5 Hoofdstuk 1 Gelukkig hadden we Scheffers. Die was best relaxed. Ik zette de dopper aan mijn lippen en klokte het water naar binnen. Dat vond zij dus oké. ‘Tweedeklassers mogen tijdens mijn les zelf bepalen of ze een slok water nemen’, had ze aan het begin van dit schooljaar gezegd. ‘Daar zijn ze oud en wijs genoeg voor.’ Niet eten, geen frisdrank, maar water was prima. Die regel kwam me nu goed van pas, want ik had zo’n dorst. Al dagen. Geen idee waarom. Ik zette mijn flesje op de hoek van mijn tafel en tekende verder aan mijn schets: het plooirokje was bijna klaar. Daar hoorde iets korts op of een bloesje dat je erin droeg. Ondertussen luisterde ik naar Scheffers’ verhaal over de pracht en praal waarin koning Lodewijk XVI en zijn vrouw Marie-Antoinette leefden. Ik koos voor een bloesje: hoge sluiting, kraagje, sierknopen op de mouwen. Ineens voelde ik Maura tegen me aanhangen. ‘Gaaf!’ zei ze met een knikje naar de tekening. ‘Wat moet er op de stof van de rok?’ vroeg ik zacht. ‘Streepjes? Stippen? Niets?’ Ze ging weer recht achter haar tafel zitten en kneep één oog dicht. ‘Streepjes.’ Ik tekende ze gelijk in en nam weer een paar slokken. Mijn dopper was bijna leeg en wat moest ik nodig … Ik keek op
6 de klok. Nog tien minuten, dan was het vijfde uur voorbij. Moest lukken om het nog even op te houden. Niet vergeten om straks ook mijn fles te vullen. Maura stootte me aan. ‘Ik heb zin in vanmiddag.’ ‘Ik ook!’ Na het zesde uur gingen we vieren dat Jenthe was geko - zen in de redactie van onze digitale schoolkrant en dat ik een baantje had weten te scoren bij GIRLZZZ FASHION! Natuurlijk niet als verkoopster, dat kon niet als je dertien (nou ja, bijna veertien) was, had Daisy, mijn cheffin me ver- zekerd. Ik mocht kleding uitpakken, labelen en ophangen. Als ik geluk had leuke setjes maken en als ik pech had de stoep voor de winkel aanvegen. Met drukke bewegingen stond Scheffers nu te vertellen hoe de Parijzenaren de Bastille bestormden. Ik voelde dat ik zat te glimlachen. Niet vanwege die Franse Revolutie, maar om ons vieren. Wij vierden namelijk alles waarvan wij vonden dat het gevierd moest worden. En dat was best veel. Niet alleen onze verjaardagen of het krijgen van een goed rapport, maar ook kleinere dingen. Zo hadden we pas een feestje gebouwd omdat Jenthe, Isabel en ik alweer vijf jaar beste vriendinnen waren. Maura kenden we korter. Die was pas vorig schooljaar, halverwege de brugklas, bij ons op school gekomen. Dus over een kleine twee maanden zouden we vast en zeker vieren dat we een jaar met haar vriendin waren. Echt zo awesome!
7 Snel opende ik mijn agenda, omdat ik Scheffers iets hoorde mompelen over huiswerk. Huh? Spotprentopdracht? Waar had ze het over? Ik beet op het uiteinde van mijn fineliner en focuste me op haar uitleg. ‘Je zoekt twee spotprenten bij de Franse Revolutie, bestu- deert ze goed en bedenkt er drie vragen bij.’ Er schoten een paar vingers omhoog. Scheffers liet ze met een maaiende beweging zakken. ‘Hier komt het antwoord op jullie vraag: Dríe bij elke prent. Zés in totaal. Print ze uit, zodat jullie vrijdag een en ander kunnen uitwisselen.’ Ik noteerde het. Een coole opdracht. Alleen een beetje wei - nig tijd. Vrijdag was overovermorgen al. Donderdagavond koopavond. Dan moest ik werken. Ik nam het laatste slokje uit mijn flesje, geeuwde, wreef in mijn ogen. Mooi zo, daar ging de bel. Ik klapte mijn agenda dicht, schoof hem in mijn tas en liep achter Maura de gang op. Daar dook ik snel een toilet in. Pfff … Dat luchtte op. Bij de wastafels vulde ik mijn dopper. ‘Moesten we wat leren?’ vroeg ik aan Maura, toen ik in het biologielokaal mijn tas van mijn schouder liet glijden. ‘Tuurlijk moesten we wat leren. Hebben we voor dit vak ooit wel eens níéts hoeven leren?’ Ze rolde met haar ogen. ‘Voor vandaag die paragraaf over bloedsomloop.’ Ik knikte traag. Dat was waar ook. Ik had hem wel doorge - lezen, maar het was me niet gelukt alles goed in mijn hoofd te krijgen. Ik voelde me gisteren ook zo lamlendig. Hopelijk
8 kwam Van Empelen niet op het idee om mondelinge beurten te geven, of nog erger: een schriftelijke overhoring. Ik ging zitten en legde mijn spullen keurig klaar. Misschien werkte dat mee. Van Empelen leek inderdaad andere plannen te hebben. Hij zette het digibord aan en tikte op het toetsenbord van zijn laptop. Het woord bloed verscheen in grote letters op het scherm. Er klonk een monotoon muziekje. Geïrriteerd sloeg ik mijn armen over elkaar. Waren we nou nog niet klaar met dit onderwerp? ‘Waar komt het bloed vandaan dat ze gebruiken bij een ope - ratie of als je een ongeluk hebt gehad?’ vroeg de vrouw in het filmpje zich af. Van een bloedbank dus. Daar doneren mensen bloed. De vrouw liep een grote ruimte met een rij luie stoelen binnen. Daarop zaten mensen met een slangetje aan hun arm. Voor ik weg kon kijken zoomde de camera in op wat de vrouw in haar hand hield: een naald. Mijn maag draaide. ‘Dit is een holle naald’, lichtte de vrouw toe. ‘Die stopt de assistente in de arm van de donor. Via dit slangetje loopt het bloed dan naar het zakje. Dat voel je nauwelijks, hè?’ vroeg ze aan de man op een van de stoelen. ‘Nauwelijks’, mompelde de man geruststellend. Het beeld werd wazig en begon te golven. Ik weer … Waarom legde dat mens alles ook zo plastisch uit? Ik had het gewoon niet zo op bloed.
9 Ik keek weg, klemde mijn vingers om de tafelrand en dwong mezelf rustig te ademen. Zolang het abstract bleef, ging het goed. Ik had geen moeite met de theorie over rode en witte bloedcellen of over de kleine en grote bloedsomloop, maar blóéd moesten ze mij niet laten zien en al helemaal geen naald die dat bloed uit je aders zoog of hoe dat ook in zijn werk mocht gaan. Ik ademde langzaam uit, keek voorzichtig om me heen. Alle blikken waren gericht op het scherm. Zelfs die van Maura. Mijn vingers ontspanden. Mijn maag kalmeerde. Niemand had wat gemerkt. Toch nog een meevaller. Geruisloos zette ik mijn flesje aan mijn mond. Van Empelen sloot het programma af. ‘Beste mensen’, zei hij. ‘Jullie mogen nu de toets jezelf van dit hoofdstuk maken.’ Dat was beter! Ik zocht de toets op en begon. De meeste antwoorden wist ik niet gelijk. Ik bladerde terug en speurde de paragrafen af. Na een oefentoets volgde altijd snel de echte. Daar zou ik dus nog hard voor moeten blokken. Ik werd al moe als ik eraan dacht. Ik baalde van die gedachte, maar ik voelde me al de hele week zo … moe dus. Niet lek- ker moe, zoals je je kunt voelen na een dag hard bikkelen, maar ellendig moe. ‘Misschien heb je wel een griepje onder de leden’, had mam gisteren bedacht. Nou, dan hoopte ik maar dat dat griepje snel zou doorbreken. Liever een week rillend van de koorts in bed en dan weer opknappen dan blijven hangen in deze belabberdheid.
10 Na een tijdje stootte Maura me aan. ‘Liv, luister: ik fiets zo even langs huis’, fluisterde ze. ‘Hoezo?’ ‘Moet die kei halen.’ O, natuurlijk. Maura had de kei met de afdrukken van onze handen zes weken thuis gehad. Straks zou hij weer naar iemand anders gaan. ‘Zullen we bij het hek op je wachten?’ Ze knikte. Na het eindigen spurtte ze weg. Ik sjokte naar de toiletruimte. Toch maar even gaan, anders had ik straks een probleem als we aan onze picknicktafel bij de rivier zaten. Op de verlaten gang liep ik Scheffers tegen het lijf. Toevallig? Of had ze me op staan wachten? ‘Zit je schooldag er weer op?’ vroeg ze. Ik knikte. Ze haalde haar handen door haar lange, blonde haar. Ze had net zulk soort haar als ik. Die meiden vonden dat ik verder ook op haar leek, dat ik zelfs wel een jonger zusje van haar zou kunnen zijn. Ze legde haar hand even op mijn arm. ‘Liv …?’ zei ze op vragende toon. ‘Ehm … Ja?’ ‘Ben jij afgevallen?’ Mijn wangen begonnen te gloeien. Zagen anderen het nu ook?
11 Allerlei gedachten schoten door mijn hoofd. Had ik een ernstige ziekte? Kon afvallen ook een onschuldige oorzaak hebben? En zo ja, welke dan? Was ik slank, superslank of graatmager? Ik voelde Scheffers’ bezorgde blik op me branden. Ze schraapte haar keel. ‘Liv, ben je aan het lijnen?’ Ineens kroop er een rare rilling over mijn rug. Ze dacht toch niet dat ik …? Met een felle beweging schudde ik mijn hoofd. ‘Ik heb heus geen … anorexia!’ stootte ik eruit. Ze maakte een afwerend gebaar. ‘Nee, nee, natuurlijk niet, maar het zou toch kunnen dat je graag nog wat slanker wilt worden dan je al was. Dat komt wel vaker voor bij meisjes van jouw leeftijd.’ Ze wachtte even voor ze verder praatte. ‘Of is het je gewoon overkomen? Heb je misschien buikgriep gehad? Daar kun je ook flink wat kilo’s door verliezen. Of stress?’ Ik schudde weer mijn hoofd. Nu wat bedaarder. ‘Waarschijnlijk krijg ik griep.’ Scheffers fronste. ‘En dan val je van tevoren al af?’ ‘Mijn moeder denkt dat ik griep krijg. Nou ja, dat ik misschien griep krijg.’ Ik baalde van mezelf. Wat stond ik hier nou stom te stun - telen? Waarom vertelde ik haar niet gewoon dat ik me zo langzamerhand zorgen begon te maken over dat afval - len? Ik hopte van mijn ene voet op de andere. Nee, hoe oké ik Scheffers ook vond, ik ging dit NIET met haar delen! Vanavond ga ik op de weegschaal staan, beloofde ik mezelf.
12 Dat was in ieder geval iets en dan kreeg mam ook haar zin. En nu kappen met dit onderwerp. Ik hief mijn kin. ‘Ik moet gaan’, zei ik. ‘Mijn vriendinnen wach - ten op me.’ Er verscheen een klein glimlachje op Scheffers’ gezicht. ‘Mag ik vragen wie jouw vriendinnen zijn, behalve Maura?’ ‘Tuurlijk: Jenthe en Isabel. Die zitten op het vwo.’ ‘Aha, wat leuk. Fijne dag verder, Liv. Enne … als er wat is, weet dan dat je altijd bij mij terecht kunt.’ ‘Dank u .’ Zonder om te kijken haastte ik me naar de garderobe. We stapten van onze fietsen. Nu niet aan het gesprekje van daarnet denken. Genieten van dit moment, prentte ik mezelf in. Het gras was kil en vochtig. Onder de verweer - de picknicktafel groeiden paddenstoelen. Ik schoof naast Jenthe op de bank. Maura pakte de kei uit haar fietskrat en legde die op de tafel. ‘Je ziet amper dat mijn handafdruk verser is dan die van jullie.’ Ze bekeek de kei vanuit verschillende posities. ‘Nee, het paars is absoluut niet helderder dan jullie kleu - ren. Wie mag hem eigenlijk de volgende zes weken thuis hebben?’ ‘Jenthe. We houden de volgorde van de handjes aan’, ant- woordde Isabel, terwijl ze de rieten mand naast de kei zette. Ze pakte er een zak M&M’s, een schaal en een fles water met vier bekertjes uit: onze standaard feestspullen. Met haar
13 tanden scheurde ze de verpakking open en liet de gekleurde chocolaatjes in de schaal rinkelen. Maura zette de bekertjes neer en schonk ze vol. ‘Leuk dat we volgens ons eigen ritueel water drinken, maar bij deze lage temperatuur zou warme chocolademelk beter smaken.’ ‘Mee eens’, zei Isabel met een overdreven bibberstem. Ze trok de mouwen van haar jas over haar handen en dook weg in haar kraag. ‘En wat dachten jullie van een restaurantje met open haard in plaats van dít hier?’ Ze maakte een breed gebaar naar de hoge, kalende bomen en het dichte struik- gewas om ons heen. ‘Niet miepen!’ gebood Maura. ‘Dít is onze plek. En dus de beste plek om onze dingetjes te vieren. Nu een applausje voor Liv en Jenthe!’ ‘Yeah!’ We roffelden en trappelden. Jenthe en ik duwden onze schouders tegen elkaar. Daarna proostten we met onze volle bekers. Ik dronk de mijne in één keer leeg. ‘Hoeveel keer heb je al gewerkt, Liv?’ vroeg Isabel, terwijl ze een handvol M&M’s uit de schaal graaide. ‘Twee keer. Vorige week donderdagavond en zaterdagmid - dag.’ ‘Typisch een baantje voor jou’, vond Jenthe. Ik haalde mijn schouders op. ‘Ik mag niet eens klanten hel - pen.’ ‘Nou, dat volgt later vanzelf. Je bent wel bezig met kleding. En dat is echt jouw ding.’
14 ‘Zeker weten’, mompelde Isabel met volle mond. ‘Je hebt er gewoon kijk op. Zelf zie je er altijd top uit en die kleding- schetsjes op papier zijn ook fantastisch.’ Maura deed er nog een schepje bovenop. ‘Dat je die combi’s kunt bedenken vind ik zó knap!’ ‘Pfff … Genoeg complimenten.’ Ik pakte de fles water, vulde mijn beker en nam gelijk een grote slok. ‘Laten we het nu hebben over Jenthes verkiezing tot redactielid van de schoolkrant.’ ‘Goed idee! Gisteren mijn eerste vergadering gehad. We gaan een nieuwe serie starten.’ Jenthe gaf me een veelbe - tekenende knipoog. ‘En jij bent een geschikte kandidaat om daarvoor geïnterviewd te worden.’ Met een klap zette ik de fles op tafel. ‘We zouden het nu toch over jou hebben?’ De meiden schoten in de lach. ‘Wat voor serie wordt het?’ vroeg Maura. ‘Ik en mijn baantje.’ Ik verslikte me in het water. ‘Zoek lekker een krantenbezor- ger of iemand die vakken vult bij de Appie’, hoestte ik. ‘Veel te doorsnee’, vond Jenthe. ‘Zeg nou maar gewoon “ja”. Dan spreken we gelijk een datum af. Het volgende nummer moet nog voor de kerstvakantie verschijnen.’ ‘Waarom gaat die schoolkrant eigenlijk digitaal?’ vroeg Isabel. Met een half oor luisterde ik naar Jenthes betoog over min - der papiergebruik en dat dat beter was voor het milieu.
15 Ondertussen dacht ik na. Hoe erg was het om je eigen ver- haal terug te lezen in een schoolkrant? Met foto natuurlijk. En waarschijnlijk zelfs met een paar van mijn schetsjes. Voor mij redelijk erg. Ik was daar niet zo van. Ik zuchtte. Kleding was inderdaad wel helemaal mijn ding. En stiekem toch best een beetje leuk om dat in een artikel uitgewerkt te zien. Bovendien deed ik er Jenthe een plezier mee als ik meewerkte. ‘Hé Jenthe … Listen …’ Jenthe draaide zich gelijk naar me toe. ‘Je doet het?’ ‘Ja’, zei ik zacht. ‘Fantastisch!’ Jenthe gaf me een stompje tegen mijn arm. ‘Great!’ Ze draaide weer een halve slag en vervolgde onver - stoorbaar haar opsomming: ‘Ten tweede heb je digitaal meer mogelijkheden.’ ‘Noem eens wat.’ ‘Je kunt filmpjes maken.’ ‘Néé.’ Ik sloeg mijn handen voor mijn gezicht. ‘Ik trek me ter ug.’ ‘Kan niet meer. Je zit eraan vast’, lachte Jenthe. ‘Vooruit dan.’ ‘Misschien leuk als we in de winkel komen filmen? Donderdagavond?’ Ik schudde mijn hoofd. ‘Eerst toestemming aan Daisy vra- gen. Op z’n vroegst kan het dus zaterdag. Je hoort ervan.’ ‘Super!’ Jenthe hield de schaal met M&M’s voor me. ‘Volgens mij heb jij nog niks op. Neem een handje.’ ‘Dank je.’
16 ‘Nou ja, zeg … Jij geen M&M’s?’ ‘Ben je niet lekker?’ vroeg Maura. ‘Misselijk? Heb je niet te veel water gedronken?’ ‘Ik heb er gewoon even geen zin in.’ ‘Kan gebeuren.’ Isabel observeerde me alsof ze de opdracht had gekregen me uiterst precies na te tekenen. ‘Je ziet er niet helemaal lekker uit, Liv. Het lijkt zelfs wel of je bent a f gev allen.’ Ik kromp ineen. ‘Misschien komt het allemaal door de kou’, redde Maura me eruit. ‘Ik zit hier inderdaad compleet te vernikkelen. Zullen we gaan?’ Ik sprong op. Thuis toch eens googelen op afvallen en moe of zo.