Het beginvan het einde 6 Op 10 mei 1940 vallen Duitse troepen Nederland binnen. Het Nederlandse leger is klein, maar vecht dapper tegen de Duitse over-macht. Hitler, de Duitse leider, heeft jarenlang ongestoord aan zijn leger kunnen bouwen, terwijl het Nederlandse leger is verwaar- Op 14 mei wordt Rotterdam gebombardeerd door Duitse bommen-hoop, vol doden, gewonden en kapotte gebouwen. Een dag later, op 15 mei, geeft Nederland zich over. De Duitse overmacht is te regering naar Londen. De nationaalsocialistische nazi? s zijn nu om. ? Sim loopt voor me uit, zonder te kijken of ik volg. Aan het eind van onze tuin verdwijnt hij tussen de bosjes. Ik buk me en volg hem tussen de wirwar van bladeren en takken door, tot we op de open plek staan waar niemand Hij pakt vier poppetjes uit zijn broekzakken en zet ze met hun Als hij ze omdraait, hou ik mijn adem in. ? Hoe doe je dat zo precies? ? fluister ik. ? Je bent een kunstenaar. ? Ik pak een van de poppetjes op. Het hout van het hoofdje en de romp voelt koel en glad als ik er met mijn wijsvinger overheen strijk. Dit mannetje, met de snor, is het kleinste. Zijn oogjes kijken me priemend en beschuldigend aan. ? Hitler? , mompel De tweede herken ik aan zijn bril en zijn beginnende kaalheid. ? Heinrich Himmler. ? De derde is de brallende Italiaan, de bondgenoot, Mussolini. Ik ? Hermann G? ring, maar daar ben ik niet tevreden over. Zijn stierennek is niet dik genoeg. ? Hij zet ze op gelijke afstand. ? Vijf punten per poppetje, allemaal neergeschoten is vijfentwintig punten. ? Als hij me de katapult en de vijf steentjes in mijn handen geeft, De andere keren schoten we poppetjes zonder gezicht van de boomstam en gaven we ze namen. Zachtjes, fluisterend. Nu Ik trek aan het elastiek, leg het steentje in het leertje en schud mijn hoofd. ? Ik kan dit niet. Als ze ons betrappen, hangen we. ? ? Wie kan ons betrappen, Jochem? ? zegt Sim. ? Het is maar een spelletje. We zijn nog maar dertien. Ze zullen ons niks doen. ? ? In Duitsland zien ze dat anders. Jongens die twee jaar ouder zijn dan wij sturen ze naar het front. ? Ik stop het steentje in mijn broekzak en laat de katapult bungelen. ? Vijftien jaar zijn die jongens. Er zijn niet genoeg soldaten meer, dus nu nemen ze de kinderen. ? Ik voel aan het steentje in mijn zak. Ik wil niet dat Sim me een lafaard vindt. ? Goed. ? Ik leg het steentje opnieuw in het leertje, trek het elastiek naar achteren en richt op de meest gehate persoon op deze aarde. Ik denk aan vader, die een halfjaar geleden opeens verdween. Aan moeder, die vanaf dat moment veranderde. En aan Sims vader, die ook zomaar van de ene op de andere dag weg was, al ? Ellendeling? , fluister ik, en ik richt. Het steentje suist en raakt zijn voorhoofd. Pang. Hitler valt achterover. ? Een zachte landing? , gromt Sim. ? Die verdient hij niet. ? Ik richt opnieuw. Himmler tuimelt achterover. G? ring en Mussolini volgen en rollen over elkaar heen in het groene mos. ? Vijfentwintig punten verdiend? , zeg ik zacht. Er gloeit iets in mijn binnenste: trots, verwarring, maar ook angst. Mijn hart slaat op hol als ik geritsel hoor. ? Weg ermee, Sim, stop ze in je zak. ? Ik prop de katapult in mijn broekzak, vang het houten poppetje Sim doet hetzelfde met zijn katapult en de andere drie figuur-tjes. ? Kom. ? Hij wenkt en verdwijnt tussen de struiken. Mijn hond komt hijgend tevoorschijn. ? Loos alarm, Sim? , roep ik. ? Het is Mila. ? Ik lach zacht. ? Wat ben je toch een goede Ik aai over haar kop en haal de katapult weer tevoorschijn. Het rubber ertussen is stevig en strak. Het leer is oud en rimpelig, Ik hoor het geritsel weer. Haalt Sim een grap met mij uit? Een zware stem vraagt: ? Was machen Sie? ? Ik doe een stap naar achteren en kijk om me heen. Waar is die soldaat en wat heeft hij gezien? Ik kan er niks aan doen dat ik 10 land. De mannen die dat niet willen, duiken onder, maar een goed van straat, uit hun huis of van het land geplukt om te gaan werken Tijdens de Tweede Wereldoorlog werken er tussen de acht en tien half miljoen van deze dwangarbeiders zijn Nederlanders. Van deze tehen bleiben!? klinkt het weer vanuit de bosjes. ? H? nde Waar is Sim gebleven? Ik voel aan het poppetje. Het gladde hout lijkt mijn vingers te branden. Met ? ? n beweging trek ik het uit mijn broekzak, draai me om en gooi het met een boog de bosjes in. Dan leg ik mijn handen op mijn hoofd en blijf Mila kwispelt opgewonden en rent blaffend in de richting van de stem. ? Hier Mila? , roep ik. ? Blijf. ? Mijn handen boven op mijn hoofd trillen zo erg dat ik mijn polsen moet beetpakken en erin moet knijpen. Ik ben bang voor een schot als de hond tegen hem op zal springen. Duitse soldaten schieten een hond zomaar neer wanneer die hen in Ik hou mijn adem in. Uit de richting van de soldaat klinkt weer geritsel en nu ook het zachte snuffelen van Mila. Dan komt ? Je dacht dat ik een Duitser was? , roept hij met een grote grijns op zijn gezicht. ? Gelukt. ? Ik doe een stap naar voren en wil hem opzijduwen, maar hij duwt terug. Ik sla van me af. Kolkende woede golft door mijn lijf. Eerst doet Sim niets. Ik geef hem nog een klap tegen zijn kaak. Hij slaat terug en geeft me een harde, pijnlijke stomp. Ik geef hem links en rechts klappen waar ik kan, maar hij doet zijn armen over elkaar en beukt als een stormram tegen mijn borst. Door de klap verlies ik mijn evenwicht. Ik tuimel achterover, tussen de takken en de bladeren door, en zak weg in een diep 12 Kinderen gingen in de Tweede Wereldoorlog gewoon naar school, waren, bleven leeg. Het werd Joodse leraren verboden les te geven. Duitse leger, dat is verjaagd uit Belgi? en Frankrijk, neemt scholen en andere openbare gebouwen in beslag om zelf te gebruiken. Vanaf zaterdag 9 september 1944 kunnen de kinderen niet meer De Duitse veldmaarschalk Model heeft zijn hoofdkwartier ver-plaatst naar hotel De Tafelberg in Oosterbeek. In woonhuizen rondom het hotel worden soldaten geplaatst. Er is een streng 20. 00 en 4. 00 uur. worden loopgraven gegraven. Op allerlei plaatsen in het dorp im trekt de takken opzij. ? Je ligt in een hol? , zegt hij op- Verdorde eikenbladeren knisperen onder mijn lijf. Ik ga rechtop zitten, wrijf het zand en vuil uit mijn gezicht en kijk ? Het was een flauwe grap. Het spijt me, Jochem. ? Voorzichtig laat hij zich zakken en gaat naast me zitten. Zijn handen tasten ? Een schuilplaats? , mompelt hij. ? Niet te zien en niet te vinden. ? Mila blaft ongeduldig en springt naast ons. Het is nauw met ? Speurhonden vinden zo? n gat wel. ? ? Ja? , zegt hij peinzend. ? Maar de Duitsers hebben niet altijd speurhonden bij zich. ? Hij gaat op zijn hurken zitten. ? Wij hebben hier zo vaak gespeeld en nooit gemerkt dat het er was. ? ? Een geluk bij een ongeluk. ? Sim wrijft ook aan zijn gezicht. Zijn oog wordt dik en rood. ? Je was echt kwaad en je sloeg hard. ? ? Ja? , geef ik toe. ? Ik was bang, dan sla ik hard. ? Zijn gezicht staat verbaasd. ? Ik wist niet dat je zo hard kon slaan. Je zou een goede soldaat zijn. ? ? Ik zou een waardeloze soldaat zijn. ? Sim is mijn vriend en mijn buurjongen. Hij is vier maanden en drie dagen ouder dan ik. Hij wil later arts worden, net als zijn Er is zo veel voor later. Later, als de oorlog voorbij is. Later, als het vrede is. Later, als ik groot ben, maar dat klinkt kinderachtig, omdat ik ? Waarom was je zo bang? ? vraagt hij voorzichtig. ? Ik moest aan iets denken? , zeg ik. ? Waaraan? ? ? Moeder en ik waren in Arnhem. ? ? Meer dan een jaar geleden. ? Ik wil hem vertellen wat ik toen heb gezien, maar het lukt niet, want ik heb er daarna nooit meer met iemand over gepraat. Soldaten, een Joodse man, een vrouw en een meisje met een muts tot net boven haar ogen. Moeder wilde me meetrekken, maar mijn voeten leken aan de stoeptegels geplakt. Het meisje bleef staan en keek me aan. De soldaat duwde ruw in haar rug en blafte een bevel. Daarna sprong ze de vrachtwagen in en de man en de vrouw klommen onhandig achter haar aan. De vrachtwagen reed met een ronkende motor de straat uit. Achteraan bij de laadklep zaten twee Duitse soldaten, met geweren in de aanslag. Moeder huilde zacht. ? Dit volk is Gods oogappel en het wordt weggevoerd als beesten. ? Ik heb niet geholpen. Ik staarde en deed niks, net zoals de Sinds die dag weet ik wat de Duitse soldaten kunnen doen. Ik heb hun wreedheid gezien. De harde, blaffende stemmen en de laarzen met hoge leren schachten dreunen door de straten ? Nou? ? vraagt Sim nog een keer. ? Niks, laat maar zitten? , zeg ik. ? Zouden de Duitsers weten dat ? Ja, misschien zijn ze wel heel bang. ? Sim snuift minachtend. ? Ze willen vast naar huis terug. ? Zijn ogen schitteren. ? De Britse en de Amerikaanse soldaten zijn in juni geland in Normandi? . ? Niks nieuws? , onderbreek ik hem. ? Ik weet het? , onderbreek ik hem. ? Dat heb je me al verteld. Maar ik geloof jouw praatjes niet meer, je verzint ze gewoon. De geallieerden zijn er nog steeds niet. Het duurt veel te lang. ? Hij kijkt me net zo lang aan tot ik mijn ogen neersla. ? Aan wie moet ik het anders vertellen? ? Er staan tranen in zijn ogen. ? Jij wilt toch ook dat je vader terugkomt? We gaan het winnen van de moffen en onze vaders kunnen weer terug naar huis. ? ? Hoop je? , zeg ik. ? Misschien is het allemaal kletspraat. ? ? Na de bevrijding wordt het weer net als vroeger. ? Er klinkt ? Nee? , zeg ik hard. Ik weet dat ik de ogen van het meisje nooit zal vergeten. ? Er zijn mensen weg en die komen niet terug. ? ? Mijn vader komt terug? , fluistert hij. ? Hij is slim, hij blijft leven. Hij zal uit hun smerige klauwen blijven. ? ? Alleen domme mensen worden gepakt? ? Ik veeg het vuil van me af. ? Bedoel je dat? Alleen domme mensen gaan dood? ? Hij reageert niet op de vraag. ? Waar is Himmler? ? ? Weggegooid. ? Ik maak een handgebaar naar achteren. ? Daar ergens. ? ? Wat? Weet je hoelang ik ermee bezig ben geweest? ? ? Ik was bang. Het is gestoord om een Duitser na te doen, echt gestoord. ? Sim wrijft over zijn gezicht. ? Er is niks om bang voor te zijn. ? Ik kan het niet eens aan mijn beste vriend uitleggen. Sinds vader een halfjaar geleden verdween, is niks meer hetzelfde. Ik weet niet wie hem opgehaald heeft die nacht. Is hij dood? Of is hij ondergedoken, zoals zo veel mannen die niet in de ? Daar ligt hij ergens. ? Ik wijs met mijn hoofd. ? Het is je eigen schuld, moet je maar geen Duitse bevelen blaffen. ? van takken uit. Ik leun achterover tegen de aarden wand en hoor hoe Sim scharrelt en zoekt tussen de droge eikenbladeren. Hoog boven me is een stukje grijsblauwe lucht dat telkens van vorm verandert door de takken die zacht heen en weer ? H? Jochem? , roept hij na een poosje. ? Wat doe je daar nog? Sim pakt Mussolini uit zijn broekzak. ? Mila, kom. ? De hond kwispelt en kijkt hem verwachtingsvol aan. Sim houdt het poppetje voor de hondenneus en ze snuffelt. ? Zoek? , zegt Sim kort en hij wijst met zijn arm in de richting Ze begint opgewonden te snuffelen tussen de dode bladeren ? We vinden Himmler toch niet meer terug. ? Mijn maag rammelt ? Een beetje vertrouwen in je eigen hond, Jochem. ? Sim wrijft ? Je zoekt zelf maar verder? , roep ik over mijn schouder. ? Ik ga naar huis. Het is etenstijd. ? Ik ren tussen de bosjes door naar onze tuin en klim over het Het late zonlicht schijnt over onze moestuin, de lege bijen- Ons witgepleisterde huis met het rieten dak en de blauwe luiken is een vriendelijk huis om te zien. De blauw gestreepte gordijnen van mijn slaapkamerraam wapperen zachtjes in de wind. Moeder komt naar buiten en wenkt naar mij. Er staat iemand naast haar en ze heeft iets in haar hand waar ze mee zwaait. Heel even lijkt ze op de moeder die ze een halfjaar geleden was. 17 In Nederland wonen aan het begin van de Tweede Wereldoorlog In Nederland gebeurt al gauw hetzelfde als in Duitsland. Joden woord ? Jood? kopen en op hun jas dragen. Veel Joden besluiten meteen doodgeschoten door de Duitse bezetter. De mensen die doorgangskamp in Westerbork en daarna per trein gedeporteerd naar de vernietigingskampen van de nazi? s in Oost-Europa. Van alle Nederlandse Joden zullen 102. 000 de Tweede Wereldoorlog