IN DE VOETSPOREN VAN T.L. OSBORN
TOMMY O’DELL IN DE VOETSPOREN VAN T.L. OSBORN Evangeliseren met tekenen en wonderen
In de voetsporen van T.L. Osborn - Evangeliseren met tekenen en wonderen Uitgegeven door Arrowz [email protected] www.arrowz.org Auteur: Tommy Ray O’Dell Vertaling: Kees Kruyswijk Fotografie: Tommy Ray O’Dell, Liesbeth O’Dell en anderen Omslagontwerp en typografie: Ronald Gabrielsen, 3ig.org ISBN 978 94 90489 36 6 NUR 707 Copyright © 2014 Tommy Ray O’Dell Oorspronkelijke titel: Miracle Working Faith Oorspronkelijke uitgever: Harrison House, Tulsa, Oklahoma, www.harrisonhouse.com. Alle rechten voorbehouden. Copyright Nederlandse vertaling © 2017 Arrowz, Haarlem Uitgegeven met toestemming. De Bijbeltekst in deze uitgave zonder nadere bronvermelding is ontleend aan de Herziene Statenvertaling, © 2010 Stichting Herziene Statenvertaling De Bijbeltekst in deze uitgave met bronvermelding is ontleend aan respec tievelijk: NBG – NBG-vertaling 1951, © 1951 Nederlands Bijbelgenootschap NBV – De Nieuwe Bijbelvertaling, © 2004/2007 Nederlands Bijbelgenootschap WV – Willibrordvertaling (herziene editie), © 1995 Katholieke Bijbelstic hting De spelling van het tetragrammaton en het gebruik van eerbiedskapitalen is aangepast aan de huisstijl van de uitgever van dit werk. Cursivering van Bijbeltekst is t oegevoegd door de auteur. Ter wille van de leesbaarheid is afgezien van inclusief taalgebruik als ‘ hij of zij’ en ‘zijn of haar’ en gekozen voor de voornaamwoorden ‘hij’ en ‘zijn’ als onzij dige termen. Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoud igd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt, in enige vor m of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of op enige andere manier – met uitzondering van korte citaten in gedrukte recensies – zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. All rights reserved. No portion of this book may be reproduced, stored i n a retrieval system or transmitted in any form, electronically, mechanically, by means of photocopying, recording or otherwise – with the exception of brief quotation in printed reviews – without the prior written permission of the publisher.
Inhoud Voorwoord van David de Vos ........................................................................ ..................................... 9 Het voorbeeld van mijn grootvader T.L. Osborn ..................................... 13 1. Voor de poorten van de hel ........................................................................ ........................ 17 2. Wat is geloof? ........................................................................ ....................................................................... 35 3. Wat is bediening? ........................................................................ .......................................................... 47 4. Het belangrijkste ingrediënt ........................................................................ ................... 65 5. Het licht verdrijft de duisternis ........................................................................ ......... 73 6. Ken je vijand! ........................................................................ ........................................................................ . 83 7. De kracht van het belijden ........................................................................ ........................... 95 8. Bronnen van levend water ........................................................................ ...................... 101 9. Tegenstand en wonderen ........................................................................ ........................ 111 10. Gods karakter ........................................................................ .................................................................. 123 Nawoord: de smalle weg ........................................................................ ............................................ 131 Foto's ........................................................................ ........................................................................ ................................... 134
Tommy O’Dell heeft een diepe ontferming voor de eenzamen, de verlorenen, voor mensen die lijden en ziek en verwaar - loosd zijn, waar ook ter wereld. Hij is een krachtig man die houdt van Jezus en zijn bediening wereldwijd maakt hem tot een groot evangelist. Hij en zijn fantastische vrouw Elisabeth en hun fijne gezin hebben een grote prijs betaald om het evangelie aan de onbereikte mensen te brengen. – T.L Osborn (1923-2013)
Dit boek draag ik op aan alle gelovigen die er oprecht naar verlangen door God gebruikt te worden. Ik mag de inzichten delen die God aan mijn vrouw Elisabeth en mij heeft gegeven, waardoor we het goede nieuws wereldwijd met miljoenen mensen hebben kunnen delen. Bijna drie decennia lang hebben we overal ter wereld onbereikte bevolkingsgroepen opgezocht, waar niemand naar omkeek. We hebben mensenmassa’s tot geloof zien komen, soms zelfs honderdvijftigduizend mensen op één avond. In meer dan zeventig landen hebben we de waarheid van Gods Woord voor onze ogen realiteit zien worden. Die ervaring willen we in dit boek met jou delen, zodat je er je voordeel mee kunt doen in je eigen leven en bediening. Jezus leeft net zo goed in jou! Denk eraan dat alles mogelijk is voor wie gelooft. En ik draag dit boek ook op aan T.L. Osborn, mijn lieve grootvader, mentor en vriend. Als evangelist en zendeling onder de on- bereikte volken en bevolkingsgroepen, was hij vooral bekend vanwege zijn genezingsbediening en grote bijeenkomsten. Samen met mijn grootmoeder Daisy verkondigde hij het evangelie aan miljoenen onbereikte mensen over de hele wereld. Ik mis ze erg en tot mijn laatste ademtocht zal ik in hun voetsporen blijven treden. – Tommy O'Dell
VOORWOORD Tommy O’Dell veranderde de koers van mijn bediening De eerste keer dat ik Tommy O’Dell ontmoette, was hij in Nederland voor een aantal samenkomsten en een bezoek aan zijn familie (hij is getrouwd met een Nederlandse). Jop van der Bijl, die jarenlang zijn campagnes in Afrika organiseerde, had me over hem verteld. Zelf was ik net begonnen met het houden van campagnes. We hadden al mooie dingen beleefd, maar spectaculair kon je het nog niet noemen. Als in onze samenkomsten een handvol ruggen en nekken werd genezen, was ik al blij! Maar de verhalen over Tommy en zijn grootvader T.L. Osborn inspireerden mij enorm om God voor grotere wonderen te gaan geloven. Zij zagen de lammen weer gaan lopen, de doven horen en de blinden zien. Ze schreven er als het ware een nieuw hoofdstuk bij in het boek Handelingen. Diep vanbinnen wilde ik dat ook, maar mijn Nederlandse nuchterheid zat me in de weg. Toen ik Tommy in Nederland ontmoette, nodigde hij mij uit om met hem mee op reis te gaan om te ontdekken hoe hij zijn campagnes organiseerde. Dus vloog ik naar Togo, waar ik werkelijk overal bij betrokken werd. Al snel belandde ik met Tommy in een televisiestudio,
waar hij de mensen uitnodigde om naar de campagne te komen. Hij sprak zonder enige twijfel: ‘Breng de lammen en de blinden mee, zij zullen genezen worden!’ Met kromme tenen zat ik achter in de studio. Hoe kon je dat nu beloven?! Mijn nuchtere Hollandse mentaliteit kwam in opstand en direct kwam de gedachte bij me op: wat als er niets gebeurt? Ik vroeg aan zijn zoon Tommy Lee: ‘Wat doen jullie als er niets gebeurt?’ Hij keek me aan alsof ik mijn verstand had verloren. Hij ant - woordde: ‘God doet altijd zijn deel! Het is nog nooit gebeurd dat we geen wonderen hebben gezien. De zekerheid die we hebben, is ons geloof in God en in wat Hij heeft beloofd.’ Ik hoef je niet te vertellen dat ik niet kon wachten tot de eerste avond van de campagne. Na de prediking kwamen er mensen tot geloof. Daarna bad Tommy voor de zieken. Hij stelde voor om eerst voor dove mensen te bidden. Dat deed hij door een gebed uit te spreken voor de hele menigte in één keer. Daarna daagde hij de mensen uit om te onderzoeken of God iets had gedaan. Vrijmoedig vroeg hij: ‘Wie is er genezen?’ Het bleef doodstil. Toen hij het nog eens vroeg, begon er ineens een vrouw heel hard te gillen! Zwaaiend met een kruk boven haar hoofd kwam ze naar voren. Ze was kreupel geweest, maar kon weer lopen! Tommy lachte naar me en zei: ‘Zo zie je maar: God heeft zijn eigen plan. Ik bid voor dove oren en Hij geneest een kreupele!’ Dit was het begin van een onvergetelijke week, waarin de koers van mijn bediening voorgoed zou veranderen. In de
avonden erna volgden nog vele wonderen, net als in de dagen van Jezus en zijn discipelen. Ik volgde Tommy en zijn team op de voet en raakte ervan overtuigd dat als hij het kon, het ook bij mij zou lukken! Wat Tommy had geleerd van zijn grootvader: ‘You can do it too!’, leerde Tommy weer aan mij. Ik geloofde het en kon niet wachten om zelf aan de slag te gaan. Voor mijn eerstvolgende campagne nodigde ik vrijmoedig de hele stad uit en beloofde dat er grote wonderen zouden gebeuren. Ik had geleerd dat er geen middenweg is: je moet er óf helemaal voor gaan, óf helemaal niet. Veel mensen hebben het lef niet om radicaal te zijn. Daarom boeken we maar zo weinig resultaat. Ik was vastbesloten om net als T.L. Osborn en Tommy te vertrouwen op Gods beloften. De zieken kwamen, het evangelie werd gepredikt. Mensen kwamen tot geloof en na mijn gebed voor wonderen zag ik voor het eerst een verlamde genezen. Daarna een blinde en een dove! En deze geweldige zegeningen zien we tot op de dag van vandaag. Tommy O’Dell veranderde de koers van mijn bediening! We hebben gezien wat Jezus tegen Johannes zei toen die vanuit de gevangenis vroeg of Hij de Messias was: Hij antwoordde: ‘Zeg tegen Johannes wat jullie gezien en gehoord hebben: blinden kunnen weer zien, verlamden weer lopen, mensen met huidvraat worden gereinigd en doven kunnen weer horen, doden worden opgewekt, aan armen wordt het goede nieuws bekendgemaakt. Gelukkig is degene die aan Mij geen aanstoot neemt. - LUCAS 7:22 (NBV)
Ik heb afscheid genomen van mijn Hollandse nuchterheid, die niets anders was dan ongeloof, en ben de God van wonderen gaan vertrouwen! De resultaten van mijn ontmoeting met Tommy zijn vandaag te zien in onze bediening. We maken vele Bijbelse wonderen mee, maar bovenal ontmoeten tien- duizenden mensen Jezus als Heer en Redder. Wanneer je dit boek leest, dan lees je over Jezus in actie, hier en nu. Eens vroeg ik aan Tommy: ‘Wanneer je grootvader er niet meer is (en inmiddels is die er ook niet meer), zet jij dan zijn bediening voort?’ Zijn antwoord was: ‘Ik wandel nu al in die bediening!’ Je zult ontdekken dat jij dat ook kunt, als je maar durft te geloven. En vooral: als je het maar durft te doen! Tommy, duizendmaal dank voor jouw voorbeeld. Yes, I can do it too! − David de Vos Evangelist en oprichter van Go and Tell
Het voorbeeld van mijn grootvader T.L. Osborn Wat een erfenis draag ik mee! Het is me een eer om een van de predikers te zijn die zich door mijn grootvader heeft laten inspireren. Hij heeft gezorgd voor een totale ommekeer in mijn leven. Hij was mijn held, mijn mentor, mijn vriend en mijn vertrouwensman. We konden eindeloos met elkaar praten en samen filosoferen. Hij wist mij ook altijd te bemoedigen wanneer ik dat nodig had. Kwamen we thuis van een campagne, dan was hij net een kleine jongen: hij wilde dolgraag alles horen over elk wonder en over alle grote dingen die God had gedaan. Hij heeft persoonlijk het evangelie aan meer mensen gepredikt dan wie dan ook. Hij was een echte zielenwinner. In het boek Daniël staat: ‘De verstandigen zullen blinken als de glans van het hemelgewelf, en zij die er velen rechtvaardigen, als de sterren, voor eeuwig en altijd’ (Dan. 12:3) . O, wat ligt daar een grote beloning in. ‘Want wat is onze hoop of blijdschap of erekroon? Bent ook u dat niet voor het aangezicht van onze Here Jezus Christus bij zijn komst?’ (1 Thess. 2:19) . Hij was mijn grootste bondgenoot, mijn held en mijn voorbeeld. Van hem leerde ik om moedig te zijn. Niemand INLEIDING
was zo moedig als T.L. Osborn. Zijn leven lang heeft hij niemand geslagen of geduwd, met niemand gevochten, en toch was hij een strijder. Kijk maar eens naar die miljoenen levens die diepgaand zijn aangeraakt door hem en door zijn bediening Frontier Evangelism. Om mij heen zie ik een aantal van de grootste mannen en vrouwen van God die ooit hebben geleefd. En ik zie hoe wij allemaal zijn beïnvloed en veranderd, hoe we zijn bemoedigd en uitgedaagd door T.L. Osborn. Als ik aan hem denk, zie ik die boerenjongen voor me die een ontmoeting had met Jezus. Opleiding had hij niet. Hij ging van school af toen hij veertien was. Toch bleef hij altijd leren, altijd verder reiken, altijd groeien. Hij vond het nooit goed genoeg. Hij hield van mensen. Met zijn vrijgevigheid en liefde was hij altijd en overal voor anderen beschikbaar. Hij was ook buitengewoon vriendelijk. Als hij op een vliegveld aankwam en een van de laaggeschoolde medewerkers hem daar benaderde met de woorden: ‘T.L. Osborn, ik weet wie u bent!’, bleef hij altijd staan om even met hem te praten, alsof die persoon een koning was. Hij bracht in praktijk wat hij predikte. Hij was vol liefde. Hij had een geweldige gave om alle mensen die hij tegenkwam het gevoel te geven dat ze zijn beste vriend waren. Maar eigenlijk was ik natuurlijk zijn beste vriend ... Met alles wat in mij is, wil ik zijn voorbeeld volgen van compassie voor mensen naar wie niemand omkijkt. Ik wil zijn zoals mijn grootvader. Zijn passie om de boodschap van
het evangelie aan alle onbereikte mensen te brengen, doofde nooit uit. Hij was als een laserstraal, gericht op dat ene doel: het bereiken van de mensen die God niet kennen. Hij aarzelde nooit. Zijn leidraad was: Jezus Christus is gisteren en heden dezelfde, en tot in eeuwigheid. Daar leefde hij naar, dat predikte hij en dat bracht hij in praktijk. Als jonge prediker was ik eens in Ierland. Ik was net van mijn drugsverslaving bevrijd, en mijn beschadigde hersenen waren van het ene moment op het andere genezen. Ik had op straat geleefd, maar Jezus was in mijn leven gekomen. De kracht van God was als een vuur door mij heen gegaan en ik was een ander mens geworden. Mijn grootvader zei daarover dat dit het grootste wonder was dat hij ooit had gezien. Die keer in Ierland hield ik een preek, en zelf vond ik dat het een erg goede preek was. Toen kwam mijn grootvader naar me toe en zei: ‘Ik denk dat dit een van de beste preken is die ik ooit heb gehoord, maar nu moet je het nog laten zien. Je kunt je preek niet zomaar afsluiten met de woorden: “Einde van deze preek.” Als je het niet in de praktijk kunt laten zien, ben je er ook niet klaar voor om het te verkondigen.’ Verder zei hij: ‘Je moet altijd de waarheid prediken, want de waarheid zal zichzelf bewijzen.’ Sindsdien predik ik nooit zonder mijn woorden in praktijk te brengen, of ik nu honderdduizend mensen voor me heb of niet meer dan een handjevol. We hebben allemaal baat gehad bij de pioniersgeest van mijn grootvader. Hij was in onze tijd de eerste die grote campagnes
hield en films liet zien over wonderen. Ook gaf hij elke dag grote hoeveelheden evangelische lectuur weg. Onvermoeibaar bestreed hij racisme, seksisme en ongelijkheid tussen de sociale klassen. En in zijn bediening hield hij zich altijd aan het principe: ‘Wat ik doe, kun jij ook.’ Nu zijn wij dus aan de beurt om de opgestane Christus aan de wereld te laten zien. Hij heeft het stokje aan ons doorgegeven. Ik ben de kleinzoon van T.L. Osborn, ik ben zijn afstam- meling. We kunnen hier niet stoppen! We hebben in een periode van dertig jaar in meer dan tachtig landen aan miljoenen mensen het evangelie gebracht. Maar ik had niets kunnen doen, ik had niets geweten zonder T.L. Osborn. Hij was mijn vriend, mijn bondgenoot, en niet te vergeten: mijn opa. Opa, ik houd van u!
VOOR DE POORTEN VAN DE HEL 17 Voor de poorten van de hel Toen ik zestien was, was mijn denkvermogen zwaar beschadigd door drugs. Mijn leven was een absolute puinhoop. Mijn familie had me opgegeven. Ze verwachtten niet dat ik mijn zeventiende verjaardag nog zou halen. Ik was in de kerk opgegroeid, mijn grootouders zijn het bekende zendings- en evangelistenechtpaar T.L. en Daisy Osborn. Maar ik mag dan opgevoed zijn door fantastische gelovigen, zelf had ik mijn leven niet aan Jezus gegeven. De meeste mensen op aarde hebben niet veel kans om Jezus te leren kennen. Voor mij waren er al vele kansen geweest, maar de meeste had ik gemist. Gelukkig is God barmhartig. Ik begon met drugs op veertienjarige leeftijd. Tegen de tijd dat ik vijftien was, was ik een zware gebruiker. Ik gebruikte LSD , angel dust en elke andere drug waar ik aan kon komen. Ik was een roekeloze gebruiker en mijn hersenen raakten zwaar beschadigd door dit alles. Als ik God was geweest, had ik nooit iets te maken willen hebben met iemand zoals ik. Sommige mensen kunnen drugs gebruiken en lange tijd nog redelijk normaal blijven functioneren. Dat klinkt mij ongelooflijk in de oren, want zo ben ik nooit geweest. Ik was zo iemand die een ander iets zag gebruiken en dan zelf HOOFDSTUK 1
18 IN DE VOETSPOREN VAN T.L. OSBORN tien keer zoveel nam. Je hebt vast ook wel eens zo iemand gekend. Ik had mijn hersenen al verpest tegen de tijd dat ik zestien was. Ik deed ook aan oosterse mystiek en aan astrale projectie, alles in een poging om vrede in mijn hart te vinden. Ik heb drie keer geprobeerd zelfmoord te plegen door een overdosis in te nemen, waarbij ik mijn lichaam alleen maar meer schade toebracht. Afrika Mijn ouders waren ten einde raad. Ze wisten niet wat ze moesten doen. Uiteindelijk zeiden ze: ‘Hij moet weg bij alles wat zo’n slechte invloed op hem heeft hier in Tulsa. Weet je wat? We sturen hem naar Afrika.’ Dat klinkt je misschien vreemd in de oren, maar als internationale zendingsfamilie zijn we een wereldwijde familie. Grenzen bestonden niet voor ons. Mijn ouders dachten dat alles goed zou komen als ik uit de sfeer van de groepsdruk weg zou zijn. Het was alleen zo dat ík degene was die voor de groepsdruk zorgde! Dus ze deden het beste wat zij ooit voor mijn vrienden konden doen: mij naar Afrika sturen. Mijn grootouders reisden de hele wereld over om het evangelie te brengen en zij hadden vrienden die zendeling waren in Kenia, Oost-Afrika. Zij vonden het goed dat ik bij hen kwam wonen, in de hoop dat ik zo op het rechte pad zou komen. Maar in werkelijkheid ging het met mij in Afrika van kwaad tot erger. De duivel is overal dezelfde. We leven in een slechte, zondige wereld. Eenmaal daar ontdekte
VOOR DE POORTEN VAN DE HEL 19 ik dat drugs, waar ik altijd flink voor had betaald, in Kenia overal verkrijgbaar waren. Het land werd overspoeld door geïmporteerde drugs! Ik stapte over van wiet naar opium. In Oost-Afrika woonden veel Indiërs en ik ging me nog meer richten op de oosterse mystiek. Maar ik zag ook iets anders toen ik daar woonde: echte gelovigen. Ik was opgegroeid in de pinkstergemeente, maar de echtheid van de gelovigen die ik in Afrika tegenkwam, raakte mijn hart. Toch was ik nog steeds niet klaar om mijn leven aan God over te geven. Uiteindelijk gaf het zendingsechtpaar waar ik woonde het op en stuurde me naar huis. Ze konden niets met me beginnen, want ik leefde als de duivel. Op weg naar huis nam ik een enorme dosis in. Toen ik geland was, werd ik meteen gearresteerd door de politie van Houston. Ik was een mager mannetje met lang haar, liep op mocassins, droeg legerkleding en een kleurige Afrikaanse tuniek. De politiemensen waren natuurlijk gek op figuren als ik ... Ten slotte stuurden ze me maar naar Tulsa, want ze konden geen drugs bij me vinden omdat ik alles al had ingenomen. Op de luchthaven liet ik mijn ouders staan om met mijn oude vrienden te vertrekken. In de tijd die volgde, slikte ik allerlei pillen en bracht daardoor mijn hersenen nog meer schade toe. Soms wist ik mijn eigen naam niet eens meer. Ik sliep op de plek waar ik neerviel en werd wakker in mijn eigen braaksel. Ik vastte dagen achter elkaar, soms wel een week lang, want ik wist dat als je niet eet terwijl je drugs gebruikt, het effect veel
20 IN DE VOETSPOREN VAN T.L. OSBORN groter is – vooral bij hallucinogenen (drugs waardoor je gaat hallucineren). Niet alleen raakte ik geen eten aan, ik dronk ook geen water. Alleen maar whisky en andere alcoholica, alles wat ik maar te pakken kon krijgen. Toen ik zestien was, leek ik wel een levend lijk. Een weggeteerde oude man met bruine tanden, uitvallend haar en broze botten. Ik was er bar slecht aan toe en er leek geen hoop voor me te zijn. Dit zou mijn einde worden. Gered Maar ook toen ik het dieptepunt bereikt had, was God met me bezig. God leidde mij naar plaatsen waar ik het evangelie te horen kreeg. Ook al verwierp ik het, het woord van God werd nog steeds in mijn hart gezaaid. En wat in ons gezaaid wordt als we klein zijn, zal uiteindelijk vrucht dragen. De waarheid van God, die ik mijn grootvader had horen verkondigen toen ik een klein jongetje was, leefde nog steeds in mijn hart. Op een nacht maakte ik met een paar vrienden de stad onveilig in een oude, gedeukte auto, helemaal high. Ik had die avond veel verschillende drugs gebruikt: LSD , andere pillen, ik had veel hasj gerookt en veel alcohol gedronken. Bij elkaar werd dat een overdosis. Ik kreeg stuiptrekkingen en mijn vrienden werden bang. Ik ervoer dat mijn geest mijn lichaam verliet en dat ik van boven neerkeek op mijn lichaam. Doodsbang was ik. Ik ging door een donkere tunnel, achtervolgd door iets afschuwelijks, iets gruwelijks! Paniek
VOOR DE POORTEN VAN DE HEL 21 en een verstikkende angst overvielen me. Ik kreeg angst- aanjagende visioenen van allerlei huiveringwekkende, demonische taferelen. Toen had ik een ontmoeting met satan. Hij kwam niet in een rood pak met horentjes. Nee, hij kwam in een angstaanjagende aanwezigheid en kwaad- aardige blik – duisternis die alles opslokte. Hij zei: ‘Als je mij dient, Tommy, kun je koning zijn in mijn koninkrijk. Dan krijg je van mij alles wat je wilt, alles wat je hart begeert.’ Misschien was ik naïef, maar dat was de eerste keer dat ik me realiseerde dat ik de duivel aan het dienen was. Tot dat moment dacht ik altijd dat ik gewoon mijn eigen ding deed, niemand kwaad deed, gewoon probeerde om een andere weg te vinden om bij God te komen. Toen de duivel mij zijn voorstel deed, zei ik: ‘Nee!’ Toen werd ik in de hel gegooid. Ik voelde dat ik naar een plaats vol duisternis werd gezogen, een plaats waar ik niet heen wilde. En ik weet niet precies waarom ik het deed, maar ik schreeuwde uit: ‘Jezus!’ En plotseling was ik terug. Ik dacht dat alle wegen naar dezelfde plek leiden. Maar in het boek Spreuken staat: ‘Soms schijnt een weg iemand recht, maar het einde daarvan voert naar de dood’ (Spr. 14:12; 16:25 NBG) . Jezus is de enige weg tot het leven. Hij is niet zomaar een religieus concept of een filosoof die vrede belooft. Jezus is de waarheid! Jezus heeft echt geleefd, Hij is echt gestorven en echt opgestaan uit de dood. Hij leeft vandaag! Hij is de Enige die ons thuis kan brengen, thuis bij God.
22 IN DE VOETSPOREN VAN T.L. OSBORN Intussen gingen mijn vrienden door het lint. Zij dachten dat ik dood was of doodging. Maar ik kwam terug. Ik probeerde te spreken, maar mijn ervaring was zo overweldigend dat ik geen woord kon uitbrengen. Ik kon alleen maar onsamen- hangend stamelen. Mijn vrienden waren bang, want zij dachten dat ze met een lijk opgescheept zouden zitten. Dit waren goede vrienden die ik al jaren kende. Maar ze stopten de auto, duwden me eruit, reden weg en lieten me in de goot achter. Ik hees mezelf overeind en kroop naar de achterdeur van een leeg- staand huis. Het was er donker en koud. Ik keek omhoog om te bidden. Ik had niet voldoende hersencellen over om een gesprek te kunnen voeren. Ik was als een dier, totaal opgebrand. Maar ik keek omhoog en bad het beste gebed dat ik kon bedenken: ‘Jezus, oké.’ Dat was alles. Een theoloog zou misschien zeggen dat dit geen gebed is. Maar ik was niet in staat tot bloemrijke gebeden als: ‘O Vader vol mededogen, die in de hoogste hemelen troont, te midden van de cherubim …’ Er is natuurlijk niets mis met elegante woorden. Ze zijn door God geschapen; Hij is zelf het Woord. Maar Hij kijkt naar wat je echt vanuit je hart spreekt. Op het moment dat ik die twee woorden bad, brak alles open. God keek in mijn hart en zag dat ik bedoelde: ik geef me aan U over . Overgave is het allerbelangrijkste. Het is iets heel anders dan religieuze woorden uitspreken. Tot dat moment was ik de meest religieuze zondaar ter wereld. Ik werd high en ging dan tegen mensen over Jezus getuigen. Iedere keer dat
VOOR DE POORTEN VAN DE HEL 23 ik langs een telefooncel kwam waar het zondaarsgebed op de deur was geplakt, bad ik het. Maar dat was geen overgave. Ik dacht dat ik verlicht was, dus nam ik die ‘verlichte’ kennis en besloot dat er een andere manier moest zijn om tot God te komen. Maar de waarheid is dat Jezus de enige weg tot God is. Toen ik dus de naam van Jezus aanriep door te zeggen: ‘Jezus, oké!’ wist God wat ik bedoelde. Met deze twee woorden zei ik: ‘Ik bekeer me. Vergeef mij. Genees mij. Houd van mij. Ik ben open voor U. Deze keer ben ik er klaar voor om alles aan U te geven. Ik mompel niet zomaar een gebedje. Ik geloof in U. Ik wil U. Ik heb U nodig.’ Toen kwam de kracht van God in al zijn vurigheid. Dat vuur ging door mijn verstand en door mijn lichaam. Het brandde door elk lichaamsdeel heen en zette mijn hart, het diepste deel van mijn bestaan, in lichterlaaie. En overal waar het vuur kwam, bracht het genezing, herstel en kracht. Dit vuur was het opstandingsleven. Ik denk dat het woord ‘vuur’ die ervaring het beste weergeeft. Ik heb geprobeerd het te vergelijken met kokend hete honing, omdat het zo zoet was. Het brandde echt, alsof ik mijn hand in een kaarsvlam of een open haard hield, en toch deed het geen pijn. Ik stond in brand, maar ik werd niet door het vuur verteerd: het was net zoals de brandende braamstruik die Mozes zag. Het vuur ging helemaal door mij heen. Ik was verbijsterd. Mijn verstand en mijn lichaam werden genezen en ik werd van alle verslavingen bevrijd. Maar wat mij nog veel meer verbaasde, was dat Jezus van me hield en naar mij toe gekomen was.
24 IN DE VOETSPOREN VAN T.L. OSBORN Hij openbaarde zichzelf aan mij. Ik wist niet dat dit alles mogelijk was voor mij. Voor mijn geestesoog kon ik zien hoe Jezus geslagen werd, dat ze Hem zijn baard uittrokken en dat ze Hem in het gezicht spuugden. En dan niet in de vorm van religieuze plaatjes, zoals de schilderijen van de kruisiging. Ik zag de werkelijke, meedogenloze Romeinse marteling. Jezus’ gezicht en lichaam werden zo stukgeslagen en verminkt, dat je Hem niet eens zou herkennen. Ik zag hoe al die geselslagen van zijn rug niets heel lieten, zodat ik genezen kon worden. Ik zag hoe Hij aan het kruis werd geslagen terwijl Hij bloedde uit zijn wonden, en hoe de speer in zijn zij werd gedreven. Toen besefte ik dat Jezus voor mij had geleden, zodat ik van Hem zou kunnen zijn. Begreep ik het helemaal? Nee, met mijn verstand kon ik het niet bevatten. Toch wist ik toen al in mijn hart dat Hij werd gegeseld zodat ik kon worden genezen. Heel diep in mijn hart wist ik dat Hij zijn bloed vergoot zodat ik gered kon worden. Ik besefte dat Hij ervoor koos om van God verlaten te zijn zodat ik bij God kon zijn. En dat Hij werd gebonden zodat ik vrij kon zijn en dat Hij mijn ziekten en kwalen op zich nam zodat ik genezen kon worden. Ik aanbad Hem, daar op die plek. Ik huilde onbedaarlijk en deed mijn handen omhoog om de Heer te kunnen aan- bidden. Ik had altijd geweigerd om mijn handen op te heffen. Ik was opgegroeid in een pinkstergemeente, waar volwassen vrouwen stonden te gillen en met hun lange haren in het rond zwierden. Daar had ik het altijd Spaans benauwd van
VOOR DE POORTEN VAN DE HEL 25 gekregen. Ik zat dan op mijn nagels te bijten en uit het raam te staren. Als iemand tegen me zei dat ik mijn handen omhoog moest doen, stak ik ze in mijn zak. Maar nu hief ik mijn handen op. Nu wist ik waar het om ging. Nu wist ik dat Jezus van me hield, en ik kon alleen maar huilen. Ik stak mijn gebalde vuist omhoog en riep: ‘Ik ben vrij!’ Overal ter wereld staat een opgeheven vuist voor revolutie. Ik stond er op dat moment niet bij stil, maar het was de meest radicale revolutie die in iemands leven kan plaats - vinden. De duivel was onttroond en Jezus was mijn Heer geworden! Halleluja! Ik riep het uit: ‘Ik ben vrij. Ik ben vrij! Satan, je bent je slaaf kwijt. Tommy Ray O’Dell zal nooit meer je slaaf zijn!’ De duisternis op straat In Kenia had ik Peter Amankanji leren kennen. Peter was dertig jaar lang een invalide bedelaar geweest, totdat hij in 1978 was genezen in de campagne van mijn grootvader in Nakuru. Voordat ik mijn leven aan Jezus had overgegeven, had hij me over Jezus verteld en geprobeerd me over te halen om Hem aan te nemen, maar zonder resultaat. Toen hij er later achter kwam dat ik gered was, schreef hij aan mijn grootvader dat hij dit voor onmogelijk had gehouden. Hij dacht dat er geen hoop voor me was, omdat ik zo ver heen was. Als iemand aan den lijve heeft ondervonden dat God wonderen tot stand brengt, maar voor jou geen hoop meer heeft, dán weet je dat je ver heen bent!
26 IN DE VOETSPOREN VAN T.L. OSBORN En toch – wat voor mensen onmogelijk is, is mogelijk bij God. De Bijbel zegt dat je door God wordt binnengehaald als je familie je opgeeft (Ps. 27:10 NBV) . Hij laat je niet in de steek. Er waren mensen die tegen mijn ouders zeiden dat ze mij moesten laten opsluiten in een inrichting, waar ik zou worden platgespoten om als plant verder te leven. Dat zou de beste oplossing voor me zijn. Weet je, als je door iedereen bent opgegeven, en de dokters, klinieken en psychologen zeggen dat er geen hoop is – dan is er nog steeds hoop bij Jezus. En dat is niet zomaar een kreet op een bumpersticker. Het is de waarheid! Het is een realiteit omdat Hij realiteit is. Het evangelie dat wij prediken is geen sprookje. Wanneer ik mijn getuigenis geef, ga ik niet te diep in op zonde, want ik wil de duivel geen eer geven. Zelfs toen mijn leven een puinhoop was en de duivel vrije zeggenschap over me had, was ik eigenlijk maar weinig onder de indruk van zijn macht. Sindsdien ben ik de hele wereld over geweest, en heb ik de wereldcentra van de toverij in West-Afrika, Brazilië en andere delen van Zuid-Amerika bezocht. Ik heb gezien wat de duivel heeft aangericht en nog steeds aanricht, en niets geeft me zo veel energie als de kracht van Jezus. Door de kracht van de levende God wordt alles anders! Nadat ik in mei 1981 Jezus had aangenomen, wilde ik niets liever dan teruggaan naar Afrika. Ik deed mijn best, maar ik was zestien en had geen geld. Niemand wilde mijn ticket betalen. Ik begreep het niet. Ze zeiden: ‘Je moet dit doen en dat doen. Je moet tot rust komen. Je hebt het vuur
VOOR DE POORTEN VAN DE HEL 27 wel in je, maar je moet wachten tot het volwassen is geworden.’ Ik besloot weg te gaan uit Tulsa. De Heer leidde me naar verschillende plekken. Eerst ging ik naar Nederland, waar ik mijn beeldschone vrouw Elisabeth leerde kennen. Ik leerde prediken in de rosse buurt van Amsterdam waar drugs gelegaliseerd zijn, overigens zonder zelf drugs te gebruiken. Dat was mijn Bijbelschoolopleiding. Ik bracht het evangelie aan junks en prostituees, aan armen en aan mensen die er doorheen zaten. De Nederlandse gemeenteleiders vonden het goed wat ik deed, en een aantal van hen liet mij zelfs spreken in hun kerk. Ik was wel jong, maar ook enthousiast. Ik had het geloof om God voor wonde- ren te vertrouwen. Maar de mensen in de gemeente in Amsterdam zagen het niet zo zitten dat ik predikte tot de prostituees en junkies. Dat soort mensen wilden ze niet in hun kerk. Dus belegden ze een vergadering en riepen me daar op het matje. Ik kreeg te horen: ‘We willen niet dat je daar nog langer heen gaat. We willen niet dat je junks, heroïneverslaafden en daklozen opzoekt. We willen niet dat je naar de punkers en de homoseksuelen gaat. We willen niet dat je predikt tot de daklozen.’ ‘Waarom niet?’, vroeg ik. Een van de oudere voorgangers antwoordde fel: ‘Als je naar Sodom gaat, word je zelf net als de mensen daar.’ Ik zei een beetje vrijpostig: ‘Weet u wat het verschil is tussen mij en u?’ (Ik weet dat dit een slechte openingszin is. Gelukkig ben ik nu ouder en wijzer.) En vervolgde met:
28 IN DE VOETSPOREN VAN T.L. OSBORN ‘Het verschil is: ik geloof dat wat in mij is, sterker is dan wat in hen is. En u gelooft dat niet. Het is hier geen Amerika. Alleen daar heb je een kerk op iedere straathoek. Maar hier heerst de duisternis op straat. Weet u dat wereldwijd gezien tweeënnegentig procent van alle predikers in Amerika het evangelie brengen? De mensen in Amsterdam hebben niet zo veel keus. Daarom geef ik alles wat ik heb om iedereen te bereiken.’ Ik wilde niet brutaal of arrogant zijn. Ik wilde ze alleen vertellen wat ik geloof. In de Bijbel staat namelijk dat Hij die in mij is, groter is dan hij die in de wereld is (1 Joh. 4:4) . Toen ik me naar de frontlinies begaf, geloofde ik echt niet dat de demonen me zouden bespringen en dat ik door hun toverij onderuitgehaald zou worden. Ik geloofde dat ik juist hún schrik aanjoeg en dat ze de wijk zouden nemen naar een andere plek in de stad. De voorganger zei: ‘De duivel zit je op de hielen.’ Ik ant - woordde: ‘Nee, ik zit hém juist op de hielen.’ Nu werd hij boos en zei: ‘Ik weet zeker dat je ten val gaat komen.’ ‘Nou,’ zei ik, ‘wacht maar niet tot dat gebeurt, want dat zou wel eens lang kunnen gaan duren.’ Ik wist dat deze Nederlandse christenen hadden gehoord over een meisje uit de Filippijnen dat door de duivel zou zijn gebeten, en dat ze daardoor bang waren geworden. Ik zei ferm: ‘Nee, ik ben niet bang om gebeten te worden door demonen. Ik bijt hén juist!’ Toen nam een knap Nederlands meisje (mijn toekomstige vrouw) het woord en zei: ‘Dat moet
VOOR DE POORTEN VAN DE HEL 29 je niet zeggen, de duivel zou boos kunnen worden.’ Ik kon daarop alleen maar antwoorden: ‘Als ik de duivel niet boos maak, wat ben ik hier op aarde dan voor goeds aan het doen?’ Hierna kon ik niet langer in Nederland blijven. Ik trok dus naar andere landen en reisde rond om het evangelie te prediken. Ik ging naar Ierland, Frankrijk en België. Meestal ging ik naar de plekken waar ik de arme mensen kon vinden en bracht ik het evangelie aan de daklozen, omdat de kerken niet met me wilden samenwerken. Soms kampeerde ik in de bossen terwijl ik overdag predikte. Toen ik achttien werd, moest ik me voor de dienstplicht inschrijven, maar ik had geen adres omdat ik in Noord-Ierland in een tent in het bos woonde. Op dat formulier heb ik toen ‘Grot in de heuvels buiten Belfast’ als mijn adres ingevuld. De eerste twee jaar waren moeilijk. Ik had geen financiële ondersteuning. Mensen praten over volkomen uit geloof leven, maar ik heb dat ook echt meegemaakt. In die tijd trouwde ik met Elisabeth. Stel je eens voor dat je trouwt terwijl je zo’n leven leidt ... Toch wilde Elisabeth het. En niet om mijn uiterlijk, want mijn haar was zo lang dat het voor mijn gezicht hing. Soms zag je alleen mijn neus. Maar overal waar we kwamen, predikten we Jezus en werden er mensen genezen. We baden voor mensen om vervulling met de Heilige Geest, en ook dat gebeurde. Ik was alleen maar naar Europa gegaan omdat ik op een wereldbol had gezien dat Nederland dichter bij Afrika lag dan Tulsa. Maar als ik dat niet had gedaan, zou ik nooit mijn
30 IN DE VOETSPOREN VAN T.L. OSBORN fantastische vrouw hebben ontmoet. Nu hebben we vijf kinderen en drie kleinkinderen, en we zijn nog nooit zo verliefd geweest. Leven zoals in Handelingen Mijn grootouders T.L. en Daisy Osborn zagen de zalving van God op mijn inspanningen als evangelist, dus namen ze met al hun ervaring Elisabeth en mij onder hun vleugels. Van hen leerden we om effectieve getuigen voor Christus te zijn, ongeacht in welk land we waren of op wat voor culturele weerstand we stuitten. We hielden onze eerste evangelisatiecampagne in Centraal-Amerika. In Costa Rica en Honduras zagen we blinden ziende worden, kreupele mensen weer goed gaan lopen en doven bij wie de oren werden geopend. Duizenden mensen namen de Heer aan. Het was een machtige gebeurtenis. In september 1983 hielden we onze eerste grote campagne in Ghana. Twintigduizend mensen kwamen naar onze bij- eenkomst in Nkawkaw. Er werden zeventien blinden genezen. Er genazen bijna zestig mensen die vanaf hun geboorte doofstom waren. Iedere avond werden er mensen bevrijd die gekweld werden door boze geesten of die met hekserij bezig waren geweest. Ze werden volkomen bevrijd. Tien- duizenden mensen namen Jezus aan. Hier begon het voor ons. Later predikten we het evangelie op allerlei plaatsen in heel Afrika. We hebben eenendertig jaar lang de hele wereld rondgereisd en gesproken tot miljoenen mensen in meer dan
VOOR DE POORTEN VAN DE HEL 31 tachtig landen. Kort geleden hielden we een campagne in de stad Dindigal in India, die iedere avond door ongeveer honderdvijftigduizend mensen bezocht werd. Ze hadden zoiets daar nog nooit meegemaakt. We hebben in de streek rond Dindigal honderden dorpen bereikt waar het evangelie nog niet eerder gepredikt was. Over één ding wil ik heel duidelijk zijn: mijn vrouw en ik hebben niet zo veel mensen over de hele wereld tot geloof zien komen omdat ik zo’n bijzondere heilige ben. Nee, een van de redenen van ons succes is dat we bereid waren om ons te wagen op plaatsen waar anderen geen voet wilden zetten. Wij zijn op gevaarlijke, ongastvrije plekken geweest waar de leefomstandigheden onvoorstelbaar moeilijk waren – afschuwelijke oorden. In Ghana hebben we onze eigen baby moeten begraven. In een ander tropisch land is Elisabeth bijna aan malaria bezweken. We zijn met stenen bekogeld, bedreigd en gearresteerd. In India zijn we een keer in staat van beschuldiging gesteld vanwege het onbevoegd uitoefenen van de geneeskunst, maar die zaak werd gesepo - neerd. Bij een andere gelegenheid in Nieuw-Guinea kwamen we met onze campagne midden in een stammenoorlog terecht. We voelden ons alsof we in het boek Handelingen leefden. We zijn naar gebieden geweest die zo afgelegen waren, dat het weken had geduurd voordat het bekend was geworden als we overleden waren. Als je naar mensen gaat waar niemand
De autoriteit van de gelovige Als koningen regeren in dit leven Gebruik uw autoriteit! Deze klassieker heeft in de afgelopen decennia wereldwijd ontelbare levens veranderd. Er gaat een blijvende invloed van uit, want telkens weer ontdekt de volgende generatie gelovigen de transformerend kracht van dit boek. Als u het leest, ontdekt u uw autoriteit en krijgt uw leven een dimensie van ongekende kracht en over - winning. Dan wordt de belofte werkelijkheid: met Christus als koningen regeren in dit leven. ISBN 9789490489052 Paperback. 112 pag. KENNETH E. HAGIN (1917-2003) predikte het evangelie gedurende bijna zeventig jaar, nadat de Heer hem door een wonder had genezen van een hartafwijking en een on - geneeslijke bloedziekte. Zijn onderwijs benadrukt de absolute betrouwbaarheid van Gods Woord en de noodzaak van een geloof dat zich actief de Bijbelse beloften toe-eigent. Kenneth Hagin was een van de meest invloedrijke Bijbelleraren van zijn tijd en n og steeds is zijn erfenis van geloof miljoenen mensen over de hele wereld tot zege n. INKIJKTEKST