5 Hoofdstuk 1 ‘Nou, wat doen we? Kleertjes of speelgoed?’ Isabel kijkt haar vriendinnen om beurten aan. ‘Een shirtje’, zegt Maura. ‘Komt altijd van pas.’ Jenthe staat bij de plank met knuffels. Ze laat haar vinger over een grijs zeehondje gaan. ‘Deze vind ik zo schattig …’ ‘Oké’, besluit Isabel. ‘Dan wordt het een shirtje met een zee - hondje erop.’ Maura schiet in de lach. ‘Knap als je dat weet te vinden!’ ‘Ik bedoel maar’, zegt Isabel, ‘het is nu kwart voor drie en we hebben om drie uur afgesproken. Duzzz …’ Na wat heen en weer gepraat gaan ze de winkel uit met een Nijntjeshirt. Het is tien minuten fietsen naar Nine en Marc. De meiden hebben hun fietsen nog niet op slot gezet of Liv komt naar buiten. ‘Leuk dat jullie er zijn! Kom gauw binnen, ze zijn boven. Ik had gezegd dat ik er ook zou zijn, toch? Heb net beschuit met muisjes klaargemaakt. Ben zo benieuwd hoe jullie de baby vinden.’ ‘Dank jullie wel! Gaaf!’ Nine houdt het shirtje omhoog. ‘Kijk eens, Sem’, zegt ze tegen de baby, die naast haar op bed ligt. ‘Gekregen van de vriendinnen van tante Liv.’ ‘Tante Liv …’ Isabel sluit even haar ogen. ‘Dat klinkt!’
6 ‘Zeker weten’, zwijmelt Liv. ‘Van het snoeperigste ventje e ve r.’ Sem maakt wat smakgeluidjes in zijn slaap. ‘Lief, hè?’ zegt Nine. Ze streelt zijn wangetje. ‘Zijn huidje is zo zacht.’ Als haar wijsvinger zijn handje raakt, grijpt hij die meteen beet. ‘Lijkt hij op een van jullie?’ vraagt Jenthe. Nine haalt haar schouders op. ‘Kan ik nog niet goed zien. Hij heeft wel een soort gleufje in zijn oorlelletjes, net als Marc. Grappig, hè?’ ‘Geinig dat je dat soort trekjes terug ziet komen in je familie.’ Maura spreidt haar vingers. ‘Ik heb lange vingers. Geërfd van mijn moeder. En zij heeft het weer van haar vader.’ ‘En ik heb het haar van mijn moeder’, zegt Isabel. Jenthe pakt gelijk een lok beet. ‘Om jaloers op te worden, die lange koperen krullen!’ ‘Stop jij eens gauw met dat overdreven gepraat.’ Isabel duwt Jenthes lippen op elkaar. ‘Dat noem je niet overdreven maar enthousiast’, murmelt Jenthe. Isabel kan haar ogen niet van het kleine blonde koppie afhouden. Wat is dat schattig, zo’n baby’tje. Daar móét je wel van houden. Dat is ook duidelijk in de ogen van Nine te zien. Ze kijkt zo vertederd naar het kleine jongetje. Zou Vinchy ook zo naar haar gekeken hebben toen ze gebo-
7 ren was? Dat kan haast niet anders. Het is waar, de situatie was minder rooskleurig dan hier, maar natuurlijk moet ze stapelgek zijn geweest op haar kind. Welke moeder is dat nou niet? Maar hoe kan het dan dat ze later toch bij haar weg moest en bij oom Ruud en tante Fem kwam wonen? Oké, het was altijd een rommeltje thuis. Overal vuile was en ze aten op de gekste tijden de gekste dingen. En hoe vaak had ze niet voor een dichte deur gestaan. Maar verder … Ze kan zich niet veel meer herinneren van de jaren bij Vinchy thuis, alleen flarden, bepaalde gebeurtenissen. ‘Wil je Sem ook even vasthouden?’ Isabel schrikt op uit haar gedachten. Nine kijkt haar lachend aan. ‘Ik? Vraag je dat aan mij?’ ‘Ja, je zit zo verliefd naar hem te kijken.’ Isabel voelt haar wangen kleuren. ‘Hij is ook zo schattig. Maar ik heb nog nooit zo’n klein baby’tje vastgehouden.’ Nine legt de kleine Sem in Isabels armen. ‘Kijk, het gaat van - zelf. Zulke dingen hoef je niet te leren.’ Als Isabel thuiskomt, zijn oom Ruud, tante Fem en de twee- ling er nog niet. Wat zal ze gaan doen? Beginnen in het Engelse leesboekje? Ze trekt haar neus op. Ze heeft echt geen zin om op zaterdagmiddag voor school aan de slag te gaan. Bovendien hoeft ze er pas na de herfstvakantie een
8 verslag over in te leveren. Ze heeft dus nog een paar weken. Haar kamer opruimen? Die is topnetjes. Handletteren? Yes! Beneden aan de grote tafel. Even op Pinterest zoeken naar nieuwe ideeën. Banners zijn ideaal, vindt Isabel. Ze geven meer eenheid in je tekst. Ze gebruikt ze vaak. Super dat ze nu een handig stap- penplan heeft gevonden om ze te maken. Met haar rode brushpen tekent ze na wat ze op haar computerscherm ziet. Twee gebogen lijnen. Die verbinden door kleine verticale streepjes. Haar gedachten glijden terug naar het kraambezoek. Echt fijn om bij een vriendinnengroep te horen waar je zulke dingen samen mee kunt doen. Met Liv en Jenthe is ze al bevriend vanaf groep 5 van de basisschool. Ze speelden altijd veel bij elkaar thuis. Maura is pas halverwege de brug- klas, na haar verhuizing vanuit Middelburg, bij hen op school gekomen. Als je ziet hoe goed ze bij de meiden past, is het niet te geloven dat ze nog geen jaar geleden bij de vriendin- nengroep gekomen is. Toen Nine, de zus van Liv, ging trouwen, mochten Isabel en Jenthe op de receptie komen. En zo gauw Liv wist dat er een baby op komst was, hield ze haar vriendinnen uitvoerig op de hoogte. Mooi om te zien dat Nine zo dol is op Sem. Zo vanzelfspre - kend. Een bloedband is toch wel iets heel bijzonders.
9 Ze tuurt naar het scherm en voert de volgende stap uit. Bloedband … Bloedeigen … Vinchy gebruikt die woorden tegenwoordig nogal vaak als ze elkaar ontmoeten. ‘Jij bent mijn bloedeigen kind, Isa’, zegt ze dan. De laatste paar keren dat ze haar heeft ontmoet, drong ze erop aan dat zij zou komen logeren, misschien zelfs wel weer bij haar kon komen wonen. ‘Jij bent mijn dochter, ik ben jouw moeder. Wij horen bij elkaar. Er is een bloedband tussen ons. Vergeet dat nooit!’ Drammen noemt oom Ruud het, druk uitoefenen. Hè, dit lijntje is fout. In een reflex probeert ze het weg te wrijven. Dom, nu heeft ze een grote rode vlek geprodu - ceerd. Had ze het nou toch maar eerst met potlood gete - kend. Ze scheurt het vel uit haar schetsboek, verfrommelt het tot een prop en mikt die in de oudpapierbak. Dan diept ze een potlood op uit haar etui en begint opnieuw. Met half dichtgeknepen ogen tekent Isabel de lijnen op het witte vel. Dan houdt ze het schetsboek op armlengte van zich af. Niet helemaal symmetrisch. Ze gumt wat weg en tekent nieuwe lijntjes, kijkt weer. Ja, zo is het beter. Toch is het maar de vraag of oom Ruud gelijk heeft. Hoe wreed is het om een kind te scheiden van zijn moeder? Megawreed. Eigenlijk is het toch goed te begrijpen dat Vinchy zo aandringt op een hereniging? Ze heeft gewoon een punt. Isabel pakt de rode brushpen en begint de potloodlijntjes over te trekken. Deze banner wordt perfect.
10 ‘Sem past jullie shirtje al!’ roept Liv een paar weken na het kraambezoek. ‘Ik heb een foto.’ Met een vaartje komt ze op haar vriendinnen afgefietst. ‘Gisteravond gemaakt.’ Uit het niets verschijnt Verbeek, de conciërge, en rent met hetzelfde vaartje achter Liv aan. Hij pakt haar bagagedra - ger beet. ‘Stoppen, dame! En afstappen. In de fietsenkelder wordt niet gefietst.’ ‘Wel dus’, giebelt Isabel. Liv springt van haar zadel, wankelt. ‘Sorry, meneer.’ Haar wangen kleuren. ‘Volgende keer is het nakomen geblazen.’ Met een nijdige blik loopt hij verder. De drie andere meiden barsten in lachen uit. ‘Jij staat na een heerlijk oppasavondje in één klap met beide benen op de grond.’ ‘Ik lág bijna in één klap op de grond, zal je bedoelen. Die vent spoort niet.’ Met een ruwe beweging zet Liv haar fiets in het rek. Ze pakt haar tas en draait zich naar haar vriendinnen. ‘Laat zien’, zegt Jenthe. Liv pakt haar mobiel en showt haar neefje met Nijntje op zijn buik. ‘Lief!’ roepen de meiden. ‘Dat rood kleurt goed bij zijn blonde haartjes’, vindt Jenthe. Dan gaat de bel. ‘Stuur je hem effe door?’ vraagt Isabel. ‘Komt goed.’ Liv pakt Maura bij haar arm. ‘Nu eerst naar de
11 les. Opschieten, Mau! Anders komen we te laat en ik heb geen zin om weer op mijn dak te krijgen.’ ‘See you in de pauze’, roept Isabel hun nog na. Samen met Jenthe loopt ze naar het vwo-gebouw. Als Isabel bij Nederlands geconcentreerd zit op te letten, voelt ze Jenthes elleboog tegen haar arm. ‘Liv heeft die foto gestuurd’, fluistert Jenthe. ‘Gaaf.’ Isabel probeert zich te focussen op mevrouw Hoogdorps uitleg over hyperbolen. ‘Een hyperbool is de stijlfiguur van overdrijving. Een reden om een hyperbool te gebruiken kan zijn dat je een emotie of een mening extra nadruk wilt geven. Een voorbeeld …’ Naast haar is Jenthe druk bezig met haar mobiel. Isabel buigt opzij en ziet hoe Jenthe inzoomt op het shirt van Sem. ‘Een voorbeeld: de regen valt met bakken uit de lucht.’ Hoogdorps stem klinkt ver. ‘Of: ik sta al een eeuw op je te wachten.’ Opletten! gebiedt Isabel zichzelf. Ze gaat weer rechtop zit- ten. Wat droeg zijzelf eigenlijk als baby? Ze herinnert zich vaag een paar foto’s. De volgende keer toch eens aan Vinchy vragen of ze die nog eens mag zien. De volgende keer … Het zijn steeds maar een paar korte uurtjes dat ze elkaar mogen ontmoeten. Wat een rare situ- atie eigenlijk dat ze haar bloedeigen moeder zo weinig ziet. Waarom kan ze niet gewoon bij haar logeren, zoals Vinchy
12 laatst opperde? Helemaal geen gek idee. Het is toch niet nor - maal dat anderen beslissen hoe vaak en hoelang zij elkaar mogen zien? Zij en Vinchy kunnen dat heus wel zelf regelen. Vanuit haar ooghoeken ziet ze dat Nijntje Jenthes scherm helemaal vult. Waarom zou ze niet langer dan een paar uurtjes bij Vinchy kunnen zijn? Ze is geen klein kind meer. Ze is veertien! Ze hoeft niet meer verzorgd te worden, ze redt zichzelf wel. Het probleem van toen speelt dus niet meer. Bovendien kan Vinchy toch ook veranderd zijn door de tijd heen? Ieder mens leert tenslotte steeds dingen bij. Van je fouten leer je het meest, zeggen ze altijd. ‘Hallo, Isabel! Hoorde je mijn vraag?’ Hoogdorp staat vlak voor haar. Eng dichtbij. Isabel veert op, slaat haar hand tegen haar keel, kan nog net een gil smoren. ‘Nogmaals: weet jij een ander voorbeeld?’ ‘Pff … Ik schrik me he-le-maal ondersteboven van u.’ ‘Jazeker’, grijnst mevrouw Hoogdorp. ‘Dat is een goed voor - beeld. Fantastisch!’ Huh? De klas ligt in een deuk. Jenthe slaat haar op haar schouder. ‘Ik ben trots op je, Isa!’ Met het voorwiel van haar fiets duwt Isabel het tuinhek open en loopt direct door naar de schuur. Ze is altijd laat
13 thuis op maandag. Zo balen. Van haar zouden ze het achtste uur mogen afschaffen. Als ze de schuurdeur achter zich dichtdoet, ziet ze door het keukenraam tante Fem staan, een pak melk in haar hand, het blik cacao op het aanrecht. Isabel voelt een steek van- binnen. Tante Fem heeft haar natuurlijk aan zien komen en is nu bezig een beker warme chocolademelk te maken. Hoe lief! Ze moest eens weten welk plan zich in haar hoofd aan het vormen is. Ze zou zich gewoon schuldig gaan voelen … Niet doen! zegt ze tegen zichzelf. Met tante Fem is niks mis. Zij is niet de reden dat je naar Vinchy wilt. Je houdt van haar en oom Ruud en zij houden van jou. Maar er is geen bloed - band. En die is er wel met Vinchy. Daarom wil je naar haar, alleen daarom. Ze pakt haar mobiel uit haar jaszak. Dan zwaait de deur open. ‘Kom gauw binnen’, nodigt tante Fem. ‘Wat sta je daar nog te kleumen?’ ‘Ik kom zo. Ben wat vergeten.’ Isabel laat haar tas op de grond zakken en rent dan terug naar de schuur. Uitproberen is de enige manier om erachter te komen of het gaat tussen haar en Vinchy. Niet eerst overleggen met tante Fem, dan gaat ze misschien twijfelen. Gewoon doen! Nu! Ze drukt op het WhatsAppicoontje en scrolt naar de chats met Vinchy. Hey Vinchy …