VERZAMELD WERK
BEGELEIDINGSCOMMISSIE Prof. dr. W.J. van Asselt † Prof. dr. G. van den Brink (voorzitter) Dr. P. van den Heuvel Drs. ir. T. Jacobs Prof. dr. G.G. de Kruijf † Prof. dr. F.A. van Lieburg Dr. B. Plaisier Drs. J. Stelwagen Dr. J.P. de Vries
Dr. A.A. van Ruler Verzameld Werk Deel 6B Cultuur, samenleving, politiek, onderwijs bezorgd door Dr. D. van Keulen Uitgeverij Boekencentrum, Zoetermeer
De uitgave van het Verzameld Werk van dr. A.A. van Ruler is mede mogelijk door: Confessionele Vereniging Maatschappij van Welstand Stichting Aanpakken Stichting “Ad Pias Causas” Stichting Dr. Hendrik Muller’s Vaderlandsch Fonds Stichting Van Eijkfonds Stichting Pro Religione et Libertate Stichting Zonneweelde Studiefonds Gereformeerde Bond in de Protestantse K erk in Nederland Vereeniging tot Uitgave van Gereformeerde Geschrift en Deze band is in het bijzonder mogelijk gemaakt door : Stichting Jagtspoelfonds www.uitgeverijboekencentrum.nl www.tukampen.nl www.aavanruler.nl Vormgeving omslag: Studio Anton Sinke (www.antonsin ke.nl) Vormgeving binnenwerk: Dirk van Keulen ISBN 978 90 239 7087 3 NUR 700 © 2016 Uitgeverij Boekencentrum, Zoetermeer Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave m ag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotoko pieën, opnamen of op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van d e uitgever.
INHOUD I NLEIDING 11 1. Christen, cultuur en samenleving 11 1.1 Het Nederlands Gesprek Centrum 11 1.2 Achtergronden van het herderlijk schrijven 17 1.3 Christendom/protestantisme en cultuur 25 1.4 Het communisme 27 2. Nederland, Protestantisme, Europa, het Westen 30 3. Kerk en staat 37 3.1 Een vroege interesse 37 3.2 Bijbelse fundering 39 3.3 Artikel 16 van ‘Fundamenten en Perspectieven’ 40 3.4 Enkele latere teksten over aspecten van de ver houding tussen kerk en staat 42 3.5 (Ambts)gebed 44 4. Kerk en politiek 44 4.1 Politiek is een heilige zaak 45 4.2 Een ommezwaai met betrekking tot de democratie en politieke partijen 45 4.3 Evangelische radicaliteit in de politiek 47 4.4 De politieke verantwoordelijkheid van de kerk 48 5. De Protestantse Unie 49 5.1 Het ontstaan van de Protestantse Unie 49 5.2 Het echec van de parlementsverkiezingen van 194 6 56 5.3 Van Rulers betrokkenheid bij de Protestantse Un ie na de verkiezingen van 1946 73 6. Christendom en humanisme 81 7. Opvoeding en onderwijs 90 8. Commentaar bij de tijd 101 8.1 Bij gebeurtenissen binnen de koninklijke famili e 101 8.2 De wederopbouw van de Nederlandse samenleving na de Tweede Wereldoorlog 102 8.3 Herdenken 106 8.4 Processieverbod 107 8.5 De jaren zestig 112
6 * * * 1. CHRISTEN , CULTUUR EN SAMENLEVING De culturele taak van de overheid 116 Achtergronden van het herderlijk schrijven 123 Personalisme – democratie – verzuiling 182 Gestaltwerdung Christi in der Welt 186 De christen en de cultuur 224 Gerechtigheid en wet 234 Het gesprek 242 Het gesprek in de Nederlandse samenleving 247 Protestantisme en cultuur 257 Het communisme als stimulans voor ons christen-zijn 275 De verhouding van de christelijke religie en de cul tuur 281 De nood van de ongelovige 292 2. NEDERLAND , PROTESTANTISME , EUROPA , HET WESTEN Is Nederland een protestantse natie? 298 Taak en toekomst van het protestantisme in Nederlan d 304 De christen en de eenheid van Europa 311 De waarden van het Westen 314 Waarom nu juist het christendom – in Európa, nú? 31 9 3. KERK EN STAAT Kerk en staat 326
7 De staat in het Oude en Nieuwe Testament 355 Bijbel, staat en kerk 458 De staat in verband met artikel 16 van Fundamenten en Perspectieven van Belijden 478 [Romeinen 13:1-7] 499 Principiële en historische aspecten van de verhoudi ng tussen kerk en overheid 502 De verhouding tussen kerk en staat 517 Die prinzipielle, geistliche Bedeutung der Frage na ch dem Verhältnis zwischen Kirche und Staat 530 De structuurverandering in de verhouding van kerk e n overheid 545 Het ambtsgebed in gemeenteraden 559 Openen en sluiten met gebed 572 4. KERK EN POLITIEK Christen en burger 576 De kerk spreekt over de politiek 579 Christendom, kerk en politiek 589 Bestaansrecht van christelijke politieke partijen 5 93 Kerk en politiek 614 Evangelische radicaliteit in de politiek 619 5. PROTESTANTSE UNIE Wat is het karakter van de Protestantse Unie? 624 Politiek is een heilige zaak 630 De Protestantse Unie (I) 643
8 Ons cultureel-sociaal program 646 Om kerk, volk en het Friese Christelijk-Historische beginsel 650 De doorbreking van het isolement 653 De gemeenschappelijke dienst van God 656 De Protestantse Unie (II) 660 Tevreden of bezorgd? Waarover? 662 De staat en de openbaring 663 De Vrije Natie 671 Onze grondlijnen 674 De staat en de geschiedenis 686 Apostolaat en theocratie 690 De voortgaande reformatie van het volk 693 Samenwonen als volk in verscheidenheid 697 6. CHRISTENDOM EN HUMANISME Christendom en humanisme (I) 712 Christendom en humanisme (II) 723 Christendom en humanisme (III) 736 De overheid in Nederland en het humanisme 744 Het moderne humanisme in de oude christenheid 764 Christendom en humanisme (IV) 766 De kijk van een katholiek-reformatorisch christen o p het Humanistisch Verbond 769
9 7. OPVOEDING EN ONDERWIJS De idee der humaniteit in de opvoeding 782 Kerstening van het Voorbereidend Hoger en Middelbaa r Onderwijs 791 Opvoeding in schoolverband naar de emotionele zijde 816 De christelijke school en de wetenschap 827 Is neutraliteit in de opvoeding mogelijk? 841 Onderwijs in reformatorische zin 844 De school, het evangelie en de cultuur 862 Wat verwachten wij van de school ten aanzien van he t leven der kerk? 876 De School met de Bijbel in de toekomst 879 8. COMMENTAAR BIJ DE TIJD Dat Israël nu zegge, dat zijne goedertierenheid in der eeuwigheid is 886 Ik zal mij nederbuigen naar het paleis Uwer heiligh eid 889 Wij zullen juichen over uw heil, en de vaandelen op steken in de Naam onz es Gods. De Here vervulle al uwe begeerten 892 Opdat mijn huis vol worde 896 Er zit goed nieuws in de lucht 899 Jubelend keert hij huiswaarts, dragend zijn garven 900 Heroriëntering 902 De vrijheidsgedachte 914 [Avondwijding] 917 [Leger en volk] 919 [Radiotoespraak op 5 mei 1946] 923
10 Feest 927 De zin van het herdenken 930 Wij staan op wacht 933 De verhouding van herdenken en verwachten 935 Protestants standpunt ten aanzien van het processie verbod 940 De christelijke kijk op macht en vrijheid 945 Democratie en gezag 949 Houdt ook uw straat schoon 957 Gezag en geweld 960 Gezag en verantwoordelijkheid 965 De democratisering van de wilsfactor 968 Afkortingen 974 Register van namen 978
INLEIDING Deze tweede band van het zesde deel van het Verzameld Werk van Van Ruler, die u nu in handen houdt, vormt onlosmakelijk een eenheid met de eerste band van het zesde deel. Beide banden hebben een verschillende o ndertitel, respectievelijk: ‘De theocratie’ (6A) en ‘Cultuur, samenleving, politiek , onderwijs’ (6B). Dat geeft aan, dat de focus van beide verschillend is. Hebben in d eel 6A alle teksten betrekking op de theocratie, in deel 6B is het perspectief breder . Dat neemt niet weg dat cultuur, samenleving, politiek en onderwijs ook in deel 6A v olop aan de orde komen en dat de theocratie in deel 6B dikwijls impliciet of expl iciet de achtergrond vormt van op- stellen of lezingen. De teksten van deze band zijn verdeeld over acht c lusters, die nu in acht paragra- fen nader worden ingeleid. 1. CHRISTEN , CULTUUR EN SAMENLEVING Het eerste cluster van deze band omvat twaalf tekst en, die zich laten onderbrengen onder de kop: ‘Christen, cultuur en samenleving’. D e eerste, getiteld ‘De culturele taak van de overheid’, vloeit voort uit Van Rulers participatie aan het Nederlands Gesprek Centrum. Omdat dit cluster nog twee andere teksten bevat die daar betrek- king op hebben, zal nu eerst bij dit instituut word en stilgestaan. 1.1 Het Nederlands Gesprek Centrum Het Nederlands Gesprek Centrum ( NGC ), dat nog steeds bestaat, 1 is – nadat in de jaren 1947-1948 reeds is geëxperimenteerd 2 – in 1949 opgericht op initiatief van de pedagoog, filosoof en natuurkundige Ph.A. Kohnstamm (1875-1951). 3 De eerste door het NGC uitgegeven brochure maakt duidelijk, dat ervaringe n voor, tijdens en kort na de Tweede Wereldoorlog de aanleiding voor d e oprichting vormen. Deze brochure begint namelijk met de zinnen: ‘De oorlog heeft Nederland naast veel kwaads ook go ede dingen gebracht. In de strijd tegen de bezetter bestond een voor 1940 t e vaak gemist contact tus- sen de personen en groepen behorend tot verschillen de levensopvattingen. In 1. Zie voor informatie de website: www.nederlandsge sprekcentrum.nl. 2. Wat wil het N.G.C.? , s.l. s.a. [1949], 3 (Nederlands Gesprek Centrum P ublicatie N o 1). 3. Philipp (later: Philip) Abraham Kohnstamm (1875- 1951), Nederlands natuurkundige, filosoof en pe- dagoog; privaatdocent logica en kennisleer aan de G emeente Universiteit te Amsterdam (1907); bui- tengewoon hoogleraar in de thermodynamica aan dezel fde universiteit (1908); bijzonder hoogleraar opvoedkunde vanwege de Maatschappij tot Nut van ’t Algemeen (1918); van 1932-1939 was hij te- vens buitengewoon hoogleraar aan de Rijksuniversite it Utrecht. Omdat hij van Joodse afkomst was, werd hij in 1940 door de bezetter gedwongen zijn am bt neer te leggen. Na de bevrijding keerde hij te- rug om een jaar later met emeritaat te gaan. Kohnst amm geldt als de grondlegger van de empirische onderwijskunde in Nederland. Hij bekleedde verschil lende maatschappelijke nevenfuncties (na de Tweede Wereldoorlog was hij bijvoorbeeld voorzitter van de onderwijscommissie van de P VDA).
12 de kampen 4 en daarbuiten groeide vaak een waardering voor elk aar en een inzicht in de motieven en denkbeelden van de ander, dat voorheen onbekend was. Aan deze openheid denkt meer dan één soms met teleurgestelde ver- wondering terug en vraagt zich af, waarom dit thans niet meer, althans in veel mindere mate het geval is’. 5 Een van de oorzaken daarvan is de bestuurlijke nood zaak om binnen korte tijd tot een voor zo veel mogelijk mensen en richtingen aanv aardbaar compromis te komen. Tot een werkelijk gesprek komt het daardoor niet. Z o’n gesprek heeft echter grote waarde: ‘De confrontatie met anderen zal ieder der deelneme rs dwingen zichzelf en zijn opvattingen te toetsen. Hij heeft zich in het gesprek met anderen niet al- leen voor de ander, maar ook voor zichzelf te veran twoorden. Dat kan mede- brengen, dat men een bepaalde mening wijzigt, het k an ook zijn dat men de waarde en juistheid van eigen standpunt zuiverder e n dieper gaat zien. In bei- de gevallen wordt winst geboekt. Daarnaast biedt he t gesprek de gelegenheid om elkanders standpunt, dat men over en weer dikwij ls slechts uit de tweede of derde hand kent, scherper te zien en zo beter te ervaren wat men aan elkaar heeft. Ook dat is winst – voor de individuele groep en en voor het geheel’. 6 Werkelijk gesprek kan dus leiden tot beter inzicht in en begrip voor ingenomen standpunten. Dit is van groot belang voor de cohesi e binnen de Nederlandse samen- leving. In de eerste jaren na de oprichting beperkt het NGC zich tot drie stromingen: de ‘reformatorisch-christelijke, de rooms-katholiek e en de humanistische, in hun di- verse schakeringen’. 7 De werkwijze van het NGC bestaat in het organiseren van ge- sprekskringen op verschillende niveaus: landelijke commissies (bestaand uit niet meer dan tien personen, die onder meer verantwoorde lijk zijn voor uit te brengen publicaties), en regionale of lokale ‘gesprekscentr a’ (bestaand uit ongeveer twintig personen, die rapporteren aan de landelijke commiss ies). 8 Bij de oprichting van het NGC onderscheidt het Curatorium zes mogelijke thema’s voor gesprek: 9 1. Neutrale Staat? 2. De politieke partij en het parlementaire stelse l. 3. Radio. 4. Centralisatie of decentralisatie. 5. De vrouw in de moderne maatschappij. 6. Idealen van opvoeding. Bij elk van deze zes thema’s worden deelvragen onde rscheiden. Zo noemt men on- der het eerste thema de deelvragen: ‘1. Verhouding Kerk en Staat; 2. Verhouding Humanistisch Verbond en Staat, mede in verband met b.v. de geestelijke verzorging 4. In het bijzonder doelt men hier op de ervaringen opgedaan door een groep v ooraanstaande Nederlan- ders, die tijdens de oorlog in gijzeling werden geh ouden te Sint-Michielsgestel. Zie daarover later in deze inleiding, §5 (pag. 51v.). 5. Wat wil het N.G.C.? , 1. 6. Wat wil het N.G.C.? , 2. 7. Wat wil het N.G.C.? , 2. 8. Wat wil het N.G.C.? , 4. 9. Wat wil het N.G.C.? , 5v.
13 van militairen; 3. Culturele taak van de overheid; 4. Processievrijheid; 5. Crematie- vrijheid; 6. Zondagsviering; 7. Eed en belofte; 8. Vrijheid van meningsuiting; 9. Be- scherming van goede zeden’. Van Ruler is kort na de oprichting bij het NGC betrokken geraakt. Daarbij zal zijn functie als hoogleraar vanwege de Nederlandse Hervo rmde Kerk een rol hebben ge- speeld. Tevens is niet ondenkbaar dat zijn promotor Th.L. Haitjema, 10 die van het begin af aan zitting heeft gehad in het Curatorium van het NGC , zijn naam heeft ge- noemd als mogelijke participant. Van Ruler heeft, b lijkens de aanduidingen ‘een oase in de woestijn’ 11 en ‘onvolprezen Nederlands Gesprek Centrum’, 12 veel waar- dering voor het NGC gehad. Uit wat hijzelf over het NGC en de noodzaak van gesprek schrijft, blijkt dat hij van harte achter de doelst elling van dit instituut staat, al heeft hij ook vragen. 13 Daarbij zal ook een rol hebben gespeeld, dat hij g enoot van ge- sprek en discussie. Illustratief daarvoor is wat Pu chinger opmerkt over de ‘Hilver- sumse theologenclub’, 14 die vanaf 1941 maandelijks bijeenkwam in de pastor ie aan de Elzenlaan 17 te Hilversum: ‘hij [Van Ruler; DvK] was tuk op commentaar, op reactie, desnoods op tegenspraak, áls er maar respo ns was’. 15 Van Ruler heeft van vier landelijke commissies dee l uitgemaakt: 16 1. In de eerste plaats de commissie ‘Neutrale Staat ’. Andere leden van deze com- missie zijn: B. van Bilsen O.F.M., I.A. Diepenhorst , 17 F.J.F.M. Duynstee, Th.L. Haitjema, A.F. van Leeuwen S.J., A. Stempels (voorz itter), J.G. van der Ploeg (secretaris) en W.G. Vegting. 18 Wanneer Stempels zich als gevolg van ziekte moet terugtrekken uit de commissie, neemt Haitjema de voorzittershamer over. Uit de door deze commissie samengestelde brochure Staat en Cultuur (1951) blijkt, dat men het er binnen de commissie over een s is, dat de begrippen ‘Staat’ en ‘neutraliteit’ te complex zijn om deze onmiddell ijk in relatie tot elkaar te be- spreken. Daarom besluit men om vanuit concrete vrag en beide begrippen te be- naderen. De commissie start met het begrip ‘neutral iteit’ en onderscheidt daar- 10. Theodorus Lambertus Haitjema (1888-1972), hervo rmd predikant te De Meern (1914), Hoogmade en Rijpwetering (1916) en Apeldoorn (1918-1923); hoogl eraar vanwege de Nederlandse Hervormde Kerk aan de Rijksuniversiteit Groningen (1923-1959; geschiedenis van de Nederlandse Hervormde Kerk, dogmatiek en kerkrecht). Zie over hem: BLGNP, Deel 6 , 107-110. Haitjema was een van de leermeesters van Van Ruler gedurende zijn studie th eologie te Groningen. Tevens was hij in 1947 Van Rulers promotor. 11. Zie later in deze band, pag. 249. 12. Zie later in deze band, pag. 698; vgl. ook: A.A . van Ruler, ‘De vreugde van het ambt’, in: Archief Van Ruler, inventarisnummer I,445, pag. 6 ( VW5B). 13. Zie later in deze band vooral pag. 247vv. Vgl. ook: A.A. van Ruler, VW1, 476. 14. Zie over de ‘Hilversumse theologenclub’: Dirk v an Keulen, ‘Inleiding’, in: VW1, 30v.; id., ‘Inlei- ding’, in: VW4A, 104-106; en voor de samenstelling: id., ‘Inleidin g’, in: VW6A, 9-11. 15. G. Puchinger, ‘Herinnering aan Van Ruler’, in: GW 27/15 (15 oktober 1971), 82. 16. Ik heb het Nederlands Gesprek Centrum gevraagd na te gaan aan welke commissies Van Ruler heeft deelgenomen. Als antwoord kreeg ik dat dit niet mee r viel te achterhalen. Op basis van gegevens in het Archief Van Ruler en publicaties van het NGC laat zich het volgende overzicht reconstrueren. 17. Enkele jaren eerder heeft Van Ruler zich diep g ekwetst gevoeld door Diepenhorst. Zie daarover late r in deze inleiding pag. 66-69. Blijkbaar heeft dit n iet in de weg gestaan, dat beiden hebben deelgeno- men aan de commissie ‘Neutrale Staat’. 18. Van Bilsen, Duynstee en Van Leeuwen zijn rooms- katholiek; Haitjema, Van der Ploeg en Van Ruler zijn lid van de Nederlandse Hervormde Kerk; Diepenh orst behoort tot de Gereformeerde Kerken in Nederland en Stempels en Vegting vertegenwoordigen de humanistische stroming.
14 binnen drie complexen van vragen: 1. Neutraliteit t en opzichte van de gods- dienst; 2. Neutraliteit ten opzichte van andere lev ensopvattingen; en 3. Neutrali- teit ten opzichte van de cultuur. 19 De heren van de commissie kiezen vervolgens voor de laatstgenoemde vraag en onderscheiden daarb ij drie deelvragen: 1. Hoort de staat of overheid een culturele taak toegekend t e worden? 2. Zo ja, hoe ver strekt deze taak zich uit? 3. Op welke wijze is dez e taak uit te oefenen? 20 De rest van de brochure brengt aan het licht dat de meninge n uiteenlopen. Het eerste hoofdstuk bestaat daarom uit een ‘Overzicht der men ingen’: samenvattingen van teksten geschreven door commissieleden, die in het tweede deel van de brochure als bijlagen zijn toegevoegd. Op basis daarvan word en in het tweede (‘Staat, overheid en cultuur’) en derde hoofdstuk (‘Staat en cultuur in onze concrete situ- atie’) begripsmatige toelichtingen en samenvattinge n van opvattingen met be- trekking tot thema’s als: overheid en zelfwerkzaamh eid, normen, onderwijs, beeldende kunsten, literatuur, radio en televisie, en sport aangeboden. Van Ruler schrijft een van de bijlagen: ‘De culturele taak va n de overheid’. 21 Deze bevat verscheidene voor Van Rulers denken kenmerkende pun ten, wat onder meer daarin tot uitdrukking komt, dat in deze band van h et Verzameld Werk dikwijls wordt terugverwezen naar de annotatie bij deze teks t. 22 2. Na de publicatie van het rapport Staat en Cultuur ontvangt de commissie ‘Neu- trale Staat’ van het Curatorium van het NGC het verzoek haar gesprek voort te zetten ‘en nu te rapporteren over “Kerk en Staat”, waarbij men dan ook ter spra- ke zou brengen de verhouding tussen Staat en levens beschouwelijke verbanden als het Humanistisch Verbond’. 23 De commissie bestaat dit keer aanvankelijk uit: B. van Bilsen O.F.M., I.A. Diepenhorst, Th.L. Haitj ema (voorzitter), A.F. van Leeuwen S.J., C.J. Munter, Ch. Petit, H.N. Ridderbo s, A.A. van Ruler, J.G. van der Ploeg (secretaris), W.G. Vegting en H.B.J. Wasl ander. 24 De gereformeerden Diepenhorst en Ridderbos treden later vanwege te dr ukke werkzaamheden terug uit de commissie en worden door twee andere gerefor meerden vervangen: D. Nauta en A.D.R. Polman. In 1955 verzorgt deze commi ssie de brochure Kerk en Staat . Evenals in het geval van Staat en Cultuur is deze brochure vooral een in- ventarisatie van opvattingen, waarbij een groot dee l van de eerder onder ‘Neutra- 19. B. van Bilsen O.F.M., e.a., Staat en cultuur, s.l. s.a. [1951], 2 (Nederlands Gesprek Centrum, publi- catie N o. 4). 20. B. van Bilsen, e.a., Staat en cultuur, 2. 21. B. van Bilsen O.F.M., e.a., Staat en cultuur, 32-36; zie in deze band pag. 116-122. Andere bijl agen werden verzorgd door: A.F. van Leeuwen S.J. (‘De cu lturele taak van de Staat’), A. Stempels (‘De culturele taak van de overheid’), I.A. Diepenhorst (‘Overheid en cultuur’), Th.L. Haitjema (‘Over- heid en cultuur in een staat als de onze’) en W.G. Vegting (‘De staatstaak naar humanistische opvat- ting’). 22. Met het oog op de omvang van deze band is beslo ten bij grote aantallen kruisverwijzingen deze slechts eenmaal in de band in een eindnoot op te ne men en andere keren naar deze eindnoot te ver- wijzen. 23. B. van Bilsen O.F.M., e.a., Kerk en Staat, Kampen/Utrecht-Antwerpen/Den Haag 1955, 3 (Neder- lands Gesprek Centrum, publicatie N o. 10). 24. Van Bilsen, Van Leeuwen en Petit zijn rooms-kat holiek; Haitjema, Van der Ploeg en Van Ruler zijn lid van de Nederlandse Hervormde Kerk; Diepenhorst en Ridderbos behoren tot de Gereformeerde Kerken in Nederland; Munter is lid van de Evangelis ch-Lutherse Kerk; en Vechting en Waslander vertegenwoordigen de humanistische stroming.
15 le Staat’ genoemde deelvragen aan de orde komt. Reg elmatig worden bij bepaal- de opvattingen ook namen genoemd. Van Ruler komt vi ermaal voor: – Samen met Haitjema, Nauta en Polman is hij van me ning dat ‘[o]ns volk […] een christelijk volk [is], besloten onder het Woord van God. De geschiedenis is niet ongedaan te maken en deze geeft het perspec tief aan een Staat, waarin men ongehinderd uitzicht heeft op de verkondiging v an het bijbels getuigenis aangaande de God van Israël, de Vader van Jezus Chr istus’. Dit ligt in één lijn met wat Van Ruler betoogt in teksten in het tw eede cluster van deze band over de vraag of Nederland een protestantse natie i s. 25 – Samen met Haitjema en Polman spreekt hij zich uit voor handhaving van het processieverbod. 26 – Ten aanzien van de vraag of begrafenis en cremati e gelijkgesteld moeten worden, is de meerderheid van de commissie van meni ng dat begrafenis de regel behoort te zijn en ‘dat crematie slechts subs idiair moet mogelijk ge- maakt worden’. Van Ruler behoort hier met de humani stische commissiele- den en secretaris Van der Ploeg tot de minderheid, die staat voor ‘gelijkstel- ling en subsidiëring. Men dient volgens hen de voor standers van crematie niet in een oppositie te dringen. Dit brengt ook sc hade toe aan de mogelijk- heid van apostolaat’. 27 – Binnen het kader van de vraag naar ‘anti-christel ijke propaganda’ maakt Van Ruler ‘de opmerking, dat de ontwikkeling van de Sta at de verkeerde kant uit- gaat. De met de democratie opgekomen tendens naar z oveel mogelijk neutra- liteit leidt tot nihilisering van het leven. Er ont staat een vacuum, dat om vul- ling vraagt, b.v. nationaal-socialisme, fascisme, c ommunisme. Daar werd te- genover gesteld door vele andere leden, niet-christ elijke en christelijke, dat een vulling met deze demonische systemen ook voorko mt in Staten, die wel christelijk gevuld waren: Rusland, Hongarije, Itali ë, Spanje en de Zuidameri- kaanse Staten. Zij zijn bevreesd voor elk prijsgeve n van welk element dan ook in de moderne democratie’. 28 3. Na de publicatie van Kerk en Staat is de commissie die voor dit rapport verant- woordelijk is hoogstwaarschijnlijk opgeheven. Al sp oedig wordt Van Ruler voor een nieuwe commissie uitgenodigd. Deze draagt de na am: ‘Geestelijke leiding van volwassenen’. Voorzitter en secretaris van de c ommissie zijn opnieuw res- pectievelijk Th.L. Haitjema en J.G. van der Ploeg. 29 Naast Van Ruler zijn de an- dere leden: A.F. van Leeuwen S.J., D. Nauta, J. Pen nock M.S.C., P.A. Pols, B.J. Verhoeven, H.B.J. Waslander en J.A.M. Weterman. 30 Naast inmiddels vertrouw- 25. B. van Bilsen O.F.M., e.a., Kerk en Staat, 25v. 26. B. van Bilsen O.F.M., e.a., Kerk en Staat, 28v. (vgl. later in deze inleiding pag. 111). 27. B. van Bilsen O.F.M., e.a., Kerk en Staat, 30. 28. B. van Bilsen O.F.M., e.a., Kerk en Staat, 33. 29. Johannes Gijsbertus van der Ploeg (1916-1986), econoom en politicus; sinds 1940 lid van de Neder- landse Hervormde Kerk; werd in 1946 lid van de P VDA; was langdurig namens de P VDA als wethou- der betrokken bij het bestuur van de stad Rotterdam ; van 1981-1986 lid van de Eerste Kamer der Sta- ten-Generaal (informatie ontleend aan de website ww w.parlement.com; bezocht op 16 oktober 2015). 30. Van Leeuwen, Pennock, Verhoeven en Weterman zij n rooms-katholiek; Haitjema, Van der Ploeg en Van Ruler zijn lid van de Nederlandse Hervormde Ker k; Nauta behoort tot de Gereformeerde Kerken in Nederland; en Pols en Waslander vertegenwoordige n de humanistische stroming.
16 de bekenden zijn er dus ook enkele nieuwe gespreksp artners. Aanleiding voor het oprichten van deze commissie is de uitgave van het zogeheten bisschoppelijk Mandement (1 mei 1954), waarin aan rooms-katholieke n het lidmaatschap van het socialistische Nederlands Verbond van Vakvereni gingen, het regelmatig le- zen van socialistische tijdschriften en dagbladen, het frequent luisteren naar de VARA en het bijwonen van socialistische vergaderingen o p straffe van weigering van de sacramenten wordt verboden en het lidmaatsch ap van de P VD A wordt ontraden. 31 Dit roept bij het Curatorium van het NGC de vraag op ‘in hoeverre een zekere leiding aan volwassenen dient te worden gegeven, respectievelijk mag worden gegeven’. 32 Na vier jaar gesprek levert de commissie een eindr ap- port, dat dezelfde titel heeft als de naam van de c ommissie en dat opnieuw het karakter draagt van een inventarisatie van meningen . Het rapport bevat twee bij- lagen, die beide van de hand van Van Ruler zijn, na melijk ‘Het geweten in ver- band met de geestelijke leiding van volwassenen’ 33 en ‘De reformatorische op- vatting van de onfeilbaarheid’. 34 4. Ten slotte heeft Van Ruler deel uitgemaakt van d e in 1962 in het leven geroepen commissie ‘Democratie’, 35 die aanvankelijk opnieuw onder voorzitterschap stond van Th.L. Haitjema. Participatie aan deze com missie, die in 1968 een rap- port uitbrengt, heeft Van Ruler als gevolg van ziek te echter voortijdig moeten beëindigen. 36 Behalve door participatie aan vier commissies – wa armee hij dus jarenlang be- trokken is geweest bij de werkzaamheden van het NGC – is Van Ruler op nog één ander moment actief geweest voor dit instituut, nam elijk bij de viering van zijn tien- jarig jubileum. Deze viering vindt plaats op 3 okto ber 1959 in restaurant Esplanade, dat gevestigd was in de Stadsschouwburg te Utrecht. Van Ruler, de rooms-katho- lieke hoogleraar Edward Schillebeeckx en Jaap van P raag, de oprichter van het Hu- manistisch Verbond, houden alle drie een lezing ond er de titel ‘Het gesprek’. Ko- ningin Juliana is een van de luisteraars. 37 De lezingen zijn door het NGC uitgegeven in een nieuwe brochure onder de titel Het gesprek. 38 Van Rulers lezing wordt in deze 31. Johannes kardinaal de Jong, e.a., De katholiek in het openbare leven van deze tijd. B isschoppelijk mandement 1954 , Utrecht 1954. 32. Th.L. Haitjema, e.a., Geestelijke leiding van volwassenen , Kampen/Utrecht-Antwerpen/Den Haag 1961, 1 (Nederlands Gesprek Centrum, publicatie N o. 23). 33. A.A. van Ruler, ‘Het geweten in verband met de geestelijke leiding van volwassenen’, in: Th.L. Hait- jema, e.a., Geestelijke leiding van volwassenen , 37-38; en in: VW3, 206-209. 34. A.A. van Ruler, ‘De reformatorische opvatting v an de onfeilbaarheid’, in: Th.L. Haitjema, e.a., Geestelijke leiding van volwassenen , 39-40 (en op te nemen in: VW, deel 7). 35. Zie de op briefpapier van het Nederlands Gespre k Centrum getypte uitnodiging voor participatie aan de ‘commissie Democratie’: J.G. van der Ploeg aan A .A. van Ruler, d.d. 3 januari 1962, in: Archief Van Ruler, inventarisnummer VI,B, map Nederlands Ge sprek Centrum. 36. H.M. Franssen, e.a., Democratie, Kampen/Utrecht-Antwerpen/Den Haag 1968, 1 (Nederl ands Ge- sprek Centrum Publicatie N o 36). In de inleiding van deze brochure wordt 1964 genoemd als jaar van oprichting van deze commissie. 37. Ik leid dat af uit een krantenfoto (geknipt uit een onbekende krant), in: Archief Van Ruler, inven ta- risnummer VII,2, Plakboek 6, nummer 572. Van de bij eenkomst werd ook verslag gedaan in de Nieuwe Rotterdamsche Courant (ibid ., nummer 571), het Utrechtsch Nieuwsblad , 5 oktober 1959 (en Plakboek 6, nummer 573) en Het Vrije Volk, 5 oktober 1959, [11]. 38. J.P. van Praag, A.A. van Ruler en E.C.F.A. Schi llebeeckx, Het gesprek , Kampen/Utrecht-Antwerpen/ Den Haag 1960 (Nederlands Gesprek Centrum, Publicat ie N o. 1 (nieuw)), 7-10.