D E T A B E R N A K E L E N D E A R K V A N H E T V E R B O N D T A B E R N A K E L Exodus 25 & 40 N H O U D S O P G A V E RANDOFFERAL T AAR . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12 W AS V A T . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18 D E G OUDEN K ANDELAAR . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 22 T AFEL V OOR T OON R ODEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . OFFERAL T AAR . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 32 D E TENT EN DE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 36 V AN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 50 V AN T A . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 56 V AN V OL V AN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 78 V AN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 88 T A . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 94 V AN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 98 TEMA TEN EST AMENT . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 102 11 N Exodus 29: 42; 40: 6 Locatie van het brandoeraltaar E T R A N D O F F E R A L T A A R Exodus 27: 1-8 & 38: 1-7 ( Ref Exodus 35: 16 & 39: 39)"Het moet een voortdurend brandoer zijn, al uw generaties door, bij de ingang van de tent van ontmoeting, voor het aangezicht van de HEERE. Daar zal Ik u ontmoeten om daar met u te spreken" (Exodus 29: 42). "Vervolgens moet u het brandoeraltaar vóór de ingang van de tabernakel, de tent van ontmoeting, plaatsen" (Exodus 40: 6). E T K O P E R E N R A S T E R W E R K, D E K O P E R E N N G E N O P D E E R T E N D E N E N D E D R A A G B O M E N V O O R H E T A L T A A R Exodus 27: 1-8"U moet ook het altaar van acaciahout maken; de lengte moet vijf el zijn, de breedte vijf el - het altaar moet vierkant worden - en zijn hoogte drie el. U moet dan zijn hoorns op de vier hoeken ervan maken; zijn hoorns moeten er één geheel mee vormen en u moet het met koper overtrekken. Vervolgens moet u de bijbehorende potten maken om zijn as te verwijderen, en de bijbehorende scheppen, sprengbekkens, vorken en vuurschalen; alle bijbehorende voorwerpen moet u van koper maken. U moet er vervolgens een rooster voor maken, een koperen rasterwerk, en op het raster moet u vier koperen ringen maken, op de vier uiteinden ervan. U moet het dan onder de rand van het altaar plaatsen, van onderen af, zodat het raster tot halverwege het altaar komt. Verder moet u draagbomen voor het altaar maken, draagbomen van acaciahout, en ze met koper overtrekken. Zijn draagbomen moeten zó in de ringen gestoken worden dat de draagbomen aan beide zijkanten van het altaar zijn als men het draagt. U moet het altaar van planken maken, vanbinnen hol. Zoals Hij het u op de berg getoond heeft, zo moet men het maken" (Exodus 27: 1 - 8). mizbah E T R A N D O F F E R A L T A A R Exodus 27: 1-8 & 38: 1-7 ( Ref Exodus 35: 16 & 39: 39) Exodus 27: 1-8 en 38: 1-7 ( Ref Exodus 35: 16 en 39: 39) Exodus 27: 3, Leviticus 1: 16 en 6: 10-11 ( Ref Helling, geen trappen Plaats waar de priesters op de trompetten bliezen, bij brandoffers en dankoffers op de dag van blijdschap, op feestdagen en aan het begin van de maand (afgeleid) Pot voor het verwijderen van as Altaar van aarde Brandofferaltaar Plaats waar de priesters stonden om offers te brengen (afgeleid)"Vervolgens maakte hij het brandoeraltaar van acaciahout; vijf el was zijn lengte, vijf el was zijn breedte - het was dus vierkant - en drie el zijn hoogte. Hij maakte ook zijn hoorns op zijn vier hoeken – zijn hoorns vormden er één geheel mee - en hij overtrok het met koper" (Exodus 38: 1-2). "En u mag niet langs trappen naar Mijn altaar klimmen, opdat uw naaktheid daarop niet zichtbaar wordt" (Exodus 20: 26). "En op de dag van uw blijdschap, op uw feestdagen en aan het begin van uw maanden moet u ook op de trompetten blazen, bij uw brandoers en bij uw dankoers. Ze dienen u tot gedachtenis voor het aangezicht van uw God. Ik ben de HEERE, uw God" (Numeri 10: 10). "Zijn krop met de veren moet hij daarna verwijderen. Hij moet die namelijk naast het altaar werpen, aan de oostkant, "De priester moet dan zijn linnen kleed aandoen en een linnen broek over zijn lichaam aantrekken. Vervolgens moet verteerd heeft, en die naast het altaar leggen. Dan moet hij zijn kleding uittrekken en andere kleren aantrekken, en de as buiten het kamp naar een reine plaats brengen. " "U moet voor Mij een altaar van aarde maken en daarop koers, uw kleinvee en uw runderen oeren. Op elke plaats waar Ik Mijn Naam zal laten gedenken, zal Ik naar u toe komen en u zegenen" (Exodus 20: 24). "Daarna hief Aäron zijn handen op over het volk, en zegende hen. Toen kwam hij naar beneden, nadat hij het zondoer, het "Vervolgens moet u het brandoeraltaar vóór de ingang van de tabernakel, de tent van ontmoeting, plaatsen" (Exodus 40: 6). "Het moet een voortdurend brandoer zijn, al uw generaties door, bij de ingang van de tent van ontmoeting, voor het aangezicht van de HEERE. Daar zal Ik u ontmoeten om daar met u te spreken. " (Exodus 29: 42). Lengte: 5 el (2, 28 m) Breedte: 5 el (2, 28 m) Breedte: 5 el (2, 28 m) Hoogte: 3 el Hoogte: 3 el E T R A N D O F F E R A L T A A R Vierkant altaar Koperen ringen voor de draagbomen Hoorns van het altaar"U moet ook het altaar van acaciahout maken . . . en u moet het met koper overtrekken" (Exodus 27: 1-2 en Exodus 38: 1-2). "U moet het altaar van planken maken, vanbinnen hol" (Exodus 27: 8 en Exodus 38: 7). "Op het raster moet u vier koperen ringen maken, op de vier uiteinden ervan" (Exodus 27: 4). "Daarna goot hij vier ringen voor de vier uiteinden van het koperen rooster, als houders voor de draagbomen" (Exodus 38: 5). "U moet dan zijn hoorns op de vier hoeken ervan maken; zijn hoorns moeten er één geheel mee vormen" (Exodus 27: 2 en Exodus 38: 2). Exodus 27: 1-2, 27: 7-8, 38: 1-2 en 38: 7 Exodus 27: 4 en 38: 5 Exodus 27: 6-7 en 38: 6-7 Exodus 27: 4-5 en 38: 4-5 Exodus 27: 2 en 38: 2 Altaar van acaciahout, overtrokken met koper Draagbomen voor het altaar Koperen rasterwerk"Verder moet u draagbomen voor het altaar maken, draagbomen van acaciahout, en ze met koper overtrekken" (Exodus 27: 6 en Exodus 38: 6). "Zijn draagbomen moeten zó in de ringen gestoken worden dat de draagbomen aan beide zijkanten van het zijn als men het draagt" (Exodus 27: 7 en Exodus 38: 7). "U moet er vervolgens een rooster voor maken, een koperen rasterwerk" (Exodus 27: 4 en Exodus 38: 4). van het plaatsen, van onderen af, zodat het raster tot halverwege het komt" (Exodus 27: 5 en Exodus 38: 4). badd-m l---ʼt ʼet-hammizb-ah 15 E T R A N D O F F E R A L T A A R kol-k-l- hammizb-ah O O R W E R P E N H E T A L T A A R U U R S C H A A L P R E N G B E K K E N C H E P L E E S H A A K O T V O O R H E T V E R W J D E R E N V A N A S Exodus 27: 3, 38: 3, 38: 30 & Numeri 4: 14 ( Ref Exodus 31: 9, 35: 16 & 40: 10) "Vervolgens moet u de bijbehorende maken om zijn as te verwijderen, en de bijbehorende scheppen, sprengbekkens, vorken en vuurschalen; alle bijbehorende voorwerpen moet u van koper maken" (Exodus 27: 3). E T R A N D O F F E R A L T A A R E T V U U R V A N H E T B R A N D O F F E R A L T A A R D A T C O N T N U M O E T B L J V E N B R A N D E N Levi-cu- 6: 9 & 6: 12-13"Gebied Aäron en zijn zonen: Dit is de wet voor brandoer. Het zelf moet de hele nacht tot de morgen op de vuurhaard van het blijven, en het vuur van het erop blijven branden" (Leviticus 6: 9). "En het vuur op het moet daarop blijven branden; het mag niet uitgeblust worden. De moet er elke morgen hout op aansteken, daarop het schikken en het vet van de dankoers erop in rook laten opgaan. Het vuur moet voortdurend op het blijven branden, het mag niet uitgeblust worden" (Leviticus 6: 12-13). 17 '-rek ham-q-m hammi-k-n P B O U W V A N D E T A B E R N A K E L Exodus 40: 17-33 En het gebeurde in de eerste maand, in het tweede jaar, op de eerstedagvan de maand, dat de bouwd werd. Mozes op. Hij plaatste zijn voetstukken, bracht de bijbehorende planken aan, maakte de dwarsbalken ervan vast en richtte zijn pilaren op, spreidde de uit over de dekkleed van de erbovenop, zoals de HEERE Mozes geboden had. Toen nam hij de getuigenis en legde die in ark. Hij bevestigde de draagbomen aan de ark en legde het verzoendeksel boven op de ark. Hij bracht de arktabernakel, hing het voorhangsel ter afscherming op en schermde de ark van de getuigenis af, zoals de HEERE Mozes geboden had. Vervolgens plaatste hij de tafel in de van ontmoeting, aan de noordkant van de nakel, buiten het voorhangsel. En hij schikte daarop het brood datdaaropgeschikt moest worden, voor het aangezicht van de HEERE, zoals de HEERE Mozes geboden had. Vervolgens zette hij de van ontmoeting, tegenover de tafel, aan de zuidkant van de tabernakel. En hij stak de aan voor het aangezicht van de HEERE, zoals de HEERE Mozes geboden had. Daarna zette hij het gouden van ontmoeting, vóór het voorhangsel, en hij liet daarop geurig reukwerk in rook opgaan, zoals de HEERE Mozeshad. Ook hing hij het gordijn op voor de ingang van de tabernakel. En hij zette het van de van ontmoeting; hij bracht daarop het graanoer, zoals de HEERE Mozes geboden had. Vervolgens plaatste hij het wasvat tussen de van ontmoeting en het altaar, en hij deed er water in om te wassen. Mozes, Aäron en zijn zonen wasten daarmee hun handen en hun voeten. Telkens wanneer van ontmoeting binnengingen en het naderden, wasten zij zich, zoals de HEERE Mozeshad. Hij richtte ten slotte de voorhof op, rondom de altaar, en hij hing het gordijn van de poortvan de voorhof op. Zo voltooide Mozes het werk. 1 V O E T S T U K K E N P L A A T S E N 2 P L A N E N A A N R E N E N 3 A R S A L E N V A S T M A E N 4 P I L A R E N O P R I C T E N 5 T E N T O V E R D E T A E R N A E L S P R E I D E N 6 E T D E K K L E E D V A N D E T E N T O V E R D E T E N T L E G G E N 7 A R V A N D E E T U I E N I S V O O R E R E I D E N 8 A R V A N D E E T U I E N I S I N D E T A E R N A E L R E N E N 9 E T V O O R A N S E L T E R A F S C E R M I N O P A N E N 10 T A F E L V O O R D E T O O N R O D E N P L A A T S E N 11 E T R O O D O P D E T A F E L S C K K E N 12 O U D E N A N D E L A A R N E E R Z E T T E N 13 L A M P E N V A N D E O U D E N A N D E L A A R A A N S T E E N 14 E T R E U O F F E R A L T A A R V O O R E T V O O R A N S E L I N D E T E N T V A N D E O N T M O E T I N Z E T T E N 15 E U R I R E U K W E R I N R O O O P L A T E N A A N 16 E T O R D I J N O P A N E N V O O R D E I N A N V A N D E T A E R N A - E L 17 E T R A N D O F F E R A L T A A R N E E R Z E T T E N 18 E N R A N D O F F E R E N R A A N O F F E R R E N E N 19 E T A S V A T P L A A T S E N 20 E T A S V A T V U L L E N M E T A T E R O M T E A S S E N 21 V O O R O F O P R I C T E N 22 E T O R D I J N V A N D E P O O R T V A N D E V O O R O F O P A N E N Vijf koperen voetstukken voor de vijf pilaren Vier zilveren voetstukken voor de vier pilaren Exodus 26: 37 en 36: 38 Exodus 26: 32 en 36: 36'adn- kesep '-m-d 'arb-'- h-'ammud-m wayyitt-n 'et-'-d-n-ywi V O E T S T U K K E N P L A A T S E N ‘Mozes op. Hij plaatste zijn voetstukken’ (Exodus 40: 18). Twee zilveren voetstukken voor elke plank (Exodus 26: 19-25 en 1 talent (34 kg) zilver per zilveren voetstuk (Exodus 38: 27). Zijaanzicht van de zilveren voetstukken (afgeleid) Bovenaanzicht van de zilveren voetstukken (afgeleid) Zijaanzicht van de zilveren voetstukken (afgeleid) [ Berekening ] L V E R E N V O E T S T U K K E N O N D E R D E P L A N K E N P B O U W V A N D E T A B E R N A K E L 'adn- kesep tahat haqqereš Exodus 26: 19-25 & 36: 24-30 59 0, 75 el (34, 2 cm) 3 vingers (5, 7 cm) 3 vingers (5, 7 cm) Lengte van de Lengte van de 3 handbreed3 handbreed Lengte van de pin: Lengte van de pin:3 handbreedten (22, 8 cm)3 handbreedten (22, 8 cm) 2 vingers (3, 8 cm) 2 vingers (3, 8 cm) 3 vingers (5, 7 cm) 1 vinger (1, 9 cm) 1, 16 cm Breedte van de pin: Breedte van de pin:1 handbreedte (7, 6 cm)1 handbreedte (7, 6 cm) Breedte van de zilveren Breedte van de zilveren voetstukken:voetstukken:2 handbreedten (15, 2 cm) 2 handbreedten (15, 2 cm) 8, 76 cm 1, 5 el (68, 4 cm) Hoogte van de pin: Hoogte van de pin:1 handbreedte (7, 6 cm)1 handbreedte (7, 6 cm) 1 zilveren voetstuk = 1 talent (34 kg)1 zilveren voetstuk = 1 talent (34 kg) Exodus 38: 27 Exodus 38: 27 (Dichtheid van zilver = 10, 5 g/cm3)(Dichtheid van zilver = 10, 5 g/cm3) Breedte van de plank: 1, 5 el (68, 4 cm) Breedte van de plank: 1, 5 el (68, 4 cm) Dikte van de plank: 0, 25 el (11, 4 cm) Dikte van de plank: 0, 25 el (11, 4 cm) Exodus 26: 16 en 36: 21 Exodus 26: 16 en 36: 21 *Zie pagina 102 van dit boek voor informatie over maateenheden*Zie pagina 102 van dit boek voor informatie over maateenheden wayy--em 'et-q-r---yw P L A N K E N A A N B R E N G E N ‘[Hij] bracht de bijbehorende planken aan’ (Exodus 40: 18). Planken verbonden met twee pinnen Dubbele planken voor de twee hoekpunten van de tabernakel achterin Ring aan de bovenkant Twee pinnen Zilveren voetstukken onder de plank Planken Planken met de twee pinnen in zilveren voetstukken vastgezet Exodus 26: 17 en 36: 22 '-t hammi-k-n bayyark-t-yim--t- y-dayim'adn- kesep tahat haqqerešqereš Exodus 26: 23-24 en 36: 28-29 Exodus 26: 24 en 36: 29 Exodus 26: 19 en 36: 24 Exodus 26: 19 en 36: 24 Exodus 26: 15-29 en 36: 20-34 Dwarsbalken van acaciahout, overtrokken met goud (vijf) Zilveren voetstukken onder de planken Exodus 26: 26-29 en 36: 31-34 Exodus 26: 19-25 en 36: 24-30 Twee pinnen Exodus 26: 17 en 36: 22--t- y-dayim'adn- kesep tahat haqqereš De middelste dwarsbalk loopt in het midden van de planken van het ene naar het andere einde Exodus 26: 28 en 36: 33 E T V E R B N D E N V A N D E P L A N K E N P B O U W V A N D E T A B E R N A K E L Plankenqereš Exodus 26: 15-29 en 36: 20-34 61 K L E D N G V A N D E H O G E P R E S T E R Exodus 28: 1-43 & 39: 1-43 Wat u betreft, laat uw broer Aäron en zijn zonen die bij hem zijn, bij u komen uit het midden van de Israëlieten om Mij als Aäron, Nadab en Abihu, Eleazar en Ithamar, de zonen van Aäron. Dan moet u voor uw broer Aäronmaken omhemwaardigheid en aanziente geven. En ú moet spreken tot allen die wijs van hart zijn, die Ik met een geest van wijsheid vervuld heb, dat zij de kleding van Aäronheiligen, zodat hij Mij als kan dienen. Dit zijn dan bovenkleed, een onderkleed van bewerkte stof, een gordel. Zij moeten namelijk voor uw broer Aäron en voor zijn zonen geheiligde kleding maken om Mij als (Exodus 28: 1-4). Want zij zijn wel zonder het zweren van een eed geworden, maar Hij is het geworden met het zweren van een eed door God, Die tegen Hem gezegd heeft: De Heere heeft gezworen en het zal Hem niet berouwen: U bent Priester in eeuwigheid, naar de ordening van Melchizedek – in zoverre is Jezus Borg geworden van een zoveel beter verbond. En zij zijn wel in groten getale geworden, omdat zij door de dood verhinderd werden altijd te blijven, maar Hij, omdat Hij blijft tot in eeuwigheid, heeft een Priesterschap dat niet op anderenovergaat. Daarom kan Hij ook volkomen zalig maken wie door Hem tot God gaan, omdat Hij altijd leeft om voor hen te pleiten (Hebreeën 7: 20b-25). 123 I N N E N R O E I N N E N O N D E R L E E D E N O R D E L Exodus 28: 42, 39: 28 en Leviticus 6: 10 Exodus 28: 39, 29: 5, 39: 27, Leviticus 6: Exodus 28: 39, 39: 29 en Leviticus 8: 7 Linnen broek om de schaamdelen van de ‘ Vervolgens moet u broeken voor ken; ze moeten van de heupen tot op de dijen reiken. ’ (Exodus 28: 42) Het onderkleed was geweven van jn linnen, de mouwen kwamen tot op de polsen en de lengte van dit eendelige kledingstuk kwam tot de hakken ( Ant. Een gordel van blauwpurperen, roodpurperen en scharlakenrodewol en dubbeldraads jn linnenom rond het onderkleed *exclusief gouden materiaal K L E D N G V A N D E H O G E P R E S T E R Een gewone priester Exodus 28: 40-43 en 39: 27-29 89 45 O V E N L E E D V A N D E E F O D F O D m-'-l h-'-p-d Exodus 28: 31-35, 29: 5, 39: 22-26 en Leviticus 8: 7 Het bovenkleed werd direct onder de efod gedragen. Hij was geheel blauw, zonder patronen erop (Exodus 28: 31 en 39: 22) en uit één stuk geweven van boven tot onder. Exodus 28: 6-14, 29: 5, 39: 2-7 en Leviticus 8: 7 De efod was geweven van dubbeldraads jn linnen en goud, van blauwpurperen, roodpurperenenscharlakenrodewol. Het was een mouwloos kledingstuk dat leek op een schort en tot aan de knie reikte. Het had een schouderstuk op beide schouders om het voorste stuk met het achterste stuk te verbinden (Exodus 28: 6-7 en 39: 2-4). K L E D N G V A N D E H O G E P R E S T E R Geweven zoom Gouden belletjes Kunstige band van de efod Gouden ringen Geweven zoom rond de halsopening om scheuren te voorkomen. Gouden belletjes die met regelmatige tussenruimte tussen de geborduurde granaatappels hingen. De band was op dezelfde manier gemaakt als de efod. Hij was geweven van gouden, blauwpurperen, roodpurperenenscharlakenrodewol met linnen. Het was een band die de efod om het lichaam bond (Exodus 28: 8, 39: Ref Exodus 28: 27-28 en 39: Gouden ringen boven de kunstige band van de Exodus 28: 32 en 39: 23 Exodus 28: 33-34 en 39: 24-26 Exodus 28: 8, 29: 5, 39: 5 en Leviticus 8: 7 Exodus 28: 27 en 39: 20 V E R C L C U B L C A T E S Wie zijn wij? CL C staat voor Christelijke Lectuur Centra. We maken deel uit van een interkerkelijke, internationale zendingsorganisatie die in 50 landen vertegenwoordigd is. Ons doel is het evangelie te verspreiden via christelijke lectuur, zodat mensen tot geloof in de Heere Jezus komen en kunnen groeien in dat geloof. Eén van de slogans van CL C is: a drop of ink can make a million think, oftewel: een druppel inkt kan een miljoen mensen aan het denken zetten. Sinds 1941 werken we daarom via christelijke boekhandels, uitgeverijen, webshops, e-boeken, enz. Onze winkels zijn geen ’gewone’ boekwinkels, maar zendingsposten waar iedereen die er binnenkomt geholpen kan worden op allerlei gebied. Wij geloven met heel ons hart in de levensveranderende kracht van het gedrukte woord. Waar mogelijk werken we samen met kerken en organisaties. God roept nog steeds mensen om Zijn liefde door te geven aan iedereen die Hem niet kent. Misschien is daarin een rol voor jou weggelegd binnen CL C als bidder, vrijwilliger, medewerker of via een partnerorganisatie. Wil je meer weten of betrokken raken? Neem dan contact met ons W W W C L C P U B L C A T E S N L ‘Meer dan de helft van de wedergeboren christenen over de hele wereld getuigt dat lectuur sterk heeft bijgedragen aan hun bekering. CL C is uniek in zijn wereldwijde visie en benadering met 178 christelijke boekhandels in ruim 50 landen’ - Patrick Johnstone, schrijver van het bekende gebedshandboek Operation World. 103