Bekijk de tekstversie van dit leesfragment.9 1 Gevraagd en gekregen: een nieuwe taak ‘De zuivere en onbevlekte godsdienst voor God en de Vader is deze: wezen en weduwen bezoeken in hun verdrukking, en zichzelven onbesmet bewaren van de wereld.’ Jakobus 1:27 In het Groot-Brittannië van de negentiende eeuw trokken grote groepen mensen vanaf het platteland naar de ste - den, op zoek naar werk. Triest genoeg waren de meesten van hen erg arm. Vaak stierven ze al jong. Kinderen bleven vaak als wezen achter. Als alleen de vader stierf – wat ook veel gebeurde – was het voor de moeder extra moeilijk om nog voor haar gezin te zorgen. Het gevolg was dat er in Spurgeons dagen alleen al in Londen honderdduizend kinderen woonden voor wie niet goed werd gezorgd! De meesten hadden geen thuis, zoals jij. Ze zwierven door de straten, zonder voldoende voedsel of kleding. Je kunt je nu haast niet meer voorstellen hoe zwaar
10 het leven voor hen geweest moet zijn. Spurgeon zag al die ellende om zich heen en op een dag zei hij tegen zijn kerkleden van de Metropolitan Tabernacle: ‘Wij zijn een grote gemeente. We zouden echt meer voor de Heere moeten doen in deze stad. Laten we God vragen ons hierin een taak te geven. En mochten we daar geld voor nodig hebben, laten we dat dan ook aan Hem voor- l e g g e n .’ Nu leefde er juist in die periode een rijke, christelijke dame, mevrouw Hillyard. Zij geloofde dat God wilde dat ze een deel van haar geld zou gebruiken voor hulp aan arme kinderen in Londen. Eens raakte ze daarover in gesprek met een vriend, en ze vroeg hem of hij mis- schien iemand wist die betrouwbaar en eerlijk was en die haar hierbij zou kunnen helpen. De vriend hoefde geen moment na te denken. Hij antwoordde onmiddellijk: ‘Dominee Spurgeon!’ Mevrouw Hillyard had Spurgeon nog nooit ontmoet, maar ze besloot hem een brief te sturen. Daarin vertelde ze dat ze hem twintigduizend pond wilde schenken om een weeshuis op te richten. Dat was enorm veel geld! Een goed opgeleide werknemer verdiende in die dagen niet meer dan honderd pond per jaar. Dit betekent dat wat mevrouw Hillyard wilde geven, in onze tijd meer dan drie miljoen euro waard zou zijn! Spurgeon besloot mevrouw Hillyard samen met een van zijn diakenen op te zoeken. Haar huis bleek er bepaald niet chic uit te zien, in elk geval niet alsof er iemand woon - de die twintigduizend pond bezat. Eenmaal binnen zei Spurgeon aarzelend: ‘Wij zijn hier,
11 mevrouw, in verband met die tweehonderd pond waar- over u ons schreef in uw brief.’ ‘Tweehonderd?’ vroeg ze verbaasd. ‘Heb ik dat echt geschreven? Ik bedoelde twintigduizend!’ ‘Ja, dat schreef u inderdaad’, antwoordde Spurgeon, ‘maar ik wist niet zeker of er niet per ongeluk twee nullen te veel in die brief waren terechtgekomen, dus ik dacht dat ik maar beter voorzichtig kon zijn.’ Toen vroeg hij haar of ze het geld niet beter aan haar familieleden kon geven, of aan George Müller, die een weeshuis in Bristol had. Maar nee, mevrouw Hillyard wist zeker dat het gebruikt moest worden voor een nieuw tehuis voor weeskinderen in Londen. Wat een wonderlijke gebeurtenis! Precies toen de gemeen - teleden de Heere hadden gevraagd hen hierin een taak te geven, kwam dit op hun pad. Nog geen maand later kocht Spurgeon een stuk land en al snel werd begonnen met de bouw van het weeshuis. Later hoorde hij dat mevrouw Hillyard niet in een groot, duur huis wilde wonen, omdat ze met haar geld liever anderen wilde helpen. In plaats van er zelf van te genieten, gebruikte ze het voor het werk van de Heere. Dank God voor alle fijne dingen waarvan jij genieten mag. Bedenk daarbij dat het geloven in de Heere Jezus Christus altijd gevolgen zal hebben voor alles wat je doet, ook voor de manier waarop je met geld omgaat. De apostel Jakobus zegt het zo: ‘De zuivere en onbevlekte godsdienst voor God en de Vader is deze: wezen en weduwen bezoeken in hun verdrukking, en zichzelven onbesmet bewaren van de wereld.’