VERZAMELD WERK
BEGELEIDINGSCOMMISSIE Prof. dr. W.J. van Asselt † Prof. dr. G. van den Brink (voorzitter) Dr. P. van den Heuvel Drs. ir. T. Jacobs Prof. dr. G.G. de Kruijf † Prof. dr. F.A. van Lieburg Dr. B. Plaisier Drs. J. Stelwagen Dr. J.P. de Vries
Dr. A.A. van Ruler Verzameld Werk Deel 6A De theocratie bezorgd door Dr. D. van Keulen Uitgeverij Boekencentrum, Zoetermeer
De uitgave van het Verzameld Werk van dr. A.A. van Ruler is mede mogelijk door: Confessionele Vereniging Maatschappij van Welstand Stichting Aanpakken Stichting “Ad Pias Causas” Stichting Dr. Hendrik Muller’s Vaderlandsch Fonds Stichting Van Eijkfonds Stichting Pro Religione et Libertate Stichting Zonneweelde Studiefonds Gereformeerde Bond in de Protestantse K erk in Nederland Vereeniging tot Uitgave van Gereformeerde Geschrift en Deze band is in het bijzonder mogelijk gemaakt door : Stichting Jagtspoelfonds www.uitgeverijboekencentrum.nl www.tukampen.nl www.aavanruler.nl Vormgeving omslag: Studio Anton Sinke (www.antonsin ke.nl) Vormgeving binnenwerk: Dirk van Keulen ISBN 978 90 239 7086 6 NUR 700 © 2016 Uitgeverij Boekencentrum, Zoetermeer Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave m ag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotoko pieën, opnamen of op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van d e uitgever.
INHOUD I NLEIDING 7 1. Theocratische grondlijnen 12 2. Concretiseringen van de theocratie 37 2.1 De kolonie 37 2.2 De doodstraf 54 2.3 De neutraliteit en de radio 61 3. Debat naar aanleiding van ‘Theocratische grondli jnen’ 65 3.1 Droom en Gestalte 66 3.2 Staat en hart in de theologie 73 4. Latere teksten over de theocratie 78 5. Theocratie en tolerantie 80 * * * 1. THEOCRATISCHE GRONDLIJNEN 94 2. CONCRETISERINGEN VAN DE THEOCRATIE Het sociale recht en zijn bijbelse achtergrond 338 De kolonie. Enkele theologische notities 341 De doodstraf 395 De neutraliteit en de radio 536 3. DEBAT NAAR AANLEIDING VAN ‘THEOCRATISCHE GRONDLIJNEN ’ Droom en Gestalte. Een discussie over de theologisc he principes in het vraagstuk van christendo m en politiek 542 Staat en hart in de theologie 745
6 4. LATERE TEKSTEN OVER DE THEOCRATIE Vragen rondom Artikel 36 752 Theocratie 756 Theocratie en democratie 761 Theocratie leidt tot algemene kerstening van het ge laat van het leven 767 5. THEOCRATIE EN TOLERANTIE [Aantekeningen theocratie en tolerantie] 772 Theocratie en tolerantie (I) 813 Vragen rondom de verdraagzaamheid 840 Problemen in de tolerantie-idee 847 De verdraagzaamheid in een theocratische staat 862 De tolerantie in het christendom 868 Theocratie en tolerantie (II) 944 Afkortingen 960 Register van namen 964
INLEIDING Het zesde deel van Van Rulers Verzameld Werk bestaat uit twee omvangrijke ban- den. Ze hebben een verschillende ondertitel, nameli jk: ‘De theocratie’ (6A) en ‘Cul- tuur, samenleving, politiek, onderwijs’ (6B). Dat g eeft aan dat de focus van beide banden verschillend is. Hebben in Band 6A, die u nu in uw handen houdt, alle tek- sten betrekking op de theocratie, in Band 6B is het perspectief breder. Dat neemt niet weg dat cultuur, samenleving, politiek en onde rwijs ook in 6A volop aan de orde komen en dat de theocratie in 6B dikwijls impl iciet of expliciet de achtergrond vormt van opstellen of lezingen. De banden 6A en 6B horen dus ondanks de ver- schillende ondertitels onlosmakelijk bijeen. Het feit dat een hele band van het Verzameld Werk de ondertitel ‘De theocratie’ kan dragen, maakt duidelijk dat de theocratie een v an de kernpunten van Van Rulers theologie is. Wellicht moet men het zelfs sterker z eggen: de theocratie is hetgeen, waar zijn theologie op uitloopt. Of, met woorden va n H.W. de Knijff: de theocratie kan men ‘als de grondterm van zijn hele theologie [ …] beschouwen’. 1 Illustratief daarvoor is ook wat Van Ruler opmerkt in een interv iew, in 1969 afgenomen door George Puchinger: ‘In onze tijd kan men om de idee van de theocratie alleen maar lachen, maar ik ben ervan overtuigd dat men in de éénentwintigst e eeuw zal merken dat dit de clou van de hele grap is’. 2 Of Van Ruler gelijk zal krijgen, is de vraag. Het g rootste deel van de eenentwintig- ste eeuw ligt immers nog voor ons. Feit is wel, dat door de debatten over de plaats van de islam in de westerse samenleving het vraagst uk van de theocratie opnieuw een grote actualiteitswaarde heeft gekregen. Dit la atste kon Van Ruler natuurlijk niet voorzien. Weliswaar vindt men in zijn oeuvre hier e n daar wel opmerkingen over de islam. 3 Deze dateren voor het grootste deel uit de eerste jaren na de Tweede Wereld- oorlog en moeten worden verstaan tegen de politieke achtergrond van het koloniale vraagstuk: de onafhankelijkheidsstrijd van Indonesi ë. 4 De geciteerde opmerking uit 1969 is theologisch van aard. Maar de theologie van de godsdiensten was voor hem nog nauwelijks een thema. Van Rulers interesse in de theocratie reikt ver te rug. Als men vraagt waar de wortels van zijn belangstelling liggen, is het inte ressant een citaat uit zijn Handge- schreven bibliografie aan te halen. Als nummer 4 noteert hij daarin een lezing uit zijn studentenjaren onder de titel ‘Animisme’ 5 en schrijft dat deze ‘duidelijk de ster- 1. H.W. de Knijff, ‘A.A. van Ruler anno 1995’, in: WTh , 19. Op dezelfde pagina schrijft De Knijff ook: ‘Met een variant op het adagium van de ethische the ologie “de waarheid is ethisch” kan men bij Van Ruler zeggen: “de waarheid is theocratisch”’. 2. G. Puchinger, Hervormd-gereformeerd, één of gescheiden? , Delft 1969, 366. 3. Zie later in deze inleiding, pag. 39, voor een o pmerking gemaakt tijdens een vergadering van de Ge- nerale Synode van de Nederlandse Hervormde Kerk en later in deze band pag. 151, 383, 952; en VW6B , 314, 666v., 910. Vgl. voor Van Rulers visie op de islam ook: J.P. de Vries, Een theocratisch visioen. De verhouding van religie en politiek volg ens A.A. van Ruler, Zoetermeer 2011, 109-110. 4. Zie voor Van Rulers visie op het koloniale vraag stuk later in deze inleiding §2.1. 5. Het origineel van de lezing wordt bewaard in: Ar chief Van Ruler, inventarisnummer I,4.
8 ke invloed van G. van der Leeuw [vertoont]’. 6 Hij vervolgt met een opmerking over Van der Leeuw en over de predikant G. Bolkestein: ‘Hij [Van der Leeuw] heeft een enorme invloed op mi j uitgeoefend: negatief door de niets ontziende critiek op alle kerkelijke toestanden en gebruiken (vooral in liturgisch opzicht) en positief door zij n phaenomenologisch ver- staan van religieuze en alle andere verschijnselen (van eminent gewicht voor de theológische vorming!) en door zijn universeel c ulturele belangstelling (versterking en verruiming van mijn theocratische d enken, dat ik reeds te pakken had door de verwijzing, welke ds. G. Bolkest ein op catechisatie dik- wijls gaf naar Hoedemaker en vooral naar zijn kèrke lijk denken)’. 7 Van Rulers belangstelling voor de theocratie reikt dus terug naar zijn jeugd. De Apeldoornse predikant Gerrit Bolkestein (1883-1929) – hij stond achtereenvolgens te Harich en Ruigahuizen (1907), Steenwijk (1911), Katwijk aan Zee (1915) en Apeldoorn (1922-1929) – heeft Van Ruler tijdens cat echisaties bekendgemaakt met het werk van Hoedemaker. Hoedemakers invloed op Van Rulers theocratisch visi- oen is groot geweest. Jurn de Vries typeert hem wat dat betreft als ‘de leermeester’ van Van Ruler. 8 Het verwondert daarom ook niet, dat Hoedemaker een van de meest voorkomende namen in deze band is (zie het register van namen). Van der Leeuw 9 heeft tijdens de jaren van theologiestudie te Groni ngen (1927-1933) 10 blijkens dit ci- taat Van Rulers denken over de theocratie versterkt en verruimd. Iets vergelijkbaars geldt hoogstwaarschijnlijk ook voor zijn latere pro motor Th.L. Haitjema, 11 die zelf ook een theocratisch visioen koesterde. 12 De jaren veertig zijn voor Van Ruler de jaren van i ntensieve studie over de theo- cratie. Dit blijkt bijvoorbeeld uit een omvangrijk – 249 met de hand geschreven pa- gina’s in twee cahiers – manuscript onder de titel ‘Kerk en staat’. Dit onvoltooid ge- bleven document wordt bewaard in het Archief Van Ru ler. 13 Hij noteert op de eerste bladzijde de inhoudsopgave: ‘Inleiding I: algemeene oriënteering […], blz. 2-33 . 6. Handgeschreven bibliografie , s.v. [I,]4. 7. Handgeschreven bibliografie , s.v. [I,]4. 8. J.P. de Vries, Een theocratisch visioen , 133-150. Naast Hoedemaker noemt De Vries als invl oedrijke voorgangers: Abraham Kuyper (‘aantrekking en afstot ing’; pag. 150) en Karl Barth (‘groeiende dis- tantie’; pag. 162). Zie ook: A.A. van Ruler, ‘Wat i k aan Hoedemaker te danken heb’, in: BZAK, 227- 233 (op te nemen in VW7). 9. Gerardus van der Leeuw (1890-1950), hervormd pre dikant te ’s-Heerenberg (1916-1918); hoogleraar in de godsdienstgeschiedenis, de fenomenologie en h et Egyptisch aan de Rijksuniversiteit te Gronin- gen (1918-1950); minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen (1945-1946). Zie over hem: BLGNP , Deel 1 , 114-120. 10. Zie voor de studiejaren: Dirk van Keulen, ‘Inle iding’, in: VW1, 19-22. 11. Theodorus Lambertus Haitjema (1888-1972), hervo rmd predikant te De Meern (1914), Hoogmade en Rijpwetering (1916) en Apeldoorn (1918-1923); hoogl eraar vanwege de Nederlandse Hervormde Kerk aan de Rijksuniversiteit te Groningen (1923-19 59; geschiedenis van de Nederlandse Hervormde Kerk, dogmatiek en kerkrecht). Zie over hem: BLGNP, Deel 6 , 107-110. 12. Zie bijvoorbeeld: Th.L. Haitjema, ‘Theocratie – irreële droom of actuele geloofswerkelijkheid’, in: KTh 16 (1965), 340-355; Th.L. Haitjema en G.C. van Nif trik, Theocratie en eschatologie. Een brief- wisseling , Wageningen 1956; G.C. van Niftrik, ‘Kroniek’, in: KTh 23 (1972), 281-287; A.A. van Ru- ler, ‘Professor Haitjema als Theocraat’, in: HWGK 65/3262 (5 november 1953), 45v. 13. A.A. van Ruler, ‘Kerk en staat’, in: Archief Va n Ruler, inventarisnummer I,136.
9 Inleiding II: Overzicht van het problemencomplex, b lz. 34-63. Deel I. Hoe ziet de kerk den staat, blz. 64- Hoofdstuk I. Onder welk hoofd plaatst de kerk den staat? blz. 64- §1. Onderscheid en samenhang van kerk en staat. blz. 64-’. ‘Kerk en staat’ is geschreven ten behoeve van de ‘H ilversumse theologenclub’, die van 1941-1947 maandelijks op zaterdagavond bijeenkw am in de pastorie aan de El- zenlaan 17 te Hilversum waar het gezin Van Ruler op dat moment woonde. 14 De Hilversumse theologenclub bestond uit jonge theolog en of theologiestudenten, die in de buurt woonden. Wie waren dat? Op de binnenzijde van de achterkant van de om- slag van het eerste cahier van ‘Kerk en staat’ bevi ndt zich een lijstje van veertien na- men met adresgegevens. Dit is zonder twijfel de dee lnemerslijst van de Hilversumse theologenclub. Elf van de veertien namen zijn te ve rbinden met zowel de theologie als de stad Hilversum – sommigen groeiden in deze p laats op, anderen werkten er enige tijd als hulpprediker – en zo met zekerheid t e identificeren: Paul Aalders, 15 Jaap Brummelkamp, 16 Anton Corbijn van Willenswaard, 17 Wim Deenik, 18 Wim Goedhart, 19 Gijs Kuijpers, 20 Henk Meyboom, 21 Gerard van Moorsel, 22 Dirk Mor- 14. Zie over de ‘Hilversumse theologenkring’ ook de inleidingen in: VW1, 30v. en VW4A, 104-106. 15. Paul Ferdinand Theodoor Aalders (1920-2009), st udeerde theologie te Utrecht, was hulpprediker te Hilversum (1943) en zou later als hulpprediker te N ieuwleusen (1945) en als hervormd predikant werkzaam zijn te Muiderberg (1947), Middelburg (195 2), Amsterdam (1961) en ’s-Graveland en An- keveen (1975-1985). Wanneer hij tijdens de oorlog wordt gearresteerd, r ijdt Van Ruler op een fiets zonder banden van Hilversum naar Amersfoort in een poging hem vrij te pleiten. Dit haalt niets uit. Aalders zou uit gevangenschap ontsnappen door uit e en rijdende trein te springen (vgl. VW1, 26v.). Later in deze inleiding zullen we Aalders ook tegen komen als de man die de titel bedacht van Van Rulers boek Religie en politiek . Tevens raakt hij in de jaren na de Tweede Wereldo orlog betrokken bij de Protestantse Unie, de politieke partij waarv oor ook Van Ruler zich enige jaren inzet (vgl. noot 134). 16. Jacobus Everhardus Lambertus Brummelkamp (1921- 2010), studeerde theologie te Utrecht en was hulpprediker te Hilversum (1943-1944); legerpredika nt (1947; hij werd door Van Ruler bevestigd tot ‘predikant in algemene dienst voor de geestelijke v erzorging van de Kon. Landmacht in Ned.-Indië’); hervormd predikant te Westervoort (1951), Kethel en Spaland (1957), en Middelburg (1963-1986). 17. Anton Corbijn van Willenswaard (1917-2007), stu deerde theologie te Utrecht; hervormd hulppredi- ker te Raalte (1940), Hilversum (1942) en Noordwijk erhout (1943); hervormd predikant te Zevenho- ven (1945), Strijen (1954), Hoogland (1966) en Gron ingen (1972-1982; geestelijk verzorger Diaco- nessenhuis). 18. Johannes Willem Deenik (1918-2011), studeerde t heologie te Kampen; gereformeerd hulpprediker te Nieuw-Vennep (1944-1945); gereformeerd predikant te Oostkapelle (1946), Poortugaal (1950-1952). In 1952 emigreerde hij naar Nieuw-Zeeland en diende daar onder de naam J.W. Deenick de Refor- med Churches of New Zealand. 19. Willem Goedhart (1918-1999), hervormd predikant te Beusichem (1951; hij werd door Van Ruler in het ambt van predikant bevestigd); voorganger van d e Evangelisatievereniging te Veenendaal (1955); hervormd predikant te Veenendaal (1958; buitengewon e wijkgemeente Sola Fide), Emmen (1963), Voorburg (1969) en Amerongen (1974-1983). 20. Gijsbertus Kuijpers (1911-1999), studeerde theo logie aan de Vrije Universiteit te Amsterdam; gere- formeerd predikant te Boksum (1948-1967) en te Gori nchem (1967-1978). 21. Henk Brouërius Meyboom (1923-2008), studeerde t heologie te Utrecht; hervormd predikant te Ob- dam-Hensbroek (1949); directeur van het Nederlands Protestants Convent (1954); hervormd predi- kant te Voorburg (1965), Arnhem (1974) en Bergen op Zoom (1982-1987; geestelijk verzorger De Lievensberg en het Algemeen Burgergasthuis te Berge n op Zoom). Van Ruler bevestigde op 10 fe- bruari 1945 in de Hervormde Kapel te Hilversum zijn huwelijk met Rosemary Aalders. 22. Gerard van Moorsel (1917-1985), hervormd hulppr ediker te Hilversum (1942); hervormd predikant te Engelen (1942), Sluiskil (1946), Ellecom (1949) en Groningen (1958-1972).
10 reau, 23 Kees Plooy 24 en Gé Verheul. 25 Drie namen van het lijstje zijn niet eenvoudig te identificeren: Henk van der Linden,26 Fred van Woerden 27 en ene Enkelaar. 28 Van Rulers lijst van veertien namen is niet de volledig e deelnemerslijst van de Hilver- sumse theologenclub. Paul Aalders schreef in 1981 e en artikel over dit gezelschap. Naast verscheidene namen uit Van Rulers lijstje noe mt hij 29 nog drie andere deel- nemers: A.C. van Dam, 30 A.J. Flink 31 en E. Kempenaar. 32 Later kwamen, zoals Aal- ders formuleert, ‘ook anderen van tijd tot tijd hun licht opsteken’, 33 zoals de gere- formeerde historicus en publicist George Puchinger, 34 ene M. Vos 35 en de blinde 23. Dirk Morreau (1920-?), studeerde theologie te U trecht; hervormd hulpprediker te Roden (1943), Om- men (1944) en Nieuwleusen (1944-1945); hervormd pre dikant te Kats (1946-1961; in 1948 voor twee jaar als krijgsmachtpredikant uitgezonden naar Nederlands-Indië); in 1961 geëmigreerd naar Australië en predikant in de Presbyterian Church of Australia. 24. Cornelis Pieter Plooy (1916-2000), studeerde th eologie te Kampen en koos in 1945 voor de Vrijma- king (Vgl. C.P. Plooy, Het mysterie van de vreugde der verbondsgemeenschap , s.l. [Hilversum] s.a. [1944]); predikant Gereformeerde Kerk Vrijgemaakt t e Uithuizen (1946), Driesum (1950) en Heem- stede (1955-1968); predikant Nederlands Gereformeer de Kerk te Heemstede (1968) en Ede (1972- 1982). 25. Gerrit Willem Cornelis Verheul (1915-2005), stu deerde theologie te Utrecht en was in de oorlogsja- ren betrokken bij het verzet tegen de bezetter; na de oorlog was hij werkzaam voor het Interkerkelijk Overleg inzake Radioaangelegenheden ( IKOR ; 1947-1962) en daarna vele jaren in dienst van de NCRV . Hij was de geestelijk vader van de serie Kerkepad , die vanaf 1976 jarenlang de geschiedenis van Nederlandse kerken en kloosters belichtte (vgl. Gé Verheul, Kerkepad. Een elfkerkenpad , Arn- hem 1981; id., Een zwerftocht langs tien jaar kerkepad , Kampen 1986). 26. Men zou kunnen denken aan H. van der Linden (19 18-2012), die theologie studeerde te Utrecht en daarna hervormd predikant was te Hoornaar (1945), R henen (1948), Scherpenzeel (1953), Amster- dam (1959), Groningen (1968; Diakonessenhuis) en ’s -Gravenhage (1972-1983; psychiatrische in- richting ‘Bloemendaal’). Hij had echter de voornaam Herman. Men zou ook kunnen denken – Van Rulers lijstje bevat spellingsfouten – aan dr. Henk van der Linde (1915-2008), die eveneens theologie studeerde te Utrecht, als hervormd predikant stond te Beek-Ubbergen (1944), Utrecht (1948) en Mid- delburg (1953); in 1960 overstapte naar de rooms-ka tholieke kerk en van 1964-1981 hoogleraar oe- cumenica was aan de Katholieke Universiteit Nijmege n. Het is echter onwaarschijnlijk dat hij parti- cipant is geweest van de Hilversumse theologenclub. Er zijn geen aanwijzingen die hem kunnen ver- binden met Hilversum. In de terugblik die hij schre ef op zijn leven, komt in het hoofdstuk over de oorlogsjaren – in tegenstelling tot Miskotte – Van Ruler niet voor (vgl. Henk van der Linde, Van pro- testant katholiek geworden en beide trouw gebleven. Een terugblik, Budel 2004, 47). Het blijft daar- om onduidelijk wie de Henk van der Linden uit Van R ulers lijstje is. 27. Het zou – gelet op geboortejaar en initialen – kunnen gaan om: Jacob Frederik van Woerden (1920- 1982), die hulpprediker was te Wieringermeer (1 mei 1944) en later als predikant was verbonden aan de hervormde gemeenten te Groesbeek (1945), Almelo (1950), ’s-Gravenhage (1955), Delft (1968) en Santpoort (1977-1982). Het is echter niet gelukt aanwijzingen te vinden, die hem verbinden met (de hervormde gemeente van) Hilversum. 28. De gegevens zijn te summier om vast te kunnen s tellen wie met de naam ‘Enkelaar’ is bedoeld. 29. P.F.Th. Aalders, ‘De Hilversumse theologenclub’ , in: Areopagus 14/2 [1981], 18. 30. Abraham Cornelis van Dam (1916-2002), studeerde theologie te Utrecht; hervormd predikant te Sint- Oedenrode (1942), Pijnacker (1945), Zwijndrecht (19 49), Heiloo (1970), Maasdam en Cillaarshoek (1974) en Strijen (1977-1979). 31. Adrianus Jan Flink (1909-1977), studeerde theol ogie te Utrecht; hervormd predikant te Voorhout (1942), Capelle a/d IJssel (1945) en ’s-Gravenhage (1950-1974). 32. Ezau Kempenaar (1916-1996), studeerde theologie te Utrecht; hervormd hulpprediker te Vlaardingen (1942); hervormd predikant te Goënga (1944), Nieuw- Stadskanaal (1947), Nieuwleusen (1953), Woubrugge (1963), Werkendam (1968) en Vriezenveen ( 1976-1981). 33. P.F.Th. Aalders, ‘De Hilversumse theologenclub’ , 18. 34. George Puchinger (1921-1995), studeerde lettere n en wijsbegeerte te Utrecht; historicus in dienst van de Koninklijke/Shell (1958-1986); directeur van het aan de Vrije Universiteit gevestigde Historisch
11 theoloog en dichter Jan Wit, die later grote bekend heid zou krijgen door zijn werk aan de nieuwe berijming van de Psalmen (1967) en do or zijn liederen in het Lied- boek voor de Kerken (1973). 36 Ook de lutherse theoloog J.P. Boendermaker (geb. 1925) heeft eenmaal (waarschijnlijk in 1946) een bi jeenkomst bijgewoond. 37 De Hil- versumse theologenclub zal in de loop der jaren een wisselende samenstelling heb- ben gehad. De vier die werkzaam zijn geweest als hu lpprediker te Hilversum (Aal- ders, Brummelkamp, Corbijn van Willenswaard en Van Moorsel) hebben waar- schijnlijk alleen gedurende de tijd dat zij in Hilv ersum woonden geparticipeerd. Hetzelfde geldt voor Flink en Kempenaar, die beiden in 1942 zullen zijn verhuisd naar de gemeente waar zij aan het werk gingen. Voor deze gevarieerde kring van jonge theologen – het is bijzonder dat onder de deelnemers vier gereformeerden waren (Deenik, Kuijp ers, Plooy en Puchinger); contacten tussen hervormden en gereformeerden waren in die tijd niet vanzelfspre- kend – heeft Van Ruler dus het omvangrijke manuscri pt ‘Kerk en staat’ geschreven. Ik leid dat af uit een papiertje dat in het eerste cahier is ingelegd. Van Ruler noteert: ‘i[n] d[e] behandeling o[p] d[e] theologenclub 6 Ap ril 1943 gebleven op blz 115. In Mei en Juni 1943 de diss. behandeld. 12 Nov. 1943 gekomen tot blz 1537. 18 Febr. 1944 [gekomen tot blz] 149’. 38 Wanneer hij in februari 1943 tot pagina 115 is geko men en tussen juli en november 1943 ruim twintig pagina’s verder komt, zal hij met eenzelfde tempo ongeveer twee jaar nodig hebben gehad om tot pagina 115 te komen. Dat impliceert, dat de theolo- genclub zich al in de loop van 1941 – men begon in 1941 met een bespreking van Haitjema’s Het erfgoed der Hervorming 39 – moet hebben beziggehouden met ‘Kerk en staat’. 40 Van Rulers intensieve studie van de theocratie – d e verhouding tussen Documentatiecentrum voor het Nederlands Protestanti sme 1800-heden (1971-1986). Zie voor zijn herinneringen aan de Hilversumse theologenclub: G. Puchinger, ‘Herinnering aan Van Ruler’, in: GW 27/15 (15 oktober 1971), 82. 35. Het is niet duidelijk wie met ‘M. Vos’ is bedoe ld. 36. Jan Wit (1914-1980), studeerde theologie te Utr echt (1940) en Parijs (1947); Waals predikant te Nij- megen (1948-1967); docent hymnologie Rijksuniversit eit Groningen (1971-1979). Wit was volgens Aalders geboeid door Van Rulers ‘rationaliteit en o riginele zeggingskracht’ (P.F.Th. Aalders, ‘De Hilversumse theologenclub’, 21). 37. Vgl. Dirk van Keulen, ‘Inleiding’, in: VW4A, 105v. 38. Vgl. Handgeschreven bibliografie , s.v. [I,]136: ‘Kerk en staat. In twee cahiers. Vo or de theologen- club opgesteld. Als ik mij goed herinner ook behand eld op een kring van gemeenteleden. Ik had als predikant regelmatig vele kringen van gemeenteleden . Meestal over een bijbelboek. Soms ook over de Ned[erlandse] Gel[oofs] Bel[ijdenis]. En een enk ele maal een speciale kring als over kerk en staat. Achteraf zijn deze studies voorstudies gebleken voo r Religie en politiek’. 39. P.F.Th. Aalders, ‘De Hilversumse theologenclub’ , 18. 40. Eerder in de Inleiding van VW4A, 104-106, veronderstelde ik dat het omvangrijke do cument ‘Leer van de uitverkiezing’ (voor het eerst uitgegeven in : VW4A , 492-742) ook is geschreven voor de Hil- versumse theologenclub. Dat moet ik hier corrigeren . Omdat Van Ruler zich met de theologenclub langdurig heeft bezonnen op het vraagstuk van kerk en staat, is het onwaarschijnlijk dat hij in dit ge- zelschap ook de leer van de uitverkiezing aan de or de heeft gesteld. Het document ‘Leer van de uit- verkiezing’ zal daarom – ook al lijkt het niveau va n de tekst te hoog gegrepen – zijn geschreven voor een cursus dogmatiek, die Van Ruler tijdens zijn ja ren als predikant te Hilversum gaf voor enkele mensen die zich voorbereidden op het examen godsdie nstonderwijs en voor een groep geïnteresseer- de gemeenteleden.
12 kerk en staat is daar een onderdeel van – dateert dan dus ten minste vanaf die tijd. Het document ‘Kerk en staat’ heeft geen plaats gekr egen in het Verzameld Werk . Inhoudelijk vertoont het te veel overlap met wat Va n Ruler aan de orde stelt in zijn ‘Theocratische grondlijnen’. 1. THEOCRATISCHE GRONDLIJNEN De vrucht van Van Rulers intensieve studie over de theocratie is het zojuist genoem- de ‘Theocratische grondlijnen’. Dat is een verzamel ing van veertien lezingen over uiteenlopende thema’s met betrekking tot de theocra tie. In zijn Handgeschreven bibliografie noteert Van Ruler: ‘De 14 lezingen werden gehouden voor kringen in Hil versum en Amsterdam in 1944 en 1945. De hele reeks werd gehouden op een cursus, georganiseerd door de heer Doodeheefver in het Holland-Huys in Hi lversum’. 41 Met ‘de heer Doodeheefver’ doelt Van Ruler op de on dernemer en kunstverzamelaar Hendrik Petrus Doodeheefver (1889-1971), die sinds 1920 directeur was van de be- hangselpapierfabriek Rath en Doodeheefver. 42 Navraag bij de kinderen van Van Ru- ler leert dat dezen zich Piet Doodeheefver en zijn vrouw Marie 43 goed kunnen herin- neren: ‘Steenrijk. Heel aardig. Onze ouders hadden een goede band met hen; ze wa- ren jarenlang zeer bevriend, eigenlijk tot aan de d ood’. 44 Van Ruler bevestigde op 25 maart 1944 – de dag waarop zijn zoon Kees van Ruler werd geboren! – in de Die- pendaalsche kerk te Hilversum het huwelijk van Dood eheefvers dochter G.Chr. Roodvoets-Doodeheefver (die jong weduwe was geworde n) met Joh.H. Mooy. 45 Janneke van Ruler schetst in enkele zinnen de achte rgrond van de opmerking over de door Doodeheefver georganiseerde cursus: ‘Toen pa begin 1940 dominee werd in Hilversum had h ij al vrij snel een aan- tal bewonderaars, waarvan Piet Doodeheefver (en zij n vrouw) wellicht één van de eerste en belangrijkste was. Piet Doodeheefv er steunde pa in zijn theologisch denken. Op het buitengoed van Piet en M arie, De Kruisheide – niet ver van waar wij in Hilversum woonden – organi seerden zij een bijbel- kring o.l.v. pa. Dit was zo’n succes dat Piet Doode heefver een zaaltje huurde in Hilversum (Holland Huys wellicht?), waar pa voor een veel grotere groep belangstellenden zijn voordrachten kon houden. Daar kwamen met regelmaat niet alleen de mensen van de “Kruisheide-kring” maa r ook heel veel andere gemeenteleden: rijke ondernemers, intellectuelen, b eau monde van Hilver- sum, maar ook mensen uit lagere kringen; iedereen d ie belangstelling had (en hervormd was) was welkom. Hier zijn o.a. de lezinge n gehouden die later in Religie en Politiek en Visie en Vaart zijn uitgebouwd. 41. Handgeschreven bibliografie , s.v. [I,]187. 42. Zie over hem: Joop Visser, ‘Piet Doodeheefver 1 889-1971’, in: Joop Visser, Matthijs Dicke en Anne- lies van der Zouwen (red.), Nederlandse Ondernemers 1850-1950 , Amsterdam , s.l. [Zutphen] 2013, 84-89. 43. Maria Carolina Schwartz (1892-1988). 44. E-mail Janneke van Ruler aan Kees van Ruler en Dirk van Keulen, d.d. 24 november 2015. 45. E-mail Kees van Ruler aan Dirk van Keulen, d.d. 21 november 2015.
13 Later werden deze zaal-bijeenkomsten door de bezett er verboden en bleef al- leen de “Kruisheide-kring” over. 46 Daar waren ook altijd zo’n dertig tot veer- tig belangstellenden, vooral in de “hongerwinter”. Deze mogelijkheid om bij elkaar te komen schiep een grote band; er waren in die barre tijd velen die “hierop leefden”’. 47 ‘Theocratische grondlijnen’ is spoedig na het houde n van de veertien lezingen gepu- bliceerd. Het vormt het omvangrijke tweede deel van Van Rulers boek Religie en Politiek . 48 Dit boek is omstreeks december 1945 verschenen bij uitgeverij G.F. Cal- lenbach te Nijkerk in een oplage van ongeveer 3200 exemplaren. 49 Het eerste deel van Religie en Politiek, getiteld ‘De kerk, de wereld en het Woord’, is een bundeling van tien lezingen, die – d eels al eerder gepubliceerd in de tijdschriften Onder Eigen Vaandel en Vox Theologica – samen de ondergrond vor- men voor ‘Theocratische grondlijnen’: 1. ‘Wij staan als christenen in groot verband (de k erk)’. 2. ‘Wij staan als christenen in een wereld in Gods hand’. 3. ‘Kerk en wereld’. 4. ‘Koninkrijk Gods en kerk’. 5. ‘Kerk en verbond’. 6. ‘De kerk als gemeenschap en instelling’. 7. ‘De tweede sleutel is niet gelijk aan de eerste’ . 8. ‘Woord en werkelijkheid’. 9. ‘De waarde van het Oude Testament [I]’. 10. ‘De waarde van het Oude Testament [II]’. Deze tien lezingen hebben op grond van thematische overwegingen in andere ban- den van het Verzameld Werk een plaats gekregen. 50 Het voert te ver in deze inleiding uitgebreid stil te staan bij de inhoud van ‘Theo- cratische grondlijnen’, waarin Van Ruler zijn theoc ratisch visioen uiteenzet. Het ge- heel is te omvattend. Deze inleiding is bovendien n iet bedoeld voor een inhoudelijke analyse van de tekst. 51 Voor zo’n inhoudelijke analyse kan worden verwezen naar secundaire literatuur over Van Rulers theocratisch gedachtegoed – in het bijzonder naar de dissertatie van Jurn de Vries. 52 Wel is het mogelijk op deze plaats een onge- publiceerd document uit het Archief Van Ruler naar voren te halen. Het draagt de ti- tel ‘Overzicht van de theocratische grondlijnen van Ds. A.A. van Ruler’. Het docu- ment bestaat uit één pagina, die aan twee zijden is bedrukt. Wie dit document heeft gemaakt en met welk doel is niet duidelijk. Gelet o p de inhoud zou het door Van 46. Op De Kruisheide sprak Van Ruler op oudejaarsav ond 1944 ook zijn meditatie ‘De dwaasheid ge- kroond’ uit. Deze is uitgeven in VW3, 463-471. 47. E-mail Janneke van Ruler aan Kees van Ruler en Dirk van Keulen, d.d. 24 november 2015. 48. A.A. van Ruler, ‘Theocratische grondlijnen’, in : id., R&P, 151-415. 49. Handgeschreven bibliografie , s.v. [I,]187. 50. Deze tien opstellen zijn of zullen achtereenvol gens te vinden zijn in: 1. VW5A; 2. VW3 , 133-145; 3. VW5C ; 4. VW5C ; 5. VW5B ; 6. VW5A ; 7. VW5C ; 8. VW1 , 180-194; 9. VW2, 385-393; 10. VW2, 396- 413. 51. Bij aanvang van het project Uitgave Verzameld W erk van Van Ruler is afgesproken, dat ik mij in de annotatie en de inleiding van teksten niet begeef o p het gebied van de interpretatie of de inhoudelijke evaluatie van teksten. 52. Zie voor de bibliografische gegevens noot 3.
14 Ruler zelf kunnen zijn samengesteld, wellicht met het oog op de door Doodeheefver georganiseerde cursus. Een andere mogelijkheid is, dat dit document is gemaakt door de eerdergenoemde Paul Aalders, die tijdens de oorlogsjaren deelnam aan de Hilversumse theologenclub. Hij is namelijk nauw bet rokken geweest bij de uitgave van Religie en Politiek . In zijn Handgeschreven bibliografie noteert Van Ruler dat Aalders de titel van dit boek bedacht. 53 Bovendien verzorgde hij het ‘Personenre- gister’ en de ‘Verklarende woordenlijst’, die achte rin het boek zijn opgenomen. Het onbekende document uit het Archief Van Ruler b iedt in tien stellingen een indruk van de inhoud van Van Rulers ‘Theocratische grondlijnen’: ‘Overzicht van de theocratische grondlijnen van Ds. A.A. van Ruler I. De werkelijkheid is heilswerkelijkheid. De burg erlijkheid als incognito van het kind Gods. De centrale plaats van het recht in het heil des Heeren. Rei- niging van het hart en heiliging van het leven. Pla atsbepaling van het ethos en van het bewustzijn. II. Het offer der existentie. De raadselachtigheid van den staat. De vervloch- tenheid van de kerk en den staat. De kerk is trouw aan de aarde. De staat deelt in de geheimenissen van het kruis. Grondbegri ppen van de bijbelsche leer van den staat. De begrippen “volk” en “nationa le kerk”. III. De verhouding van de individueele en de gemee nschappelijke existentie. De theocratische spilfiguur: dat de kerk zich met het Woord Gods richt tot de overheid, die van Godswege over het volk is gesteld , om het als dienaresse Gods te regeeren, opdat zij het zou regeeren in het licht van Gods Woord. Prophetie en geschiedenis. IV. Het probleem van de veelheid der kerken als on overkomelijk struikelblok in de theocratiseering van de verhouding van de kerk e n den staat. Met name de positie van Rome, politiek en sacramenteel, in e en gereformeerde theo- cratie. V. Het principe der neutraliteit: beteekenissen, a chtergronden, onmogelijkhe- den, gevolgen, oplossingen en de kairos van het neu traliteitsbeginsel, met name in het staatkundige. VI. Vergelijking van de begrippenparen: “staat en godsdienst” en “staat en kerk”. De onafleidbaarheid en onoplosbaarheid van h et vraagstuk van de tweeheid van kerk en staat. De middelen, waardoor de kerk het Woord Gods rich t tot de overheid: van prediking tot politieke partij. VII. Bij welk licht wandelt de overheid? Algemeene en bijzondere openbaring. Openbaring, werkelijkheid en rede. Hoe is de overheid ontvankelijk voor het Woord Go ds? Overheid en over- heidspersoon. Overheid en bijbeluitlegging. Staat e n Heilige Geest. De erkenning jure publico van de kerk in haar bij zonderheid. Democratie en kerkvervolging. Wet en evangelie. Eerste en tweede tafel van de w et. Oude en Nieuwe Tes- tament. Zedelijke, burgerlijke en ceremoniële parti jen in de wet. 53. Handgeschreven bibliografie , s.v. [I,]187.
15 VIII. De zelfstandigheid, waarmee de overheid wande lt in het licht, dat van de kerk uitstraalt. Verschil tusschen de roomsche en g ereformeerde theocratie. Onderscheid van kerk en schrift. Het private oordee l over de schrift. De ge- zaghebbende en de openbare uitlegging van de schrif t. De evidentie der waarheid. De souvereiniteit van de overheid wortelt rechtstreeks in de sou- vereiniteit van God in Christus. De gereformeerde theocratie herstelt den oorspron kelijken zin van de de- mocratie. De confessioneele binding van den staat door gron dwetsherziening en toe- sluiting van de openbare ambten enz. voor hen, die niet van de religie zijn. IX. Waarom zijn er twéé kapiteins (de kerkelijke e n de burgerlijke overheid) op het ééne schip van het volksleven? De historische oplossingen van de onderlinge verh ouding: caesaropapie, twee zwaardenleer, secte, kerkvervolging, kerkstaat . De houding van de kerk tegenover den staat: voorb ede – voorspraak – voor- lichting. De houding van den staat tegenover de kerk: voeds terheer der kerk. De verhouding op de tusschengebieden als: opvoedi ng, armenzorg, huwe- lijkswetgeving. Zondagsviering enz. Het kanonieke en het wereldlijke recht. X. De spelmomenten in het gereformeerd-theocratisc he denken. Verhouding van spel en ernst. De theocratie is géén heilstaat, maar voorloopige bedwin- ging van den chaos. Door de theocratie wordt het ra adsel van de wereld niet ontsluierd, maar bewaard. De theocratie is géén ide aal, dat nagestreefd kan worden. De theocratie is een goddelijk feit; daarin is in tegratie en desintegratie; het blijft binnen de relativiteit. Het licht-en-schaduw-spel van verkiezing en verwe rping. Grondwetsherziening – reorganisatie der kerk – [h ]erkerstening 54 van de cultuur. Het huidige cultuurdenken maakt de theocratie ono ntwijkbaar. De openbaring is imperialistisch en intolerant en zet speelsch het schibbo- leth van de theocratie in de wereld. Het gaat om het historische lot van Europa. De theocratische denkwijze is philosophie van den heiligen buitenkant’. 55 Deze tien stellingen weerspiegelen de inhoud van Va n Rulers veertien lezingen, ge- bundeld onder de titel ‘Theocratische grondlijnen’. Sommige stellingen zijn in ‘Theocratische grondlijnen’ tot twee lezingen uitge werkt. Zo noemt Van Ruler bij- voorbeeld onder stelling IX zowel de houding van de kerk tegenover de staat als de houding van de staat tegenover de kerk. Deze zijn i n ‘Theocratische grondlijnen’ in afzonderlijke paragrafen (X en XI) behandeld. De la atste stelling X is in ‘Theocrati- 54. In de gedrukte tekst staat hier: ‘zerkerstening ’. Dat zal een drukfout zijn. 55. ‘Overzicht van de theocratische grondlijnen van Ds. A.A. van Ruler’, in: Archief Van Ruler, inventa- risnummer IX,6.
16 sche grondlijnen’ gesplitst in twee paragrafen: ‘XIII. Spelmomenten’ en ‘XIV. Spel- momenten (Slot)’. 56 Wanneer in december 1945 het boek Religie en Politiek verschijnt, krijgt het veel aandacht. 57 De eerste die – voor zover ik weet – reageert, is Klaas Schilder (1890- 56. Het is niet ondenkbaar, dat Van Ruler in de ter m ‘spelmomenten’ is beïnvloed door: J. Huizinga, Ho- mo ludens. Proeve eener bepaling van het spel-eleme nt der cultuur, Haarlem 1938. Ook is het moge- lijk dat er sprake is van invloed van Barth en Noor dmans. Karl Barth formuleert in zijn in 1926 ge- houden (en in 1928 gepubliceerde) lezing ‘Die Kirch e und die Kultur’: ‘Mit diesem, dem eschatolo- gischen Vorbehalt, tritt sie [die Kirche; DvK] der Gesellschaft entgegen. Nicht aus Geringschätzung der Kulturarbeit, sondern in höchster Schätzung des sen, worauf sie alle Kulturarbeit zielen sieht. Nicht aus Pessimismus, sondern aus überschwengliche r Hoffnung. Nicht als Spielverderberin, aber wissend, daß Kunst und Wissenschaft, Wirtschaft und Politik, Technik und Erziehung wirklich ein Spiel sind, ein ernstes Spiel, aber ein Spiel, d.h. ein abbildliches und letztlich absichtloses Tun, d as seinen Sinn nicht in seinen erreichbaren Zwecken ha t, sondern in dem was es bedeutet, das vielleicht um so sachlicher, um so besser gespielt würde, je b esser es als solches verstanden würde’ (geciteerd naar: Karl Barth, Vorträge und kleinere Arbeiten 1925-1930 , herausgegeben von Hermann Schmidt, Zürich 1994, 32v.). Noordmans zegt in zijn uit 1935 daterende lezing ‘Het wezen der christelijke vrijheid’: ‘Deze ordening bedoelt een teken en zege l te zijn van het Woord Gods. Zij breidt zich uit rondom de avondmaalstafel, waaraan de sacramentele transfiguratie van het leven wordt uitgebeeld. Wat de kerk van het leven maakt, hoe incidenteel en fragmentarisch het ook moge zijn, is teken en zegel van de belofte, dat de hogere orde door de ch aos zal heenbreken. Dat de consequentie, waarmee de wereld naar de duivel schijnt te gaan, schijnbaa r is. Dat het leven op doorbraak is aangelegd. En dat, hoe ernstig de tijden ook mogen zijn, er nog r uimte blijft voor het spel der kinderen Gods’ (geci - teerd naar: O. Noordmans, Verzamelde Werken, Deel 6. De kerk en het leven , Kampen 1986, 539). 57. In de nu volgende schets van de receptiegeschie denis van ‘Theocratische grondlijnen’ beperk ik mij tot reacties kort na de publicatie van Religie en Politiek. Later is binnen het kader van de bredere re- ceptie van Van Rulers theocratisch visioen zowel in binnen- als buitenland dikwijls op gedachten uit ‘Theocratische grondlijnen’ gereageerd. Zie bijvoor beeld – er valt nu een boekenkast om en ik raap het een en ander bij elkaar – de artikelenbundels Woord en werkelijkheid, De waarheid is theocra- tisch en De reuzenzwaai ; voorts: W.H. Velema, Confrontatie met Van Ruler. Denken vanuit het ein- de , Kampen 1962, vooral 63-80; G.Th. Rothuizen, Primus usus legis. Studie over het burgerlijk ge- bruik van de wet , Kampen 1962, 238-255; Pieter van Hoof, Intermezzo. Kontinuiteit en diskontinui- teit in de theologie van A.A. van Ruler. Eschatolog ie en kultuur, Amsterdam 1974, passim; H.E.S. Woldring en D.Th. Kuiper, Reformatorische maatschappijkritiek. Ontwikkelingen op het gebied van sociale filosofie en sociologie in de kring van het nederlandse protestantisme van de 19e eeuw tot heden , Kampen 1980, 228-232, 264-271; G.W. Marchal, ‘De idee van de theocratie in het denken van wijlen prof. A.A. van Ruler [I]-III’, in: Hervormd Weekblad 92/4586-4588 (19 februari-5 maart 1981); René Süss, ‘Theocratie: koen presens of zach t futurum van de hoop? (I-III)’, in: IdW 14 (1985-1986), 21-25, 39-41, 83-87; H.W. de Knijff, ‘ K. Barth en A.A. van Ruler over maatschappij en cultuur’, in: KTh 38 (1987), 15-29 (en in: id., Woorden tegen willekeur. Verzamelde opstellen , Kam- pen 1989, 194-213); B. Plaisier, ‘De aantrekkingskr acht van de theocratie’, in: W. Aantjes, e.a., Ge- reformeerden en het gesprek met de cultuur , Zoetermeer 1991, 121-135; Evert Jan de Wijer, De Naam op de Toverberg. De denkfiguren uit Thomas Man ns ‘Zauberberg’ als transparanten voor de cultuurkritiek van K.H. Miskotte , Kampen 1997, 79vv.; J.M. van ’t Kruis, De Geest als missionaire beweging. Een onderzoek naar de functie en toereike ndheid van gereformeerde theologie in de hui- dige missiologische discussie , Zoetermeer 1998, 123-131; K. van der Zwaag, Onverkort of gekort- wiekt? Artikel 36 van de Nederlandse Geloofsbelijde nis en de spanning tussen overheid en religie. Een systematisch-historische interpretatie van een ‘omstreden’ geloofsartikel, Heerenveen 1999, 436-451, 547v.; A.A.A. Prosman, ‘Op het kruis ligt het zwaard. Over de spanning tussen theocratie en secularisatie in het oudere werk van A.A. van Ru ler’, in: Theologia Reformata 55/2 (juni 2012, 111-129); J.P. de Vries, Een theocratisch visioen, 297-324 (en zie voor andere auteurs ibid., 288- 297). In Duitsland is enkele keren kritisch gereage erd, bijvoorbeeld door: Walter Künneth, Politik zwischen Dämon und Gott. Eine christliche Ethik des Politischen, Berlin 1954, 537-541; door Bernd Päschke, Die dialogische Struktur der Theokratie bei A.A. va n Ruler, (ongepubliceerde dissertatie) Göttingen 1961; en – onder de kop ‘Die extreme Theo kratie bei A.A. van Ruler’ – door Helmut Thie-