15 1932 h et grote geluK samen een huIshouden te begInnen In het voorjaar van 1932 verhuizen Jochen, Johanna, Brigitte en Renate naar de Berlijnse buitenwijk Südende. Hier wacht het gezin een werke- lijk thuis. Het pasgetrouwde paar omringt zich met schoonheid. De antieke meubelen in het nieuwe, stemmig opgeschilderde huis brengen Jochen in een staat van verrukking. De woning is een toevluchtsoord. Hier vindt Jochen de rust om een dagboek bij te houden. In eenvoudige schoolschriftjes, waarin hij bijna geen marge onbenut laat, schrijft hij op wat hij meemaakt, wat hem bezighoudt. De politiek roert zich voortdurend en de sfeer in Duitsland wordt grim- miger. Johanna geeft uiting aan haar angst als ze eind 1931 aan Jochen schrijft: ‘Ik wil enkel maar samen zijn en niet verhongeren of bevriezen. Alleen daarvoor ben ik bang, en voor terreur. ’ 3 Rijkspresident Paul von Hindenburg heeft in 1930 Heinrich Brüning tot rijkskanselier benoemd, maar die laatste maakt zich niet populair door zijn politiek van bezuini- gingen. Door het volk wordt hij wel de ‘hongerkanselier’ genoemd. 4 In 1932 loopt de ambtstermijn van Von Hindenburg af – hij is dan 84. Wanneer hij zich in maart 1932 opnieuw verkiesbaar stelt, is Adolf Hitler zijn tegenkandidaat. Sluw weet deze in te spelen op de onvrede die leeft onder de bevolking vanwege de financiële misère en de frustraties rond het Verdrag van Versailles. Hitlers boodschap van geweld en antisemitisme 3 Overgenomen uit: Baum, 105: brief aan Jochen Klepper van 9-12-1931, DLAM 77. 3766/11. 4 Evans 2004, 319. 15003 Onder de schaduw van Uw vleugels. indd 15 26-02-15 07:50
16 slaat aan in de rammelende democratie. De NSDAP wint dan nog niet, maar weet wel een enorme stemmenwinst te boeken, die de partij nog eens vergroot bij latere verkiezingen. Kabinetten komen en vallen in 1932. Brüning wordt door respectievelijk Franz von Papen en Kurt von Schlei- cher opgevolgd als rijkskanselier. In de zomervakantie neemt Jochen Klepper zijn gezin mee naar Beuthen an der Oder. Zoals veel burgers zien de Kleppers hun maandelijkse inkomen dalen, daarom gaan ze niet ver weg. Het weerzien met zijn geboorteplaats en zijn ouders brengt hem niet wat hij ervan verwachtte. Met een onbevredigd gevoel keert hij terug naar Berlijn. Jochen Klepper heeft dan als auteur nog nauwelijks naam gemaakt. Hij hoopt ergens in deze wereldstad een passende betrekking te vinden. Jochen is aangesloten bij de socialistische SPD, maar zegt zijn partijlid- maatschap op om zo zijn kans op werk te vergroten. Een mogelijke aanstelling bij het Berliner Funkhaus dient zich aan. In dit jaar al begint Jochen zich steeds minder thuis te voelen in zijn kerk, de Evangelische Kirche. Veel protestanten hebben NSDAP gestemd en de kerk staat in principe niet negatief tegenover het nationaalsocialisme. Nu hij bijna 30 jaar oud is, maakt Jochen de balans op van zijn leven. Hij vindt dat hij tot dusver bitter weinig heeft gepresteerd. Zijn jeugdervaringen ver- werkt hij in de roman Der Kahn der fröhlichen Leute [De schuit van de vrolijke mensen]. Het is een lichtvoetige, kleurrijke vertelling over de rivier de Oder, en Jochen Klepper schrijft haar verbazingwekkend snel. In zijn huwelijk met Hanni voelt hij zich volmaakt gelukkig. Toch blijft hij iets missen: een eigen kind. Dit onvervulde verlangen is een thema dat telkens terugkeert in zijn dagboeken. Op 6 november stemt Jochen Klepper voor de laatste maal SPD, op 15 november treedt hij in dienst als assistent in het Berliner Funkhaus. 1932 Vanaf het moment waarop we de woning in Südende betrokken tot aan de grote vakantie, april-augustus 1932 Op 29 maart ’s avonds arriveerde Hanni hier, na een periode van een halfjaar waarin we gescheiden leefden en elkaar alleen maar tijdens 15003 Onder de schaduw van Uw vleugels. indd 16 26-02-15 07:50
17 bezoeken konden zien. We betrokken de nieuwe woning in Südende, met haar prachtig gerenoveerde kamers, waarin ik mijn barokbureau uit Beuthen, een oude barokcommode, mijn oude kerkstoel, een empire- tafeltje, een divan, een Friese renaissancekast, een roze hyacint, een ficus en een blauwe hortensia had neergezet. We zochten naar wat ons nog ontbrak in antiekzaken en op veilingen, waar schitterende oude spullen tegen lage prijzen van de hand werden gedaan. Ik ervoer het als een groot geluk dat ik nu toch kon gaan ondervinden hoe aangenaam het is om samen een huishouden te beginnen. Iedere dag in onze nieuwe woning, iedere gang door de buitenwijk Südende leverde ons nieuwe verrassingen op. Dat wij het met onze beperkte middelen in Berlijn zo goed konden hebben! Dag na dag vulde de woning zich. Een ivoorkleurige, grote kamer werd mijn werkkamer; we richtten haar in met barokmeubelen (notenbruin met lavendelblauw velours) en combineerden haar met een ontvangstruimte. De aanslui- tende, nog grotere, resedagroene biedermeierkamer gaven we de bestem- ming van bibliotheek, om het biedermeierkarakter zo veel mogelijk terug te laten komen. Aan het grote raam van de bibliotheek kwam een ronde eethoek; de oudroze slaapkamer hielden we in Friese renaissance- stijl, met vergulde houten heiligenbeeldjes en wit en rood velours, wat haar een stemmig karakter gaf. Beide kinderkamers – de slaapkamers van Brigitte en Renate in geel en blauw – bleven modern, in de blauwe speelkamer kwamen mijn biedermeiermeubelen uit Beuthen te staan. Vanuit alle kamers was het uitzicht vrij: op een ongerept, afgesloten park en vanuit de slaapkamer op een bloemkwekerij. De kinderen kwamen een week na Hanni aan; zij negeerden het grote Berlijn en leefden hier buiten als in een heel klein stadje. Pinksteren was het eerste feest dat we in Südende meemaakten. Het werd een feest vol schoonheid, van een ware overdaad van natuur, die – ondanks alle politieke depressies die steeds verder om zich heen grepen – alle mensen toentertijd in vuur en vlam zette. Vanaf de eerste groene waas over de kale takken, de eerste knoppen hebben we het voorjaar hier meebeleefd; met kastanjes, vlierbomen, linden, beuken, acacia’s, berken, dennen voor onze ramen. De weg naar het nabijgelegen zwembad Südende, langs het ongerepte parkje, vervult mij telkens opnieuw met 15003 Onder de schaduw van Uw vleugels. indd 17 26-02-15 07:50
18 vreugde. Het doet me goed om zo dicht bij huis de mogelijkheid te heb- ben om te zwemmen. We maakten een definitief plan voor de grote vakantie. Alleen een reis naar Beuthen was voor ons betaalbaar. In Beuthen maakten we wande- lingen rondom de stad, op de weiden langs de Oder, langs oogstrijpe velden en heuvelachtige bosranden. We zwommen in de Oder en maak- ten een vaartocht op een vrachtbootje. Ik ontdekte hoe de bevolking van Beuthen eigenlijk is ingedeeld: in schippers, vissers, landbouwers en bosbouwers. We zagen de intocht van de schutters op de derde avond van de Schuttersfeesten, kaarsverlichting achter de ramen, lampions boven de straten, bomen, de maan en Bengaals vuur. Maar alles was armoediger geworden, minder feestelijk en meer politiek; er was niets meer over van het onbekommerde, plezierige leven van een badplaats, dat ooit zo’n beetje Beuthens grootste aantrekkingskracht was geweest. De Oder was verlaten; in de haven een bank voor jonge en een bank voor oude werklozen. Nooit eerder realiseerde ik mij hoezeer ik het hoofdstuk Beuthen voor mijzelf heb afgesloten. De meeste mooie dingen van vroeger waren er nog, maar ze leefden niet meer voor mij. Het voelde als kerstfeest na de kindertijd: ik kon mijn hart er niet meer voor openstellen. Datzelfde gold voor de relatie met mijn ouders, en dat was nog veel zwaarder. Het pijnlijkst ondervond ik dat bij mijn moeder. Ik probeerde niets te laten merken, maar dat kon er geen verandering in brengen. Vaders leven bestaat alleen nog maar uit zijn ziekte. Billum 5 is mij momenteel het meest dierbaar; hij is goed op weg een groot schilder te worden. Nu is Hanni dus voor de eerste keer voor langere tijd in Beuthen geweest; onze eerdere bezoeken waren niet meer dan vluchtige doorreizen. Ze leerde de stad, mijn vroegere vrienden, mijn ouders en Billum beter kennen. 5 ‘Billum’ is Wilhelm Klepper, de jongste broer van Jochen. 15003 Onder de schaduw van Uw vleugels. indd 18 26-02-15 07:50
19 Van de grote vakantie tot een jaar na mijn aankomst in Berlijn op 21 september 1932 In Südende troffen wij na onze terugkeer een grotere stilte aan dan in Beuthen; het was zomer en nog eens zomer. Onder ons slaapkamerraam bloeide een zee van dahlia’s. Er was de vreugde om terug te zijn in onze eigen woning, maar ook de groeiende en dringende zorg om haar te kunnen behouden. Nooit eerder speelden politieke complicaties voor mij persoonlijk zo’n rol als nu. Ik ben jarenlang lid geweest van de SPD en heb ondanks mijn protesten de Evangelische Kirche bewust nooit verlaten. De verbinding met de SPD kan nu mijn ondergang worden; bij linkse redacties kon men mij niet meer behouden en men stuurde mij zelfs door naar rechts- georiënteerde redacties, om daar met mijn manuscripten te leuren. Maar van mijn lidmaatschap van de kerk, die zich samen met het nationaal- socialisme ‘verheft’, wil ik nu beslist niet profiteren. Toch kwam in mijn leven tot dusver steeds het goede wonder, op dat ene na: geen kind van Hanni. Daarbij verbleken alle andere treurige lot- gevallen uit het verleden, korter of langer geleden. Het is verschrikkelijk voor een kunstenaar, die al zijn mogelijkheden tot ontplooiing wil bren- gen, om geen kind te hebben. De politieke gebeurtenissen, die ook mijn persoonlijke werksituatie beïn- vloeden, volgen elkaar op in een stroomversnelling: opnieuw een ontbin- ding van de Rijksdag, de stichting van een christelijk-nationale cultuur, de dictatuur van Papen-Schleicher. Het is onmogelijk geworden om politiek onverschillig te blijven. Toch kan ik politiek slechts zien als pseudo-ethiek, als een poging om een zekere orde aan te brengen in de wereld. Ik zal nooit kunnen deelnemen aan de nieuwe nationalistische opkomst van het protestantisme, ik kan en wil zijn ‘toon’ niet vinden. Deze kerk is mijn doodsvijand. Maar ik kan mij niet laten uitschrijven. Er is iets wat mij tegenhoudt en dat iets gaat terug op de eerste kring van discipelen. De verminderde gedrevenheid waarmee ik mijn werk doe, wordt niet alleen veroorzaakt door de groeiende en bedrukkende moeilijkheden op politiek gebied. Meer nog heeft het te maken met mijn maandelijks groeiende overtuiging dat datgene wat men al jaren ‘succes’ noemt, niet loont. Ik ben iemand die roem nodig heeft als het ‘dagelijks brood’. 15003 Onder de schaduw van Uw vleugels. indd 19 26-02-15 07:50
20 Maar datgene wat mij roem zou kunnen brengen, datgene wat ik zelf voor het grote succes hield, dat lokt mij niet meer. Ik hoef geen beslissing meer te nemen over welke kant ik op wil gaan met mijn schrijven. Die beslis- sing is op natuurlijke wijze gevallen door de ontwikkeling van mijn talent. Het is de dichtkunst als bijbelexegese. Het is bijbelverkondiging tegen wil en dank, want het is niet mijn bedoeling om mijn artistieke werk te ver- hogen tot een religieus werk, een ‘openbaring’. Om dit te voorkomen richt ik voor mijzelf een vestingmuur van nuchterheid en elegantie op. Ik ben bijna 30 jaar en er bestaat nog maar één roman van mij, waarbij ik grote bedenkingen heb. Verder heb ik drie novellen geschreven – waarvan ik houd – en een klein aantal opstellen, waar ik niet afwijzend tegenover sta. Het is ontstellend weinig, zeker wanneer je innerlijk ver- vuld bent van zo veel gedachten. 2 oktober 1932, zondag Hanni en ik hebben ons op een vergelijkbare manier ontwikkeld. Steeds opnieuw laten wij ons onafhankelijk van elkaar op dezelfde wijze uit. Echt bevredigende relaties met mensen zijn uitgebleven in ons leven. En we kunnen onszelf niet voor de gek houden. Niet als het gaat om men- sen, en niet als het gaat om een bedrieglijk soort succes. 6 oktober 1932, donderdag Ik wil manuscripten voor mij zien liggen. Dat is het enige ongeduld in mij. Het manuscript voor Der Kahn der fröhlichen Leute blijft een totale verrassing voor mij. Deze roman heb ik nooit gepland en nooit vermoed, omdat hij blijmoedig en onpsychologisch is, omdat hij over eenvoudige mensen gaat, en ik wist niet eens dat ik over hen kón schrijven. Terwijl ik schrijf en terwijl ik de komende hoofdstukken met Hanni doorspreek, ervaar ik de Oder met zijn wolken, weiden, wouden en schepen als een ononderbroken stroom van kleuren, die mij dikwijls mateloos opwindt. 19 oktober 1932, woensdag De mogelijkheid van een aanstelling bij het radiostation heeft mij nu gedwongen om schoon schip te maken met het socialisme. Het opgeven van het SPD-lidmaatschap is daarbij voor mij onvermijdelijk. Hoe kan 15003 Onder de schaduw van Uw vleugels. indd 20 26-02-15 07:50
21 een mens in deze tijd zijn eigen weg volgen op religieus, kunstzinnig of politiek gebied? Mijn slapeloze uren wens ik geen mens toe. Ook Hanni is zo bedrukt door de zorgen om haar huis. Luther zei: ‘God rukt het kwade niet weg van de persoon, maar de persoon van het kwade. ’ 6 Het is een rake uit- spraak, waarvan ik houd. Aan deze uitspraak kan ik niet tornen. Het is voor mij Luthers vervolmaking van de Bijbel, zijn voltooide exegese, het motto van mijn creaties. 25 oktober 1932, dinsdag Er zijn twee dingen waarover ik positief gestemd ben – en dat is een wonder gezien mijn pessimistische aard. Ten eerste is dat mijn aanstel- ling bij het radiostation. Ten tweede zijn dat de mogelijkheden die ik zie voor mijn manuscript, Der Kahn der fröhlichen Leute. Iedereen is vol lof over mijn ideeën. Waarom is er dan niemand die mij wil binnenhalen? Waarom ben ik over de gehele linie zo overbodig? Wordt het niet eens tijd dat men mij eindelijk ontdekt? Bied ik mijzelf soms niet genoeg aan? Maar – en daarmee verbaas ik mezelf – er zijn twee dingen waarover ik weer hoop koester! 3 november 1932, donderdag Gisteren, op de middag van Hanni’s verjaardag, heb ik de laatste hand gelegd aan Der Kahn der fröhlichen Leute. 5 november 1932, zaterdag Gisteren bij het radiostation deelde dr. Braun 7, die op het punt stond te vertrekken, mij nog zachtjes mee dat ik op 15 november in dienst kan treden. Ik kan het pas helemaal geloven als het contract ondertekend is. Maar onze vreugde was gisteren al heel groot. Vandaag is Hanni naar Breslau vertrokken. Ook een korte scheiding weegt zwaar voor Hanni en mij, zeker in deze spannende dagen. 6 ‘Gott reißt das Übel nicht von der Person, sondern die Person vom Übel’, een citaat uit Luthers pinksterpreek van 1523. 7 Dr. Harald Braun, voormalig hoofdredacteur bij het Evangelische Presseverband, die inmiddels een leidende functie had bij de Berliner Funkstunde. 15003 Onder de schaduw van Uw vleugels. indd 21 26-02-15 07:50
22 13 november 1932, zondag Op vrijdagavond heb ik de tweede versie van Der Kahn der fröhlichen Leute afgemaakt en vervolgens ben ik de stad ingegaan. Na terugkeer vond ik een notitie dat ik dr. Braun diezelfde avond nog bij het radio- station moest opbellen. Resultaat van het gesprek: het contract laat nog even op zich wachten. Toch moest ik de volgende dag beginnen, op zaterdag nog, om ingewerkt te worden op de afdeling voordrachten. Dus betrok ik gisteren mijn kamer bij het radiostation. Vandaag hebben Hanni en ik de gebeurtenis onder ons, heel intiem, een beetje gevierd. Er zal nu toch haast worden gezet achter het contract, zodat ik het nog in deze week kan krijgen. De laatste tijd droomde ik alleen nog maar dat ik bedolven was onder zand, dat ik moeizaam door donkere, eindeloze schachten kroop. Dat ik brandwonden had die ik niet meer waarnam, messteken die ik niet meer voelde. Zozeer hebben de gebeurtenissen rondom mijn beroep mij in het nauw gedreven! Maar het zou totaal verkeerd van mij zijn om nu nog aan mijn redding te twijfelen! 15003 Onder de schaduw van Uw vleugels. indd 22 26-02-15 07:50