7 Proloog Begeef je overdag onder de gewone mensen, maar weet in je hart dat je Robin Hood in vermomming bent. – Woolf Harcourt Londen, Engeland, 1861 ‘Goed, miss Harcourt, bent u of bent u niet Nathaniel Droll?’ Innerlijk kromp ik ineen, gezeten in een stoel aan het bureau van de oude uitgever die ze ‘Ram’ noemden. Wat vreselijk om die dierbare naam uit de vlezige mond van die man te moeten te horen, maar voor hem was het natuurlijk enkel een naam. ‘Dat ligt ingewikkeld, sir.’ De crinoline on - derlagen van mijn rok prikten in mijn benen, die elke mi - nuut die ik doorbracht op het kantoor van Marsh House Press warmer begonnen te worden. ‘Dat is het omwisselen van de laatste aflevering op het allerlaatste moment ook. U moet me vergeven dat ik twijfel als hier een of ander brutaal wicht opduikt, zogenaamd uit naam van een landelijk bekende schrijver, dat niet ouder lijkt dan zijn eerste boek. Hebt u enig bewijs van uw band met hem?’ 18085 De verdwijning 1.indd 7 13-08-18 14:01
8 Dit ging een heleboel uitleg vergen. Misschien was het tijd om de aftocht te blazen. Maar nee, dit móést gebeuren. Als ik nu wegliep, zou dat betekenen dat het laatste deel van het feuilleton over een paar dagen gepubliceerd werd, en dan zou de man van mijn dromen erachter komen hoe ver - liefd ik op hem was. Ik kon me na zoiets vreselijks geen leven meer voorstellen. ‘Dit.’ Ik legde een opschrijfboekje neer voor de kalende buldog van een man die over zijn bureau vol bergen papier en rommel hing. ‘Is dit niet hetzelfde type als Droll u sinds jaar en dag stuurt?’ Hij bladerde met zijn grove vingers door de bladzijden en scheurde er zelfs één aan de bovenkant in. Vervolgens schoof hij over het bureaublad een inktstel naar me toe. Natuurlijk. Ik moest hem ter vergelijking mijn hand - schrift tonen.Ik zocht een lege bladzijde, tilde de zware pen uit de glazen inktpot en schreef: Ik ben Aurelie Harcourt. Ik heb Nathaniel Drolls betaling opgehaald op Headrow Lane nr. 32 in Glen Cora, Somerset. De letters die mijn trillende vingers vormden, ver - toonden langere lussen en waren minder netjes dan de rest in het boekje, maar het was onmiskenbaar hetzelfde handschrift. De man trok het opschrijfboekje naar zich toe en inspec - teerde het aandachtig terwijl de seconden op de klok achter hem wegtikten. Ik concentreerde me op de ivoren schouw in de hoek van de kamer en telde de seconden mee. Toen hij klaar was met zijn inspectie, liet hij zijn zware lijf achterover in zijn stoel zakken en bestudeerde me, elke knoop en elke plooi van mijn bruine reistenue. Zijn dikke vingers tikten tegen zijn wangen. ‘Nou, nou, nou. Ik heb altijd al het geweldige enigma willen ontmoeten dat me zo veel geld heeft opgeleverd, en ziedaar. Een vrouw. Een nogal onopvallende vrouw zelfs.’ 18085 De verdwijning 1.indd 8 13-08-18 14:01
9 Alsof ik minderwaardig was. ‘Scribent.’ Mijn stem brak. ‘Ik ben sinds jaren zijn scri - bent.’ ‘En hoe hebt u Nathaniel Droll leren kennen?’ Hij kneep zijn ogen tot spleetjes. Kon ik weigeren te antwoorden? Hij geloofde me toch al nauwelijks, dat was wel duidelijk. ‘Een lang, oninteressant verhaal, sir. Maar op dit moment ben ik hier enkel om te informeren naar de mogelijkheid om het einde nog te veranderen.’ Ik gebaarde naar het notitie- boekje dat voor hem lag. Met zijn bril op zijn neus bestudeerde hij het boekje, toen mij, toen weer het boekje, waarbij zijn linkeroog bijna in zijn wantrouwende rimpels wegzakte. ‘Dit heeft hij nog nooit gedaan.’ ‘Dit boek is anders.’ Hij gromde, schoof zijn stoel achteruit en sloeg zijn armen over elkaar. ‘Zeg mister Droll maar dat hij geluk heeft. Ten eerste omdat u dit hebt onderschept voor de boel op de drukpers ligt. Op het nippertje. En ten tweede omdat zijn roem mij vandaag gunstig stemt.’ Hij stak een mooi versierde pijp op, trok eraan en blies vervolgens kleine kringetjes rook uit. ‘Ik weet dat het veel gevraagd is, maar –’ ‘Gelukkig ben ik een geweldig mens.’ Met een grimas wuifde hij de rookwolken voor zijn gezicht weg. Ik slaakte bijna onhoorbaar een zucht. Het was gelukt. Alles was veilig. ‘Dus u verandert het einde?’ ‘Nou, dat hangt ervan af. Als ik dit einde vreselijk vind, ga ik toch echt het slot gebruiken dat hij me al gestuurd heeft. Dat is geaccordeerd, dit niet.’ Ik rechtte mijn rug tegen de harde leuning van de stoel. ‘Ik kan u dat niet laten drukken.’ 18085 De verdwijning 1.indd 9 13-08-18 14:01
10 ‘O, o, o – het scribentje verbiedt me iets!’ Hij draaide rond in zijn stoel en leegde de pijp in een asbak. ‘Ik weiger risico’s te nemen met het laatste deel. We vermoeden dat de ver - koopcijfers alle huisrecords zullen gaan breken en het einde mag niet teleurstellen.’ Hij sloeg met zijn hand op het bu - reau om zijn woorden kracht bij te zetten. ‘Het eerste hoofd - stuk verkoopt een boek, maar het laatste verkoopt het volgende. Snapt u dat?’ ‘Ja, sir, maar ik moet u echt verzoeken om –’ ‘Waar komt u eigenlijk vandaan?’ ‘Nou, ik –’ ‘We moeten dit van zijn vergoeding aftrekken, weet u.’ ‘Dat maakt niet uit. Maar kan ik –’ ‘Hoe oud bent u eigenlijk?’ De frustratie won het van mijn zelfbeheersing. ‘Tweehon - derdendrie. En u?’ Ik sloot geschrokken weer mijn mond. De man achter het bureau, grijnzend als een boer met kiespijn, trok aan zijn pijp. Zijn ogen lieten mijn gezicht niet los. ‘Nú bent u iemand met wie ik wil praten.’ Hij boog zich naar voren, de leren stoel kraakte onder zijn gewicht. ‘Goed, piepkuiken. Vertel me exact hoe u in het bezit bent geko - men van Nathaniel Drolls opschrijfboekje. En waarom zijn werk uw handschrift draagt.’ ‘Dat kan ik niet, sir.’ ‘Dat begrijp ik.’ Hij draaide zich van me weg. ‘Dan kan ik helaas niet langer overwegen om uw alternatieve einde te gebruiken.’ In het kleine houten stoeltje dat zijn secretaresse had ge - bracht, beet ik op mijn lip en greep de armleuningen beet. ‘Ik kan u, denk ik, wel de korte versie van het verhaal vertel - len. Als u belooft het alternatief serieus te overwegen.’ Hij draaide zich weer terug zodat hij me kon aankijken. Zijn ogen glommen en hij plantte zijn ellebogen op het bu - 18085 De verdwijning 1.indd 10 13-08-18 14:01
11 reaublad. ‘Flauwekul. Als we het over Nathaniel Droll gaan hebben, wil ik alles tot in detail weten. Begrepen? Elk detail, hoe klein ook. Ik wil weten wie zich achter die naam ver - schuilt en wat zijn verhaal is. Begin maar met uw aandeel in dit geheel, en vertel me alstublieft ook over de bedriegers. Ik kan niet wachten.’ Met een huivering en een zucht diepte ik herinneringen op die de moeite van een bezoekje eigenlijk niet waard waren. Misschien volstond het om hem enkel de gebeurte - nissen van de laatste paar maanden te vertellen? Ik haalde diep adem en gaf me over aan het enige talent dat ik bezit: verhalen vertellen. ‘Het begon allemaal in de schuldenaars - gevangenis van Shepton Mallet, waar ik woon. Dat wil zeg - gen, tot voor kort.’ 18085 De verdwijning 1.indd 11 13-08-18 14:01
12 1 Lady Jayne droomde er oeverloos van te ontsnappen naar iets anders, naar een dramatisch en fascinerend leven – tot ze het daadwerkelijk deed. - Nathaniel Droll, De verdwijning van lady Jayne Een paar maanden eerder, Somerset, Engeland Het moet aan de regen gelegen hebben dat die dag zo ver - keerd voelde – niets anders. De regen spoog me in het ge - zicht en doorweekte me tot op het bot. Toen een koets met zwiepende lantaarns over de gammele straat op me af kwam hobbelen, zocht ik snel beschutting tegen de muren van de Shepton Mallet Schuldenaarsgevangenis. Nee, het lag aan alles. Alles voelde fout zonder papa. Maar vanavond was het iets specifieks. Misschien was het de mooie koets die gekomen was om mij naar mijn nieuwe thuis te brengen. Het ding leek zo vreselijk misplaatst in dit deel van de stad, in het donker nog wel. Waarom was tante Eudora niet gewoon op klaarlichte dag gekomen, zodat we buiten hadden kunnen blijven staan en op hadden kunnen gaan in onze hereniging, elkaar kon - den omarmen en ons konden laten verteren door een ge - deeld verdriet? Ze wist ongetwijfeld dat dit nou niet echt 18085 De verdwijning 1.indd 12 13-08-18 14:01
13 een wijk was om rond te hangen zodra de luiken voor de verlichte ramen van de keurige burgers gesloten waren. De vochtige mist verwarde mijn zintuigen, verstikte mijn toch al oppervlakkige ademhaling. Ze geneerde zich toch niet voor me? Nee, ik was familie. Familie die jaren geleden door hen in de steek was gela - ten, dat wel. Misschien verwachtte ik wel te veel.Ik kneep mijn ogen tot spleetjes en tuurde naar het nade - rende voertuig. Ik fronste. Achter het beslagen ruitje zag ik de omtrekken van een hoge hoed, niet de veren van een dameshoed. Wie kwam mij nou ophalen? Wat als, wat als – en dit zou een briljante scène voor een toekomstig boek zijn – het niet een oude tante was die dit eenzame meisje kwam halen, maar haar eigen dierbare vader, springlevend en wel? De emotie van een dergelijke moge - lijkheid spookte zozeer door mijn hoofd dat ik al bijna mijn koffer openrukte, midden in de stortbui, om een notitie - boekje tevoorschijn te halen om dit prachtige idee vast te leggen. Stop. Ik moest stoppen met aan hem te denken. De koetsier bracht de snuivende paarden tot stilstand. Ze stampvoetten ongeduldig in het mistige maanlicht, en met ingehouden adem liep ik langzaam achteruit, in de richting van de gevangenispoort. Toen een heer met cape uit de koets sprong, verlangde ik nog heviger naar die blanco bladzijden. Wat een perfecte schurk! Lang en donker gekleed, met een afschrikwekkende kromming in zijn brede schouders toen hij over de plassen sprong. O, als je deze man toch eens in perfecte bewoordingen op papier kon vastleggen... Maar ieder schrijvend mens weet dat de beste ideeën altijd komen als je net even geen pen en papier bij de hand hebt. Terwijl de man dichterbij kwam, ging zijn blik omhoog naar de gevangenis, zijn afkeur afgetekend in de diepe lijnen 18085 De verdwijning 1.indd 13 13-08-18 14:01
14 op zijn gezicht. Hij zette zijn hoed af – die in deze stortbui vrijwel nutteloos was – en veegde met zijn mouw de regen van zijn wang. Toen hij mij in de schaduw ontwaarde, leek zijn gezicht nog strenger te worden, zijn scherpe ogen be - schermd door donkere wenkbrauwen. Van dichtbij was hij nog onheilspellender. Bedreigend, zelfs. Ik deed een paar stappen achteruit, tot ik tegen de ruwstenen gevangenismuur botste. Niets kon mij nu nog beschermen. Niemand die mij als vermist zou opgeven bij de politie. Ik was moederziel al - leen, als een vlieger waarvan het koord opeens afbreekt. De Heer is mijn Herder, het ontbreekt mij aan niets. Nooit eerder was ik zo afhankelijk geweest van God, en het leek er nu toch echt op dat Hij alles was wat ik nog had. Ik boorde mijn nagels in de stenen achter mijn rug. De storm trok verder aan en de regen roffelde op mijn schou - ders, stroomde langs mijn nek en doorweekte mijn jurk. Waarom renden we nu niet naar de koets, lieten we ons daardoor beschermen? De man kneep zijn ogen tot spleetjes, alsof hij wachtte tot ik iets zou zeggen om mijn aanwezig - heid te verklaren. Ja, hij voelde het ook. Er klopte iets niet. Mijn dunne stem doorsneed de regen. ‘Komt u van Lyn - hurst Manor?’ Misschien had ik het mis en was tante Eudora’s koets nog onderweg. ‘Ja.’ De regen drupte uit de plukken haar die tegen zijn voorhoofd plakten. ‘O.’ Geen van tweeën verroerden we ons. Wachtte hij op mijn toestemming? ‘Die twee zijn van mij.’ Ik wees naar mijn versleten hutkoffers, wat zijn verwarring alleen maar groter leek te maken. ‘Ik ben Aurelie Harcourt.’ ‘Silas Rotherham.’ Rotherham. Donker en sinister. Perfect. Na nog een paar ongemakkelijke seconden pakte hij me bij mijn elleboog en dirigeerde me naar de koets. Een hoofd - 18085 De verdwijning 1.indd 14 13-08-18 14:01
15 gebaar naar de koetsier deed de man van de bok springen om mijn koffers te pakken. Zeker, ze waren niet van het - zelfde kaliber als mijn nieuwe diepblauwe jurk, die in dikke lagen stof om mijn benen danste en inmiddels een modi - euze maar kleddernatte prop begon te vormen. Hij vroeg zich vast af wat ik nou eigenlijk was – arm of rijk. Ja, dat verklaarde waarschijnlijk de frons. De eerste koffer plofte boven mijn hoofd op het dak van de koets, terwijl ik mijn jurk door het te smalle deurtje wurmde en me op het bankje liet vallen. Ondertussen ging de man op de bank tegenover me zitten. Hoe deden echte dames dat toch elke dag? Deze jurk was het mooiste kle - dingstuk dat mijn lijf ooit omhuld had, en hoewel ik hem inmiddels al drie dagen bezat, wist ik nog steeds niet hoe mijn smalle lijf zoiets moest dragen. Al helemaal niet als het in natte meters stof om me heen hing. Misschien was het dom geweest om deze jurk te kopen van mijn toch al niet weelderige financiën. Hij was alleen bedoeld om me er uiterlijk bij te laten horen, aangezien de rest van mij dat niet deed. Nog dommer was het dat ik be - reid was geweest mijn laatste centen uit te geven in de ver - onderstelling dat mijn rijke familie zich naar mij toe zou spoeden om in alle toekomstige noden van hun nichtje te voorzien. Een nichtje dat ze tot nu toe niet eens goed ge - noeg hadden bevonden om zelfs maar kennis mee te maken. O, wat had ik toch veel fantasie. Maar ik moest papa’s spaarcenten nog zien te lokaliseren, waar ze zich ook mochten bevinden. De royalty’s die ik altijd ophaalde bij Marsh House Press moesten toch genoeg zijn om me te onderhouden. En aangezien de man nu door de dood verlost was van zijn schulden, kon ik dat geld gebrui - ken voor wat ik maar nodig had. Ik legde mijn natte hoed naast me op de zitting en wrong 18085 De verdwijning 1.indd 15 13-08-18 14:01
16 mijn haar boven de vloer uit. ‘Een mens raakt helemaal doorweekt, hè?’ De man pelde zich uit zijn doorweekte mantel en had moeite zijn armen uit de mouwen te krijgen. Instinctief – het gevolg van een leven lang nood herkennen en toeschie - ten – stak ik mijn hand uit om hem te helpen. Toen mijn vingertoppen zijn warme, linnen mouw onder de jas raak - ten, trok hij die terug, slingerde zijn mantel opzij en keek me aan met een blik die het midden hield tussen schok en er - gernis. Ik trok mijn handen snel terug en schoof abrupt verder naar achteren in het bankje; mijn natte wangen gloeiden. Natuurlijk, dit was een heel andere wereld dan de schulde - naarsgevangenis. Vrouwen waren er niet om te troosten of te helpen, tenzij ze daarvoor betaald werden. Gegrom buiten deed me door het raampje gluren. De koetsier stond vergeefs aan mijn tweede hutkoffer te rukken, waarvoor uren geleden nog drie mannen nodig waren ge - weest om hem zelfs maar naar buiten te krijgen. Ik beet op mijn lip en dacht aan de inhoud. Die ging hij nooit in zijn eentje omhoog krijgen. Met een boze blik kwam de man tegenover me overeind en dook de regen weer in om de koetsier te helpen. Samen hesen ze de kostbare inhoud moeizaam omhoog en slinger - den de koffer met een doffe plof achter op de koets. Een bliksemschicht doorsneed de donkere hemel en de beide mannen holden weer naar de beschutting van de koets. Mister Rotherham hees zichzelf naar binnen, zonder jas en druipend van de regen. De koets schoot bijna meteen naar voren en ik vloog achteruit tegen de rugleuning. Van het ene op het andere moment lieten we mijn hele – zij het korte – leven achter ons. Niet achteromkijken. Niet achteromkijken. Niet – 18085 De verdwijning 1.indd 16 13-08-18 14:01
17 Maar ik deed het toch. Met mijn vingertoppen om het raampje gekruld drukte ik mijn neus tegen het glas voor een laatste blik op mijn thuis. ‘Bent u iets vergeten?’ ‘Nee.’ Ik ging weer rechtop zitten en drukte mijn schou - derbladen tegen de leren zitting. Deze plek verlaten was het einde van zo veel dingen. De man kwam beetje bij beetje weer op adem en bewoog zich heen en weer tot hij enigszins gemakkelijk zat op dat kleine, achteruit rollende plekje. Ik frunnikte aan de deken die naast me lag. Hij zou vast niet willen dat ik hem die aan - reikte. Maar toen zijn zachte rillen overging in een gebibber van top tot teen, kon ik het niet laten. Ik boog me naar voren en gaf hem de deken. Hij pakte het ding aan zonder naar me te kijken en drukte hem tegen zijn natte kleren om het vocht te absorberen. Toen hij weer opkeek, waren zijn lippen tot een soort glimlach gekruld, waarbij er twee kuiltjes in zijn wangen vielen die zijn mond als aanhalingstekens om - randden. Eindelijk kon ik een beetje ontspannen. ‘Ik kan u verzekeren,’ zei hij, ‘dat Lynhurst meer dan ge - noeg stenen telt. U had geen exemplaren hoeven inpakken.’‘Het zijn boeken.’ Ik huiverde en keek naar de omtrekken van de huizen die langsschoten. Het moest overduidelijk zijn voor hem dat ik een bedrieger was, dat ik helemaal niet op Lynhurst Manor thuishoorde. Tot een paar dagen geleden had mijn leven bestaan uit een eenkamercel, mijn gezellige, luidruchtige vader en drie meubelstukken. En verhalen, na - tuurlijk. Hij had me laten zien hoe een mens in een derge - lijke rare omgeving kan gedijen – psalmen reciteren, zorgen voor de zwakken, van mensen houden – maar hij had me nooit geleerd me te gedragen als iemand van de elite waarin hij zelf was opgegroeid. Het was nooit nodig geweest. 18085 De verdwijning 1.indd 17 13-08-18 14:01
18 Plotseling werd ik overvallen door heimwee. Hoe kon iemand heimwee hebben naar zo’n plek? ‘Dank u wel voor de moeite… met de boeken.’ Ik wees naar de achterkant van de koets, waar de koffer stond. ‘Geen probleem. Boeken zijn essentiële voeding voor de geest.’ Het was een antwoord dat vragen opriep, maar ik hield mijn mond. Het kleinste woordje kon verkeerd vallen. Het schijnsel van de straatlantaarns danste over zijn gezicht. ‘Ik neem aan dat het de gebruikelijke kost is?’ Zijn stem haalde me uit mijn gedachten, diep en krachtig. ‘Miss Aus - ten, Clennam, Wordsworth, misschien wat gezangboeken?’ Hij was niet zo goed in koetjes en kalfjes. ‘Ik geef de voorkeur aan feuilletons.’ ‘Natuurlijk.’ Zijn lichte frons, een mild afwijzende blik, deed mijn maag opspelen. Alsof mijn liefde voor feuilletons hem deed concluderen dat ik toch echt lager op de sociale ladder stond. Wat zou het een verrassing zijn als hij ont - dekte dat de meeste boeken in die loodzware hutkoffer leeg waren. Ik perste mijn lippen op elkaar om mijn heerlijke geheim niet te verklappen – het geheim dat mij waardevoller maak - te dan iemand ooit kon vermoeden. Durfde ik die woorden maar hardop uit te spreken. Neem me niet kwalijk, sir. Hebt u weleens van Nathaniel Droll gehoord? Nou, ik ken toevallig de echte man die achter dat pseudoniem schuilgaat. O, de geschrok - ken blik die zich van dat arrogante gezicht meester zou maken! ‘Romanfiguren zijn onze beste vrienden, dus ik kan uw voorliefde niet afkeuren.’ Hij zette de hoed recht die op het ritme van de wielen heen en weer bewoog en glimlachte. ‘Mensen van vlees en bloed zijn gecompliceerder en moei - lijker om te leren kennen.’ 18085 De verdwijning 1.indd 18 13-08-18 14:01
19 ‘Dat lijkt mij toch niet. Een heleboel mensen zijn geslo - ten, in zichzelf gekeerd, maar ze bloeien geweldig op als je maar geïnteresseerd in ze bent.’ Het kort omhoogschieten van zijn wenkbrauw duidde op afkeur, wat mij nog verder in mijn bank dreef terwijl mijn wangen opnieuw begonnen te gloeien. Ik had het weer voor elkaar gekregen. Ik liet mijn hoofd achterover tegen de kussens zakken en liet mezelf en mijn sombere gedachten door de koets naar een nieuw leven brengen waar dit soort afkeur heel gewoon zou worden. ‘Ik hoop dat ik u niet beledigd heb, sir.’ ‘Het was enkel een verrassend diep antwoord op wat ik als een simpele vraag beschouwde.’ ‘Het leven is diep, sir.’ O, zo diep. Zeker als het bestaat uit een reeks intense momenten die zich op je storten en elke dag om directe aandacht vragen. ‘Daarom zijn boeken een reddingsboei. Als je in de bladzijden van een verhaal stapt, betekent het dat je een ander vergezelt in zijn leven en doet alsof jij, één bevrijdend moment lang, ook zo gezond en compleet en geweldig normaal zult worden.’ Zijn ogen sloegen me vriendelijk gade. ‘U hebt het in het leven dat u is toebedeeld prima gerooid. Hoe is het mogelijk dat u niet verdronken bent in droefenis, dag in dag uit op een dergelijke plek?’ Mijn eerste neiging was om hem te vertellen dat nota bene Charles Dickens meerdere jaren van zijn jeugd in de schuldenaarsgevangenis van Marshalsea had doorgebracht, waar zijn vader vanwege meerdere schulden vastzat. Nie - mand kon ontkennen dat Dickens uiteindelijk een groot succes van zijn leven had gemaakt. Maar ik wuifde zijn op - merking weg. ‘Er zijn meer goede dan slechte dagen. Boven - dien, fantasie is draagbaar. Je kunt het zelfs mee de armoede in nemen.’ 18085 De verdwijning 1.indd 19 13-08-18 14:01
20 Zijn gezicht verdween weer in het donker. Moest hij lachen? Of keurde hij het af?Het maakte niet uit. De stress van de afgelopen week drukte net zo zwaar op me als het gewicht van de kledder - natte jurk. We hadden papa pas een paar dagen geleden be - graven. ‘Mag ik vragen wie mij begeleidt?’ ‘Ik ben een vriend van de familie en breng de zomer op Lynhurst door.’ Hij schraapte zijn keel. ‘Ze waren van me - ning dat ze een dergelijke delicate aangelegenheid niet aan een bediende konden overlaten, hoe trouw misschien ook.’ ‘Aha.’ Ik snapte er niks van. Wat was er nou delicaat aan het ophalen van je nichtje? Lange, stille momenten vergleden tot de koets voor een zwaar ijzeren hek stilhield en wachtte tot het openging. Er zat een soort familiewapen op. Waren we er nu al? Ik leunde uit het raampje om iets te kunnen zien, maar er was weinig te onderscheiden in het gedempte licht van de lantaarns. Drie… nee, vier koepeltjes porden in de donkere wolken boven het dak. Dit landgoed kon nauwelijks zo prach - tig en overweldigend zijn als in papa’s wilde verhalen, maar iets minderwaardigs zou niet zo zeer de fantasie van een man als hij hebben geprikkeld. Ik rekte me uit om in het drukkende duis - ter iets te kunnen zien van het roemruchte Lynhurst. Na eindeloze minuten over de oprit te zijn gerold, draai - de de koets naar links en hield een paar meter voor het enorme huis stil. Een grote hanglamp verlichtte het gewelf - de dak boven de entree met dubbele houten deuren, die wel iets weg hadden van een gevangenispoort. Misschien zou ik me hier dan toch thuis voelen. De grijze buitenmuur van het huis leek zich aan weerszijden van de kleine lichtcirkel eindeloos uit te strekken. Het was dus waar. Ik had papa’s verhalen over dit huis nau - welijks geloofd, want welke familie zou in dergelijke weelde 18085 De verdwijning 1.indd 20 13-08-18 14:01
21 leven terwijl hun eigen broer in armoede wegkwijnde? Een fractie van hun rijkdom zou hem jaren geleden al hebben bevrijd. Ik probeerde mezelf te wapenen tegen bitterheid, probeerde een verklaring te bedenken – maar het lukte niet. In elk geval regende het niet meer. Mister Rotherham stapte uit. Toen ik hetzelfde wilde doen, stak hij een hand op. ‘Het is beter, miss Harcourt, als ik ze eerst voorbereid.’ Ik zakte terug op de zitting, voelde hoe klam mijn dikke rokken waren. ‘Voorbereiden op wat?’ Hij bleef even staan en er schoot kort een grijns over zijn gezicht. ‘We dachten allemaal dat u een verzameling koffers en tassen zou zijn.’ ‘Sorry?’ ‘De notaris instrueerde lady Pochard om de bezittingen van een verre verwant op te halen, die in de schuldenaars- gevangenis was overleden.’ Verre verwant? Ik fronste. ‘U kunt zich haar verbazing voorstellen als ze erachter komt wat deze “bezittingen” inhouden.’ Hij schudde zijn hoed droog en plantte hem op zijn hoofd. ‘Wacht hier. Ik kom u halen als ik haar het nieuws heb verteld.’ ‘Welkom terug, mister Rotherham.’ Silas stapte door de grote deuren die door de butler wer - den opengehouden, waarna de man hem binnenliet in de don - kere hal. De houten lambrisering geurde licht naar citroen. Een kleine buiging werd gevolgd door een uitgestrekte hand, waarmee Digory Silas’ jas aannam. Het gewicht trok zijn arm omlaag, maar de man vertrok geen spier. ‘Ik hoop dat uw rit prettig is verlopen.’ 18085 De verdwijning 1.indd 21 13-08-18 14:01
22 ‘Zoals verwacht.’ Silas stampvoette het vocht van zijn schoe - nen en liep door de grote hal naar de salon, waar lady Pochard op hem wachtte. Wat moest je eigenlijk antwoorden op zo’n holle vraag? Fijne dag vandaag, sir, niet? Hoe was uw wandeling? Ik hoop dat u vanochtend in goede gezondheid bent opgestaan. Hij zou moeten antwoorden dat de dag vreselijk was, dat hij een moord had aanschouwd en dat hij naar de maan was gewandeld, ge - woon om te kijken hoe zij dan zouden reageren. Wat een contrast met dat meisje dat in de koets zat te wachten. Alles wat ze zei had betekenis, haar zinnen vol en sappig van originaliteit. Verfrissend en heerlijk vreemd. ‘Goedenavond, lady Pochard. Tot mijn verrassing –’ ‘En, hebt u ze opgehaald?’ Lady Eudora Pochard draaide zich in de ruime erker in haar rolstoel om. Zware gordijnen verduisterden de ramen. Achter haar knapperde een haard - vuur, wat de rood-goud gekleurde kamer van haar voorou - ders een zachte maar onheilspellende gloed gaf. O ja, hij had ‘ze’ opgehaald. Beide koffers… plus een extra stuk ‘bagage’. ‘Ja, my lady. Alle bezittingen van mister Harcourt uit Shepton Mallet.’ ‘Is hij dóód?’ Digory’s brave butlermasker brak. ‘Nee! Mister Harcourt –’ De prangende blik van lady Pochard brak zijn zin af. Zijn adamsappel schoot nog een keer omhoog, zijn magere han - den plukten aan zijn bovenbenen. Silas deed een nieuwe poging. ‘Wat mijn instructies be - treft, wat moet ik doen m–’‘Dat heb ik al gezegd. Alle koffers worden opgeslagen op zolder. Tenzij u van zins bent om in de eigendommen van die man te gaan zitten wroeten om vervolgens vast te stellen dat ze nog minder waard zijn dan rattengif.’ ‘Ik heb maar één bezitting in ogenschouw kunnen nemen, my lady, en die zult u niet op zolder willen opslaan.’ 18085 De verdwijning 1.indd 22 13-08-18 14:01
23 Waarom was hij zo voorzichtig? Dit alles was niet zijn schuld. Niets van dit alles was zijn schuld. ‘Voor de draad ermee.’ De rimpelige mond van de vrouw tuitte zich. ‘Ik heb geen geduld voor uw grapjes, mister Rotherham. Kom op.’ Hij schraapte zijn keel. ‘Een meisje, lady Pochard. Een jonge vrouw van bijna twintig, schat ik.’ Het gezicht van de oude vrouw nam allerlei tinten wit en grauw aan naarmate zijn woorden tot haar doordrongen. ‘Dat kan niet.’ ‘Ik heb haar hierheen gebracht, omdat ik niet wist wat ik anders moest. Als u haar liever wegstuurt, kan ik haar mis - schien mee naar Londen nemen – daar heeft ze meer moge - lijkheden.’ Haar loslaten in deze buurt om domme klusjes te doen, enkel en alleen om te overleven, zou alle levenslust uit haar zuigen. Maar ja, dat zou hier ook gebeuren. ‘Alsof het al niet schandelijk genoeg was om een familie - lid op een dergelijke plek te hebben!’ De vrouw leek het woord ‘gevangenis’ niet eens uit haar mond te krijgen. ‘Ik sta niet toe dat u dat meisje ergens anders heen brengt dan hier!’ Ze zat trots in haar rolstoel alsof ze een mooie vrouw was, wat op haar leeftijd echt niet meer het geval was. ‘Wat is er al die tijd van haar geworden? Wie heeft dat kind opgevoed?’ ‘Dat heeft ze denk ik zelf gedaan, als er al sprake was van opvoeden. Ze klauterde zo bij me in de koets, alsof het heel normaal was.’ ‘Wilt u zeggen dat dit meisje tussen de gevángenen heeft gewoond?’ Ze snoof. ‘Schandalig! Dan zal het wel een onge - temd ding zijn.’ Het dichtslaan van de voordeur, gevolgd door het piepen van de kamerdeur, deed hen allen opkijken. Tik-tik-tik en daar kwam ze, uit de schaduw van de hal, om voor hen te blijven staan. Haar druipende haar plakte tegen haar voorhoofd en 18085 De verdwijning 1.indd 23 13-08-18 14:01
24 nek en viel in glanzende, warrige lokken over haar schou - ders. Nu ze in het volle licht stond, genoot Silas van haar aanblik. Een woeste en mooie vrouw, met grote bruine ogen, wangen koel en fris als de lente en perfecte lippen die iets leken te pruilen. Dit had de duisternis van de koets dus voor hem verborgen gehouden. ‘Precies zoals ik had verwacht...’ In de vermoeide ogen van de butler blonken tranen. Digory leunde naast Silas naar voren, zijn handen krampachtig ineengeslagen alsof hij zich moest beheersen niet zijn armen om het meisje heen te slaan en haar te beschermen alsof ze een pasgeboren vogeltje was. Lady Pochard boog zich, leunend op haar stok, naar haar butler toe. ‘Regel dit. En Digory,’ – haar blik doorboorde hem, hem duidelijk makend dat hij in dit prachtige huis al zo veel had aanschouwd – ‘je vertelt haar niets.’ 18085 De verdwijning 1.indd 24 13-08-18 14:01