Inhoud Inleiding7  1. Weggelopen 9  2. Datvoeliktochanders 17  3. Lastigetieners 25  4. Dielastigevragen 31  5. Geenwezenlijkgesprekmeer 38  6. Eenhartverscheurendvertrek 47  7. Eenverdeeldhuis 54  8. Vluchtenheeftgeenzin 62  9. Martelendetwijfels 68 10. Hetblijftjekind 76 11. Zorgdatjeervroegbijbent 83 12. Vooralkalmblijven 91 13. Meelevenenmeedragen 99 Uitleiding 107
9 1 Weggelopen ‘Kind van huis weggelopen …!’ Als dat met jonge kin- deren gebeurt, wordt er vandaag de dag een amberalert uitgebracht. Resultaat: velen kijken of ze het kind er- gens zien om het met spoed weer bij de ouders terug te brengen. Als het alarm niets oplevert, hebben mensen erg te doen met de ouders. Je kind kwijt, spoorloos! Het zal je kind maar zijn! ‘Kind van huis weggelopen ...’ Zo voelen veel ouders het ook als hun zoon of dochter breekt met de kerk. Op zondag niet meer mee opgaat naar Gods huis. Er open - lijk blijk van geeft dat het geloof hem niks meer doet en het Woord van God hem niks meer zegt. Maar er wordt geen amberalert uitgebracht. De meeste mensen raakt het nauwelijks dat er naast de ouders een lege plaats in de kerkbank is gekomen. Omstanders zwijgen en gaan over tot de orde van de dag. Het zal je bloedeigen kind maar zijn … Overkerkverlating wordt al jaren gesproken op kerkelijke vergaderingen, binnen kerkelijke studiecommissies, door jeugdorganisaties, op reformatorische scholen enzovoort. In de media krijgtkerkverlating geregeldaandacht, bij- voorbeeld alsereen kerkelijk jaarboekverschijnt. Hetis dusechteenprobleem.
10 Decijfers liegen erook niet om.Zegeven eentriest beeld. Eenonderzoek vanhetReformatorisch Dagblad inhet najaar van 2011 wees uit dat 89 procent van de kerkenraden van gemeenten binnen de gereformeerde gezindte temaken heeftmetkerkverlating onderjonge- ren beneden de25 jaar. Inde voorgaande 5jaar zag48 procent vandeondervraagde gemeenten6tot 25jonge - ren vertrekken. In8procent vandegemeenten keerden 25 ofmeer jonge (doop)leden dekerk derug toe. Datzijn dus jongeren voorwiedekerk geheel heeftafgedaan. In totaal gaathetdus jaarlijks omhonderden jongerendie de kerkdeur achterzichdichttrekken enhet geloof van hunouders definitief vaarwel zeggen. Zij gaan de wereld  in. Daarnaast is er een aanzienlijke groep jongeren die afscheid neemtvandekerk waarin zedoor hunouders bijde doop zijn binnengebracht en die overgaan naar een ander kerkverband. Somskunnen daarverklaarbare en begrijpelijke redenenvoorzijn,bijvoorbeeld alsgevolg van eenhuwelijk. Zijkeren zichnietafvan deprediking naar Schrift enbelijdenis, maarsluiten zichaanbijde kerk van hun aanstaande bruid of bruidegom. Vaker gaat het echter om jongeren die zich niet meer thuis voelen in de kerk waarin ze zijn opgegroeid. Zij vinden de leer of de beleving –soms beide –te streng. Zijzoeken deruimte inde leer en zeker in de levensstijl en de geloofsbele - ving.Ook dan is er sprake van een afscheid dat pijn doet. Hoewel ernatuurlijk welverschil isin kerkverandering. Het gaat ons om wortels die uitgetrokken worden. Om de principiële lijn met het voorgeslacht die verbroken wordt. Terwijl ‘degeslachten’ binnendebediening vanhetge- nadeverbond zowezenlijk zijn.DeHeere isde God der
11 geslachten,DieZijn welbehagen inImmanuël volvoert indelijndergeslachten. Wij mensen hebbendeneiging omaan dingen diege- regeld gebeuren tewennen, ookalshet gaat omtrieste zaken. Erdreigt danhelaas eenproces vanafstomping. Datgevaar bestaat ook als het gaat om kerkverlating. Artikelen over dit probleem worden weliswaar in het algemeen met instemming gelezen, maar raken men - senmeestal nietecht. Hetprobleem isimmers bekend. Het bestaat aljaren enniemand lijkteigenlijk eengoede oplossing tehebben. Datlaatste geeftonbewust ookeen gevoel vanmachteloosheid. Dusgaat men maar overtot deordevandedag. Wanneer hetom hetvertrek van(doop)leden uitdeei- gen gemeente gaat, ligt dat vaak niet veel anders. De me - dedeling inde kerkbode dateen jongere zichonttrokken heeft, leidt hooguit tot de opmerking: ‘Heb je gelezen dat die en die geen lid meer is?’ Het wordt voor kennisgeving aangenomen. Slechts zelden wordt dit vertrek ervaren als een triest verlies, tenzijhetom deeigen familie- of vriendenkring gaat.Dateenjongere dieafscheid neemt vandekerk zichonttrekt aandeplaats waardeHeere vooral wil werken, lijkt velen onberoerd te laten. Dat geldt ook(meestal) jongegezinnen, diemet hun (kleine) kinderendenkenhunheilelderstevinden. Om hetingrijpende vanzo’n staptoch nadrukkelijker onder de aandacht van de gemeenteleden te brengen, zou het teoverwegen zijnomdemutaties vandekerkelijke standnietalleenindekerkbodeoptenemen,maarook een plaats tegeven bijdezondagse afkondigingen. Dan horen demensen wiezich aandegemeente onttrokken
12 heeften kunnen ze niet zeggen het nooit geweten te hebben. Wanneer nog eenmaal de naam door de kerk klinkt waar de jongere als kind is gedoopt, wordt het ingrijpende van dat vertrek nadrukkelijker onderstreept. En dat geldt zeker wanneer denaam inhet midden van de gemeente vakerisgenoemd, bijgelegenheden alshet afleggen van geloofsbelijdenis of de huwelijksbevesti- ging. De keus van(doop)leden voordewereld ofvoor meer ruimte magnietwennen. Nooit!Hetzijn‘onze kinde- ren’ dieweglopen, zichonttrekken aandegemeente die zorgvoor hen heeft. Dat moet elk gemeentelid pijn doen, verdriet en zorg geven. Dat mag niet alleen het probleem van deouders ofvan dekerkenraad zijn.Alseen lidde band doorsnijdt, moet elk gemeentelid eigenlijk de wond voelen. Het is terecht dat binnen kerken op ambtelijk niveau de kerkverlating onder jongeren aandacht heeft. Het thema staatbijveel kerkenraden geregeldopdeagenda. De aandacht voordecatechese isde laatste jarenbeslist toegenomen. Veelpredikanten doenhunbest ominde preek ookdejongeren denodige aandacht tegeven die zewaardzijn! Evenzeer ishet bijzonder tewaarderen datjongeren - organisaties zichuitermate inspannen omdejeugd van dekerk te bereiken. Principieel samenbindend aan de ge - meente en aan elkaar. Het is waar dat helaas lang niet alle kerkelijke jongeren deelnemen aan deze jeugdwerkactivi - teiten.Maardatneemt nietweg datditwerk onzesteun verdient, omdat het een mogelijkheid biedt waardoor jongeren van de gemeente elkaar kunnen ontmoeten.
13 Belangrijkerisnog datdieontmoeting rondhetWoord van God plaatsheeft. Zokan deband metdegemeente verstevigdworden. Tegelijk isuit ontwikkelingen inverschillende kerken duidelijkgeworden dat allerlei moderne manieren om de jeugd tebereiken weinigofgeen effect hebben. Aparte jeugddiensten, eigentijdseinvullingvandeliturgie, in- spraak vanjongeren bijdetekstkeuze endepreekinvul - ling,blijken maar heel beperkt en zeer kortdurend de jeugd teboeien. Hetzijnsurrogaatoplossingen diegeen antwoord biedenopdewerkelijke problemen. Zoalseen jongere tijdens een discussie zei: ‘Als de dominee net zoals wijgaat doen, heefthijons niks meer tezeggen.’ Uiteindelijk moet het Woord het doen. Wanneer we niet meer door het Woord kunnen binden, hebben we de strijd verloren. Wátweook organiseren. DeHeilige GeestwerktimmersdoorhetWoordalleen. In veel gesprekken, studiesenpublicaties gaathetvaak vooral overdejongeren diedekerk achter zich(willen) laten. Begrijpelijk. Hetzijnschapen dieeen dwaalspoor opgaan: de tegenwoordige wereld buiten God en Zijn Woord opzoeken. Een herder bekommert zich ook vooral om die schapen die afdwalen van de kudde. Hij zoekt hen. Zo ook een kerkenraad, een predikant die merkt dat jongerenwegzwerven. Het gevaar bestaat echter dat de ouders van die jon - geren min of meer vergeten worden. Soms zelfs wat gemakkelijk veroordeeld worden. Zo van: ‘Ach ja, ze hadden ookweinig greepophun kinderen. Hetzalwel aan deopvoeding liggen.’Ensoms isdat nog welterecht  ook.
14 Tochisdat niet goed. Ouders diezien dathun zoon of dochter de wereld kiest, lijden bijna altijd pijn. Tenminste …  daar mogen wetoch vanuitgaan? Ooithielden zijhun kind tendoop, beloofden hetinde voorzeide leerteon- derwijzen of te doen en te helpen onderwijzen. Toen heb - ben ze beleden, dat dit hun kind ‘in Christus geheiligd’ is, afgezonderd onder de bediening van het genadeverbond. Toen heeft de gemeente gebeden, of dit hun kind ‘in Christus ingelijfd’ zoumogen worden, ofhet door Gods levendmakende Geest bearbeid zou mogen worden tot waarachtige bekering (HC Zondag 33) en het ware geloof in Christus Jezus(HCZondag 7).Ongetwijfeld zullen dezeouders voelen tekort te zijn geschoten nu hun eigen vlees enbloed deband metdekerk enhet Woord van Godbewust doorsnijdt. Metopvoeden ishet netalsmet preken: Je kunt nooit zeggen, dat je het goed hebt gedaan. Daarin zijn we uiterst kwetsbaar; voor mensen, maar zekervoordealwetendeGod. Het gevoel tekortgeschoten te zijn geeft verdriet en de verwerking daarvaniste vergelijken meteenrouw - proces. Datkan soms jaren duren. Ookalwordt delege plaats naastdezeouders inde kerkbank weerbezet door eenander, toch voelen ze blijvend de leegte. Het went eigenlijknooit.Ooknietalsmeneroveruitgepraatis. Daarom mogen we toch ambtelijk wel wat aandacht vragen voor ouders van kerkverlaters? Zij zitten met hun vragen, met hun twijfels, met hun schuldgevoelens, met hun hoop opterugkeer, metdezorg voor hunzoon of dochter.Enhuneeuwigebestemming…? Die aandacht voorkerkverlaters enhun ouders magzich overigens nietbeperken totdeambtsdragers enjeugd -
15 werkers.Kerkverlating is–als het goed is–de zorg van heel degemeente. Hetgaat om‘dekinderen vandege- meente’. Die zijn ons allen een zorg. Niet alleen voor de broeders vandekerkenraad. Hetkanhen trouwens zelf ooktreffen. Datmaakt henover hetalgemeen niet vrijmoedigeromoverdezezorgentespreken. Te gemakkelijk makenledenzichsoms afvan dekerk - verlating. Somsdoorlaconiek tereageren inde zin van: ‘Ach, als ze ouder worden en gaan trouwen komt het wel weer goed.’ Decijfers tonenaandatslechts eenzeer beperkt aantal jongeren de weg terug weet te vinden. Soms hebben mensen gemakkelijk hunoordeel overde jongeren enhun ouders klaar.‘Jekon allang ziendathij niks met de kerk had.’ Of erger: ‘Die was altijd al kritisch, daar zijn we mooi van af.’ Ook over de ouders zijn de oordelen weleens spijkerhard: ‘Datkrijg jeervan alsje alles goedvindt.’ Terwijlmennietweet waterzich ach- ter devoordeur vanhetgezin allemaal heeftafgespeeld, welke moeiten ouders zich hebben getroost om hun kind bijdekerktehouden. Ach, wanneer iederbijzichzelf naarbinnen kijkt,en zijneigen kinderen ziet opgroeien en uitvliegen, dan gaat de mond wel dicht. Dan gaan we als het goed is zwijgend door de knieën. Want voor jongeren die de wereld en de ruimte kiezen, isgebed nodig. Veelgebed. Voorhun ouders ook.Alseen lid,een ouder, lijdt,moet degehele gemeente datvoelen enmeelijden. Alseen jongere weg- loopt vandekerk moet bijelk gemeentelid dealarmklok luiden. Hij ging? En ik … als gemeentelid … was ook zijn hoeder? Of lijken we op Kaïn? Nee, we kunnen niet alles oplossen, maar we kunnen wel meeleven en meezuchten. Want het blijft toch waar: een kind van zulke tranen
16 engebeden kan niet verloren gaan. Dat heeft moeder Monica inhet leven vanhaar verloren zoonAugustinus gezien.