Bevrijdend licht LYNN AUSTIN De Amerikaanseburgeroorlog 1 roman LYNN AUSTIN Bevrijdend licht 1 1853. Caroline Fletcher groeit op in Richmond, in het zuiden van de Verenigde Staten. Ze is jong, blank en rijk, en wordt dag en nacht omringd door slaven die haar verzorgen en bedienen. Voor Caroline is dat de normaalste zaak van de wereld. Dat verandert wanneer ze beseft hoe wreed en onrechtvaardig slaven behandeld worden. Ze gaat zich inzetten voor afschaffing van de slavernij. Wat ze nooit had voorzien, gebeurt: ze komt tegenover haar familie, vrienden en zelfs haar verloofde te staan. Dan breekt de Burgeroorlog uit tussen de zuidelijke en de noordelijke staten, waar de slavernij is afgeschaft. Caroline wordt verscheurd door tweestrijd. Ze is loyaal aan haar land, maar ze weet ook dat er in het zuiden alleen een einde zal komen aan de slavernij als het noorden de oorlog wint. Vóór alles wil ze doen wat God van haar verlangt. Maar moet ze dan haar land en liefde verraden? Is haar overtuiging zo’n hoge prijs waard? Bevrijdend licht is het eerste deel in Lynn Austins meeslepende trilogie over de Amerikaanse Burgeroorlog, waarvan inmiddels al bijna 70.000 exemplaren zijn verkocht. De andere twee delen in de serie zijn Donker vuur en Vlam van hoop. nur 342 De Amerikaanse burgeroorlog 1
Lynn Austin Bevrijdend licht Roman Vertaald door P.J. de Gier KokBoekencentrum Uitgevers, Utrecht Bevrijdend_licht_AUSTIN_druk13_binnenwerk_proef3.indd 3 05-08-19 19:01
Vertaling: P.J. de Gier Ontwerp omslag: Wil Immink Design Lay-out binnenwerk: Stampwerk, Nijkerk Dertiende druk, 2019 ISBN 978 90 297 2878 2 ISBN 978 90 297 2879 9 (ebook) NUR 342 www.kokboekencentrum.nl © 2003 Uitgeverij Voorhoeve – 2019 KokBoekencentrum Uitgevers Oorspronkelijk verschenen onder de titel Candle in the Darkness bij Bethany House Publishers, 11400 Hampshire Avenue South, Bloomington, Minnesota 55438, USA. © Lynn Austin, 2003 De Bijbelcitaten in deze uitgave zijn afkomstig uit de NBV, 2004. Alle rechten voorbehouden. Uitgeverij KokBoekencentrum vindt het belangrijk om op milieuvriendelijk e en verantwoorde wijze met natuurlijke bronnen om te gaan. Bij de productie van het papieren boek van deze titel is daarom gebruikgemaakt van papier waarvan het zeker is dat de productie niet tot bosvernietiging heeft geleid. Bevrijdend licht is het eerste deel in de serie over de Amerikaanse Burgeroorlog en wordt gevolgd door Donker vuur en Vlam van hoop Bevrijdend_licht_AUSTIN_druk13_binnenwerk_proef3.indd 4 05-08-19 19:01
Voor Ken, voor altijd, en voor Joshua, Benjamin en Maya Bevrijdend_licht_AUSTIN_druk13_binnenwerk_proef3.indd 5 05-08-19 19:01
Bevrijdend_licht_AUSTIN_druk13_binnenwerk_proef3.indd 6 05-08-19 19:01
7 Proloog Richmond,Virginia, 1864 Het zilveren maanlicht scheen door de kieren van de gesloten lui - ken heen waardoor de slaapkamer van Caro line Fletcher zwak werd verlicht. Het patroon op de hardhouten vloer deed haar denken aan de tralies van een gevangenis en ze huiverde bij de gedachte aan wat haar misschien weldra te wachten zou staan. Het was zinloos om in bed te blijven wachten tot ze eindelijk in slaap zou vallen. De slaap wilde niet komen. Caro lines geest en hart waren veel te vol. Ze gooi - de de losgewoelde dekens opzij en liep de kamer door om een kaars aan te steken. Beneden in de hal kondigden de slagen van de klok aan hoe laat het was. Ze bleef staan en telde de slagen – tien, elf, twaalf. Middernacht. Caro line had twee uur lang in bed met tranen in haar ogen liggen bidden voor al de mensen van wie ze hield. Maar ze voelde zich niet opgelucht nadat ze al haar zorgen aan God had toevertrouwd. Ze had in het bijzonder voor Charles, Jonathan en Josiah gebeden, en ook voor haar vader en Robert, en ze had God gesmeekt of Hij hen in deze lange, donkere nacht wilde bewaren. En ze had gebeden dat haar dwaze vergissingen en tekortkomingen hun geen schade zou - den brengen. Ze had niet voor haar eigen bevrijding gebeden. Het water waar ze nu doorheen moest, was veel te diep en de stroming veel te snel om veilig naar de kust terug te keren. Als ze opnieuw zou kunnen beginnen en niet in deze lange, af - schuwelijke oorlog verwikkeld zou zijn geraakt, zou ze deze tijd dan als een toeschouwer vanaf de zijlijn hebben gadegeslagen? Zou ze anders gekozen en minder risico’s genomen hebben? Caro line had zichzelf deze vragen ontelbare keren gesteld en was iedere keer tot dezelfde conclusie gekomen. Ze zou alles hetzelfde hebben gedaan en dezelfde weg betreden hebben. Maar hoe kon ze dat uitleggen Bevrijdend_licht_AUSTIN_druk13_binnenwerk_proef3.indd 7 05-08-19 19:01
8 aan de mensen van wie ze hield? Hoe zou ze kunnen verwachten dat ze haar zouden begrijpen? Terwijl ze door de kamer heen en weer liep, gingen haar gedach - ten in kringetjes rond. Had ze maar papier. Dan kon ze opschrijven wat ze gedaan had en precies uitleggen waarom ze zichzelf en de mensen van wie ze hield aan zo’n groot gevaar had blootgesteld. Maar papier was in het belegerde Richmond even moeilijk te vin - den als vlees – en bijna even kostbaar. Sommige kranten hadden hun laatste editie op behangpapier moeten drukken. Caro line bleef plotseling staan. De muren van de vestibule waren behangen met imitatie-marmerbehang. Haar vader had het gekocht tijdens een van zijn handelsreizen, en hoewel het Caro line herin - nerde aan hem en aan het goede leven dat ze hadden gehad, zou het nu een belangrijker functie kunnen vervullen. Het was uiteindelijk papier – heel veel vellen papier. En wat had je aan behang in een huis dat elk moment door de troepen van de Unie in brand gesto - ken zou kunnen worden? Ze herinnerde zich een loszittend stukje behang naast de deur van de bibliotheek. Caro line nam de walmende, zelfgemaakte kaars mee naar beneden en zette de kandelaar vlak bij de deur op de grond. Toen knielde ze neer en trok het behang behoedzaam verder los. Om het behang in de hele vestibule voorzichtig los te trekken, zou ze meer geduld nodig hebben dan ze nu kon opbrengen in haar wanhoop en vermoeidheid, maar nog voor de klok één uur sloeg had ze kans gezien een gescheurd stuk behang van zo’n halve meter los te trekken. Genoeg om mee te beginnen. Ze zou zo klein moge - lijk schrijven. Biddend om de juiste woorden en om de bedachtzaamheid die nodig was om deze taak te volbrengen, ging Caro line in de biblio - theek achter het mahoniehouten bureau van haar vader zitten en begon te schrijven. Terwijl ik dit bij kaarslicht zit te schrijven, wordt mijn geliefde stad Richmond door troepen van de Unie belegerd. De klok in de hal geeft aan dat het ver na middernacht is, maar ik kan niet Bevrijdend_licht_AUSTIN_druk13_binnenwerk_proef3.indd 8 05-08-19 19:01
9 slapen. Ik weet niet meer wat morgen zal brengen en ik weet ook niet wanneer ik gevangen zal worden genomen – maar ik ben er nu vrij zeker van dat dat zal gebeuren. Als ik in nachten als deze wakker lig, luister ik in het donker of ik een klop op mijn deur hoor. Ik denk aan Castle Thunder en vraag me af of ik spoedig bij de sombere gevangenen zal zitten die vanachter de tralies naar buiten kijken. Ik ben niet bang voor mijzelf, maar voor alle mensen die mij lief zijn. Ik moet uitleggen waarom ik deed wat ik gedaan heb, mijn eigen verhaal vertellen voordat het verteld wordt door mensen die het niet zullen begrijpen. Ze zullen mij ongetwijfeld een verraadster en een moordenares noemen en ik denk dat ik dat beide ben. Ik heb mensen verraden die vertrouwen in mij stelden. Door mijn toedoen zijn mensen gestorven. Mijn betrok - kenheid bij bepaalde gebeurtenissen in de Libby-gevangenis heeft tot beschuldigingen van morele ongepastheden geleid, maar – God is mijn getuige – ik ben hieraan niet schuldig. Maar mensen geloven nu eenmaal wat ze willen geloven. En als een hele reeks valse geruchten wordt toegevoegd aan de lijst van mijn slechte daden, dan twijfel ik eraan of ooit iemand zal be - grijpen waarom ik gehandeld heb zoals ik gedaan heb. Ik kan slechts bidden dat ze het zullen proberen te begrijpen. Ik ben niet bang voor de gevangenis, noch betreur ik één en - kele beslissing die ik genomen heb. Zoals de bijbel zegt: ‘Wie de hand aan de ploeg slaat en achterom blijft kijken, is niet geschikt voor het koninkrijk van God.’ Ik betreur het alleen dat ik on - schuldige mensen gekwetst heb. Ik heb altijd mijn best gedaan om niet te liegen, maar terwijl ik dit schrijf, ben ik me ervan bewust dat leugens niet alleen uit woorden bestaan – mijn leven is een leugen geweest. En daarvoor vraag ik Gods vergeving. Deze lange, slapeloze nachten hebben me volop de tijd gege - ven om over de dingen na te denken. In gedachten ben ik de hele weg teruggegaan naar de plaats waar mijn reis begon, naar die morgen dat ik wakker werd door het gehuil van Tessie om haar zoon. Ik wil voor mezelf nagaan of ik de dingen anders had kun - Bevrijdend_licht_AUSTIN_druk13_binnenwerk_proef3.indd 9 05-08-19 19:01
10 nen doen, of ik andere keuzes had kunnen maken, waardoor mijn situatie er anders zou uitzien dan op dit moment. Ik heb besloten mijn verhaal op te schrijven vanaf het allereerste begin. Ik hoop dat u het eerst helemaal zult lezen voordat u beoordeelt of het zondig was wat ik gedaan heb of niet. Dit is dan mijn verhaal. Bevrijdend_licht_AUSTIN_druk13_binnenwerk_proef3.indd 10 05-08-19 19:01
DEEL EEN Wie de ander liefheeft, blijft in het licht en komt niet ten val, maar wie de ander haat, bevindt zich in de duisternis. Hij gaat zijn weg in het duister, zonder te weten waarheen die weg voert, want de duisternis heeft hem blind gemaakt. 1 Johannes 2:10-11 Bevrijdend_licht_AUSTIN_druk13_binnenwerk_proef3.indd 11 05-08-19 19:01
Bevrijdend_licht_AUSTIN_druk13_binnenwerk_proef3.indd 12 05-08-19 19:01
13 1 Richmond,Virginia, 1853 Bij de eerste schreeuw werd ik met een schok wakker. De tweede schreeuw ging me door merg en been. Ik ging zitten en keek rond in de donkere kamer om te zien waar Tessie was, maar de stromatras waarop mijn kindermeid gewoon - lijk sliep, was leeg. ‘Tessie?’ Mijn stem beefde van angst. ‘Tessie, waar ben je?’ De regen kletterde tegen de ramen in een gelijk ritme met mijn hart - slag. Achter de luiken voor de ramen was een grauwe, sombere dag aangebroken. In de verte rommelde de donder. Toen verbraken de hartverscheurende kreten de stilte opnieuw. ‘Nee… alstublieft !’ Het tumult kwam van buiten, net onder mijn kamer. ‘Alstublieft, neem hem niet mee. Neem me mijn jongen niet af. Alstublieft !’ De stem die vanwege de angst nauwelijks herkenbaar was, was van Tessie. Ik kon het niet geloven. Zo lang ik me kon herinneren, in al de twaalf jaar dat ik haar kende, was Tessie een gelukkige, zorgeloze vrouw geweest. Als ze me met haar sierlijke bruine handen aan - kleedde en mijn haar borstelde, zong of neuriede ze altijd. Ze vro - lijkte me op als ik me eenzaam voelde, verdreef mijn verdriet met haar gelach en ze had altijd een glimlach op haar gezicht. Moeder had soms haar ‘buien’, waardoor ze moest huilen en zich dagenlang in haar kamer opsloot, maar ik had Tessie nog nooit horen huilen. En nu hoorde ik haar jammeren en huilen van ontzetting. ‘Alstublieft , stuur mijn jongen niet weg. Ik smeek het u, meester! Alstublieft !’ Toen begon ook Tessies zoon te huilen. Grady was negen jaar – drie jaar jonger dan ik – en ik had hem niet meer horen huilen sinds hij een baby was en in het gevlochten mandje in de keuken Bevrijdend_licht_AUSTIN_druk13_binnenwerk_proef3.indd 13 05-08-19 19:01
14 naast de haard had liggen slapen. Tessie had mij met hem laten spe - len alsof hij een levende pop was met dikke, bruine wangetjes, die mij door zijn gegiechel aan het lachen maakte. Ik herinner me dat ik geboeid werd door zijn handjes met de bruine vingertjes en de zachtroze handpalmen. Buiten klonken nu het gehuil en de smekende kreten steeds ver - der weg. Ik kwam uit bed en liep naar het raam dat uitzicht bood op het achtererf. Het duurde even voordat ik de luiken open kreeg, want ik had het nog nooit eerder gedaan. Tessie deed dat iedere morgen. Twee vreemdelingen liepen over het klinkerpaadje naar de giet - ijzeren poort en trokken de huilende Grady uit de beslotenheid van onze achtertuin met zich mee. Het waren ruige kerels, gekleed als arbeiders, en ik zag hoe ze Grady op een wagen zetten die bui - ten de poort stond te wachten. Op de wagen zaten een heleboel slaven van allerlei leeftijden en grootte, sommigen met ijzeren handen voetboeien. De mannen sloegen de slaven met zwepen en schreeuwden naar hen tot ze wat opschoven om ruimte te maken voor Grady. Papa stond met zijn armen over elkaar bij de achter - poort toe te kijken. Hij was al gekleed voor zijn werk en op de schouders van zijn overjas en de rand van zijn hoed zaten donkere plekken door de regen. Grote Eli, onze stalknecht, stond midden op het pad en had moeite Tessie tegen te houden die om haar zoon schreeuwde. ‘Nee, neem mijn zoon niet mee! Hij is alles wat ik heb. Alstu - blieft! Nee!’ Ik keerde me van het raam af en rende in mijn nachthemd naar beneden, zonder de moeite te nemen mijn sloffen of een jurk aan te trekken. Toen ik naar buiten rende, de regen in, zag onze kokkin Esther me vanuit de keuken die achter aan het huis was gebouwd. Ze rende naar buiten en pakte me vast voordat ik Tessie kon berei - ken en trok me toen de warme keuken binnen. ‘Ho, ho, missy… waar wil je heen in je nachthemd?’ ‘Ik wil naar Tessie,’ zei ik, terwijl ik me probeerde los te wring en. Ik probeerde langs Esther heen te komen en naar de deur te rennen, Bevrijdend_licht_AUSTIN_druk13_binnenwerk_proef3.indd 14 05-08-19 19:01
15 maar voor een vrouw met haar gewicht was ze verbazend snel en met haar dikke lichaam blokkeerde ze mij de weg. ‘Dat moet je niet doen, missy. Je mag niet naar buiten als je zo gekleed bent.’ ‘Maar… maar Tessie huilt. En Grady ook. Waar brengen die mannen hem met de wagen heen?’ ‘Meester Fletcher vertelt mij niet wat hij van plan is. Luister naar me! Je moet niet zo’n drukte maken, missy!’ Terwijl ik worstelde om los te komen, hield Esther me stevig vast, maar tegelijk wierp ze een bezorgde blik op de ham die ze in de pan voor ons ontbijt aan het braden was. Boven het geluid uit van het gesis in de pan, het knappende haardvuur en de regen die op het dak van de keuken kletterde, kon ik Tessies jammerkreten horen. Toen de wagen ten slotte wegreed, hoorde ik hoefgetrappel en het geratel van wielen. Even later ging de keukendeur open en kwam Grote Eli naar bin - nen die Tessie als een kind in zijn armen droeg. Ze verzette zich niet meer tegen hem, maar hing slap in zijn armen en had haar handen voor haar gezicht geslagen. Ze waren beiden doornat van de regen en het water droop uit hun kroeshaar alsof er tranen over hun ge - zicht liepen. Tessie snikte hartverscheurend en ik zag dat het niet alleen de regen was die over Eli’s gezicht stroomde. Ook hij huilde. ‘God weet hier alles van, Tessie,’ suste hij toen hij haar in een stoel bij het vuur zette. ‘God weet hoe je lijdt. Ze hebben Zijn Zoon ook meegenomen, weet je nog? Hij weet wat het is om een zoon te verliezen.’ Esther liet me eindelijk los en liep weer terug naar het vuur. Met een snelle beweging van de braadpan gooide ze de ham om en zette de pan toen weer op het vuur. Ik kon nu naar Tessie toe rennen, maar deed het niet. Verbijsterd door haar wanhoop deed ik een paar stappen achteruit. Het was maar zelden voorgekomen dat ze geen aandacht voor mij had. Zelfs toen Grady een baby was, liet ze hem huilend in zijn mandje achter om voor mij te zorgen als dat nodig was. Voor de eerste keer in mijn leven scheen Tessie zich niets van mij Bevrijdend_licht_AUSTIN_druk13_binnenwerk_proef3.indd 15 05-08-19 19:01
16 aan te trekken, net zomin als mijn moeder zich iets van mij aantrok als ze een van haar buien had. ‘Stil maar, niet huilen,’ mompelde Eli. Hij pakte Esthers omslag - doek van de spijker bij de deur en sloeg die om Tessies schouders. ‘Niet huilen…’ ‘Nee!’ schreeuwde Esther plotseling. Ze zette de braadpan met zo’n klap op tafel dat ik er kippenvel van kreeg. ‘Je moet dat mei sje laten huilen,’ zei ze tegen haar man. ‘Ik weet hoe ze zich voelt en jij ook. Is onze zoon ook niet weggehaald en verkocht? Een moeder komt nooit over dat verdriet heen. Nooit! Ik voel het nog steeds.’ Tessie keek op naar Esther met een gezicht dat vertrokken was van verdriet. ‘Jullie jongen zit slechts aan de andere kant van de heuvelrug. Jullie weten waar hij is. Mijn jongen wordt op de markt verkocht en ik zal hem nooit weerzien!’ ‘Alleen maar tijdens dit leven, Tessie,’ troostte Eli. ‘Daarna zul je voor eeuwig bij Grady zijn.’ Tessie veegde haar ogen af met de rug van haar hand en trok de omslagdoek dichter om haar rillende schouders. Haar blik viel nu voor het eerst op mij. Ze keek me doordringend aan, iets wat ze nog nooit eerder gedaan had. Geen enkele bediende waagde het een blanke rechtstreeks aan te kijken. Tessies ogen waren vol haat. ‘Dit is net iets voor je moeder,’ zei ze met een van woede trillen de stem. ‘Je mama zit hierachter.’ ‘Tessie!’ zei Eli geschrokken, ‘let op je woorden!’ Ik keerde me van hen af en vluchtte huilend het erf op, het huis in en ging naar boven naar mijn kamer. Ik zag Tessie de hele dag niet meer. Een poosje later kwam Luella met een dienblad met mijn ontbijt naar boven. Ze hielp me met aankleden en borstelde mijn haar. Maar Luella neuriede en zong niet zoals Tessie altijd deed, en ze borstelde mijn haar zo hard dat de tranen me in de ogen sprongen. ‘Waar is Tessie?’ vroeg ik haar toe n ze mijn bed opmaakte. ‘Waarom hebben die mannen Grady meegenomen?’ Luella haalde haar magere schouders op. ‘Dat weet ik niet, missy. Daar weet ik allemaal niets van.’ Bevrijdend_licht_AUSTIN_druk13_binnenwerk_proef3.indd 16 05-08-19 19:01
17 Ik zat de hele morgen alleen op mijn kamer uit het raam te staren en zag hoe de regen grote plassen vormde op de straat beneden. Ons huis op Church Hill stond op de hoek van Grace Street en de Twen - ty-sixth Street en vanuit mijn slaapkamer kon ik zowel ons achtererf als de straat zien. De poort stond open en zwaaide in de wind een beet je heen en weer. Ik staarde naar de plek waar de wagen had ge - staan en wilde wel dat hij terug zou komen, dat de mannen Grady terug zouden brengen en dat ons leven weer normaal zou worden. Maar de rijtuigen en de wagens die langs ons huis heen reden, gin - gen niet langzamer rijden, laat staan dat ze stopten. Grady kwam niet meer terug. Tegen de middag kwam het dienstmeisje van mijn moeder me halen. ‘Je moeder vraagt naar je,’ zei Ruby. ‘Ze wil dat je sam en met haar de lunch gebruikt. Op haar kamer.’ Het was voor het eerst dat ik mijn moeder weer zag na haar huil - bui van een paar weken geleden en ik had geen idee van wat ik kon verwachten. Ik was erg zenuwachtig toen ik van mijn kamer door de gang naar haar vertrekken liep – vooral omdat Tessie niet bij me was om me mee te trekken en moed in te spreken. Zodra ik de ka - mer binnenkwam, zag ik dat mijn moeder in een vrolijke stemming verkeerde. Ruby had de gordijnen opengetrokken en de luiken opengedaan, en hoewel het buiten nog steeds regende en het som - ber weer was, was haar kamer niet de akelige, neerslachtige plaats die deze gewoonlijk was als ze in een zwaarmoedige bui verkeerde. ‘Hallo liefje,’ zei ze, zwakjes glimlachend in haar stoel bij het raam. ‘Kom eens hier en geef je moeder een kus.’ Ik liep naar mijn moeder toe en beroerde met mijn lippen zacht haar wang. Ze zag er erg mager uit, onder haar bleke huid waren haar jukbeenderen duidelijk te zien. Maar mijn moeder was nog steeds een heel mooie vrouw die in gezelschap onmiddellijk opviel. Ik had mijn bruine haar van haar geërfd, maar mijn donkere ogen niet. Die kwamen van mijn vader. De ogen van mijn moeder waren zachtgrijs, de kleur van de wolken tijdens een voorjaarsstorm. Ik vroeg me af of de vele tranen die ze vergoten had, alle kleur aan haar ogen onttrokken hadden. Bevrijdend_licht_AUSTIN_druk13_binnenwerk_proef3.indd 17 05-08-19 19:01
18 Moeder beduidde me tegenover haar aan het tafeltje bij het raam te gaan zitten. Ze straalde iets uit van een manische intensiteit, alsof het bloed met grote snelheid door haar aderen stroomde. Terwijl Ruby het eten op tafel zette, praatte moeder opgewonden, waarbij ze van het ene onderwerp naar het andere ging als een vogeltje dat van de ene tak naar de andere vliegt. Ik luisterde nauwelijks, maar bestudeerde intussen het regelmatige, ovaalvormige gezicht van mijn moeder, haar sierlijke bewegingen en haar kleine handen ter - wijl ze haar servet op haar schoot legde. Haar hijgende stem en snelle woordenstroom klonken alsof ze de ene trap na de andere oprende naar de bovenste verdieping van een gebouw, waar haar een adembenemend uitzicht wachtte. Als ze die plaats, waar de hele wereld aan haar voeten lag, eenmaal bereikt had, wist ik dat haar dagen gevuld zouden zijn met vrolijkheid en opgewekte gesprekken. Ze zou plannen maken voor alle dingen die ze zou willen zien en gaan doen: gaan winkelen in de duurste zaken van Richmond, mooie zijden japonnen en hoeden bestellen die uit Engeland en Frankrijk geïmporteerd waren en naar danspartijen en exclusieve diners gaan. Ik had het al zo vaak met haar meegemaakt en wist wat erop zou volgen. Onvermijdelijk zou ze de trappen weer langzaam afdalen. De prettige gesprekken en de vrolijkheid zouden geleidelijk aan verdwijnen als ze weer naar beneden kwam, tot ze op zekere dag uiteindelijk de koude, donkere kelder zou bereiken, waar ze met verdriet en tranen zou leven. Ik dacht terug aan de bittere tranen die ik Tessie eerder die mor - gen had zien schreien en verzamelde al mijn moed. ‘Hebt u Grady weggestuurd?’ vroeg ik moeder, terwijl ze even haar mond hield om op adem te komen. ‘Hmm. Wat zou ik gedaan hebben, liefje?’ vroeg ze afwezig. ‘Hebt u Grady weggestuurd… het zoontje van mijn kindermeid Tessie?’ ‘Luister eens, Caro line, je weet dat ik me nooit met de bedienden bemoei, met uitzondering dan van Ruby natuurlijk. Die hoort al bij mij van toen ik nog net zo’n kind was als jij nu. Heb ik je dat ooit verteld? Ruby is mijn kindermeid geweest zo lang als ik me kan her - Bevrijdend_licht_AUSTIN_druk13_binnenwerk_proef3.indd 18 05-08-19 19:01
19 inneren. Mijn vader gaf haar aan mij als een huwelijkspresentje toen ik ging trouwen, omdat hij wel wist dat ik geen dag zonder haar zou kunnen. Evenals jij niet zonder jouw kindermeid kunt. Maar Tessie en al die anderen zijn het eigendom van je vader, niet van mij. Het is zijn taak om voor hen te zorgen en…’ Moeder hield plotseling haar mond. Ze fronste haar voorhoofd en heel even was ik bang dat ze boos was op mij. Misschien had ik haar niet naar Grady moeten vragen. Stel je voor dat ze mij ook zou wegsturen. Maar even later zei ze: ‘Wie heeft je haar zo afschuwelijk opgemaakt, Caro line? Het haarnetje zit helemaal scheef en de schei - ding zit niet eens in het midden. Het piekt alle kanten op… als de veren van een oude vogel.’ Moeder zette haar kopje thee neer alsof ze geen slokje meer zou kunnen nemen nu mijn haar zo afschuwelijk zat. ‘Ruby!’ riep ze. ‘Ruby, kijk jij eens of je iets aan het haar van dat kind kunt doen. Wat bezielt die kindermeid van jou dat ze zo’n knoeiboel van je haar maakt?’ ‘Tessie heeft mijn haar niet gedaan. Luella heeft het gedaan.’ ‘Luella? Maar zij is alleen maar een oude poetsmeid. Wie heeft dat ooit gehoord – een oude werkster die het haar van mijn dochter doet? Dit is gewoon afschuwelijk.’ ‘Luella moest mij vandaag helpen omdat ze Grady hebben mee - genomen en Tessie huilde zo en…’ Ze legde haar handen tegen haar oren. ‘Caro line, ik zei je dat ik niet over die mensen wil praten. Echte jongedames bemoeien zich niet met zulke onaangename dingen als slaven. Ik heb je vader er herhaaldelijk voor gewaarschuwd dat je veel te vertrouwelijk met hen omgaat. En kijk nu eens. Ik had wel gelijk. Dat is nu precies wat ik bedoelde. Dat is helemaal niet goed voor je. Ruby, sta daar niet zo dom te kijken. Doe iets aan haar haar.’ ‘Ja, mevrouw.’ Ruby nam me mee naar de kaptafel met de grote spiegel van mijn moeder. In de spiegel zag ik hoe ze het haarnetje losmaakte dat Lu - ella onhandig had vastgespeld, en mijn haar met de zilveren haar - borstel van mijn moeder begon te borstelen. De zachte slagen streel - Bevrijdend_licht_AUSTIN_druk13_binnenwerk_proef3.indd 19 05-08-19 19:01
20 den mijn hoofdhuid zoals Tessies zachte vingers dat deden als ze mijn slapen streelde om mij in slaap te krijgen. ‘Ze heeft uw haar, mevrouw,’ zei Ruby. ‘Zo dik en glanzend. Ze zal steeds meer op u gaan lijken. Kijk maar.’ Ruby maakte behendig een wrong van mijn haar en hield die tegen de achterkant van mijn hoofd, alsof ik een volwassen dame was. Op de een of andere ma - nier had ze kans gezien het aan de zijkanten een beet je te laten uit - steken, zodat mijn gezicht dezelfde ovale vorm kreeg als dat van mijn moeder. ‘Mag Ruby het zo vastspelden, moeder?’ smeekte ik. ‘Zodat het e r net zo uitziet als bij u?’ ‘Nee, natuurlijk niet. Daar ben je nog veel te jong voor. ‘Alstublieft. Alleen maar voor de grap?’ Ik wist niet waar ik de moed vandaan haalde. Ik was meestal te verlegen om iets tegen ie - mand te zeggen, zeker tegen mijn moeder, die in feite een vreemde voor me was. Maar ik miste Tessie en putte moed uit het feit dat mijn moeder weer uit haar depressie naar boven krabbelde. Terwijl ik haar gezicht in de spiegel bestudeerde, brak er eindelijk een glim - lach op door. ‘Nou, vooruit dan maar. Steek het maar op, Ruby. Dan kunnen Caro line en ik theedrinken als twee schone dames uit Richmond.’ Ruby trok met ervaren hand een scheiding in mijn haar, borstel - de het en stak het op, waarbij ze twee ivoren kammen van mijn moeder in mijn haar stak om het vast te houden. Mijn hoofd voelde vreemd en wiebelig. Ik staarde naar mijn spiegelbeeld en kon mezelf maar nauwelijks herkennen in het volwassen meisje dat terugstaar - de. ‘Missy Caro line zal heel mooi worden, net als u, mevrouw,’ zei Ruby, terwijl ze aan mijn haar werkte. ‘En ze heeft ook uw huid. Net zo wit als melk.’ ‘Als we van nu af aan kans zouden zien om haar ervan te weer - houden op het achtererf rond te rennen, kan het misschien zo blij - ven,’ zei moeder. ‘Ik zei al tegen haar vader dat ze nu twaalf jaar oud is en dat het jammer zou zijn als haar blanke huid door de zon be - dorven zou worden en ze sproeten zou krijgen. Of, nog erger, als ze Bevrijdend_licht_AUSTIN_druk13_binnenwerk_proef3.indd 20 05-08-19 19:01
21 eruit zou gaan zien als een van de slaven. Eerlijk gezegd, het is af - schuwelijk dat ze de hele dag met een van die kinderen speelt. Straks gaat ze er nog op lijken ook.’ Grady. Ik dacht plotseling terug aan de warme zonneschijn op mijn ha - ren en in mijn gezicht, aan het koele gras onder mijn blote voeten en aan Grady’s kirrende lach toen we achter elkaar aan zaten op het achtererf. Hoog boven ons had mijn moeder achter het gordijn voor het raam gestaan, een schaduw die ons in de gaten hield. De tranen sprongen in mijn ogen. Grady, mijn vriendje, mijn speelmakkertje, was weg. Ze hadden hem achter op die wagen vol geketende slaven gegooid. Terwijl ze verder ratelde, scheen mijn moeder mijn tranen niet op te merken. ‘Niet te geloven, Caro line, wat zie je er nu volwassen uit. Nog even en je bent te oud om jurken met korte mouwen te dragen. We zullen een hoepelrok voor je laten naaien in plaats van dat jurkje met linten dat je nu draagt. Maar ik moet eraan denken tegen die waardeloze kokkin van ons te zeggen dat ze je meer te eten moet geven. Echt, je bent veel te mager.’ Voor een twaalfjarig meisje was ik erg tenger en klein, maar dat was niet Esthers schuld. Ze deed haar best om me dikker te maken en zei steeds weer tegen me dat ik at als een zieke kip. Ze zei dat een flinke wind me nog eens op zou nemen en me helemaal naar Washington zou blazen. ‘Kom nu maar weer hier zitten, Caro line. We moeten een paar belangrijke veranderingen bespreken.’ De woorden van mijn moeder deden me huiveren. Ik ging op mijn plaats aan de theetafel zitten, maar was plotseling zo zenuw - achtig dat ik niet kon eten. Ik haatte alle veranderingen. Andere meisjes van mijn leeftijd gingen in de middag met hun moeders naar theekransjes, bezochten de huizen van hun vrienden en leer - den hoe ze zich in gezelschap moesten gedragen en beleefde ge - sprekken voeren. Maar mijn moeder, eens de schoonheid van Rich - mond, ging hoogst zelden uit. Door naar het gefluister van de bedienden te luisteren en doordat Bevrijdend_licht_AUSTIN_druk13_binnenwerk_proef3.indd 21 05-08-19 19:01
22 ik zag dat de dokter mijn moeder zeer regelmatig bezocht, had ik wel begrepen waarom. Haar buien van neerslachtigheid, waarbij ze dagen aan een stuk kon huilen, werden veroorzaakt door het feit dat ze mijn vader geen zoon had kunnen schenken. Ik had Ruby eens horen zeggen dat moeder haar baby ‘verloren’ had en ik maakte me lange tijd zorgen dat ze mij ook zou kunnen verliezen. Maandenlang, iedere keer dat ik met mijn moeder uitging bij een van die zeldzame gelegenheden dat we op visite gingen of naar de kerk met mijn vader erbij, klemde ik me aan haar rokken vast uit angst dat ze mij ook zou kunnen verliezen. Pas later begreep ik dat met het ‘verlies van baby’s’ werd bedoeld dat ze stierve n voor - dat ze geboren waren. Toen ik acht was, kreeg mijn moeder een zoon. Mijn ouders wa - ren overgelukkig. Maar hun blijdschap veranderde snel daarop in verdriet toen de baby een paar uur later stierf. Volgens Ruby was mijn broertje een ‘blauwe’ baby geweest en was hij gewoon te zwak om in leven te blijven. Het verdriet van mijn moeder duurde heel lang. Ik zag haar in geen maanden, maar dat deerde me nauwelijks. Ik had Tessie die voor me zorgde. Tessie drukte me met haar slanke, bruine armen dicht tegen zich aan en haar lange, sierlijke vingers veegden mijn tranen weg. En ik had Grady om mee te spelen. De stemmingen van mijn moeder verliepen daarna volgens een vast patroon. Ze was opgewekt en gelukkig als ze in verwachting was en de wanhoop nabij wanneer het weer een miskraam werd. Geleidelijk aan onttrok ze zich aan het sociale leven van de hogere kringen van Richmond, waarin ze eens zo geschitterd had. Ze was niet in staat om uit bed te komen als ze zwanger was en was niet bereid dat te doen als haar hoop opnieuw de bodem was ingesla - gen. Ik leidde net zo’n afgezonderd leven als mijn moeder en voelde me meer thuis bij de bedienden in de keuken dan bij de enkele fa - milieleden en vrienden die mijn moeder van tijd tot tijd bezochten. Ik wist niet wat ik tegen volwassenen moest zeggen – en ik had er ook niet de minste behoefte aan om iets tegen hen te zeggen. Ik was verlegen en onhandig en werd even zenuwachtig en schichtig als Bevrijdend_licht_AUSTIN_druk13_binnenwerk_proef3.indd 22 05-08-19 19:01
23 een jong vogeltje. Toen ik negen was, huurde mijn vader een gou - vernante die me lezen en schrijven, handwerken en pianospelen leerde. Ze woonde drie jaar bij ons en verliet ons een paar maanden geleden om met een boekhouder van een van de magazijnen van mijn vader te trouwen. Nu zat ik te draaien op de stoel van paardenhaar in de kamer van mijn moeder en wachtte angstig tot ze me zou vertellen wat deze belangrijke nieuwe veranderingen in mijn leven zouden zijn. ‘Luister, Caro line,’ begon ze. ‘Ik ben tot de conclusie gekomen dat het hoog tijd wordt dat je iedere dag met andere meisjes van je leeftijd naar een echte school gaat.’ Ik bleef als versteend op de stoel zitten. Ik wilde schreeuwen: ‘Nee!’ maar ik kon geen woord uitbrengen. ‘Je vader en ik sturen je naar het Instituut voor Jongedames in Richmond. Toen ik een meisje was, ben ik daar ook naar school geweest. We hebben alles al voor je geregeld.’ Bij het horen van haar woorden huiverde ik van angst. Ik werd altijd misselijk bij de geringste afwijking van mijn gebruikelijke routine en kreeg al maagkrampen als de kerkdiensten met Kerst en Pasen anders waren dan gewoonlijk. Het idee om naar een onbe - kende school te moeten gaan, om te maken te krijgen met een stren - ge directrice en een hele groep vreemde meisjes, vervulde me met afschuw. Mijn handen vlogen naar mijn mond toen mijn maag in opstand kwam. ‘Nou, Caro line, kijk nu niet of je wilt wegrennen en je onder het bed wilt verstoppen. Ik kan al die onzin niet meer verdragen. Ik be - grijp niet wat die kindermeid heeft gedaan om je zo schichtig te ma - ken, maar het wordt hoog tijd dat je je eens als de jongedame gaat gedragen die je behoort te zijn. En dat betekent dat je moet leren hoe je je in gezelschap moet gedragen en moet weten wat er van je ver - wacht wordt. Het spijt me dat ik je dit door mijn slechte gezondheid niet zelf heb kunnen bijbrengen, maar daar kan ik niets aan doen.’ ‘Maar nu voelt u zich toch goed, moeder,’ zei ik schor. ‘Kunt u mij dat hier thuis niet leren?’ ‘Doe niet zo dwaas. Het is veel beter voor je om met meisjes van Bevrijdend_licht_AUSTIN_druk13_binnenwerk_proef3.indd 23 05-08-19 19:01
24 je eigen leeftijd om te gaan. Tussen haakjes, de school begint over twee weken.’ Ik sloeg mijn handen voor mijn gezicht en snikte het uit. ‘Caro- line Ruth Fletcher, houd daar onmiddellijk mee op! Je bent geen kind meer en je gaat gewoon naar school, dus je kunt maar beter wennen aan het idee, hoor je me? Kijk me aan.’ Ik hief mijn hoofd op en knikte, maar de tranen bleven komen. ‘Ik zal een naaister huren om een nieuwe jurk voor je te maken,’ vervolgde ze. ‘Ik denk dat de meisjes op school nog steeds een groe - ne jurk dragen met een wit boordje. Dat was de traditie sinds ik als meisje naar die school ging. Het is zo’n mooie kleur groen en het zal je erg goed staan. Ik zal ook een paar bijpassende linten bestellen voor je haar. En laat onder geen beding Luella nog ooit je haar doen. Hoor je mij? Je kindermeid zal zich onmiddellijk moeten beheersen of ze krijgt met de zweep. Waarom eet je niet, Caro line? Drink je thee en eet je boterhammen op.’ Ik voelde me zo ellendig dat ik niet wist of ik wel zou kunnen eten. Plichtsgetrouw pakte ik een van de boterhammen die Esther had klaargemaakt en nam er kleine hapjes van, terwijl mijn moeder maar door bleef kletsen over haar herinneringen aan het Instituut voor Jongedames in Richmond. Ik zou heel wat langer tijd nodig hebben dan twee weken om aan het idee te wennen. Toen we ons eten eindelijk op hadden, was moeder toe aan haar laudanumpil en haar middagdutje. Ik was opgelucht dat ik weg mocht en was heimelijk blij toen ze vergat tegen Ruby te zeggen dat ze mijn haar weer los moest maken. Ik liep behoedzaam de kamer uit en hield mijn hoofd opgeheven, zodat de kammen niet uit mijn haren zouden losraken. Door het gesprek met mijn moeder was ik helemaal in de war geraakt en het leek wel of ik naar twee kanten tegelijk getrokken werd. Ik vond het prachtig dat ik er met mijn opgestoken haar al zo volwassen uitzag, maar ik wilde nog niet vol - wassen genoeg zijn om naar school te gaan. Ik vond het leuk om met mijn moeder thee te drinken en te eten, maar ik miste Tessies zorg en aandacht voor mij. Steeds als ik aan Grady moest denken of als ik terugdacht aan de haatdragende blik waarmee mijn kinder - Bevrijdend_licht_AUSTIN_druk13_binnenwerk_proef3.indd 24 05-08-19 19:01
25 meid mij had aangekeken, schoten de tranen me in de ogen. Ik had Tessie sinds het begin van de ochtend niet meer gezien. Ik besloot haar te gaan zoeken en rende even later buiten door de regen naar de keuken. Esther was druk bezig in de bewasemde keu - ken en snauwde bevelen naar de arme Luella. ‘Schiet eens op, meid, anders zal die saus nog aanbranden.’ ‘Waar is Tessie?’ vroeg ik boven het gekletter van de rammelende pannen en schalen uit. ‘Ze is ziek en ligt op bed,’ antwoordde Esther. ‘Luella, ik zei dat je mij die pot met zout aan moest geven, niet dat kleine zoutvaatje. Ben je soms doof?’ ‘Maar ik heb net in mijn slaapkamer gekeken,’ zei ik, ‘en Tessie lag niet op haar matras.’ ‘Ze is boven waar wij slapen.’ Esther gebaarde met een knikje van haar hoofd naar de ladder die toegang gaf tot het slavenkwartier boven de keuken. Ik wilde erheen lopen, maar Esther hield me op - nieuw tegen. ‘Nee, dat moet je niet doen. Je moet hier weggaan, mis - sy, en Tessie met rust laten.’ ‘Maar waarom mag ik niet naar haar toe? Is ze boos op mij?’ ‘Lieve deugd, kind, waarom zou ze boos zijn op jou? Ze is je kin - dermeid en jij bent haar lieve meisje. Ze treurt over haar jongen. Dat is alles. En je moet haar de tijd geven om dat te doen.’ Ik viel neer op een keukenstoel en hoopte dat Esther en Luella tegen mij zouden praten, maar ze hadden het te druk met het koken van een groot maal en hadden geen tijd voor een gesprek. Uiteinde - lijk slenterde ik weer terug naar het huis en liep de trap op naar mijn kamer, teleurgesteld dat ze geen van beiden mijn opgestoken haar hadden opgemerkt. De hele middag kletterde de regen tegen de ruiten. Ik kon me geen dag herinneren zonder dat Tessie bij me was en ik voelde me erg alleen. Ze kwam zelfs niet naar boven om me te vertellen dat ik mijn middagdutje moest gaan doen, en daarom besloot ik de kans waar te nemen en helemaal niet te gaan slapen. Ik ging voorzichtig op een stoel zitten, ervoor zorgend dat mijn haar niet losraakte, en begon een boek te lezen. Bevrijdend_licht_AUSTIN_druk13_binnenwerk_proef3.indd 25 05-08-19 19:01
26 Toen het bijna tijd was dat mijn vader zou thuiskomen, liep ik op mijn tenen naar het raam op de overloop en ging op mijn knieën op de bank zitten om hem te zien thuiskomen. Als ik misschien mijn vader kon smeken Grady terug te brengen, zou Tessie niet meer bedroefd hoeven te zijn. En als ik papa zou vertellen hoe bang ik was om naar school te gaan, zou ik misschien helemaal niet naar school hoeven. Eindelijk kwam zijn rijtuig voor het huis tot stilstand. Ik rende de trap af naar de hal en trok zelf de zware voordeur open – iets waar Tessie erg boos om geworden zou zijn als ze het gezien zou hebben. Gilbert, papa’s persoonlijke bediende, hield een paraplu boven papa’s hoofd toen hij haastig over het pad naar de deur liep. Mijn vader zag er moe uit; met de diepe lijnen in zijn knappe, vierkante gezicht leek hij oud. Door de zilveren draden in zijn haar en in zijn snor wist ik dat hij verscheidene jaren ouder was dan mijn mooie moeder, maar hoe oud hij precies was, wist ik niet. Ik had er ook geen idee van wat voor werk mijn vader de hele dag deed – ik wist alleen maar dat hij pakhuizen aan de James-rivier bezat, dat hij soms op reis ging en dan maanden wegbleef en dat hij zich voortdu - rend zorgen maakte over zijn schepen die heen en weer voeren naar Zuid-Amerika. Maar ondanks de regen en zijn vermoeidheid leek het dat mijn vader blij was om me te zien. Op zijn gezicht verscheen het vertrouwde, scheve glimlachje, waarbij hij zijn ene wenkbrauw optrok en zijn snor aan een kant omhoogging. ‘Kijk nu toch eens! Niemand heeft mij verteld dat we bezoek had - den! Wie is deze schone jongedame die mijn huis met een bezoek vereert?’ Hij boog zich als een heer voorover en kuste mijn vingers. Ik sloeg mijn andere hand voor mijn mond en giechelde. ‘Ik ben het, papa!’ ‘Nee maar! Dit kan toch niet mijn kleine Caro line zijn? Je ziet eruit als een schone dame uit Richmond.’ Ik sprong van mijn ene voet op de andere terwijl ik wachtte tot Gilbert papa’s jas had aangenomen. Mijn maag kromp ineen van de zenuwen. Toen ik eindelijk mijn stem had teruggevonden, klonk die erg benepen. ‘Mag ik u iets vragen, papa?’ Bevrijdend_licht_AUSTIN_druk13_binnenwerk_proef3.indd 26 05-08-19 19:01
27 ‘Ja natuurlijk. Komt u maar mee, jongedame, als het u behaagt.’ Hij bood me zijn arm en leidde me naar zijn bibliotheek. Papa liet zich in zijn stoel achter het bureau zakken, maar ik was te rusteloos om te gaan zitten. Ik stond voor hem en wrong me in allerlei boch - ten van de zenuwen. Plotseling wilde ik geen grote dame meer zijn. Ik verlangde er - naar dat papa mij op zijn knie zou trekken en dat ik mijn armen om zijn nek kon slaan zoals ik dat ook bij Grote Eli deed. Ik hield van mijn vader omdat hij zo knap was met zijn keurig geknipte snor en zijn golvende bruine haar, zijn mooie kleren en hagelwitte gesteven overhemden. Papa was aardig tegen mij en bracht altijd cadeautjes voor me mee als hij van een van zijn lange reizen thuis - kwam. Maar ik kon me niet herinneren ooit op zijn knie te hebben gezeten. Als ik de sterke armen van een man nodig had om me vast te houden en te troosten als ik verdriet had, rende ik altijd naar Eli toe. ‘En vertel mij nu maar eens waarom je vanavond zo opgewonden bent,’ zei papa toen Gilbert hem zijn borrel aanreikte. ‘Heb je be - zoek gekregen van een heer, liefje?’ ‘Papa!’ Ik bloosde bij de gedachte en toen ik weer aan mijn bood - schap dacht, haalde ik een keer diep adem. ‘Moeder zegt dat ik naar het Instituut voor Jongedames in Richmond moet.’ ‘Je zult er ongetwijfeld het mooiste meisje zijn,’ zei hij na een slokje genomen te hebben. ‘Maar moet ik erheen? Kunt u niet een andere gouvernante hu - ren die mij hier thuis les kan geven?’ ‘Luister, Caro line. Het is niet goed voor je om hier de hele dag in huis opgesloten te zitten.’ ‘Maar dat doet moeder toch ook.’ Het scheve glimlachje verdween langzaam. ‘Dat weet ik. Maar dat is anders. Je moeder is… erg zwak, maar jij bent een gezonde, sterke meid.’ Ik wachtte tot hij weer een slokje genomen had en flapte er toen de waarheid uit. ‘Maar ik ben bang om erheen te gaan.’ ‘Dat is dan een reden te meer om erheen te gaan. Je moet vrien - Bevrijdend_licht_AUSTIN_druk13_binnenwerk_proef3.indd 27 05-08-19 19:01
28 dinnen krijgen van je eigen leeftijd, liefje. Je moet over je verlegen - heid heen raken.’ Ik liet teleurgesteld mijn hoofd hangen en vocht tegen mijn tra - nen. Papa zette zijn borrel op het bureau en boog zich naar voren om mijn kin op te tillen. ‘Kijk me aan, Caro line. Ik ben het deze keer met je moeder eens. Je brengt veel te veel tijd door met Tessie en Eli en de andere be - dienden. Je bent nu een jongedame en het wordt hoog tijd dat je eens echte vrienden krijgt.’ ‘Maar zij zijn mijn vrienden – mijn allerbeste vrienden. ‘Nee, liefje, ik wil verder geen tegenwerpingen meer horen, be - grepen?’ Ik knikte en slikte mijn tranen en protesten in. Papa scheen te - vredengesteld te zijn en leunde weer achterover in zijn stoel. Maar bij het noemen van Tessie dacht ik weer terug aan de afschuwelijke scène waardoor ik die morgen wakker was geworden en aan de an - dere vraag die ik nog moest stellen. ‘Papa, waar hebben die mannen Grady heengebracht?’ Hij pakte een sigaar uit de doos die Gilbert hem voorhield. ‘Daar hoef jij je allemaal geen zorgen over te maken, Caro line.’ ‘Tessie zei dat we hem nooit meer terug zullen zien. Is dat waar?’ ‘Ja,’ zei hij met een zucht. ‘Ja, ik neem aan dat dat waar is. ‘Maar waarom? Wat heeft Grady verkeerd gedaan dat u hem weggestuurd hebt?’ ‘Hij heeft helemaal niets verkeerd gedaan, liefje. Waarom denk je dat?’ ‘Sommige mannen op die wagen hadden ketenen aan hun voe - ten, alsof ze naar de gevangenis gingen.’ Hij schudde zijn hoofd. ‘Ze gaan niet naar de gevangenis. Alleen slaven die geprobeerd hebben weg te lopen, dragen ketenen. Ik weet zeker dat Grady niet zo dom zal zijn om dat te doen.’ ‘Tessie zei dat het allemaal de schuld van moeder is. Het wegstu - ren van Grady was haar idee.’ Papa’s gezicht betrok. Hij zag er plotseling ongelukkig uit en draaide wat ongemakkelijk in zijn stoel heen en weer. Even was ik Bevrijdend_licht_AUSTIN_druk13_binnenwerk_proef3.indd 28 05-08-19 19:01
29 bang dat ik hem boos gemaakt had en dat hij mij net zo haatdragend zou aankijken als Tessie gedaan had. Maar papa keek naar de sigaar tussen zijn vingers en niet naar mij. ‘Luister, Caro line. Grady is nu een grote jongen. Het is tijd dat hij de wereld in trekt, net zoals het voor jou tijd is om naar school te gaan. Jij moet nieuwe vrienden maken en hij moet de kost gaan verdienen.’ ‘Maar Grady verdient de kost toch. Hij helpt Eli met de paarden, en voor Esther draagt hij water en hout aan, en…’ ‘Een pientere, gezonde jongen als Grady kan iets nuttigs bijge- bracht worden – hij kan smid of timmerman worden of een ander beroep leren waarvan zijn meester plezier zal hebben. Bovendien hebben we hier personeel genoeg, zodat we wel zonder hem kun - nen.’ ‘Maar Grady…’ ‘Stil.’ Papa stak zijn hand op om mij tot zwijgen te brengen. ‘ Gra - dy is nu niet meer van ons. Ik heb hem verkocht. En dit is het laatste wat ik ooit nog over de jongen wil horen. Begrepen? Je moet hem vergeten.’ Papa dronk in één teug zijn glas leeg en legde de niet-aangesto - ken sigaar weer neer. ‘Je zult mij nu moeten excuseren, Caro line. Je moeder en ik verwachten vanavond gezelschap voor het diner en ik moet me nog omkleden.’ Esther bracht me die avond mijn eten op mijn kamer. Ze was de hele dag met de voorbereidingen voor het diner bezig geweest en zag er uitgeput uit. ‘Missy,’ zei ze, terwijl ze het zweet met haa r schort van haar gezicht veegde, ‘ik ben zo moe dat ik net als een paard staande zou kunnen slapen.’ ‘Komt Tessie mij nog instoppen?’ vroeg ik. ‘Nee, kind,’ zei ze zacht. ‘Tessie moet in alle rust haar verdr iet verwerken. Morgenochtend zal ze weer zichzelf zijn. Dat zul je zien.’ ‘Maar wie helpt mij dan met uitkleden? Ik kan de strikken achter op mijn rug niet zelf losmaken… of de haakjes van mijn korset…’ ‘Dat zal Luella of Ruby dan moeten doen. Ik ben helemaal op.’ Ze draaide zich om en wilde de kamer uitlopen, maar bleef toen staan. ‘En luister, missy. Je moet niet meer over Grady praten en je moet Bevrijdend_licht_AUSTIN_druk13_binnenwerk_proef3.indd 29 05-08-19 19:01
30 morgen Tessie geen vragen over hem stellen. Ze kan hem maar beter vergeten en dat lukt haar niet als jij steeds weer over hem praat.’ Dat had mijn vader mij ook al gezegd. Vergeet hem. Vergeet Gra - dy . ‘Maar mag ik haar dan niet vragen…?’ ‘Nee, juffrouw Caro line. Je mag haar niets vragen over die arme jongen.’ De dag eindigde net zo raar als hij begonnen was. Luella kwam naar boven om me te helpen met uitkleden, maar haar handen wa - ren zo ruw en eeltig door al het geschrob en geboen dat ik haar al - leen maar toestond mijn keurslijfje en de haakjes van mijn korset los te maken. Ik trok zelf mijn rokken uit. Luella wist ook niet hoe ze de dekens terug moest slaan zoals Tessie altijd deed, en hoe ze mij in moest stoppen. Het was erg vreemd om aan de andere kant van mijn kamer Tes - sies lege matras te zien. Ik was nog nooit eerder alleen gaan slapen. Ik vroeg Luella een brandende kaars achter te laten. ‘Zorg er wel voor dat je geen brand veroorzaakt,’ waarschuwde ze, voordat ze weer haastig naar beneden ging om de vaat te gaan doen. Terwijl ik in bed naar het flakkerende kaarsvlammetje lag te kij - ken, kon ik niet nalaten om voortdurend aan Grady te denken, ook al hadden papa en Esther mij dan verteld dat ik dat niet moest doen. Ik had gezien hoe Tessie hem borstvoeding gaf en had hem gehol - pen bij zijn eerste, wankele stapjes. Ik had hem van een dikke, tevre - den baby zien opgroeien tot een zorgeloos jongetje, dat met me speelde alsof we broertje en zusje waren. We hadden samen in de tuin gestoeid, in de magnoliaboom geklommen, en hadden Eli tot wanhoop gedreven terwijl hij aan het werk was door hem met onze talrijke vragen te bestoken. Grady was algauw groot genoeg geweest om te kunnen werken en terwijl ik lezen en schrijven leerde, leerde hij voor de paarden te zorgen en hoe hij de wielen van de rijtuigen moest invetten. Maar iedere middag speelden we samen als ons werk erop zat. Bevrijdend_licht_AUSTIN_druk13_binnenwerk_proef3.indd 30 05-08-19 19:01
31 Grady was even opgewekt en goedhartig als zijn moeder en door de karweitjes die hij iedere dag moest doen – hout hakken en water putten – groeide hij op tot een stevige, gespierde jongen. Tegen de tijd dat hij negen jaar was, was hij even groot als ik en twee keer zo sterk. Maar vanmorgen had hij zo klein en hulpeloos geleken toen de mannen hem meesleepten naar de straat, zo verloren en wanho - pig toen ze hem op de wagen met de slaven zetten. Papa zei dat ik hem moest vergeten. Hij zei dat ik Grady nooit weer zou zien. Ik rolde op mijn buik, begroef mijn gezicht in het kussen en snik - te. Bevrijdend_licht_AUSTIN_druk13_binnenwerk_proef3.indd 31 05-08-19 19:01
Bevrijdend licht LYNN AUSTIN De Amerikaanseburgeroorlog 1 roman LYNN AUSTIN Bevrijdend licht 1 1853. Caroline Fletcher groeit op in Richmond, in het zuiden van de Verenigde Staten. Ze is jong, blank en rijk, en wordt dag en nacht omringd door slaven die haar verzorgen en bedienen. Voor Caroline is dat de normaalste zaak van de wereld. Dat verandert wanneer ze beseft hoe wreed en onrechtvaardig slaven behandeld worden. Ze gaat zich inzetten voor afschaffing van de slavernij. Wat ze nooit had voorzien, gebeurt: ze komt tegenover haar familie, vrienden en zelfs haar verloofde te staan. Dan breekt de Burgeroorlog uit tussen de zuidelijke en de noordelijke staten, waar de slavernij is afgeschaft. Caroline wordt verscheurd door tweestrijd. Ze is loyaal aan haar land, maar ze weet ook dat er in het zuiden alleen een einde zal komen aan de slavernij als het noorden de oorlog wint. Vóór alles wil ze doen wat God van haar verlangt. Maar moet ze dan haar land en liefde verraden? Is haar overtuiging zo’n hoge prijs waard? Bevrijdend licht is het eerste deel in Lynn Austins meeslepende trilogie over de Amerikaanse Burgeroorlog, waarvan inmiddels al bijna 70.000 exemplaren zijn verkocht. De andere twee delen in de serie zijn Donker vuur en Vlam van hoop. nur 342 De Amerikaanse burgeroorlog 1