom als laatste bespreken. Vragen: In welke verzen trekt Johannes het spoor van het begin naar de komst van het Woord in de wereld? En in welke verzen legt hij de omgekeerde weg af? Waarom doet hij dat? Wat wil hij daarmee zeggen? Welke verzen blijven dan over in het midden en waar gaan die over? Vat ze eens in eigen woorden samen. Vers 1-9. Volgens Johannes is Jezus Christus het Woord van God Dat leven gee en licht brengt. Joden zullen daarbij gedacht hebben aan het scheppende spreken van God (vers 3, vgl. Gen. 1:1-2:3) en aan wat in het Oude Testament gezegd wordt over de wijsheid die van eeuwigheid bij God is (Spr. 8:22ev). In het Griekse denken was het ‘woord’ (de Logos) de harmonie, de orde in het heelal. Datgene wat alles zinvol In het begin was het Woord en het Woord was bij God en het Woord was God. Dit was in het begin bij God. Alle dingen zijn door het Woord gemaakt, en zonder dit Woord is geen ding gemaakt dat gemaakt is. In het Woord was het leven en het leven was het licht van de mensen. En het licht schijnt in de duisternis, en de duisternis hee het niet begrepen. Er was een mens door God gezonden; zijn naam was Johannes. Hij kwam tot een getuigenis, om van het licht te getuigen, opdat allen door hem geloven zouden. Hij was het licht niet, maar was gezonden om van het licht te getuigen. Dit was het waarachtige licht, dat in de wereld komt en ieder mens verlicht. En het Woord is vlees geworden en hee onder ons gewoond (en wij hebben Zijn heerlijkheid gezien, een heerlijkheid als van de Eniggeborene van de Vader), vol van genade en waarheid. Johannes getuigt van Hem en hee geroepen: Híj was het van Wie ik zei: Deze Die na mij komt, is vóór mij geworden, want Hij was er eerder dan ik. En uit Zijn volheid hebben wij allen ontvangen, en wel genade op genade. Want de wet is door Mozes gegeven, de genade en de waarheid zijn er door Jezus Christus gekomen. Niemand hee ooit God gezien; de eniggeboren Zoon, Die in de schoot van de Vader is, Die hee Hem ons verklaard. Eeuwigheid Schepping Tijd van het Oude Testament Johannes de Doper Komst van de Here Jezus REA CTIES: TER UGB LIK Op de komst van de Here Jezus Op Johannes de Doper Op het Oude Testament Op de eeuwigheid Hij was in de wereld en de wereld is door Hem ontstaan en de wereld hee Hem niet gekend. Hij kwam tot het Zijne, maar de Zijnen hebben Hem niet aangenomen. Maar allen die Hem aangenomen hebben, hun hee Hij macht gegeven kinderen van God te worden, namelijk die in Zijn Naam geloven; die niet uit bloed, niet uit de wil van vlees en ook niet uit de wil van een man, maar uit God geboren zijn. 32 maakt en een doel gee (vgl. Ef. 1:10). Dat is de betekenis van de Here Jezus voor de hele wereld (lees ook Kol. 1:15-20). Hij brengt de hele schepping weer bijeen onder het gezag van God en gee zo aan alles weer zin en samenhang. Beide gedachten klinken mee in Johannes 1. Johannes de Doper (6-8) was voor Jezus uit gezonden om Zijn openbaar optreden voor te bereiden en Hem bij het volk aan te kondigen, zoals een belangrijk iemand werd voorafgegaan door een heraut (zie ook Esth. 6:11). Gespreksvragen: De evangelist benadrukt dat Johannes de Doper niet zelf het licht is, maar slechts een getuige (1:8, 15, 20; 3:28v; 10:41). Waarom zou hij dat doen (vgl. Hand. Omschrijf in eigen woorden wat het betekent dat Jezus Christus het Woord is Dat leven gee en licht brengt. Hoe ervaar je dat zelf? Als Johannes Jezus het Woord, de Logos noemt, haakt hij aan bij voorstellingen die in de Joodse en in de Griekse wereld leefden. Hoe kun je zelf aansluiten bij denkbeelden die in onze tijd leven om de betekenis van de Here Jezus duidelijk te maken? Waar denk je dan aan? Vers 14-18. Letterlijk vertaald zegt Johannes dat het Woord onder ons in een tent hee gewoond. Dat is een verwijzing naar de tabernakel. Net als het woord ‘heerlijkheid’: de heerlijkheid van de Here vervulde de tabernakel (Ex. 40:34). ‘ Vol van genade en waarheid’ is de nieuwtestamentische weergave van de woorden ‘rijk aan goedertierenheid en trouw’ uit Exodus 34:6. Dat is onderdeel van de Naam die de Here God voor Zichzelf uitriep toen Hij aan Mozes verscheen. Jezus lijkt hierin dus op Zijn Vader. De komst van de Here Jezus in de wereld is het hoogtepunt van de wereldgeschiedenis. Terugblikkend wordt duidelijk dat al het andere voorbereiding daarop is. Heel nadrukkelijk zien we dit bij Johannes de Doper, die Jezus aankondigde en letterlijk aanwees. Maar ook de middelaar van het oude verbond, Mozes, staat in de schaduw van Jezus Christus. Hij hee wel gesproken in de ora over verzoening tussen God en mensen, maar hij kon die niet werkelijk tot stand brengen. Dat kan alleen Jezus. Gespreksvragen: Johannes grijpt terug naar wat er gebeurde bij de inwijding van de tabernakel. Lees Exodus 40:34v. Wat betekent dit? Wat zegt dit volgens jou over Jezus? Er is niets mis met de wet van Mozes (zie bijvoorbeeld 1:46; 8:17 en 15:25), maar alleen dankzij Jezus worden de goedheid en de trouw van God ons deel. De wet spreekt daarover, maar Jezus Christus hee het echt gebracht, gerealiseerd. Wat is dan de betekenis van de wet van Mozes voor ons, christenen? Uit Jezus’ volheid hebben we ‘genade op genade’ ontvangen (16). Hoe ervaar je dat zelf? Waar zie je dat in je eigen leven? Vers 10-13. In deze verzen wordt de balans opgemaakt. De wereld als geheel hee Jezus niet willen kennen en ook ‘de Zijnen’ – met wie de Joden bedoeld worden – hebben Hem niet omarmd. Maar wat een rijkdom voor wie wel in Hem geloven! Zij mogen zich kinderen van God noemen omdat ze dankzij Jezus een nieuw leven ontvangen hebben. Volgens de Bijbel gaat ons leven verloren en eindigt het in gruwelijk verdriet en wroeging, ver van de liefdevolle aanwezigheid van God. Daar is geen redden aan, want we kunnen onszelf niet aan de haren uit het moeras trekken. Gelukkig wil God ons door Jezus Christus een ‘nieuwe schepping’ maken (2 Kor. 5:17) en eeuwig leven geven (1 Joh. 5:1, 13). Onvoorstelbaar, maar waar. Gespreksvragen: De blijdschap dat we kind van God mogen zijn kan vergezeld worden door verdriet om degenen die Jezus (nog) niet aangenomen hebben. Voel jij dat verdriet ook? Hoe ga je daarmee om? Waaruit blijkt dat je ‘uit God geboren’ bent? Of heb je er moeite mee om dat te zeggen? Wat wil je daarover delen? Hoe beïnvloedt het feit dat je kind van God mag zijn je leven: je denken, je spreken en je handelen?