7 Inhoud Vooraf 5 1. De overval 9 2. Haanstra’s plan 14 3. De schat van Von Helsing 19 4. De schuilplaats 24 5. Verraad 29 6. Een nachtelijke bezoeker 34 7. Een fietstocht in de nacht 37 8. Als een beest 44 9. Onschuldig opgepakt 48 10. Een reis met onbekende bestemming 53 11. Aankomst in Vught 56 12. In het hok 61 13. Het verhoor 65 14. Maar niet voor ons 74 15. Om het dagelijks brood 79 16. Karel 87 17. Met de dood voor ogen 93 18. Problemen op school 101 19. Naar Breda 110 20. Toch in het verzet 118 21. De knokploeg in de tang 129 22. Op de vlucht 134 23. Toch in Duitse handen? 145 24. In Engelse dienst 149 25. De Biesboschploeg 161 20014 Op weg naar de bevrijding.indd 720014 Op weg naar de bevrijding.indd 7 04-03-2020 09:1604-03-2020 09:16
8 26. Prins Bernhard 176 27. Met de dood bedreigd 181 28. Aangevallen in vijandelijk gebied 190 29. Ships that pass in the night 200 30. Verraad 205 31. De spion in de oude molen 211 32. Huiszoeking op een boerderij 218 33. De aanval die geen aanval was 223 34. Een mislukte oversteek 231 35. De intocht in bevrijd Nederland 238 36. Naar Friesland 256 37. Hemelvaartsdag in Vrouwenparochie 264 38. Weerzien 271 39. Het goud van de Von Helsings 278 Nawoord 286 20014 Op weg naar de bevrijding.indd 820014 Op weg naar de bevrijding.indd 8 04-03-2020 09:1604-03-2020 09:16
9 HOOFDSTUK 1 De overval Met gillende banden razen de Duitse overvalwagens de straat in. Zeildoek wordt aan de kant gesmeten, laadkleppen worden geopend en zware laarzen kletsen op de straatklinkers van de anders zo rustige Iepenlaan in Gouda. Met hun geweren in de aanslag rennen de Duitse soldaten naar de huizen. Een groepje van vijf stormt de trap op van een grote villa. Eén trekt er aan de bel, terwijl de anderen al met hun geweerkolven op het hout van de deur beuken. De fraaie glas-in-loodruitjes vallen een voor een uit de sponning en springen aan stukken tus- sen de soldatenlaarzen. ‘Doe die deur open, vuile Jood, schiet op!’ Door het geraamte van loodstrippen zien ze een kleine man zich van de trap af haasten. Hij loopt in een zijden pyjama en frunnikt met zenuwachtige vin- gers een rond brilletje op zijn neus. Met grote angstogen, die in het sterk vergrotende brillenglas nog groter lijken, kijkt hij door de gaten in de deur naar de soldaten als hij de grendel eraf schuift. De kracht waarmee de deur wordt geopend doet het mannetje ruggelings in de gang belanden. Een soldatenlaars schopt hem gelijk weer omhoog. ‘Schiet op, Jood. Je hebt geen tijd om hier op de grond te gaan liggen. Je moet hier weg.’ Otto von Helsing strompelt overeind. Ruwe handen duwen hem door de gang naar de woonkamer. Daar wordt hij in een hoek van de kamer gegooid. De sergeant die blijkbaar de leiding heeft 20014 Op weg naar de bevrijding.indd 920014 Op weg naar de bevrijding.indd 9 04-03-2020 09:1604-03-2020 09:16
10 doet een paar stappen de kamer in. Bewonderend kijkt hij even om zich heen. Zijn blik glijdt over de monumentale schilderijen die de wanden sieren en het kostbare meubilair. Dan heft hij zijn geweer op en slaat met grote kracht een schaal van Meissnerpor- selein die op tafel staat aan gruzelementen. Von Helsing huivert. De sergeant draait zich om en gaat wijdbeens voor Von Helsing staan. ‘Weet je wat je bent?’ blaft hij de sidderende man in het gezicht. ‘Nee, meneer’, fluistert Von Helsing. De soldaat buigt zich ver voorover zodat hun gezichten elkaar bijna raken. ‘Een rat, Jood, een rat, dat ben je, heb je dat gehoord?’ Von Helsing knikt en wendt zijn blik af. ‘Ratten horen niet in een huis als dit te wonen’, gaat de serge ant verder. ‘Alles wat je hier in je rattenhol hebt staan is gestolen, rotjood.’ ‘Ik heb er eerlijk en hard voor gewerkt’, waagt Von Helsing te fluisteren. ‘Wat?!’ brult de Duitser. ‘Eerlijk? Eerlijk? Je weet niet eens wat dat betekent, leugenaar. Eerlijke Joden bestaan niet. En werken heb je nog nooit gedaan. Maar maak je geen zorgen, werken zul- len we je nog wel leren, Jood die je bent.’ Hij pakt Von Helsing bij zijn pyjama en trekt hem dicht tegen zich aan. ‘Je bent een rat, Jood. Weet je waar ratten thuishoren?’ Von Helsing durft niks meer te zeggen. ‘In het riool, Jood’, antwoordt de soldaat. ‘In een vies stinkend riool, daar hoort jouw soort thuis. En wij zullen ervoor zorgen dat je daar terechtkomt, Jood.’ Het woord ‘Jood’ wordt Von Helsing telkens haast in het gezicht gespuwd. De Duitser kijkt om zich heen. ‘Alles wordt in beslag genomen. Een SS-officier komt in je huis te wonen.’ Dan komt er een vuile grijns over zijn gezicht. ‘Maar wij, gewone soldaten, willen er ook niet minder van worden. Waar is je geld, Jood? En waar heeft dat wijf van je haar juwelen?’ 20014 Op weg naar de bevrijding.indd 1020014 Op weg naar de bevrijding.indd 10 04-03-2020 09:1604-03-2020 09:16
11 De andere soldaten komen nu ook dichterbij. Dreigend komen ze om Von Helsing heen staan. ‘Je geld, Jood!’ ‘Papa, wat gebeurt er allemaal?’ klinkt het plotseling in de hal. De soldaten draaien zich om en kijken door de geopende deur naar de trap in de hal waar Margot von Helsing, de achttienjarige dochter, naar beneden komt. Een paar soldaten kijken wellustig grijnzend naar het knappe meisje. Von Helsing maakt van de gelegenheid gebruik om een stap opzij te doen. Hij staat nu met zijn rug tegen een kastdeur. Daar mogen ze in ieder geval niet in kijken. De soldaten wenken Margot dat ze beneden moet komen, maar het doodsbange meisje vlucht de trap weer op. ‘Eerst geld’, beslist de sergeant. ‘Die griet vinden we straks wel weer.’ Om het goede voorbeeld te geven rukt hij een la uit een dressoir en kiepert de inhoud op de tafel. Met zijn vingers graait hij tus- sen de paperassen. De anderen beginnen nu ook te zoeken. Von Helsing drukt zich angstvallig tegen de kast aan. Het duurt zowaar een paar minuten voor een van de Duitsers dat in de gaten krijgt. ‘Die kast moeten we hebben!’ schreeuwt hij. Von Helsing verstart. De sergeant stapt op hem toe. ‘Aan de kant, Jood.’ Maar Von Helsing spreidt zijn armen beschermend om de kast en schudt met afgewend hoofd. De sergeant trekt zijn pistool. ‘Aan de kant, Jood.’ Von Helsing laat zich op zijn knieën zakken en heft zijn handen smekend omhoog. Hij kijkt recht in de loop van het leger pistool. Een vinger kromt zich om de trekker. Von Helsing knijpt zijn ogen dicht en wacht op het schot ... ‘Haaagh!’ Met een gesmoorde kreet veert Von Helsing uit de kussens op. Zijn hart bonst in zijn borst. Klam zweet parelt op zijn voorhoofd. Weer die afschuwelijke droom. 20014 Op weg naar de bevrijding.indd 1120014 Op weg naar de bevrijding.indd 11 04-03-2020 09:1604-03-2020 09:16
12 Nog nahijgend schuift hij in de kussens omhoog en legt zijn hand over zijn ogen. Met een trage beweging veegt hij het zweet van zijn voorhoofd af. In het halfduister kijkt hij naast zich. Een welving in de dekens en de vertrouwde ademhaling overtuigen hem ervan dat zijn vrouw Charlotte rustig naast hem ligt te sla- pen. Otto von Helsing is de slaap kwijt. Nog huiverend van zijn afschu- welijke nachtmerrie slaat hij de dekens aan de kant. Hij trekt zijn fijne zijden pyjama stevig om zich heen en laat zijn voeten in zijn dure pantoffels glijden. Met nog natrillende vingers pakt hij zijn brilletje van het nachtkastje. Hij loopt naar het raam en schuift het zware veloursgordijn een klein eindje open. De Goudse Iepenlaan ligt zacht glanzend in het maanlicht. Ner- gens is een overvalwagen te zien, maar hoelang zal het nog duren voor ze er wel staan? Een aantal jaren geleden is hij gevlucht uit Duitsland. Het gaat hem nu goed in het hem vreemde Holland, en hij is niet van plan om nóg eens alles op te geven. Von Helsing schudt zijn sombere gedachten van zich af. Met zijn handen diep in de zakken van zijn pyjama beent hij de grote slaapkamer door. Zachtjes opent hij de deur en daalt de brede trap af. Door de hal bereikt hij de woonka- mer. Het Meissnerporselein staat nog in volle glorie op de tafel. Von Helsing loopt naar een kast en haalt er een fles Hennessee cognac uit. Zacht klokkend giet hij een vinger vloeistof in een diep, bol glas. Daarna laat hij zich in een van de grote kalfsleren stoelen bij het raam zakken. Terwijl hij het glas tussen zijn vingers laat rollen staart hij uit het raam naar de huizen aan de overkant van de straat. Zijn blik blijft rusten op het huis van zijn vriend Kees Haanstra die een grote schoenhandel heeft. Haanstra heeft hem al zo vaak gewaarschuwd. Je moet onderdui- ken! Koop een groot huis ergens in een bos. Kom zelf niet meer buiten de deur. Je dochter Margot heeft geen Joodse trekken in haar gezicht. Zij zou de nodige boodschappen kunnen halen. 20014 Op weg naar de bevrijding.indd 1220014 Op weg naar de bevrijding.indd 12 04-03-2020 09:1604-03-2020 09:16
13 Von Helsings gezicht vertrekt in een pijnlijke grimas. Het is nu zeven jaar geleden dat hij gevlucht is. Hij had een grote kleding- fabriek in Berlijn en woonde in de mooie straat Unter dem Linden. Naast Goering nota bene, nu een van de trouwste handlangers van Hitler. Vroeger kon hij goed met hem opschieten. Maar in 1933 werd Hitler rijkscommissaris. Von Helsing en zijn vrouw komen beiden uit zeer rijke families en ze begonnen zich terecht zorgen te maken. Hij verkocht zijn fabriek waar hij velen werk had bezorgd en vluchtte naar Nederland waar hij een nieuwe fabriek kocht. Hier woont hij nu alweer een hele tijd en hij heeft er vrienden gemaakt. Hij wil niet nóg eens op de vlucht moeten. Hij heeft niks gedaan. Maar dan spookt zijn droom weer door zijn hoofd. Het is immers niet belangrijk of hij iets gedaan heeft. Alleen het feit dat hij Jood is, is voldoende om hem te vervolgen. Hij neemt een slok van zijn cognac en kijkt nog eens naar de overkant. Moet hij toch naar Haanstra luisteren? Hij weet het niet. Zijn blik glijdt af naar de grote kast in de hoek van de kamer. In gedachten ziet hij de inhoud voor zich. Wat moet hij daar dan mee doen? Een diepe zucht ontsnapt aan zijn lippen. Als Von Helsing zijn cognac op heeft, kruipt hij weer in bed om nog een paar uur te kunnen slapen. 20014 Op weg naar de bevrijding.indd 1320014 Op weg naar de bevrijding.indd 13 04-03-2020 09:1604-03-2020 09:16
14 HOOFDSTUK 2 Haanstra’s plan Tegen de avond, als Von Helsing in zijn kantoor zit te werken, wordt er aan de deur gebeld. Zoals bijna iedere keer als bezoek zich aandient, verstijft hij onwillekeurig. In de gang hoort hij het dienstmeisje naar de deur lopen. Geen barse stemmen bij de deur? Nee. Algauw hoort hij Klara aankomen en er volgt een zachte klop op de deur. ‘Ja’, antwoordt Von Helsing. Klara, het dienstmeisje, steekt haar hoofd om de deur en meldt dat de heer Haanstra in de hal op hem wacht. Von Helsing legt meteen zijn pen neer en haast zich naar de gang. Op het grote Perzische kleed ziet hij zijn vriend Haanstra staan met een bundel papieren in zijn hand. Hij is niet alleen. Zijn zoon Berend, een rustige jongen van twintig jaar, is ook mee- gekomen. En verder staat er nog een jongeman in de gang die hij ook wel kent. Het is Douwe Albada, een vriend van Berend. Het is een slanke jongen met een lang postuur, en van ongeveer dezelfde leeftijd als Berend. Von Helsing weet dat hij onderwijzer is aan de school waarvan zijn vader het hoofd is. De familie Albada komt uit Friesland en woont een paar huizen verderop aan de overkant in de straat. Von Helsing maakt een uitnodigend gebaar en gaat hen voor naar zijn kantoor. Hij weet wel waar Haanstra over wil praten en hij heeft liever niet dat 20014 Op weg naar de bevrijding.indd 1420014 Op weg naar de bevrijding.indd 14 04-03-2020 09:1604-03-2020 09:16
15 Charlotte en zijn kinderen Margot en Gustaf al die nare verhalen over onderduiken horen. Nog voor Von Helsing in zijn stoel zit, begint Haanstra al. ‘Voor de laatste keer, Otto, luister nu toch eens naar me’, zegt hij. ‘De jon- gens hebben gisteren naar Radio Oranje geluisterd. De Duitsers winnen nog steeds op alle fronten. In alle bezette gebieden lopen vooral de Joden gevaar. Je moet onderduiken!’ De twee jongemannen vallen hem bij. ‘Er worden steeds meer Joden opgepakt en weggevoerd. Niemand weet waar ze blijven.’ Haanstra kijkt doordringend naar zijn kleine Joodse vriend met zijn ronde brilletje en zijn al kalende hoofd. ‘Otto, ik wil dat je deze oorlog overleeft. Die moffen gaan heus wel weer eens weg, maar tot die tijd moet jij je gedekt houden.’ Von Helsing buigt zijn hoofd en zucht. Dan veert hij overeind. ‘Wat heb ik verkeerd gedaan?’ klinkt zijn stem bitter. ‘Wat man- keert er aan mij? Wat mankeert er aan ons? Mijn hele leven heb ik geprobeerd mij netjes te gedragen. Ik heb tientallen mensen gelegenheid gegeven in mijn fabrieken te werken. Wat heb ik gedaan dat ik niet in mijn huis mag blijven wonen? Moeten wij naar zo’n werkkamp? Charlotte heeft haar hele leven nog niet eens een stofdoek in handen gehad of een maaltijd gekookt.’ Hij kijkt naar de drie mannen tegenover hem alsof hij uit hun mond het antwoord wil horen. Het blijft stil. Haanstra wordt wit om zijn neus van stille woede vanwege het onrecht dat zijn vriend wordt aangedaan. Als eerste verbreekt hij de stilte. ‘Er komt een dag dat ze naar hun eigen land terug zullen worden geslagen’, zegt hij met een fanatieke ondertoon in zijn stem. Douwe, de jonge onderwijzer, kijkt opzij. De schoenhandelaar reageert vaker zo als er weer eens iets over de Duitsers wordt verteld dat hem niet zint. Zijn eigen vader is precies zo; de hele dag mopperen op ‘die moffen’. ‘Je komt hier wel weer terug, Otto’, gaat Haanstra verder. ‘Maar eerst zul je jezelf een tijdlang in veiligheid moeten brengen.’ 20014 Op weg naar de bevrijding.indd 1520014 Op weg naar de bevrijding.indd 15 04-03-2020 09:1604-03-2020 09:16
16 ‘Als je denkt dat ik jarenlang als een rat op een zoldertje ga wonen, heb je het mis’, zegt Von Helsing. ‘Ik ben geen rat.’ Haanstra kletst zijn bundel papieren op de tafel. ‘Jij hoeft niet op een zoldertje te kruipen’, zegt hij, terwijl hij een van de vellen papier openvouwt. ‘Er staat bij Bussum een pracht van een villa te koop. Het ding staat midden in een bosperceel. Niemand kan jullie daar zien. Aan je dochter Margot kun je niet zien dat ze Joods is. Zij kan de contacten met de buitenwereld onderhou- den.’ ‘En de fabriek?’ wil Von Helsing weten. ‘Ik heb het bedrijf al gesloten, maar er staan nog grote voorraden. Ik wil niet dat die in handen van de Duitsers vallen.’ ‘Hebben we al aan gedacht’, zegt Haanstra. ‘Hier in Gouda is een pakhuisje te huur. Ik zal dat huren, en jij kunt je kleding er neer- zetten. Ook kun je kostbaarheden uit je huis daar opslaan, want je kunt niet uitgebreid gaan verhuizen naar Bussum.’ Von Helsing trekt een diepe denkrimpel in zijn voorhoofd. Al zo lang heeft hij over de plannen van Haanstra nagedacht, maar nu liggen ze concreet voor hem. Al een paar maal heeft hij er met Charlotte over gepraat en ook met Margot en Gustaf. De kinderen willen wel. Gustaf ziet het als een avontuur. Margot is serieuzer en weet wat voor gevaren ze loopt, maar ze is bereid de risico’s te nemen. Charlotte ziet er nog het meest tegenop. Ze weet zich geen raad zonder dienstmeisjes om zich heen. Otto von Helsing wrijft onder zijn kin. Hij weet dat velen van zijn volksgenoten wél gedwongen worden als ratten te leven. Hij beseft dat hij een unieke kans geboden krijgt. Beelden uit zijn nachtmerrie spoken door zijn hoofd. ‘Ik denk dat we het moeten doen’, zegt hij. ‘Zou jij alles verder willen regelen? Het geld is geen probleem.’ Haanstra schuift meteen naar het puntje van zijn stoel. ‘Natuurlijk’, zegt hij en hij begint meteen met het ontvouwen van de details. Von Helsing probeert aandachtig naar hem te luisteren, maar zijn gedachten dwalen steeds af naar de kast in de kamer. Hij kan de 20014 Op weg naar de bevrijding.indd 1620014 Op weg naar de bevrijding.indd 16 04-03-2020 09:1604-03-2020 09:16
17 inhoud niet meenemen naar Bussum, maar ook niet hier in huis houden. Hij zal iemand in vertrouwen moeten nemen. Hij kijkt naar de druk gebarende Haanstra. Hij mag hem graag. Maar Haanstra is zo anti-Duits als het maar kan. Als hij het grote geheim toevertrouwd krijgt, zal hij er waarschijnlijk zo trots op zijn dat hij onmogelijk zijn mond kan houden. Zijn zoon Berend valt ook af. Dan blijft zijn blik rusten op Douwe. Von Helsing beschouwt zichzelf als een goed mensenkenner. Douwe is een trouwe vriend van Berend en heeft al verschillende keren een avond bij de Von Helsings doorgebracht. Douwe en Berend zijn beiden gelovig. En hoewel Von Helsing geen christen is, mag hij graag met de jongens praten over religieuze zaken. Hij heeft Douwe leren kennen als een betrouwbare jongeman. Aan de ene kant is hij een innemende en sPSDWKLHNH jongen, maar ander- zijds heeft hij onmiskenbaar een flinke dosis onverzettelijk Fries bloed in de aderen. Hij laat zich nooit gemakkelijk van zijn stand- punten afbrengen en komt niet terug op eens gegeven beloften. Dit alles maakt hem wel geschikt om hem het geheim toe te ver- trouwen, maar met welke grote verantwoordelijkheid zal hij de jongeman opzadelen? Hij probeert zijn aandacht weer te richten op het verhaal van Haanstra. Het is al spertijd als de drie gasten eindelijk aanstalten maken om te vertrekken. Von Helsing brengt hen zelf naar de deur. Het dienstmeisje is al lang weg. Haanstra en Berend lopen het eerst de trap af. Dan neemt de kleine, Joodse fabrikant zijn besluit. Hij pakt Douwe bij zijn arm en houdt hem tegen. Even kijkt hij hem recht in de ogen. ‘Ik moet je iets heel belangrijks vertellen’, zegt hij zacht. ‘Maar niet nu. Kom morgenavond nog eens langs. Het is erg belangrijk voor me.’ Douwe kijkt hem verbaasd aan. Hij ziet de ernst in de ogen van meneer Von Helsing. Maar die laat zijn arm al los en sluit haastig de deur, Douwe in verwarring op de stoep achterlatend. 20014 Op weg naar de bevrijding.indd 1720014 Op weg naar de bevrijding.indd 17 04-03-2020 09:1604-03-2020 09:16
18 ‘Hé, durf je de trap niet meer af?’ hoort hij de spottende stem van Berend zeggen. Douwe besluit om niets te zeggen. Snel haast hij zich naar bene- den. Bij het tuinhek nemen ze zacht afscheid van elkaar. Ze spie- den de straat af, want je mag eigenlijk niet meer buiten zijn. Nog eens kijkt Douwe om naar het grote huis. Von Helsing heeft hem nieuwsgierig gemaakt. Dan haast hij zich snel naar zijn ouderlijk huis. Over het knarsende grind bereikt hij de achterdeur. Door de keu- ken komt hij in de kamer. Moeder zit bij de tafel en vader zit in een hoek van de kamer met zijn krant onder de lamp. ‘Ha, die Douwe’, zegt hij joviaal als zijn zoon binnenstapt. ‘Goedenavond’, antwoordt Douwe. ‘Bij Berend geweest?’ informeert vader. Douwe knikt. Hij vertelt wat hij die avond heeft gedaan, maar over het bezoek aan de familie Von Helsing zegt hij niets. Niet dat vader iets tegen Joden heeft, maar de Von Helsings maken geen deel uit van zijn kennissenkring. Douwe komt alleen maar bij hen omdat hij bevriend is met de Haanstra’s. Hij praat nog even met zijn ouders en gaat daarna naar boven, naar zijn zolderkamer. Hij wil vroeg naar bed, zodat hij morgen weer fris voor zijn klas kan staan. Hij is weliswaar onderwijzer op de school van zijn vader, maar dat wil niet zeggen dat het werk voor hem wordt gedaan. Toch duurt het deze avond langer dan anders voor hij de slaap te pakken krijgt. 20014 Op weg naar de bevrijding.indd 1820014 Op weg naar de bevrijding.indd 18 04-03-2020 09:1604-03-2020 09:16