Bekijk de tekstversie van dit leesfragment.heb opeens nergens zin meer in. Ik kan mama en Benjamin wel tegemoet lopen. Ga je mee? Mhh, ik ga liever naar huis. Hé Jillis
Ze grinnikt opeens, echt de Mascha van altijd. Weet je wat Benjamin pas zei? Nee, tuurlijk niet. Hij zei
Nee, ik zeg het niet. Doe niet zo flauw. Eerst ergens over beginnen en dan niks meer zeggen. Hij zei
Mascha haalt heel diep adem, Jillis en jij gaan later
Ze stopt. Nou, wat zei hij? Jillis en jij gaan later vast met elkaar trouwen. Ze ziet vuurrood. Hij voelt zijn gezicht ook rood worden. Hij is niet wijs. Dan rent hij de kamer uit. Nog nét hoort hij Maschas giechel. weet Jillis van zijn vader. Die wijsheid geeft hij nu door aan de bibberende Mascha. O, echt? Ik geloof inderdaad dat het wat lichter wordt, klinkt ze opgelucht. Ze zat dicht tegen hem aan, maar nu schuift ze iets bij hem vandaan. Er klinkt gestommel in de gang. Maschas vader kijkt om de hoek van de deur. O Mascha, ik dacht dat je hiernaast was. Hiernaast, dat is bij Jillis thuis. Maar Mascha zit hier naast hem op de bank. Zadok frunnikt aan zijn snor. Er waren twee klanten in de zaak toen het onweer ineens losbarstte; ik kon niet eerder hierheen komen. De lichtbruine ogen van Zadok, net zulke als Mascha heeft, kijken vriendelijk van de een naar de ander. Ja, het is altijd druk in de ijzerhandel van Maschas vader. Ik was toch bij Mascha? Toen was ze gelijk minder bang, komt Jillis. Hij zal natuurlijk nooit toegeven dat hij hem ook echt kneep. Dat is waar. Zadok kijkt op een manier waarop volwassenen wel vaker kijken. Je weet wat ze denken, maar je kunt er geen woorden voor vinden. Jillis schuift nog wat verder bij Mascha vandaan. Goed, de bui trekt over. Ik ga weer naar de winkel. Benjamin moest met mama toch om drie uur bij de tandarts zijn? Zij zullen nu wel snel komen. Mascha knikt. Ze slaat haar bruine vlecht naar achteren en lacht twee kuiltjes in haar wangen. Het is nu niet meer zo akelig. Als haar vader weer weg is, staat ze op. De lucht is weer blauw en daar komt zelfs de zon alweer tevoorschijn. Ze schuift een raam omhoog, want het is nog erg benauwd in de kamer. Ik Kijk! wijst Mascha, Hier heeft papa dozen staan waar ik echt niet aan mag komen. Eigenlijk
is het hier helemaal niet eng, hè Jillis. Het komt vast omdat jij bij mij bent. Natuurlijk, lacht Jillis terwijl hij zijn vuisten weer balt. Ik vecht wel met de schim als het nodig is. Hij is nog niet uitgesproken als een felle bliksemschicht over de zolder schiet. De zon achter het zolderraam heeft een vuilgele kleur gekregen. Onweer! schrikt Mascha. Ze rent naar de trap. Kom, naar beneden! Jillis zou het voor geen goud willen toegeven, maar zijn hart bonst in zijn keel. Op de smalle overloop is het intussen behoorlijk donker. Achter elkaar aan rennen ze naar beneden. Oh, mama is er niet! klinkt Maschas stem een beetje schel. We gaan in de kamer op haar wachten, stelt Jillis voor. We kunnen naar papa gaan, die is in de winkel. Maar we mogen daar ook niet zomaar rondlopen als hij klanten aan het helpen is. Een knetterende slag resoneert door het luchtruim. Mascha staat als een standbeeld. Jillis, ik ben zó bang. Hij slaat zijn arm om haar schouders, zomaar. Zoiets doet hij anders nooit. Maar hij wil niet dat ze bang is, banger dan hij. Als jongen moet hij nu flink zijn. We gaan hier op de bank zitten wachten tot het over is. We kunnen nu toch niets anders doen. Bij elke lichtflits en iedere slag krimpt ze in elkaar. Zou het in de stad ook onweren? vraagt ze zich af. Dat zal wel, de stad is hier niet ver vandaan. De regen roffelt tegen de ramen. Als het gaat regenen, wordt het onweer meestal minder, niet meer dan een paar dozen met schroefjes. Kom op! Ik wil die schim weleens zien. Vind je het echt niet griezelig? We gaan toch samen? Tuurlijk, we gaan samen. Als ze even later boven aan de trap staan en Jillis een blik om zich heen werpt, voelt hij een soort bobbel in zijn keel. De zolder is veel groter dan hij dacht en het is er nadrukkelijk stil. Zelfs Mascha zegt even niets. Papa bewaart altijd alles, fluistert ze dan. Er staat nog een ouwe wieg, waarin hij zelf gelegen heeft. Nu lacht ze weer. Ha ha, papa in de wieg. Jillis vindt het ook komisch. Meneer Zadok als baby
Hoe zag hij er toen uit? Nu is hij een grote man met een wilde bos zwart haar en een enorme snor. Nou ja, als baby was hij natuurlijk heel anders om te zien. Vanzelf. Kijk, hij bewaart ook oude kranten waarin belangrijke dingen staan. Mascha wijst naar een hoge stapel, loopt ernaartoe en slaat de bovenste krant open. Hitler aan de macht, leest ze voor. Goeie, dit is een krant van . Ze vouwt hem dicht. Papa heeft het altijd over Hitler. Dat ie gevaarlijk is en zo
Bah. Hij woont gelukkig ver weg. Jillis werpt een blik uit het dakraam. Ja, maar papa vindt hem gevaarlijk omdat hij een hekel aan Joden heeft. Jillis houdt zijn hoofd schuin en kijkt naar Mascha zoals ze daar staat, midden op de halfdonkere zolder. Zonlicht valt door het stoffige zolderraam op haar gezicht. Ja, Mascha is Joods maar daar staat hij eigenlijk nooit bij stil. Wat maakt het nou uit of je Joods of Hollands bent? in haar ogen wordt een paar tinten donkerder. Ik vind het zielig voor hem. En als je, zoals wij, tweeling bent, voel je alles van de ander ook. Zonet had ik opeens zon raar gevoel in mijn mond! Dat kan nooit, joh. Jillis kijkt haar aan, om erachter te komen of ze een grapje maakt. Echt waar. Ik ben in ieder geval niet vrolijk. Maar als wij nou iets leuks gaan doen, dan denk ik minder aan Benjamin. Hij krabbelt overeind. Goed. Maar het is bloedheet; eerst ga ik water drinken. Wil jij ook wat? Ze lopen door de grote tuin. Jillis vergeet dat hij zo-even nog te lui was om naar de keuken te gaan. Hij pakt twee kroezen uit het keukenkastje en laat een straal water in de witte emaillen bekers lopen. Oh lekker. Mascha drinkt die van haar in drie slokken leeg, vult hem dan zelf opnieuw. Maar wat gaan we nu doen? vraagt hij als ze de kroezen drie keer hebben gevuld en leeggedronken. Ze speelt met haar donkere vlecht. Laten we op de zolder boven de winkel gaan kijken. Het is daar altijd
een beetje eng leuk. Wat bedoel je met eng leuk? Jillis kijkt haar met gefronste wenkbrauwen aan. Het is er altijd best donker. En Benjamin zegt dat hij er vroeger een schim is tegengekomen die opeens tegen hem begon te praten. Jillis balt zijn vuisten. Dat wil ik zien! Wij gaan samen achter die schim aan! Mascha giechelt. Papa wil eigenlijk niet dat we daar komen; er staan ook spullen opgeslagen voor de winkel. Jillis denkt aan de grote ijzerhandel beneden. Er staan vast at is het heet! Zelfs in de schaduw onder de struiken is het heel warm. Jillis likt met zijn tong langs zijn lippen. Hij kan in de keuken water gaan drinken, maar dan moet hij naar binnen. De tuin is groot en daardoor lijkt de afstand naar de keuken ook lang. Hij draait zich op zijn buik. Jammer dat Benjamin vanmiddag naar de tandarts moet. Nu zit hij zich hier in zijn eentje te vervelen
Jillis!! Hé, daar heb je Mascha. Hij grijnst. Hoe kon hij Mascha vergeten? Het is nog leuker om met haar te spelen dan met Benjamin. Dat zou hij natuurlijk nooit tegen iemand zeggen, want met een meisje spelen is niet echt stoer. Maar Mascha is Mascha en dat zegt écht alles. Joeh, roept hij eindelijk terug. Takken buigen uiteen. Ah, daar zit je! Ik dacht wel dat je in je hol zat. Haar lichtbruine ogen glimmen. Een mol heeft een hol. Maar Jillis heeft ook een hol. Ik kom vragen of je met mij wilt spelen. Papa is in de winkel en mama is met Benjamin naar die enge tandarts. Misschien gaan ze zijn kies wel trekken, sombert Jillis. Oh, wat zal dat zeer doen. Mascha krijgt een rimpel boven haar neus en het lichtbruin