Esther Toegelicht & toegepast ES THER Voorzienigheid van God Webwinkel: www. uitgeverijdaniel. n Bestellingen:
[email protected]. nl© 20xx Uitgeverij Daniël, Zwolle, NL© 2013 Uitgeverij Johannes Multimedia Omslagontwerp: Theis-Jan Goudswaard Niets uit deze uitgave mag anders dan voor eigen gebruik worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt worden d. m. v. druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze ook zonder de voorafgaande schriftelijke toestemming van Uitgeverij Daniël of de auteur. Het gebruik van de Herziene Statenvertaling is in dit commentaar toegestaan onder voorwaarde van de volgende duidelijke copyrightvermelding: De bijbeltekst in deze uitgave is ontleend aan de Bijbel in de Herziene Statenvertaling, © Stichting HSV 2010. © Stichting HSV en Uitgeverij Jongbloed Heerenveen. Alle rechten voorbehouden. De Bijbelteksten in deze uitgave uit Nieuwe Testament zijn ontleend aan de TELOS-vertaling. Voor gebruik van teksten uit de TELOS-vertaling is toestemming onder voorwaarde van de volgende duidelijke copyrightvermelding:© Alle rechten voorbehouden, Grace Publishing House Veenendaal. Alle rechten voorbe Tekstgebruik Vertalingen Verwijzingenverzen 1-4verzen 5-8verzen 9-12 Koningin Vasthiverzen 13-22 De raad van Memuchanverzen 1-4 Voorstel voor een nieuwe koninginverzen 5-7verzen 8-9 Esther onder de hoede van Hegaiverzen 10-11verzen 12-14verzen 15-18verzen 19-20verzen 21-23 Mordechai ontdekt een samenzweringvers 1 Haman, de Agagietverzen 2-7verzen 8-9 Het plan van Hamanverzen 10-15 Ahasveros beveelt alle Joden weg te vagenverzen 1-4verzen 5-14 Mordechai zegt wat Esther moet doenverzen 15-17 Antwoord van Esther verzen 1-2verzen 3-5a Eerste verzoek van Estherverzen 5b-8 Tweede verzoek van Estherverzen 9-12 De eigenroem van Hamanverzen 13-14verzen 1-5verzen 6-9verzen 10-11verzen 12-14 Haman begint te vallenverzen 1-4 Het verzoek van Estherverzen 5-10verzen 1-2 De verhoging van Mordechaiverzen 3-6 Het pleidooi van Estherverzen 7-9 Het tweede bevel van de koningverzen 10-14 Het bevel van de koning bekendgemaaktverzen 15-17 De heerlijkheid van Mordechaiverzen 1-10verzen 11-14 Aanvullend verzoek van Estherverzen 15-19verzen 20-32 Instelling van het Purimfeestverzen 1-3 De grootheid van Mordechai 7 Tekstgebruik Oude Testament Nieuwe Testament Lv Tt 1 Petrus2 Petrus Vertalingen Alle tekstaanhalingen uit het Oude Testament komen uit de Herziene Statenvertaling (HSV). De tekstaanhalingen uit het Nieuwe Testament komen uit de Herziene Voorhoeve-uitgave, ook wel TELOS-vertaling genoemd. Tekstgebruik Verwijzingen De tekst van staat in dit commentaar. In een aantal gevallen worden tekstverwijzingen voluitgeciteerd. Alle andere tekstverwijzingen kan de Oude Testament In de bijbelgedeelten van het Testament worden twee soorten haakjes Deze dienen uitsluitend om het lezen en begrijpen van de tekst te vergemakkelijken; ze geven aan dat een bepaald gedeelte een soort tussenzin vormt die de eigenlijke loop van het verhaal of het betoog enigszins on Vierkante haakjes [ ] Deze haakjes staan om woorden die in de gedrukte uitgave van de Herziene Statenvertaling cursief weergeef, maak ik gebruik van deze haakjes om deze woorden die cursief in de gedrukte uitgave staan te markeren. Deze haakjes geven aan dat de ingesloten woorden niet in de grondtekst voorkomen, maar in het Nieuwe Testament In de bijbelgedeelten van het Nieuwe Testament jes gebruikt. In het Voorwoord van de TELOS-vertaling wordt hierover In de vertaling zijn drie soorten haakjes gebruikt: Deze dienen uitsluitend om het lezen en begrijpen van de tekst te vergemakkelijken; zij geven aan dat een bepaald gedeelte een soort tussenzin vormt die de eigenlijke loop van het verhaal of het betoog enigszins on Tekstgebruik Vierkante haakjes [ ] Deze geven aan dat de ingesloten woorden niet in de grondtekst voorkomen, maar in het Nederlands moeten worden ingevoegd om de tekst begrijpelijk te maken; deze woorden moeten dus altijd gelezen worden. Met name het (bepaalde) lidwoord ontbreekt nogal eens in het Grieks, waar dat in het Nederlands wel noodzakelijk is; aangezien verschillende uitleggers van mening zijn dat het al of niet voorkomen van het lidwoord vaak van grote betekenis is, is ernaar gestreefd dit overal in de vertaling tussen haakjes te plaatsen waar het in de grondtekst ontbreekt. Deze geven aan dat de ingesloten woorden in sommige handschriften wel 10 speelt zich af tijdens het tweede grote wereldrijk, dat van de Meden en Perzen. Onder Kores, de koning van de Meden en Perzen, is een overblijfsel naar het land teruggekeerd (Ea 1:1-5)van het boek kunnen we plaatsen tussen Ezra 6 Ezra 7zeggen tussen het jaar 483 v. Chr. het derde jaar van Xerxes v. Chr. het einde van het twaalfde jaar van Xerxes is sprake van drie koningen in Perzië. Met die vierde koning wordt Xerxes I bedoeld, dat is Ahasveros . Hij volgt Darius I op en regeert van 485-465 v. Chr. Hij wordt nog Het onderwerp van dit boek is Gods voorzienigheid, dat wil zeggen dat we God in dit boek aan het werk zien, maar op een verborgen manier. De naam van de Joden komt vaak voor, terwijl Gods Naam in dit boek niet wordt genoemd. Dit laatste heeft critici wel tot opmerkingen gebracht als zou dit boek niet in de Bijbel thuishoren. Wie dit boek echter met een gelovig hart leest, zal gaandeweg onder de indruk komen van wat dit boek te vertellen heeft en in zijn overtuiging gesterkt worden dat het tot het geïnspireerde Woord van God behoort. Dat de Naam van God er niet in voorkomt, heeft een reden. Het boek gaat over de lotgevallen van het volk van God, dat hier het volk van de Joden wordt genoemd. De hoofdrol is weggelegd voor twee leden ervan: Moruitroeien. Als de Joden horen van deze grote dreiging, lezen we niet dat zich er bewust van zijn Gods volk te zijn. Niets wijst erop dat ze rekening houden met bepaalde wetten of inzettingen die God aan Zijn volk heeft gegeven. Nee, dit volk staat los van God, belijdt Hem niet, denkt niet aan Hem. En partij kiezen. Hij kan Zijn Naam er niet aan verbinden. Hij houdt Zich voor Zijn volk verborgen. Daarom komt de Naam van God er niet in voor. Het ontbreken van Gods Naam betekent echter niet dat Hij ophoudt met voor Zijn volk te zorgen. Zijn Naam mag dan in dit boek niet voorkomen, we zien wel Zijn hand aan het werk. Achter de gebeurtenissen van dit boek is God als de grote Regisseur aan het werk. Hij bestuurt de omstandigheden en ook de daden van de personen van dit boek, zodat Zijn voornemen wordt uitgevoerd. We zullen zien dat de uitkomst volledig beantwoordt Hij is soeverein. Hij regeert. Voor ons is het belangrijk eraan te denken dat de troon niet op aarde, maar in de hemel staat (Op 4:3; Ps 11:4). God regeert, In Zijn voorzienigheid beschermt God door Ahasveros Zijn volk, want God wil dat uit dit volk Zijn Messias voortkomt. Daarom lukt de aanslag van Haman niet. God bewaart Zijn volk voor uitroeiing, zoals destijds in Egypte. De beslissende tijdsperiode van dit boek is elf maanden. Dan hangt, menselijk gesproken, de geschiedenis van Gods volk aan een zijden God zorgt ervoor dat de vijanden van Zijn volk beschaamd worden wordt bewaard, ja zelfs verhoogd. Hij zal Zijn aardse volk redden dwars door alle volkenmoorden heen die zijn geschiedenis heeft gekend. Dwars door alle lijden heen zal het volk van God zijn identiteit bewaren. God laat hier ook zien wat Hij met het wereldgebeuren doet. Hij kan niet ophouden deze God te zijn. God bestuurt het lot van de wereld met het oog op Zijn Voor Gods volk vandaag, de gemeente van de levende God, heeft dit boek grote praktische betekenis. Dit boek bevat een enorme vertroosting voor allen van de gemeente die menen dat God Zich voor hen verborgen houdt. Zeker, christenen leven wél in een gekende verhouding tot God als kinderen tot hun Vader. Ze weten van een God die hen liefheeft en voor hen zorgt. Maar komen er niet eens tijden voor dat ze zich afvragen: Waar is De goddeloze bedenkt [snode] plannen tegen de rechtvaardige, hij knarsetandt over hem. want Hij ziet dat zijn dag komt. (Ps 37:12-13) Dit kunnen we toepassen zowel op het persoonlijke leven als op het leven van een plaatselijke gemeente. Goed, het volk van de Joden is door eigen schuld in die positie terechtgekomen. We zullen dat nog zien. Zo kunnen ook christenen door eigen falen zich van God vervreemden. Dat neemt de boodschap van dit boek niet weg. Die boodschap is dat God op de achtergrond bezig is Zijn plan te vervullen. Dit plan is om ieder, die Hem door bekering en geloof in waarheid toebehoort, uiteindelijk te zegenen. Ieder van Zijn kinderen zal Hij zegenen, niet vanwege eigen verdiensten, maar door wat Zijn Zoon Jezus Christus heeft gedaan op het kruis van Golgotha. Er is nog een aspect dat dit boek zo waardevol maakt. Dat is de betekenis ervan. Gods volk komt in grote nood, wordt daaruit gered en wordt in Mordechai tot grote hoogte verheven. Zo zal het in de eindtijd ook gaan. Gods volk zal door de grote verdrukking gaan, daaruit gered worden door de Heer Jezus en tot hoofd van de volken worden gemaakt. Dit is tegelijk een voorbeeld van nog een aspect van dit boek. We kunnen in de verschillende personen die erin voorkomen namelijk beelden zien van geestelijke werkelijkheden. Dit wordt wel een typologischegenoemd. In die benadering zien we in Mordechai een beeld van de Heer Jezus, in Ahasveros een beeld van God, in Haman een beeld van de duivel en in Esther, die oorspronkelijk Hadassa heet , een beeld van het gelovig overblijfsel van Israël. Met deze benadering zullen we voorzichtig moeten omgaan, maar in zijn algemeenheid zullen we in deze geschiedenis bepaalde overeenkomsten zeker herkennen. Aan alle genoemde aspecten zullen we aandacht besteden. Het is duidelijk dat de boodschap van dit boek veelzijdig is. Al met al zijn er genoeg redenen om er aandachtig naar te luisteren met het verlangen ons erdoor Samengevat kunnen dit boek op vier manieren bezien: historisch, prak wil zeggen dat we naar de geschiedenis kijken zoals die zich heeft ontwikkeld. We ontdekken dan hoe God achter de scher Dat brengt als vanzelf tot de geschiedenis van Zijn volk toen bestuurde, zo bestuurt Hij ook de geschiedenis van Zijn volk nu en ook die van ieder van de Zijnen afzonderlijk. Hier zijn veel bemoedigende lessen voor het geloofsleven zienswijze van dit bijbelboek ligt voor de hand. Zoals God in dit bijbelboek voor Zijn volk zorgt en het bevrijdt van zijn vijanden, zo zal Hij in de eindtijd voor Zijn volk zorgen en het van zijn vijanden bevrijden. Hoewel de toch in dit bijbelboek aanwezig. Een typologische zienswijze houdt in dat we proberen te ontdekken wat de geestelijke betekenis van deze geschiedenis is, maar wel zonder onze fantasie de vrije loop te laten. Bij die zienswijze herkennen we, zoals al is opgemerkt, bijvoorbeeld in Ahasveros een beeld van God en in Mordechai een beeld van de Heer Jezus. Nog een bijzonderheid van dit boek is, dat het is genoemd naar een vrouw, evenals het boek . Ook zien we dat deze beide vrouwen trouwen met een man die niet tot het eigen volk behoort. Esther verbindt zich met een heiden die een afgodendienaar blijft. Dat is het gevolg van het feit dat zij haar ware identiteit niet bekendmaakt tot ze daartoe gedwongen Daarom blijft ook God verborgen. Hij maakt Zijn verhouding tot het daartoe gedwongen wordt (vgl. Dt plaatsen evenals het boek het middelpunt. Esther is, net als de vrouwen in de beide andere boeken, een beeld van het gelovig overblijfsel dat door diepe beproevingen gaat. In alle drie boeken is ook een beeld van de Heer Jezus aanwezig: in Het boek is in twee delen te verdelen:het eerste deel beschrijft de bedreiging van de Joden het tweede deel beschrijft de triomf van de Joden In het eerste deel wordt alles opgeschreven wat nodig is om tot de bevrijding in het tweede deel te komen. In de nood legt God het zaad van de Hij zei: Ik zal Mijn aangezicht voor hen verbergen; Ik zal zien wat hun einde is, want zij zijn een totaal verdorven generatie, redding. Tijdens de nood treft God al voorbereidingen voor de bevrijding. Nooit is God in verlegenheid, want Hij bepaalt de uitkomst lang voordat 15 verzen 1-8zicht laten deze verzen de wereld zien in zijn vrijgevigheid en aantrekkelijkheid, waardoor Gods volk zijn ware Koning vergeet. Bij al die heerlijkheid valt hun land Israël in het niet. Zo kan het ons als christenen ook vergaan. In profetisch en typologisch opzicht zien we in Ahasveros een beeld van God als de soevereine Heerser Die over de hele wereld regeert. Als Heerser over de wereld zegent God alle mensen nog steeds met aardse zegeningen, zonder ze te dwingen er gebruik van te maken Het gaat om de wezenlijke vraag van gezag. Gezag komt van God. Hij verleent gezag aan de mens op verschillende terreinen. Onderwerping daaraan betekent de erkenning van Gods gezag. Achter het gezag van de regeerder van een land, het staatshoofd, de man, vader, moeder, werkgever, de leraar op school staat het gezag van God, want Hij heeft deze gezagsverhoudingen ingesteld. De rest van is gewijd aan het handelen van Ahasveros met Vasthi. In historisch en praktisch opzicht zien we dat God de raadgevers van de koning gebruikt om door wetgeving een dam tegen het kwaad op te werpen, zodat het kwaad beteugeld wordt. Daartoe dient vandaag de over Profetisch en typologisch stelt het verstoten van Vasthi het terzijde stellen door God van Israël als Zijn vrouw voor. Israël heeft gefaald in het afleggen van het getuigenis van Wie God is, zoals Vasthi weigert haar schoonheid te tonen die zij dankzij haar verbinding met Ahasveros heeft. Om diezelfde reden zal de christenheid worden verstoten evenals iedere christen die in tegenspraak met zijn belijdenis leeft. De verstoting van Vasthi maakt de weg vrij voor het invoeren van Esther. Zij is een beeld van het gelovig overblijfsel van Israël waarmee God de geschiedenis van Zijn volk in de toekomst hervat. verzen 1-41 Het gebeurde in de dagen van Ahasveros hij is de Ahasveros die regeerde van India af tot Cusj toe over honderdzevenentwintig gewesten. 2 In die dagen, toen koning Ahasveros op zijn koninklijke troon zat die in de burcht Susan was, 3 in het derde jaar van zijn regering, richtte hij een maaltijd aan voor al zijn vorsten en dienaren. De leger[bevelhebbers] van Perzië en Medië, de edelen en de vorsten van de gewesten waren bij hem, 4 terwijl hij vele dagen [lang] de rijkdom en luister van zijn koninkrijk liet zien, en de glansrijke luister van De geschiedenis van dit boek speelt zich af in de dagen van Ahasveros (vers , de koning van het wereldrijk van Perzië en Medië (vers 3). Ahasveros regeert over honderdzevenentwintig gewesten. Eén daarvan is het land Israël. Israël bevindt zich onder vreemde heerschappij. Dat zien we ook aan de datering. We lezen in vers 3 over het derde jaar van zijn regeringdateert naar de koningen van Juda en Israël, maar naar de koningen van vers 1 is gewezen op Ahasveros in verbinding met de omvang van het gebied waarover hij regeert, wordt in vers 2 op hem gewezen in verbinding met zijn positie. Hij wordt hier nadrukkelijk koning Ahasverosgenoemd en met nadruk wordt gezegd dat hij zit op zijn koninklijke troon Hij is de regeerder en gebieder over een immens rijk. Deze troon, die in werkelijkheid de troon van God is, staat hier dan ook wil. God heeft oorspronkelijk Zijn troon in Jeruzalem gevestigd. Hij is hun Koning, waarbij Hij Zijn koningschap over Zijn volk heeft laten waarnemen door mensen die Hij daartoe heeft aangesteld. We zien dat in David en de koningen die uit zijn geslacht zijn voortgekomen. Maar dit koningschap, toevertrouwd aan mensen, heeft gefaald. Na veel geduld heeft God het koningschap van Zijn volk moeten wegnemen en het gelegd in handen van de volken. De eerste koning aan wie God dit gezag geeft, is Nebukadnezar, de koning van Babel. Daar ook hij ontrouw is aan zijn opdracht, wordt hem zijn macht ontnomen. Hiervoor heeft God het volk van de Meden en Perzen gebruikt. De eerste koning van de Meden en de Perzen, Kores, geeft aan alle Joden in zijn hele rijk toestemming om naar Jeruzalem terug te keren om daar Gods huis, de tempel, te gaan herbouwen . Helaas is van die gelegenheid door slechts een handjevol Joden gebruikgemaakt. Velen zijn gebleven waar ze na hun deportatie zijn terechtgekomen. In de loop van de tijd hebben ze in het vreemde land hun bestaan opgebouwd en zijn ze zich er thuis gaan voelen. Ze zijn hun vaderland steeds minder gaan missen en het verlangen ernaar is op den duur verdwenen. Deze situatie geldt voor De burcht Susan komen we ook tegen in als hij een visioen krijgt (Dn 8:2). In dat visioen wordt hem het oordeel over het Medisch-Perzische wereldrijk getoond. Hij krijgt dat visioen als het rijk nog lang niet in die omvang bestaat. God toont hem de ondergang van dat rijk, uitgerekend in de burcht Susan, de residentie van de koningen van Perzië. Daniël krijgt de opgang van het rijk te zien en ook hoe het geoor Zo laat God ons zien wat er gebeurt met een wereld die zoveel indruk op ons maakt. De wereld gaat voorbij en haar begeerte de Joden in Susan niet aan en daar denken ook veel christenen niet aan. De pracht van Susan en de schittering van de wereld staat in groot contrast met de puinhopen van Jeruzalem. Maar we laten ons bedriegen als we met ons hart aan de wereld gaan hangen. Ahasveros is in zijn derde regeringsjaar (vers 3) als de geschiedenis hier begint. Zoals gezegd, geschiedt de jaartelling naar de regering van heidense vorsten en niet naar die van de koningen van Israël en Juda . Jeruzalem staat niet meer centraal, maar een heidens koninkrijk. De heilsgeschiedenis is veranderd. Jeruzalem zou hoofd zijn, maar is ontrouw Israël het middelpunt van Gods handelingen is, is voorbij. [De] tijden van an (Lk 21:24b) zijn begonnen op het moment dat God in Nebukad-nezar de volken tot hoofd maakt en regeringsmacht geeft (Dn 2:38). In het derde jaar van zijn regering richt Ahasveros een maaltijd aan voor al zijn vorsten en dienaren, dat zijn de leiders van zijn legers en van zijn gewesten. Ze zijn honderdtachtig dagen lang bij hem (vers 4). Tijdens die de rijkdom en luister van zijn koninkrijk liet zien, en de glansrijke luister van zijn grootheid. De aanleiding van dit feest is om zijn staf op zijn hand te krijgen voor de uitvoering van zijn plan om een oorlog Over dat voornemen lezen we in het boek zullen nog drie koningen in Perzië aan de macht komen, en de vierde zal grotere rijkdom verwerven dan alle [anderen]. Als hij sterk geworden is door zijn rijkdom, zal hij allen opzetten tegen het koninkrijk Griekenland (Dn 11:2). Dit wordt hier in het eerste hoofdstuk van het boek Het derde jaar van zijn regering is het jaar waarin tot de onsuccesvolle veldtocht tegen Griekenland besloten wordt. Om hen voor zijn krijgsplannen te winnen nodigt Ahasveros al de vooraanstaanden van de honderdzevenentwintig gewesten uit hem te bezoeken en stelt hij zijn buitengewone rijkdom en glans ten toon. Daarom duurt dat feest zo lang: een half jaar. Van de strijd lezen we hier niets. Het gaat God om Zijn volk te midden van verzen 5-85 Toen die dagen voorbij waren, richtte de koning een maaltijd aan voor heel het volk dat zich in de burcht Susan bevond, van de hoogste tot de laagste, zeven dagen [lang] in de voorhof van de tuin van het koninklijk paleis. 6 Wit linnen en blauwpurperen [kleden] waren met koorden van fijn linnen en roodpurperen [stof] bevestigd aan zilveren ringen en marmeren pilaren. [Rust]bedden van goud en zilver [stonden] op een [mozaïek]vloer van porfiersteen, marmer, parelmoer en kostbaar gesteente. 7 Men gaf te drinken uit gouden bekers, en alle bekers verschilden van elkaar. Er was veel koninklijke wijn, naar het vermogen van de koning. 8 Het drinken nu gebeurde volgens de regel [dat er] geen dwang mocht zijn, want dit had de koning bevolen aan alle opperdienaren in zijn huis, dat zij moesten handelen naar de wens van iedereen. Als het feest voor de bevelhebbers van zijn leger en de bestuurders van zijn gewesten voorbij is, richt de koning een nieuwe maaltijd aan (vers 5)heel het volk dat zich in de burcht Susan bevond, van de hoogste tot de laagste. De duur van dat feest is zeven dagen en het wordt in de voorhof van de tuin van het koninklijk paleis. Er is veronder steld dat Ahasveros dit feest voor het hele volk van Susan geeft als uiting van zijn blijdschap over de verkregen toestemming tot oorlogvoering. De feestgelegenheid is versierd met de kostbaarste kleden en stoffen vestigd aan zilveren ringen en marmeren pilaren (vers 6). Verder zijn er erder zijn er bedden wat eraan doet denken dat men in tegenwoordigheid van de grote vorst tot rust komt. De vloer waarop de rustbedden staan, bestaat uit het kostbaarste gesteente. Het wijst erop dat de rust die wordt genoten aantrekkelijk en standvastig of stabiel is. veel koninklijke wijn, naar het vermogen van de koningninklijke wijn is, betekent wellicht, behalve dat de koning die wijn geeft, dat het wijn is die de koning zelf drinkt en die hij nu ook zijn onderdanen naar het vermogen van de koning De wijn wordt te drinken gegeven die allemaal van elkaar verschillen (vers 7) aspect van een niseerd. Wijn is een beeld van de vreug(Ps 104:15; Ri 9:13 die door ieder mens op een andere, unieke manier wordt beleefd, wat wordt weergegeven door alle van elkaar verschillende bekers. We kunnen Ahasveros in dit tafereel zien als een beeld van God op Zijn troon, omgeven door alle heerlijkheid van de eerste schepping. Hij schenkt Zijn zegeningen gul aan allen, zoals voedsel en vreugde (Mt 5:45b; Hd . Wie Hem als de bron van die zegen erkent, zal volkomen rust en ware God heeft de mensen ook nooit gedwongen van die zegeningen gebruik te maken, want het is alles naar de regel geen dwang(vers 8)de schepping kan worden gekend, is door de mens echter niet verheerlijkt . Alle goedheid die God de mens schenkt, stelt de wijn, die het hart van de sterveling verblijdt, . . . ; want Hij laat Zijn zon opgaan over bozen en goeden en laat het regenen over rechtvaardigen en onrechtvaardigen. (Mt 5:45b). . . , hoewel Hij Zich toch niet onbetuigd heeft regen en vruchtbare tijden te geven en uw harten te vervullen met voedsel en vreugde. mens op de proef. Dan blijkt dat de mens van alles wat God heeft gegeven, Koningin Vasthi verzen 9-129 Ook koningin Vasthi richtte een maaltijd aan, voor de vrouwen in het koninklijk huis dat van koning Ahasveros was. 10 Op de zevende dag, toen het hart van de koning vrolijk was door de wijn, zei hij tegen Mehuman, Biztha, Charbona, Bigtha en Abagtha, Zethar en Charchas, de zeven hovelingen die dienden in de tegenwoordigheid van koning Ahasveros, 11 dat zij koningin Vasthi bij de koning moesten brengen, met de koninklijke diadeem [getooid], om aan de volken en de vorsten haar schoonheid te tonen. Zij was namelijk knap om te zien. 12 Maar koningin Vasthi weigerde te komen op het woord van de koning, dat [was overgebracht] door middel van de hovelingen. Toen werd de koning verschrikkelijk kwaad en hij ontstak in woede. Terwijl Ahasveros zijn maaltijd houdt, richt ook koningin Vasthi een maal(vers 9)voor de vrouwen in het koninklijk huis dat van koning Ahasveros was Het is een eigen maaltijd en dat op het gebied dat aan de koning toebehoort. Hier zien we een voorbeeld dat de mens voor zichzelf gebruikt wat hem door God ter beschikking is gesteld. Vasthi richt een maaltijd aan zonder de koning. Het doet denken aan de oudste zoon in de gelijkenis van de verloren zoon. Die zoon wil maaltijd genieten, maar alleen met zijn vrienden, zonder zijn vader . Zo is de zonde in de wereld gekomen, want Eva heeft iets willen genieten zonder God. Later zien we dat Esther wel een maaltijd voor de ko Dat koningin Vasthi geen rekening houdt met haar man koning Ahasveros, blijkt uit wat volgt. Op de zevende dag (vers 10), de laatste dag van het feest, als het hart van Ahasveros vrolijk is door de wijn, geeft hij zeven hovelingen opdracht zijn vrouw naar het feest te halen. Deze hovelingen dienden in de tegenwoordigheid van koning Ahasveroser zeven zijn, wijst op hun volledige bekwaamheid voor het uitvoeren van Hij antwoordde echter en zei tot zijn vader: Zie, zoveel jaren dien ik u en nooit heb ik uw gebod overtreden, en mij hebt u nooit een bokje gegeven om met mijn vrienden vrolijk te zijn. Hun opdracht is om koningin Vasthi bij de koning te brengen en dat te doen op een wijze die bij de waardigheid van de koning past. Daarom moet Vasthi komen met de koninklijke kroonhaar uiterlijke schoonheid nog meer glans geven. Ahasveros stuurt dit volzeven dienaren bekwame gezelschap met deze opdracht naar Vasthi omdat hij Koningin Vasthi weigert echter om te komen. Ze weerstaat van de koning, dat [was overgebracht] door middel van de hovelingenweigering is in de eerste plaats ongehoorzaamheid aan het woord van de koning. Het woord van de koning betekent zijn gezag. Als gemalin van de koning is haar weigering ook een regelrechte belediging van hem. Hij verschrikkelijk kwaad over en ontsteekt in woede. Wat In verschillende commentaren wordt begripvol gesproken over de weigering van Vasthi om aan het verzoek van de koning gehoor te geven. Vasthi zou het slachtoffer zijn van een grillige, dronken koning die haar aan misbruik door een dronken gezelschap zou blootstellen. Voor een dergelijke gedachte zou dan genoeg grond geleverd worden door wat men weet van de toenmalige verhoudingen en praktijken. Soms is achtergrondinformatie nuttig, maar het valt te betwijfelen of dit soort informatie in dit geval helpt om te begrijpen wat er gebeurt. In elk geval staat er niet dat Ahasveros dronken is en omgeven wordt door dronken mensen en in die toestand In de profetische en praktische toepassing kunnen we een parallel trekken tussen Vasthi enerzijds en Israël en de christenheid anderzijds. Zowel Isopenbaren. Israël heeft geweigerd Gods gezag te erkennen en heeft ten opzichte van de volken Zijn Naam niet groot gemaakt. Dat is de reden dat God Zijn volk ten slotte heeft moeten verstoten. Hetzelfde, en misschien wel in nog sterkere mate, geldt voor de christenheid. De gemeente heeft gefaald haar heerlijkheid, dat is die van God, in de wereld te tonen. Ze is niet gebleven bij de eenvoudigheid . . . jegens Christus , maar heeft zich verbonden met de wereld. De gemeente of christenheid heeft zichzelf heerlijkheid aangematigd. Dit zien we ten volle tot uiting komen in Babylon, waarin we de rooms-katholieke kerk herkennen. Babylon verbeeldt zich dat ze , waarmee ze zich op een eigenmachtige gezagspositie beroemt, zonder de erkenning van Gods gezag over haar. Ze heeft zichzelf verrijkt en geroemd en zal door God weet deze gebeurtenissen te gebruiken voor Zijn doel: Door het oordeel over het afvallige Israël maakt Hij de weg vrij voor het ware Israël, van wie Esther een beeld is. Door het oordeel over de valse bruid, de afvallige kerk, maakt Hij de weg vrij voor de ware bruid van het Lam, dat is de gemeente. De raad van Memuchan verzen 13-2213 Toen zei de koning tegen de wijzen, die de tijden kenden (zo immers was de handelwijze van de koning tegenover allen die de wet en het recht kenden, 14 [met name] zij die het dichtst bij hem stonden: Carsena, Sethar, Admatha, Tarsis, Meres, Marsena en Memuchan, de zeven vorsten van Perzië en Medië, die het aangezicht van de koning [mochten] zien en een vooraanstaande positie innamen in het koninkrijk). [De koning zei:] 15 Wat moet men volgens de wet met koningin Vasthi doen, omdat zij het bevel van koning Ahasveros niet heeft gehoorzaamd, dat [was overgebracht] door de dienst van de hovelingen? 16 Toen zei Memuchan ten overstaan van de koning en de vorsten: Niet alleen tegen de koning heeft koningin Vasthi zich misdragen, maar ook tegen alle vorsten en tegen alle volken in alle gewesten van koning Ahasveros. 17 Het antwoord van de koningin zal namelijk alle vrouwen bereiken, zodat ze minachtend zullen neerkijken op hun man en zeggen: Koning Ahasveros zei dat men koningin Vasthi bij hem moest brengen, maar ze kwam niet. 18 Op deze dag zullen de vrouwen van de vorsten van Perzië en Medië die het antwoord van de koningin hebben gehoord, [ook zo] spreken tegen alle oversten van de koning, en er zal genoeg [reden tot] verachting en ergernis zijn. 19 Als het de koning goeddunkt, laat er dan een koninklijk besluit van hem uitgaan dat schriftelijk wordt vastgelegd in de wetten van Perzië en Medië, zodat het niet herroepbaar is, dat Vasthi niet meer bij koning Ahasveros mag komen. En laat de koning haar Koninklijke [waardigheid] geven aan een andere [vrouw], die beter is dan zij. 20 Wanneer dit bevel van de koning gehoord zal worden, dat hij uitvaardigt in heel zijn koninkrijk want het is groot dan zullen alle vrou wen eerbied hebben voor hun man, van de hoogste tot de laagste. 21 Dit voorstel nu was goed in de ogen van de koning en de vorsten, en de koning handelde naar het woord van Memuchan. 22 En hij zond brieven aan alle gewesten van de koning, aan elk gewest in zijn [eigen] schrift en naar elk volk in zijn [eigen] taal, dat elke man heer en meester moest zijn in zijn huis en overeenkomstig de taal van zijn volk moest spreken. Dat de koning geen speelbal van zijn emoties is, maar weet wat hij doet, blijkt ook uit zijn reactie op de weigering van Vasthi. Hij is hier in elk geval niet de grillige heerser die, ook nog eens beneveld door de drank, zonder enig overleg direct het oordeel over Vasthi velt. Als later Haman wordt ontmaskerd, zien we dat hij, terecht, wel direct het oordeel velt (vers 13)de wet. Het vragen om raad is ook wel uitgelegd als aanwijzing dat Ahasveros een zwakke en manipuleerbare koning zou zijn geweest. Het kan historisch misschien zo zijn, maar ook hiervoor geldt dat Het kennen van ziet op het hebben van inzicht in de tijdgeest, het geestelijke klimaat van de tijd waarin de gebeurtenissen zich afspelen. De wet ziet op de regels die gelden voor het leven in het koninkrijk. wil zeggen dat ze ook wijsheid hebben om de wet op de juiste wijze Als we Ahasveros in deze gebeurtenissen nog steeds als een beeld van God kunnen zien, zien we in zijn beraadslaging een Goddelijk kenmerk. God overlegt ook Van de zeven wijzen wordt gezegd dat zij het dichtst bij hem stonden . . . die het aangezicht van de koning [mochten] zien en een vooraanstaande positie inna(vers 14). Ze hebben de positie van vertrouwelingen van de koning. We kunnen hen in dit verband wel zien als een beeld van de zeven Geesten van God , wat wijst op de volheid van de Heilige Geest. God beraadslaagt als het ware met de zeven Geesten voor Zijn troon stellen. Die Geest zien we in volmaaktheid tot uiting komen in de Heer Jezus, Gods Koning ( Js 11:2-3) Op Hem zal de Geest van de HEERE rusten:de Geest van wijsheid en inzicht, de Geest van raad en sterkte, de Geest van de kennis en de vreze des HEERE. ( Js 11:2-3) De vraag van de koning is wat er volgens de wet met koningin Vasthi moet (vers 15). Hij vermeldt erbij wat hij haar ten laste legt: Omdat zij het bevel van koning Ahasveros niet heeft gehoorzaamd, dat [was overgebracht] door de dienst van de hovelingen. vers 12 staat dat zij weigerde te komen op het woord van de koning. Hier staat dat ze het bevel van koning Ahasveros niet heeft gehoorzaamd. Het woord van de koning is een bevel. Zowel in vers 12vers 15 wordt ook vermeld dat de hovelingendit woord of bevel overbrengen. Op deze wijze werkt God nu ook. Hij gebruikt, verandert niets aan het gezag van Zijn Woord. Ieder tot wie Zijn Woord komt, moet gehoorzamen (Hd 17:30-31). Wie dat niet doet, zal ge(vers en schildert de stand van zaken. Vasthi heeft zich niet alleen tegen de koning misdragen, maar ook tegen alle vorsten en volken in het rijk. De motivering is dat alle vrouwen van het geval van de koningin zullen horen, waardoor zij gestimuleerd zullen worden hun eigen mannen te minachten (vers 17). Hun minachting zullen ze rechtvaardigen door te verwijzen naar de ongehoorzaamheid van koningin Vasthi tegenover koning Ahasveros. Wat Vasthi heeft gedaan, is [alsof] iemand water de vrije loop geeft Het hek is van de dam als hier niet tegen wordt opgetreden. Als er niet duidelijk stelling wordt genomen, zal er een revolutie in alle huizen ontketend worden. Het antwoord van de koning moet een einde maken aan de verachting en ergernis die er al zijn. Die zijn genoeg geweest (vers 18)twee voorstellen (vers 19). Het eerste voorstel is dat de koning aan iedereen duidelijk maakt dat zijn relatie met Vasthi definitief verbroken is. Vasthi heeft zich op dusdanige wijze misdragen dat er van herstel in haar hoge positie geen sprake kan zijn. Dit besluit moet schriftelijk en als wet van Meden en Perzen worden vastgelegd waardoor het besluit niet herroep Het tweede voorstel is dat er wordt voorzien in de vacant gekomen plaats van koningin. De Koninklijke [waardigheid] die Vasthi heeft bezeten maar door haar eigenzinnigheid is kwijtgeraakt, moet worden gegeven aan die door Memuchan wordt omschreven als iemand In de definitieve terzijdestelling van Vasthi zien we de definitieve terzijdestelling van het ongelovige Israël als de vrouw van God. Wat met Vasthi gebeurt, is te vergelijken met de vloek die de Heer Jezus uitspreekt over de onvruchtbare vijgenboom die een beeld is van het ongelovige Israël: in eeuwigheid geen vrucht meer van u komen . God heeft deze afvallige vrouw een echtscheidingsbrief meegegeven, waardoor zij niet meer De opengevallen plaats geeft God de gelegenheid een nieuwe verbinding aan te gaan. Daarin wordt voorzien door iemand van wie de naam nog niet wordt genoemd, maar die beschreven wordt in haar kwaliteit als ter . . . dan zij. Het is opmerkelijk en mooi dat deze uitdrukking nog een keer voorkomt en wel in verbinding met David voor wie Saul, de koning naar het vlees, het veld moet ruimen. Saul is ongehoorzaam net als Vasthi. Hij is ongehoorzaam aan het bevel van God om de Amalekieten uit te roeien. Samuel zegt tegen Saul dat het koningschap van Israël van hem wordt afgescheurd vergelijkbaar met Vasthi. Dan zegt hij dat het zal worden gegeven aan iemand die beter is (1Sm 15:28) weer net als bij Vasthi. Ook tegen Saul wordt geen naam genoemd wie het is. Het gaat in beide gevallen om een positie die iemand zich onwaardig maakt en waarvoor God iemand heeft uitgekozen, We kunnen deze geschiedenis dan ook zien vanuit de voorzienigheid van God. Het doel van God is de verhoging van Mordechai om door hem Zijn volk te zegenen. Daarin is Mordechai een beeld van de Heer Jezus. God bevan Vasthi gebeurt ook met het oog daarop. God handelt met het oog op een doel dat wij uit de Schrift kennen. De wijze waarop Hij handelt, is ons niet altijd bekend. Wij weten dat alleen als Hij dat doel heeft bereikt en wij terugkijken op de weg die Hij daarvoor is gegaan. Memuchan besluit zijn pleidooi met het voorstellen van de zegenrijke gevolgen als de koning dit bevel zal uitvaardigen. Het is een bevel dat hij voor zijn hele koninkrijk, dat groot is, moet uitvaardigen. Als alle vrouwen in alle rangen en standen eerbied voor hun mannen hebben (vgl. Ef 5:33) De koning en de vorsten vinden het voorstel van Memuchan goed en Ahasveros handelt ernaar. Hij zendt brieven naar alle gewesten van zijn koninkrijk. Daarbij zorgt hij ervoor dat elk gewest de brief in zijn eigen schrift en elk volk in zijn eigen taal krijgt. Iedereen moet van het besluit op verantwoordelijk gezinshoofd. Zijn verantwoordelijkheid heeft twee asvan gezag. Hij moet ook overeenkomstig de taal van zijn volk . . . spreken De oproep om het door God gegeven gezag ook werkelijk uit te oefenen is ook vandaag hard nodig. De man is het hoofd van de vrouw Dat houdt in dat hij haar, naar het voorbeeld van Christus zorg voor Zijn gemeente, als hoofd alles geeft wat zij nodig heeft (Ef 5:29)leden van zijn gezin aanspreken in de taal van Gods volk, dat is de taal van Gods Woord (vgl. Ne 13:23). Deze taal moet worden gesproken in het hele koninkrijk van God, dat wil zeggen in de gezinnen, in de maatschappij en Als het gezag van Gods Woord in de gezinnen wordt erkend, zal dat ook gebeuren in de maatschappij en in de gemeente. In de gezinnen zal dat blijken uit de onderdanige houding van de vrouw ten opzichte van haar man en uit de onderdanige houding van de kinderen ten opzichte van hun ouders. De mannen hebben de hoofdverantwoordelijkheid om voor de juiste verhoudingen in hun gezin te zorgen. Hetzelfde geldt voor de verhoudingen en het gedrag in de gemeente. 27 Voorstel voor een nieuwe koningin verzen 1-41 Na deze gebeurtenissen, toen de woede van koning Ahasveros bedaard was, dacht hij aan Vasthi, en aan wat zij had gedaan en wat over haar besloten was. 2 Toen zeiden de hovelingen van de koning, die hem dienden: Laat men voor de koning meisjes zoeken die maagd zijn [en] knap om te zien. 3 En laat de koning opzichters aanstellen in alle gewesten van zijn koninkrijk, opdat zij elk meisje dat maagd is [en] knap om te zien, verzamelen in de burcht Susan, in het vrouwenverblijf, onder de hoede van Hegai, de hoveling van de koning, de bewaarder van de vrouwen, en laat men hun een schoonheidsbehandeling geven. 4 En het meisje dat welgevallig zal zijn in de ogen van de koning, moet koningin worden in plaats van Vasthi. Dit woord nu was goed in de ogen van Vers 1verstreken tijd. Er wordt terugverwezen naar de woede van koning Ahasveros waarvan nu wordt gezegd dat die bedaard is. Dan wordt ons verteld wat er in zijn gedachten omgaat. In zijn gedachten spelen drie dingen die, evenals zijn woede, in het vorige hoofdstuk hebben plaatsgevonden en daar zijn beschreven. Hij denktaan Vasthi, aan wat zij heeft gedaan enaan wat over haar besloten is. Dit bepaalt ons er weer bij dat er een vacuüm, een vacature voor koningin, is ontstaan. Het verhaal dat volgt, sluit daarop aan. Zonder dat er sprake is van een vraag van de koning, komen de hovelingen met een advies (verzen Die meisjes verzamelen en een schoonheidsbehandeling laten geven. Het ene meisje uit al die meisjes dat welgevallig is in zijn ogen, moet koningin worden in plaats van Vasthi. In dit advies zien we een opklimming. Er wordt eerst een selectie gemaakt uit alle meisjes in zijn koninkrijk en uit die selectie komt dat ene meisje dat door Ahasveros als koningin uitgekozen wordt. hovelingen betekent letterlijk bepaalt ons bij een nieuwe generatie en het begin van een nieuwe situatie met een nieuwe koningin. De hovelingen geven de koning de raad om in de plaats van wat hij is kwijtgeraakt, iets nieuws en iets mooiers te nemen, om daardoor het verleden te vergeten. In profetisch en typologisch opzicht zien we in het verlangen van de koning het verlangen van God naar een volk op aarde dat Hem toebehoort en dat geheel aan Hem is toegewijd. Als de gemeente is weggenomen, zal Hij een nieuw volk naar Zijn hart op aarde vinden, door Hemzelf verwekt. Hij zal dit volk vinden in het toekomstig overblijfsel van Israël. Daarvan is In het voorstel om een nieuwe koningin te zoeken worden enkele aanbevelingen gedaan. Zo wordt Ahasveros door de hovelingen aanbevolendat die meisjes worden toevertrouwd aan een verzorger en bewaardat de verzamelde meisjes een schoonheidsbehandeling krijgen (vers Er worden niet maar overal meisjes vandaan gehaald. De meisjes die even We zien hierin Gods zorg in het laten verkondigen van het evangelie om uit de wereld mensen tot Zich te trekken. Mensen die het evangelie hebben aangenomen, worden verder verzorgd door gaven die de Heer Jezus heeft gegeven, opdat ze zullen beantwoorden aan het doel dat Hij met hen heeft: Hem behagen. We zien dat in de dienst van Paulus en zijn mededienaren: Hem verkondigen wij, terwijl wij iedere mens terechtwijzen en iedere mens leren in alle wijsheid, om iedere mens volmaakt te stellen in Christus. Hiervoor arbeid ik ook onder strijd naar Zijn werking, die in mij werkt met kracht De inspanningen om deze koning welgevallig te zijn zijn een voorbeeld voor ons. Wij worden ook voorbereid en gebruikt om onze Heer welgevallig te zijn. Zijn wij dan ook zo ijverig als in deze geschiedenis en als Paulus? Brengen wij het evangelie en hebben we zorg voor hen die het verzen 5-75 Er was een Joods man in de burcht Susan en zijn naam was Mordechai, de zoon van Jaïr, de zoon van Simeï, de zoon van Kis, een man [uit] Benjamin, 6 die weggevoerd was uit Jeruzalem met de ballingen die weggevoerd waren met Jechonia, de koning van Juda, die Nebukadnezar, de koning van Babel, in ballingschap had gevoerd. 7 En hij was het die Hadassa, dat is Esther, de dochter van zijn oom, opvoedde, want zij had geen vader of moeder. Het meisje nu was mooi van gestalte en knap om te zien. En toen haar vader en moeder gestorven waren, had Mordechai haar als dochter aangenomen. Op dit punt in het verhaal worden in een tussengedeelte (verzen 5-7) twee nieuwe personen ten tonele gevoerd. Deze inlas laat ons zien wie God dadelijk naar voren gaat schuiven voor de invulling van het advies van de hovelingen in de voorgaande verzen. Het zijn Mordechai en Esther. Zij zullen samen met Ahasveros een hoofdrol in de geschiedenis van Gods volk vervullen. vers 5 wordt eerst Mordechai aan ons voorgesteld. Voordat echter zijn naam wordt genoemd, wordt eerst gezegd dat hij door wordt de nadruk gelegd op het Jood-zijn van Mordechai. Dat hij dat inderdaad is, blijkt nader uit zijn geslachtsregister. Hij is een Jood uit de stam van Benjamin, die met de ballingen uit Jeruzalem met Jechonia, de koning van Juda, door Nebukadnezar naar Babel is gevoerd (vers 6) Dat hij met Jechonia is weggevoerd, maakt het eenvoudig om te stellen dat hij niet persoonlijk met de ballingen uit Jeruzalem kan zijn weggevoerd. In dat geval zou hij in het zevende jaar van Ahasveros ongeveer honderdtwintig jaar oud zijn geweest. Dat is zeer onwaarschijnlijk, ook gezien de leeftijd van zijn jonge en aantrekkelijke nicht Esther. Hij is echter zozeer als Jood met zijn voorvaderen verbonden, dat wat hun is overkomen, hier wordt gesteld als hemzelf overkomen. Hun geschiedenis is zijn geschiedenis, hun pijn van de wegvoering is zijn pijn. vers 7 komt de andere nieuwe persoon, Esther, naar voren die ook een hoofdrol zal vervullen in dit boek en wel in nauwe relatie met de zojuist voorgestelde hoofdpersoon Mordechai. Die nauwe relatie blijkt uit het begin van vers 7, waar we lezen: Hij was hetdie Hadassa, dat is Esther, de dochter van zijn oom, opvoedde. Ook bij haar wordt de nadruk gelegd op haar Jood-zijn door eerst haar Joodse naam, Hadassa, te vermelden en pas daarna haar Perzische naam Esther. Haar Jood-zijn blijkt ook uit de vermelding van haar familierelatie met Mordechai. Ze is zijn nicht. Halverwege vers 7 wordt de blik helemaal op Esther gericht, op haar mooie gestalte en haar knappe voorkomen. Toch wordt direct daarna weer op haar nauwe relatie met Mordechai gewezen die haar geen vader of moeder meer heeft. Haar verleden is dood, afgesneden. In die situatie is zij helemaal afhankelijk van de genade en de zorg van Mordechai. Op die manier is zij, zij het in verborgen God betoont Zich in deze zorg door Mordechai achter de schermen een Vader van de wezen . In de zorg van Mordechai voor de opvoeding van Esther zien we de zorg van de Heer Jezus, van Wie Mordechai een beeld is, voor het gelovig overblijfsel, van wie Esther een beeld is. Esther heeft haar leven aan hem te danken en daardoor ook haar verheffing tot Dingen waarvan wij zeggen dat ze ons als ongeluk overkomen, zijn dingen die God bestuurt en gebruikt tot ons nut. Omstandigheden die met onze geboorte te maken hebben, worden niet door ons bepaald of uitgekozen. Wij kunnen onze ouders niet uitkiezen net zomin als het land of de datum van onze geboorte. We kunnen onze geboorte ook niet zelf tot stand brengen. Wat we kunnen zeggen, is dat God met de omstandigheden van onze geboorte onze redding op het oog heeft gehad. Daarvoor moeten we Hem Esther heet oorspronkelijk Hadassa, dat betekent mirt. De mirtenboom komt voor in verbinding met het Loofhuttenfeest Want mijn vader en mijn moeder hebben mij verlaten, verwijst naar het vrederijk onder de heerschappij van de Messias ( Js 41:19; . Dat haar ouders haar die naam hebben gegeven, zegt dan ook iets van hun geloof in het herstel van Gods volk. Esther onder de hoede van Hegai verzen 8-98 En het gebeurde, toen het woord van de koning en zijn wet bekend waren geworden en toen veel meisjes verzameld werden in de burcht Susan onder de hoede van Hegai, dat ook Esther meegenomen werd naar het huis van de koning, onder de hoede van Hegai, de bewaarder van de vrouwen. 9 En het meisje was welgevallig in zijn ogen en zij verwierf gunst bij hem en hij haastte zich om haar haar schoonheidsmiddelen en haar deel [van het voedsel] te geven en om haar zeven aanzienlijke meisjes uit het huis van de koning te geven. En hij plaatste haar en haar meisjes over naar het beste [gedeelte] van het vrouwenverblijf. Na de introductie van Mordechai en Esther gaat de geschiedenis verder met de uitvoering van het woord van de koning en zijn wet(vers 8). Veel meisjes worden verzameld in de burcht Susan. Zij komen allemaal onder de hoede van Hegai. Onder die meisjes bevindt zich ook Esther. Op haar wordt onze aandacht in dit gedeelte verder in het bijzonder gericht. Ze is, net als alle andere meisjes, in de burcht Susan, maar van haar wordt erbij naar het huis van de koning Esther trekt de bijzondere aandacht van Hegai (vers 9)welgevalligin zijn ogen en verwerft gunst bij hem. Waardoor dat komt, wordt niet ven wat haar tot de favoriet van de koning kan maken. Hij geeft haar schoonheidsmiddelen voor haar uitwendige verzorging en voedsel voor haar inwendige verzorging. zeven aanzienlijke meisjes uit het huis van de koninghaar als het ware te laten wennen aan de sfeer van het huis van de koning. Samen met haar meisjes plaatst hij haar over naar het [beste] deel van het vrouwenverblijf, misschien een soort voorportaal van het koninklijk paleis, met zicht op het paleis. Alles dient om haar in de sfeer van het paleis te brengen en haar zo voor te bereiden op een verblijf in het paleis bij de Hegai kunnen we zien als een beeld van de Heilige Geest, Die het overblijfsel waarvan Esther een beeld is verder toebereidt, opdat het kan beantwoorden aan de wensen van het hart van God. De Heilige Geest doet wereld leven, in overeenstemming te brengen met Hem Wiens belangstel Het verwerven van gunst of genade in de ogen van boven hen staande vijandige heersers zien we bij Jozef (Gn 39:2, 21)en Daniël en zijn vrienden wordt er wel bij gezegd dat het God is Die de gunst geeft. Dat is bij Esther om de bekende reden het ontbreken van de Naam van God in dit boek niet het geval. We zien bij haar echter wel duidelijk dat God dit bewerkt. Nog een overeenkomst tussen Esther en Jozef en Daniël (en zijn vrienden) is dat van hen allen wordt gezegd dat ze knap van gestalte zijn Als wij trouw zijn in de omstandigheden waarin wij ons bevinden, zal dat aan ons te zien zijn. Trouwe mensen laten iets van Christus zien, wat het respect van de mensen om hen heen krijgt. Trouwe mensen zijn knap van gestalte. Hun manier van leven vertoont kenmerken die bewondering oproepen, ook bij hen die hen vijandig gezind zijn. Onze omgeving kan van onze manier van leven heen. Het is de bedoeling van de Geest dat in ons krijgt. Als dat plaatsvindt, wordt in ons leven echte schoonheid gezien die iedereen zal opvallen. verzen 10-1110 Esther had haar volk en haar afkomst niet verteld, want Mordechai had haar geboden dat zij [die] niet zou vertellen. 11 En elke dag wandelde Mordechai voor de voorhof van het vrouwenverblijf om de welstand van Esther te vernemen, en wat er met haar zou gebeuren. verzen wordt nog iets meer gezegd over de relatie tussen Esther en Mordechai. Esther heeft haar volk en haar afkomst verzwegen omdat (vers 10). De nadruk ligt op de gehoorzaamheid van Esther aan Mordechai. We zien hier haar gezindheid ten opzichte van Mordechai. Vervolgens zien we in vers 11 de gezindheid van Mordechai ten opzichte Esther. Zijn zorg gaat naar haar uit. Zijn gedachten zijn met haar bezig. Hij wil weten hoe het met haar gaat. Ook wil hij weten wat er met haar gaat gebeuren. Dat hij Jood is, is Haar afkomst moet ook verborgen blijven. Dit geheim past helemaal in de geschiedenis van dit boek. Het mag niet bekend worden dat de vrouw die op de nominatie staat de nieuwe koningin te worden een Jodin is. Pas als de geschiedenis haar climax bereikt, mag en moet ook dit geheim onthuld worden. Het is ermee als met de bekendmaking van Jozef aan zijn broers die ook pas gebeurt als het hoogtepunt in de geloofsoefeningen van de De zorg op de achtergrond van Mordechai voor Esther is een mooi beeld van wat Christus voor de Zijnen doet die in de school van de Heilige Geest worden opgevoed. Christus denkt voortdurend aan de Zijnen en zet Zich dat wij groeien en geestelijke schoonheid laten zien, dat wil zeggen dat wij Zijn kenmerken vertonen. Zo zal het ook zijn met het overblijfsel in de laatste dagen. Hoewel Hij Zich nog verborgen houdt, laat Hij hen niet in de steek, maar zet Hij Zich voor hen in terwijl zij in nood zijn. We zien dat mooi geïllustreerd in de storm op het meer: terwijl de discipelen in nood zijn, is Hij op de berg om te bidden verzen 12-1412 En wanneer een meisje aan de beurt was om bij koning Ahasveros te komen, nadat zij twaalf maanden lang behandeld was volgens de bepaling voor de vrouwen want zoveel dagen duurde hun schoonheidsbehandeling: zes maanden [werden zij behandeld] met mirreolie en zes maanden met specerijen en schoonheidsmiddelen voor de vrouwen 13 dan kwam het meisje op deze [manier] naar de koning: al wat zij vroeg, werd haar gegeven om met zich mee te nemen uit het vrouwenverblijf naar het huis van de koning. 14 Zij kwam s En nadat Hij de menigten had weggestuurd, klom Hij afzonderlijk op de berg om te bidden. Toen het nu avond was geworden, was Hij daar alleen. Het schip echter was al vele stadiën van het land verwijderd, geteisterd door de golven, want de wind was avonds en s morgens keerde zij terug naar het tweede vrouwenverblijf, onder de hoede van Saäsgaz, de hoveling van de koning, de bewaker van de bijvrouwen. Zij kwam niet meer bij de koning, behalve wanneer de koning naar haar verlangde en zij bij [haar] naam werd geroepen. verzen 12-13 lichten ons in over de algemene voorbereidingen van een meisje voordat zij, als het haar beurt is, bij de koning kan komen. De duur van de schoonheidsbehandeling is twaalf maandentwee perioden van (vers 12)het meisje behandeld, ingewreven, met mirreolie. De tweede zes maanden wordt ze behandeld met tal van niet nader omschreven specerijen en maar ook een zoete smaak hebben. Mirre wordt gewonnen uit verschillende soorten bomen en verkregen door insnijdingen in die bomen. De boom wordt dus verwond. Bij zeer hoge woestijntemperaturen sijpelt de zacht geworden hars vanzelf naar buiten. In de tijd van de Bijbel staat mirre Met dit in gedachten kan met betrekking tot de geestelijke betekenis van de mirreolie het volgende worden gezegd. Het woord mirre komt van een woord dat bitter betekent. In de Schrift spreekt mirre altijd van het lijden van Christus en de aangename geur met de koning zit een belangrijke geestelijke toepassing. Het spreekt ervan ding van Gods Geest, van Wie de olie spreekt, bezig te houden met het lijden van Christus. Het getal zes van de waarin de mirreolie wordt toegepast, is het getal van de mens, die op de zesde dag is geschapen . Omdat wij mensen zijn, is de Heilige Geest, van Wie de olie spreekt, nodig om ons met het lijden van Christus te kunnen bezighouden. 1 Bron: http://nl. wikipedia. org/wiki/Mirre . . . , zoals ook Christus ons heeft liefgehad en Zichzelf voor ons heeft overgegeven als een offerande en een slachtoffer voor God tot een welrie Dat zal het verlangen wakker maken om met Hemvereenzelvigd te worden in Zijn lijden lijden met betrekking tot de verzoening van nen we niet in delen. Er is echter ook een andere vorm van lijden en dat is het lijden vanwege de trouw aan Hem en Zijn Woord (1Pt 4:13-14)wordt Esther met dit lijden vertrouwd gemaakt. Dan is er nog die tweede periode van zes maanden. Die is nodig om allerlei specerijen en schoonheidsmiddelen uit te proberen om te ontdekken welke middelen het beste bij haar passen en haar schoonheid het meest accentueren. Ze kan dan een bewuste keus maken om uit het vrouwenverblijf de juiste middelen mee te nemen naar het huis van de koning (vers . Hier ligt haar verantwoordelijkheid. Zij beslist wat ze meeneemt om de koning daarvan onder de indruk te brengen, zodat zijn keus op haar zal vallen om haar als koningin te nemen. Over de geestelijke betekenis van deze tweede periode als vervolg op de eerste periode kan het volgende worden gezegd. In de eerste periode is de aan het bezig zijn met het lijden van Christus dat ons alleen door de Heilige Geest kan worden voorgesteld. Dan volgt een tweede periode. Die periode dient om te komen tot het maken van de juiste keuzes die de schoonheid accentueren van de gelovige die hij dankzij en in Christus heeft. Iedere gelovige heeft eigen kenmerken, laat een andere heerlijkheid van Christus zien, heeft een eigen gave waarin Christus zichtbaar wordt. Om erachter te komen wat die kenmerken zijn, moet de gelovige zich bezighouden met de diverse heerlijkheden van Christus. Als hij de Schrift bestudeert met het doel Christus beter te leren kennen, zal het resultaat daarvan in zijn leven zichtbaar worden. Alles gebeurt met het oog op onze ontmoeting met de Heer Jezus. Als we , zal dat ons leven bepalen in de keuzes die we maken. De verkeerde dingen, dinvan zijn opstanding en zijn dood gelijkvormig word, om hoe dan ook te komen tot de opstanding de opstanding (). . . ; want wij zullen Hem zien zoals Hij is. En ieder die deze hoop op Hem heeft, reinigt zich zoals Hij rein is. gen die verhinderen dat Zijn eigenschappen in ons zichtbaar worden, zullen eruit verdwijnen. Zo zijn we bezig met ons te versieren met het kleed van de rechtvaardige daden. Dat kleed maken op aarde klaar, heeft gegeven Vers 14 geeft ons een verdere blik in de regels voor de koningsvrouwen. Een meisje dat door de koning wordt geroepen, is gedurende de nacht bij hem. Ze gaat s avonds naar de koning en keert s morgens terug. Dan gaat het tweede vrouwenverblijfonder de hoede van Saäsgaz, de hoveling van de koning, de bewaarder van de bijvrouwen. Dat betekent dat ze wordt gedegradeerd tot een bijvrouw van de tweede rang en nooit weer verzen 15-1815 En toen de beurt van Esther kwam de dochter van Abichaïl, de oom van Mordechai die haar als dochter had aangenomen om bij de koning te komen, verzocht zij om niets [anders] mee te nemen dan wat Hegai, de hoveling van de koning, de bewaarder van de vrouwen, zei. En Esther verwierf genade in de ogen van ieder die haar zag. 16 En Esther werd [mee]genomen naar koning Ahasveros, naar zijn koninklijk huis, in de tiende maand, dat is de maand Tebeth, in zijn zevende regeringsjaar. 17 En de koning had Esther meer lief dan alle [andere] vrouwen en zij verwierf bij hem meer genade en gunst dan alle [andere] meisjes en hij zette de koninklijke diadeem op haar hoofd en maakte haar koningin in de plaats van Vasthi. 18 De koning richtte een grote maaltijd aan voor al zijn vorsten en dienaren, de maaltijd [ter ere van] Esther. Hij zorgde voor rust in de gewesten en gaf geschenken naar het vermogen van de Als Esther aan de beurt is om bij de koning te komen, maakt ze geen gebruik van haar vrijheid om alles mee te nemen wat ze maar wenst (vers . Ze zal van slechts één gedachte vervuld zijn geweest: Hoe maak ik de beste indruk op de koning? Hierbij dringt de gedachte zich aan ons op of wij ook slechts met één vraag bezig zijn: Hoe ben en leef ik het meest tot eer van mijn Heer en Heiland? Laten wij blij zijn en ons verheugen en Hem de heerlijkheid geven, want de bruiloft van het Lam is gekomen en Zijn vrouw heeft zich gereedgemaakt; en haar is gegeven bekleed te zijn met blinkend, rein, fijn linnen, want het fijne linnen zijn de gerechtigheden [= rechtvaardige daden] van de Hoewel Esther volledig vrij is in de keus van haar kleding en versieringen, besluit ze toch alleen mee te nemen wat door Hegai tegen haar wordt ge(vers 15). We zien hier weer, zoals eerder ten opzichte van Mordechai (vers 10), haar overgave aan iemand van wie zij afhankelijk is. Het is een vrijwillige overgave. Voor ons geldt dat wij ons helemaal overgeven aan wat de Heilige Geest ons uit Gods behagen. Esther vertrouwt zich toe aan iemand van wie ze weet dat hij het beste met haar voor heeft en beter weet dan zij wat goed is voor haar verblijf bij de koning. Die houding van ingetogenheid en onderdanig(vgl. 1Pt 3:3-5), waardoor genade verwierf in de ogen van ieder die haar Dat ze niets anders wil meenemen dan wat Hegai tegen haar zegt, is haar eigen keus. Tot nu toe is door anderen over haar beslist. Er is een macht die het gebeuren leidt, maar er is ook een eigen handelen. In vers 16weer met haar gehandeld. Ze wordt meegenomen naar de koning. Dat is Het onderscheid met de andere meisjes blijkt ook nog uit het feit dat alleen dere verheffing boven de massa aan. De ontmoeting met de koning vindt zevende regeringsjaar van koning Ahasveros, wat wil zeggen vier jaar na de afzetting van Vasthi. Dat zij Hegai volledig vertrouwt, heeft tot resultaat dat de koning haar verkiest boven alle andere meisjes (vers 17). God heeft Esther mooi gemaakt, haar schoonheid komt van Hem en Hij bestuurt dat de koning haar uitkiest. Zonder enig verlangen van de kant van Esther wordt zij de lievelingsvrouw van de koning. We zien hier dat Gods uitverkiezing losstaat van enige vraag van de kant van de mens. De keus van de koning wordt op veelzijdige wijze toegelicht:zijn liefde voor haar is groter dan voor alle andere vrouwen, Laat uw versiering niet de uiterlijke zijn: [het] vlechten van [het] haar en [het] omhangen van gouden [dingen] of [het] aantrekken van kleren, maar de verborgen mens van het hart, in de onvergankelijke [versiering] van de zachtmoedige en stille geest, die kostbaar is voor God. Want zo versierden zich vroeger ook de heilige vrouwen zij aan hun eigen mannen onderdanig waren; . . . (1Pt 3:3-5) zij verwerft bij hem meer genade en gunst dan alle andere meisjes, maakt haar ten slotte koningin in de plaats van Vasthi. Hier wordt Vasthi voor de laatste keer genoemd. Zij verdwijnt uit de ge De koning organiseert weer een grote maaltijd voor al zijn vorsten en dienaren. Dit keer gaat het niet om het vertonen van heerlijkheid(Es 1:3)maar het tonen van de nieuwe koningin. Deze maaltijd wordt zelfs letterde maaltijd van Estherverzen 19-2019 En toen men nogmaals meisjes verzamelde, zat Mordechai in de poort van de koning. 20 Esther had haar afkomst en haar volk niet verteld, zoals Mordechai haar had geboden, want Esther deed overeenkomstig het bevel van Mordechai, evenals toen zij bij hem opgevoed werd. De vertaling van vers 19 kan ook luiden: In verband met het brengen van de meisjes geldt ten tweede dat Mordechai in de poort zat. Het ten tweede heeft verzen 10-11. Daar wordt de eerste inlichting over de relatie tussen Mordechai en Esther gegeven, nadat in de voorgaande verzen ook over het verzamelen van meisjes is gesproken. Nu wordt, na een tweede gedeelte over meisjes (verzen 12-18), voor de tweede keer een mededeling gedaan over de relatie tussen Mordechai en Esther. De eerste mededeling toont een rusteloze Mordechai die graag wil weten wat er met Esther gebeurt (vers 11). Nu Mordechai weet wat er met Esther is gebeurd, kan hij weer rustig plaatsnemen in de poort. Hierop sluit de nieuwe mededeling over Esther aan (vers 20)(vers 10). In deze tweede mededeling staat hetzelfde, maar dan omgekeerd, dat ze haar afkomst en haar volk niet heeft verteld, ook met de vermelding dat Mordechai het haar heeft geboden. De mededeling over Esther besluit met de vermelding dat ze Mordechai gehoorzaam blijft als ze koningin is, zoals ze hem gehoorzaam is geweest toen hij haar opvoedde. Haar positie is veranderd, haar gezindheid niet. Hoe belangrijk dit is, laat het vervolg van de geschiedenis zien. In praktisch opzicht is hier wel een les aan te verbinden voor allen die in ke posities zijn opgeklommen. Laten zij nooit hun afkomst verloochenen en hun ouders blijven eren! Mordechai ontdekt een samenzwering verzen 21-2321 In die dagen, toen Mordechai in de poort van de koning zat, waren Bigthan en Teres, twee hovelingen van de koning, [uit de kring] van de deurwachters, erg kwaad en zij wilden de hand aan koning Ahasveros slaan. 22 En deze zaak werd bekend bij Mordechai en hij vertelde dit aan Esther, de koningin, en Esther zei het tegen de koning namens Mordechai. 23 Toen de zaak onderzocht werd, en juist bevonden, werden zij beiden aan een galg gehangen. En in de tegenwoordigheid van de koning werd dit in de kronieken opgetekend. Mordechai heeft zijn gebruikelijke plaats, in de poort van de koning, weer (vers 21). Daardoor is hij in staat de samenzwering van twee hovelingen van de koning te ontdekken. De hovelingen worden bij hun naam genoemd en ook hun functie wordt meegedeeld. Het lijkt erop dat zij een soort lijfwacht van de koning zijn die gemakkelijk toegang tot hem Waarom ze erg kwaad op de koning zijn, zo kwaad, dat ze hem willen doden, wordt niet verteld. Ook de manier waarop Mordechai van hun plannen op de hoogte komt, wordt niet vermeld. Dat is voor het verloop van de geschiedenis niet belangrijk. Het gaat erom dat Mordechai met hun plan bekend wordt, wat hij daarmee doet en wat de koning doet als hij er via Esther van hoort. Als trouwe onderdaan meldt Mordechai het complot via Esther aan de koning. Esther spreekt met de koning over Mordechai, wiens naam wordt opgeschreven in een boek. Wij mogen met God spreken over de Heer Jezus, over wat Hij heeft gedaan. Dat wordt vastgelegd en blijft eeuwig voor Mordechai zien dat hij de vrede van de stad zoekt waarheen hij verbannen is ( Jr 29:7)dat hij trouw blijft aan het gevestigde gezag. Hij waakt voor de eer en het welzijn van de koning. Zo heeft de Heer Jezus op aarde gehandeld met het oog op de eer van Zijn Vader. In Zijn leven heeft Hij altijd de rechten van God gehandhaafd. Daar heeft Hij voor inge Het is voor Mordechai geen gelegenheid om van een onderdrukker af te komen. We zien hier opnieuw een overeenkomst met de geschiedenissen van Jozef en Daniël. Mordechai toont eenzelfde houding van hulpvaardigheid als we ook zien bij Jozef tegenover de farao en bij Daniël tegenover Nebukadnezar. De zaak wordt onderzocht en blijkt te kloppen. De twee samenzweerders worden opgehangen. Dan wordt de zaak opgeschreven, zonder dat Mordechai er verder iets van hoort. Zijn daad wordt (nog) niet beloond. Zo wordt ook Jozef vergeten door de schenker, evenals de wijze man wordt vergeten die een stad door Het opschrijven van daden in een boek hebben we van God geleerd. Hij noteert alles en zal alles op Zijn tijd oordelen naar wat in de boeken geschreven staat. God vergeet niets, Hij heeft een Goddelijk archief. De Heer Jezus komt en heeft Zijn loon bij Zich om alles te belonen wat voor Hem is gedaan, want Hij vergeet 22:12; Hb 11:26lonen. Zo komt ook Gods tijd om de Heer Jezus in openbare heerlijkheid te laten verschijnen, zodat Er is een gedenkboek geschreven voor Zijn aangezicht, Zoek de vrede voor de stad waarheen Ik u in ballingschap heb gevoerd. Bid ervoor tot de HEERE, want in haar vrede zult u vrede hebben. ( Jr 29:7) 41 Dit hoofdstuk is aan Haman gewijd. Haman krijgt zijn hoge positie van Ahasveros. We zien hierin het beeld dat elke macht die iemand heeft, uiteindelijk van God komt. Iets anders is, hoe iemand die macht gebruikt. Haman gebruikt die tot eigen eer en om Gods volk om te brengen, omdat Haman, de Agagiet vers 11 Na deze gebeurtenissen maakte koning Ahasveros Haman, de zoon van Hammedatha, de Agagiet, groot en hij verhoogde hem. En hij plaatste zijn zetel boven al de vorsten die bij hem waren. (vers 1)zien we dat er een nieuw gedeelte begint, waarin nieuwe gebeurtenissen zullen plaatsvinden. We zijn hier in het begin van het twaalfde jaar van de regering van Ahasveros (vers 7)rond het zevende jaar van