9 1 Onverwacht bezoek Zaterdag 6 november 1915 A ls het geluid van de bel klinkt, kijkt Dirk op van zijn boek. De bel. Dat is vreemd. Alle buren komen altijd gewoon de trap op geklost en roepen dan heel hard: ‘Volluk!’ En nu heeft hij ook geen klompen op de houten treden naar hun voordeur gehoord. ‘Binnen!’ roept vader met een zware stem. Langzaam gaat de deur open en meester Van Boven stapt de kamer in. Waarom komt hij nou naar hun huisje? Vlug gluurt Dirk naar zijn broertje Jan, maar die schudt zijn hoofd. ‘Meester Van Boven’, zegt vader. ‘Komt u verder.’ ‘Graag, meneer Taanman, het is gemeen koud buiten. Ik waai gewoon uit mijn hemd.’ Vader kijkt een beetje minachtend naar de meester en Dirk kan wel raden wat hij denkt. Zo’n stadse meneer als de meester is natuurlijk helemaal geen kou gewend. Met windkracht 8 op een botter op de Zuiderzee, dát is pas koud! En Dirk kan het weten, want hij moet steeds vaker met vader mee, zeker de laatste maanden. ‘Wat zou de meester hier komen doen?’ f luistert Jan zo zacht dat Dirk hem nauwelijks kan horen. ‘Hij komt niet voor mij, hoor. Ik ben het braafste jongetje van heel Marken.’ Hij trekt een gek gezicht. Als Jan het braafste jongetje van Marken is, dan moet hun eiland wel een roversnest zijn! Vorige week nog had hij een ruit van de kruidenier ingegooid. opmk.VechtentdGolven.indd 9 18-11-15 12:28
10 Dirk haalt zijn schouders op. ‘Geen idee, we zullen het wel horen.’ ‘Goedenavond, meester’, zegt moeder. ‘Lust u een kopje thee? Het water heeft net gekookt.’ Als de meester knikt, loopt moeder naar de hoek van de kamer waar de turf kachel staat. Ze schenkt een mok thee in en zet die voor de meester neer. Vader legt het net dat hij zat te boeten opzij, slaat zijn armen over elkaar en kijkt de meester aan. ‘Wat komt u doen?’ vraagt hij. Dat klinkt ook niet beleefd. Als Dirk zo zou praten, zou hij met- een een dreun krijgen van moeder. Maar de meester lijkt het niet erg te vinden, want hij gaat rustig aan de tafel zitten, ach- ter het kopje thee. ‘Ik kom praten over Dirk.’ Over hem? Waarom? Hij heeft toch niets verkeerds gedaan? Jan buigt zich over het houten bootje dat hij zit te snijden, maar Dirk ziet dat hij stiekem lacht. Zijn broertje zal het wel leuk vinden dat hij nu eens op zijn kop krijgt. Maar waarvoor dan? Dirk kan zich niet herinneren dat hij iets heeft gedaan wat niet mocht. Nou ja, hij heeft niet op zitten letten tijdens de rekenles, maar dat was niet zijn schuld. Dat lag aan de som- men. Die waren zo ontzettend saai en makkelijk. Die snapte hij al toen hij zes was. Daarom is hij maar gaan lezen in plaats van domme rijtjes sommen maken. Toen de meester hem betrapte, had hij het boek afgepakt, maar aan het einde van de dag had hij het weer teruggegeven. Dirk had het zelfs mee naar huis mogen nemen. Misschien kwam de meester het nu weer terug- halen. Moeder blijft bewegingsloos naast de turf kachel staan. Ze lijkt net zo geschrokken als hijzelf, maar vader zegt kortaf: ‘Vertel, Van Boven.’ De meester draait zijn hoed in zijn hand rond en kijkt naar zijn kopje thee. opmk.VechtentdGolven.indd 10 18-11-15 12:28
11 Hij lijkt wel verlegen! Wat gek dat een meester, zo’n geleerde man, ook verlegen kan zijn. ‘Ja, ik wil graag praten over Dirk.’ ‘Wat heeft hij uitgevreten?’ De meester heft zijn hand. ‘Niets, niets, o nee, zoiets is het hele- maal niet. Dirk is een prima leerling. De beste van de klas, eigenlijk de beste leerling die ik ooit heb gehad.’ Dat de meester dat zomaar zegt! Natuurlijk weet Dirk wel dat hij bijna nooit fouten maakt, maar dat komt omdat het school- werk dat ze moeten doen zo makkelijk is. Moeder gaat rechtop staan. Het lijkt wel of ze groter is gewor- den bij deze woorden van de meester. ‘Ja, meester Van Boven, onze Dirk is een slimme vent en hij hoeft er niet eens voor te leren. Het gaat allemaal vanzelf, lijkt het wel. Als je hem één keer iets vertelt, onthoudt hij dat de rest van zijn leven.’ ‘Ja, daar wilde ik even met u over praten.’ Vader schuift opeens zijn stoel naar achteren, de poten schra- pen over de vloer. Een afschuwelijk hoog geluid. ‘O nee!’ roept hij. ‘Nee, Van Boven, ik voel al uit welke hoek de wind waait. Ik moet u vragen weg te gaan.’ ‘Henk!’ zegt moeder scherp. Vader draait zich om met een diepe frons boven zijn wenkbrau- wen. ‘Nee, Riekje’, zegt hij. ‘De meester komt hier ongevraagd. Hij brengt het hoofd van die jongen op hol, met al die nieuwer- wetse onzin.’ Die jongen. Dat gaat over hem. En hij begrijpt wel wat vader bedoelt met nieuwerwetse onzin. Moeder zet haar handen in haar zij en kijkt vader aan. Vader kijkt met samengeknepen lippen terug. Ten slotte zegt moeder: ‘Muus, doe de deuren van de bedstee dicht en ga slapen. Dirk, Jan, jullie gaan naar buiten.’ opmk.VechtentdGolven.indd 11 18-11-15 12:28
12 ‘Maar …’ begint Jan. Moeder wijst naar de deur. ‘Buiten!’ Samen met Jan slentert Dirk over straat. Hun klompen klinken luid, maar verder is het rustig. Er is geen mens buiten. Iedereen zit natuurlijk lekker warm bij de kachel, alleen Jan en hij lopen hier in het donker. Jan schopt met zijn klomp tegen een losliggende steen. ‘Naar buiten gestuurd! Alsof we kleuters zijn.’ ‘Dan zouden we de bedstee in gestuurd zijn, net als Muus.’ Jan geeft hem een por. ‘Doe niet zo stom, je weet best wat ik bedoel. Waarom denk je dat we weg moesten?’ Wat een domme vraag. Dat is toch heel duidelijk? ‘De meester wil natuurlijk iets met vader en moeder bespreken wat wij niet mogen horen. Het gaat vast over mijn toekomst.’ Zijn toekomst. Eind december wordt hij twaalf en dan moet hij van school. Visser worden, net als vader en bap, voor hij stierf. Iedere dag de Zuiderzee op. Bah, hij wordt al misselijk bij wind- kracht 3. Maar hij heeft geen keus, zijn vader is visser, zijn bei- de baps waren visser, net als hun vaders. Dus wordt Dirk visser, over minder dan twee maanden, als hij twaalf is. opmk.VechtentdGolven.indd 12 18-11-15 12:28
13 2 Vader is boos A ls de klok van de kerk negen keer geslagen heeft, vraagt Jan: ‘Wat denk je? Zou de meester al weg zijn?’ ‘Laten we gaan kijken.’ Snel lopen ze naar huis, maar onder aan de trap trekt Dirk zijn klompen al uit. Op kousenvoeten loopt hij de trap op. Hij hoort de hijgende ademhaling van Jan vlak achter zich. Op de beun blijft hij staan om zijn klompen in het koepeltje te zetten. Voor- zichtig opent hij daarna de deur op een kier. Meester Van Boven staat midden in de kamer, met zijn armen over elkaar en een boos gezicht. Zo kijkt hij in de klas vaak naar Kees en Arie, de etters van het eiland. Maar vader lijkt nog veel kwader. Het net dat hij zat te boeten ligt als een vod op de grond en zijn gezicht is knalrood. Hij strekt zijn arm naar de deur. ‘Eruit, Van Boven! En maandag komen de jongens niet naar school!’ De meester blijft staan waar hij staat. ‘Ze zullen wel moeten, Taanman. Kinderen tot twaalf jaar moe- ten naar school, dat staat in de wet.’ ‘Onzin. Ik ging ook op mijn tiende met mijn vader mee.’ ‘Daarom is het maar goed dat de wet is veranderd’, zegt de meester. ‘Kinderen horen op school!’ Moeder kucht luidruchtig en knikt met haar hoofd in de rich- ting van Dirk en Jan. ‘Ze hebben ons gezien’, sist Jan in Dirks oor. ‘Wat doen jullie hier?’ roept vader. opmk.VechtentdGolven.indd 13 18-11-15 12:28
14 Wij wonen hier, denkt Dirk. Maar hij zegt het niet. Dat zou het stomste zijn wat hij kon doen. ‘Ik had jullie naar buiten gestuurd’, zegt moeder. ‘U hoeft hen niet weg te sturen, ik ga wel’, zegt de meester. ‘Maar we zijn nog niet uitgesproken, Taanman, en als ze maan- dag niet op school zijn, kom ik hen persoonlijk halen, al moet ik daar de Zuiderzee voor overzwemmen!’ De meester draait zich op zijn hakken om en trekt de deur verder open. Hij knikt Dirk toe, terwijl hij zich langs hem en Jan heen wurmt. Zonder te stampen loopt hij de trap af. Knap, dat zou Dirk waarschijnlijk niet lukken en Jan al helemaal niet. Vader slaat zo hard met zijn vuist tegen de muur dat het door moeder geborduurde wandkleed scheef komt te hangen. ‘Die blaaskaak! Wat denkt hij wel? Met zijn stadse manieren en zijn gezeur over de wet.’ ‘Rustig nou, Henk’, zegt moeder met een blik op hen. Vader kijkt hen ook aan. Er liggen felle blosjes op zijn wangen. ‘Naar bed, jullie’, grauwt hij. ‘Opschieten!’ Dirk stapt de kamer in, grist zijn boek van tafel en wil het meenemen de bedstee in. Er is bijna geen licht in de bedstee, maar als hij de gordijnen op een kier zet, kan hij in ieder geval de tekeningen zien. Hij heeft het boek vorige week van de meester gekregen en het is heel interessant. Het heet Oranje Kruis boekje en er staat precies in wat je moet doen als er een ongeluk gebeurt. ‘Dat boek laat je hier!’ roept vader. ‘Je stopt met dat stomme gelees de hele tijd. Dat is slecht voor je ogen en je hebt goede ogen nodig als je visser wordt.’ Snel kijkt Dirk naar moeder, maar die knikt. ‘Dat boek gaat terug naar de meester’, gaat vader verder. ‘Dan kun je meteen tegen hem zeggen dat ik niet wil hebben dat hij je nog meer boeken uitleent.’ opmk.VechtentdGolven.indd 14 18-11-15 12:28
15 Niet meer lezen? Dat is gewoon gemeen! ‘Maar ik houd van lezen!’ ‘Dan lees je maar in de Bijbel.’ ‘Dit boekje is ook een soort bijbel. Zijne Koninklijke Hoogheid Prins Hendrik heeft zelf …’ Vader komt naar voren en haalt uit. Zijn harde, vlakke hand slaat tegen Dirks wang. Dirk wankelt. Zijn wang gloeit, maar zijn borst nog veel meer. Het is niet eerlijk! ‘Henk!’ Vader kijkt moeder kort aan en loopt dan de deur uit, zonder nog een woord te zeggen. Zijn klompen kletteren op de beun. Opeens gaat het gordijn van de bedstee open. Kleine Muus steekt zijn hoofdje eruit. Zijn blonde haartjes staan rechtop. ‘Ik kan zo helemaal niet slapen’, klaagt hij. ‘Vader schreeuwt steeds zo hard.’ Moeder loopt naar de bedstee toe en slaat haar arm om Muus heen. Ze praat sussend, maar Dirk kan haar niet verstaan. Hij gaat aan tafel zitten en slaat het boekje open. Zolang vader er niet is, kan hij tenminste lezen. Stel je voor dat vader meen- de wat hij net zei en dat hij geen boeken meer mag lenen van de meester. Dan kan hij inderdaad alleen maar in de Bijbel lezen, want een ander boek hebben ze niet. Er staan best mooie verhalen in, maar die kent hij allemaal al. In de weken nadat bap Taanman was overleden, heeft hij iedere dag zeker een uur in de Bijbel gelezen. Dan zat hij in de stoel bij het raam, met de gouden horlogeketting van bap in zijn hand en de zware bijbel op zijn schoot. Al lezend voelde hij zich dicht bij God en dat troostte hem. Jan komt tegenover hem zitten. ‘Dirk?’ ‘Hm.’ ‘Wat is er nou allemaal aan de hand? Waarom was de meester hier en waarom is vader zo boos?’ opmk.VechtentdGolven.indd 15 18-11-15 12:28
16 ‘Ik ben bijna twaalf en dan moet ik van school en gaan varen, net als vader.’ ‘Geluksvogel! Ik moet nog anderhalf jaar in die stinkende school zitten en iedere dag Arie en Kees zien. Als je lekker vaart, heb je daar geen last van. Geen moeilijke woorden schrijven, geen som- men maken. Ik kan niet wachten tot ik twaalf ben!’ Kon hij er maar net zo over denken als Jan, denkt Dirk. ‘Ik vind het helemaal niet leuk om twaalf te worden’, zegt hij zacht. ‘Ik wil niet van school.’ ‘Vind je het dan leuk om bij Kees en Arie in de klas te zitten?’ ‘Nee, natuurlijk niet. Ik vind het niet leuk in de klás, maar ik wil wel dingen léren.’ Kan hij aan zijn broertje vertellen wat hij al zo lang denkt? Dat hij helemaal geen visser wil worden, maar schoolmeester, of, nog liever, dokter. Maar dan kan hij niet op zijn twaalfde van school, dan moet hij verder leren. Hij kan het, hij weet zeker dat het hem zal lukken, maar vader zal het niet toestaan, nooit. Vader heeft hem gewoon nodig aan boord. Het is nu twee maan- den geleden dat bap Taanman is overleden en sindsdien vaart vader de botter alleen, terwijl dat bijna niet te doen is. Daarom moet Dirk mee, zo snel mogelijk. Alle zonen Taanman gaan de Zuiderzee op, zo is het al eeuwen. En zo zal het ook wel altijd blijven. Dat zou vader het liefst zien, maar Dirk niet. Hij moet er niet aan denken! Dat voortdurende geklots van het water tegen het houten scheepje, de kou, de wind, de zon, de regen. Vader zegt altijd dat er niets mooier is dan visser zijn, dat je je op de Zuiderzee helemaal alleen op de wereld waant. Maar Dirk wil helemaal niet alleen zijn. Hij wil bij mensen zijn, hen hel- pen, of hun wat leren. En de meester weet dat, ook al heeft Dirk het hem nooit verteld. Daarom kwam hij natuurlijk op zaterdagavond naar hun huis. De meester vindt ook dat hij niet van school moet. Maar vader zal niet naar hem luisteren. Nooit. En dus zal Dirk eind december moeten gaan varen. opmk.VechtentdGolven.indd 16 18-11-15 12:28