70 kleurrijke wonderverhalenuit de christelijke traditie Herverteld door STEPHAN DE JONG STEPHAN DE JONG Laat u verrassen door de 70 mooiste wonderverhalen uit de christelijke traditie. Afgezien van de vraag of ze wel of niet gebeurd zijn, zijn ze prachtig ‘herverteld’ door Stephan de Jong. Sommige verhalen zijn ontroerend, andere ver- makelijk om te lezen. De verhalen kunnen worden gelezen ter ontspanning, maar ook worden gebruikt als inleiding voor vergaderingen of als illustratie bij onderwijs en in preken. De vrije navertellingen van De Jong maken de verhalen vlot leesbaar voor de lezer vandaag. Dr. Stephan de Jong is predikant, verhalenverteller en beeldend kunstenaar. Hij publiceerde diverse theologische boeken en verhalenbundels. isbn 978 90 435 3502 1 • nur 345, 700
7 Voorwoord Verhalen moeten worden gehoord, gelezen, verteld en herverteld. Zo blijven ze leven. Levende verhalen ontwikkelen zich, verschieten van kleur, veranderen, groeien of slinken. Wie zich bezighoudt met de wonderverhalen uit de christelijke traditie, ziet dat veel verhalen daardoor in verschillende varianten voorkomen. Oude versies krijgen een nieuw leven in nieuwe versies. Juist doordat ze steeds worden aan - gepast aan de tijd, verschrompelen ze niet tot dode letter. In deze bloemlezing vindt u hervertellingen van oude en minder oude wonderverhalen uit de christelijke traditie. Ik heb ze herschreven met het oog op onze tijd. Deze bloemlezing van zeventig wonderverhalen vormt mijn selectie uit een zee van christelijke wonderverhalen. De leidraden die ik volgde waren barmhartigheid, hoop en verrassing. Er zijn in de christelijke wondertraditie ook grimmige, wraakzuchtige en inhumane verhalen te vinden. Die heb ik gelaten voor wat ze zijn. De volgorde van de wonderverhalen in deze bundel wordt niet bepaald door hun ontstaanstijd. Deze is vaak niet meer vast te stellen. De volg - orde wordt voornamelijk bepaald door de tijd waarin de hoofdperso - nen leefden of, als ze fictief zijn, door de verteller worden geplaats t. Mocht u willen weten waar de verhalen vandaan komen, achter in het boek staan de bronnen vermeld waaruit ik putte. Tenslotte nog iets over de titel. Als u wilt weten waaraan deze is ont - leend, lees dan hoofdstuk 41 over de woestijnmonnik Hor. kokBWdelezendeanalfabeet1020.indd 7kokBWdelezendeanalfabeet1020.indd 7 13-10-2020 10:2213-10-2020 10:22
8 Inleiding Er loopt een draad van wonderverhalen door heel de geschiedenis van het christendom. In de jonge kerk werden graag wonderverhalen ver - teld en ontstonden er nieuwe. Niemand vond dat vreemd, op een en - kele sceptische filosoof na. In de omringende antieke wereld wemelde het immers van wonderverhalen. In de verhalen uit de vroege kerk lezen we onder meer over de volhar - ding van de martelaren en de wedijver met heidense tovenaars. Deze vaak kleurrijke wonderverhalen hadden als doel het geloof te verster - ken. Bekende theologen uit de tweede en derde eeuw zoals Justinus, Irenaeus, Tertullianus en Cyprianus, benadrukten het belang van de wonderverhalen voor de groei van de kerk. Een andere oude theoloog, Origenes, gaf de voorkeur niet aan een letterlijke maar aan een sym - bolische interpretatie van de wonderverhalen. Waarschijnlijk hadden sommige van de verhalen ook gewoon amusement als doel. Dat geldt trouwens ook voor wonderlegenden van later datum. Een groot deel van de christelijke traditie was immers een verhalencultuur, waarin verhalen werden verteld niet alleen ter lering maar ook ter vermaak. Aan het einde van de derde eeuw kwam in de kerk een hervormingsbe - weging op. Mannen en ook wel vrouwen begonnen te zoeken naar een zuiver en eenvoudig christelijk leven. Ze trokken naar de woestijnen van Egypte, Jordanië of Syrië om hun leven onvoorwaardelijk aan God te wijden. Het voorbeeld van deze ‘woestijnvaders of -moeders’ vond navolging in West-Europa, vooral door Britse monniken en missionarissen zoals Bonifatius en Willibrord. Rond al die vroege monniken ontstond een krans van wonderverhalen, over genezingen kokBWdelezendeanalfabeet1020.indd 8kokBWdelezendeanalfabeet1020.indd 8 13-10-2020 10:2213-10-2020 10:22
9 van mensen maar ook van dieren of vriendschap met hen. De verhalen getuigen van hoop op een verzoende wereld, een nieuw paradijs. Tijdens de middeleeuwen bloeide het wondergeloof. Van grote invloed daarop was de theoloog Augustinus (354-430). Aanvankelijk meende hij dat wonderen alleen beperkt waren tot Bijbelse tijden. Maar door eigen wonderlijke ervaringen raakte hij ervan overtuigd dat wonderen nog altijd konden gebeuren. Ze toonden de waarheid van het geloof. Hij legde daarom de eerste verzameling van wonderverhalen aan en stimuleerde anderen dat ook te doen. Wonderen behoorden naar middeleeuws besef tot het ene universum van God. In de wonderen kwam de hemel even op aarde. Overigens ging het nooit alleen om het fysieke aspect ervan. Wonderen hadden altijd ook, op de eerste plaats zelfs, geestelijke waarde, bijvoorbeeld als aanzet tot bekering. Gelovigen waren bereid te reizen, soms ver zelfs, voor een wonder, vooral voor genezing. Kerken waar de resten of relieken van beroemde heiligen werden bewaard, groeiden uit tot bedevaartsplaatsen. Een bekend voorbeeld is Santiago de Compostella in noordwest Spanje. De verhalen over de heiligen vertellen over hun heldhaftige houding tij - dens de christenvervolgingen in de eerste eeuwen van de kerk en gaan vaak terug op oude martelaarsakten. Later werden er wonderverhalen aan toegevoegd. Bedevaartsoorden die verbonden waren met Maria konden op bijzondere belangstelling rekenen. Deze moeder kende uit eigen ervaring de vaak bittere menselijke werkelijkheid. Zij zou een smekeling toch niet in de kou laten staan? Vaak wordt gedacht dat de Reformatie aan het begin van de zestiende eeuw een breuk met de wondertraditie betekende. Dat is maar gedeel - telijk waar. Luther en Calvijn achtten wonderen van geringe waarde. Maar zo scherp was de breuk tussen protestanten en katholieken niet. Wonderverhalen konden nog altijd rekenen op warme belangstelling. De Reformatie zorgde wel voor een kritischer geest. Daarvoor, aan het einde van de middeleeuwen, kwam die trouwens al op in de kerk. Aan de officiële erkenning van wonderen en heiligverklaringen werde n sinds de dertiende eeuw steeds strengere eisen gesteld. kokBWdelezendeanalfabeet1020.indd 9kokBWdelezendeanalfabeet1020.indd 9 13-10-2020 10:2213-10-2020 10:22
10 Wonderverhalen bleven populair, zowel in katholieke als protestantse kring. Vanzelfsprekend zorgde de opkomst van de moderne weten - schappen sinds de zeventiende eeuw voor een veel kritischer houding ten aanzien van wonderen. Er ging een rationele wind waaien, die enerzijds zorgde voor een crisis in het wondergeloof, anderzijds voor een opbloei. Zowel aan rooms-katholieke als protestantse zijde rees er verzet tegen het eenzijdige, als kil beleefde rationalisme. In Engeland en de Verenigde Staten vonden opwekkingen plaats. Hieruit kwamen de methodistenkerk en later de pinksterkerken voort. In deze kerken spelen wonderen een belangrijke rol tot op de dag van vandaag. De erkenning van heiligen ging in de rooms-katholieke kerk gewoon door. Daarnaast ontstonden er nieuwe bedevaartsplaatsen, zoals in de ne - gentiende eeuw in Lourdes. Nog altijd wordt in het christendom over wonderen verteld, in het Westen en zeker ook in Afrika, Azië en Latijns-Amerika. Hoe verschil - lend gelovigen daarover ook denken, allen houden van verhalen, ook van wonderverhalen. Waarom houden velen van wonderverhalen? Deze verhalen maken de wereld minder plat. Ze wekken het vermoeden dat de wereld zich niet beperkt tot de materie alleen, maar zo groot is als het mysterie. Ze wurmen vraagtekens tussen de natuurwetten en wiskundige formules waarmee de wereld wordt begrepen en roepen de vraag op of alles daar - mee werkelijk te begrijpen valt. Kortom, wonderverhalen morrelen aan het platte, materialistische wereldbeeld dat mij op school werd voorgeschoteld. Maar of al die wonderverhalen waar zijn? Vele zijn zo speels en fan - tasierijk dat ze onder de waarheidsvraag uitkruipen. Maar op een wat dieper niveau confronteren wonderverhalen mij met de onmogelijke mogelijkheden van mijn bestaan. Ze tekenen de wereld als een zee vol geheimen, waarin ik niet meer dan een kortzichtig spierinkje ben. Ik hoor en zie ongrijpbare gebeurtenissen die ik niet kan begrijpen. De liefde is daarvan natuurlijk het meest clichématige voorbeeld. Er valt wel meer te noemen: intuïtie, telepathie, verschijningen van overleden kokBWdelezendeanalfabeet1020.indd 10kokBWdelezendeanalfabeet1020.indd 10 13-10-2020 10:2213-10-2020 10:22
11 geliefden, medisch onverklaarbare genezingen, visioenen. Het rijtje kan naar believen worden aangevuld. Het kan ook naar believen wor - den ingekort vanuit de veronderstelling dat zulke dingen niet bestaan of dat er te zijner tijd een verklaring voor wordt gevonden. Of dat zo is? Misschien. Misschien niet. Dit boek biedt christelijke wonderverhalen. Daarin gaat het over God, de hemel, engelen. Sommige verhalen zijn lief, ontroerend, indruk - wekkend, vermakelijk en verrassend. Andere zijn meer serieus. Ze stellen de vraag aan de orde of God verrassende dingen kan doen. Als God er is, is dan eigenlijk niet alles mogelijk? Eén ding is zeker, h et is niet aan mij gegeven zeker te weten of God wonderen doet. Dat kan ik alleen maar geloven, of niet. Bij wonderverhalen hoort een eigen manier van lezen. Lees deze ver - halen zonder je op de eerste plaats druk te maken over de vraag of ze echt zijn of niet. Daarvoor zijn de meeste niet gemaakt. Ze vragen om een glimlach. Ze vragen om verwondering. Neem jezelf niet te seri - eus. Verwacht het onverwachte. Ze zijn gemaakt voor de glimlach, de hoop, de verrassing, inspiratie, ademruimte en niet te vergeten voor gewoon plezier. Kortom, voor menselijkheid. Zo maken wonderhalen mijn wereld minder plat. kokBWdelezendeanalfabeet1020.indd 11kokBWdelezendeanalfabeet1020.indd 11 13-10-2020 10:2213-10-2020 10:22
12 1 Jozef en Maria op de vlucht Een engel had Jozef en Maria gewaarschuwd dat Herodes alle kleine jongetjes in Betlehem wilde doden. Daarom zadelde Jozef een ezel voor Maria en de kleine Jezus en vluchtte de heilige familie richting Egypte. De tocht voerde door de woestijn en Jozef vreesde de gevaren van dat onherbergzame gebied, maar Maria was niet bang. Terwijl ze uitrustten onder een vijgenboom, stak Jezus zijn kleine handjes omhoog, waarop de vijgenboom zijn takken naar beneden boog en zijn vruchten liet plukken. ’s Nachts, toen er een gure wind waaide in de woestijn, maakten de bomen met hun takken een tent die bescherming bood tegen de kou. De soldaten van Herodes hadden de vlucht van Jozef, Maria en hun kind opgemerkt. Ze gingen de woestijn in en achtervolgden hen. Maar de vogels die daar leefden, wisten met hun vleugels de sporen uit. De zwaluwen vlogen voor de heilige familie uit om hun de weg te wijzen. Niettemin kwamen de soldaten steeds dichterbij. Op een gegeven moment waren ze zo nabij dat Jozef geen andere mogelijkheid zag dan een ravijn in te gaan om een schuilplek te zoeken. Het ravijn bleek dood te lopen en de vluchtelingen konden geen kant meer op. De sol - daten waren nu zo dicht genaderd dat ze hen elk moment konden vin - den. De kleine Jezus stak zijn handje uit naar een glinsterende steen in de rots, waarop de rots openging en er een grot zichtbaar werd. Zo kokBWdelezendeanalfabeet1020.indd 12kokBWdelezendeanalfabeet1020.indd 12 13-10-2020 10:2213-10-2020 10:22
13 gauw Jozef en Maria met hun kind de grot hadden betreden, kwamen er honderden spinnen tevoorschijn, die de opening van de grot dicht weefden. Bij de grot gekomen meenden de soldaten dat de vluchte - lingen daar niet verscholen konden zitten, omdat de spinnenwebben voor de ingang heel waren. De soldaten besloten op die plek de nacht door te brengen. Jozef, Ma - ria en de kleine Jezus hadden niets te eten of te drinken, maar door de gaatjes in het web kwamen bijen honing brengen. Ook kwamen er vo - gels die hun eieren schonken en hagedissen kropen met dauwdruppels op hun rug naar binnen. De winterkoninkjes bouwden met hun veren een wiegje voor het kind. Toen het warm werd in de grot, waaiden de vleermuizen met hun vleugels de drie vluchtelingen koelte toe. Toen Jezus ’s morgens vroeg begon te huilen, kwetterden de zwaluwen zo hard als ze konden en huilden de wolven en de hyena’s zo luid dat de soldaten het kind niet hoorden. Nadat de soldaten waren weggegaan, trok de heilige familie verder. De dieren in de woestijn zorgden voor hen. kokBWdelezendeanalfabeet1020.indd 13kokBWdelezendeanalfabeet1020.indd 13 13-10-2020 10:2213-10-2020 10:22
14 2 Jezus en de kleivogels De kleine Jezus speelde graag buiten. Hij zat vaak op de stoep voor de werkplaats van zijn vader Jozef in Nazareth. Dan maakte hij iets van het hout dat zijn vader over had. Of hij knutselde met takjes die hij op straat vond. Op een dag had hij van de pottenbakker aan de overkant een stuk klei gekregen. Jezus had nog nooit iets van klei gemaakt. Eerst probeerde hij een potje te maken. Dat was niet zo moeilijk. Daarna probeerde hij er dierfiguren mee te maken. In het begin lukte dat niet zo goed. Maar na een tijdje ging het beter. Hij maakte drie ranke kleivogeltjes, die haast echt leken. Een paar kinderen uit Nazareth kwamen kijken. Ze bewonderden de kleivogeltjes van Jezus. Hij vertelde dat ze uit verre landen gekomen waren en hem van alles vertelden. De kinderen keken hem verbaasd aan. Ze geloofden hem niet. Hoe zouden vogeltjes van klei ooit kunnen vliegen? Sommige kinderen vroegen of de kleivogeltjes dan ook zingen konden. Jezus vertelde zo mooi over hen, dat sommigen begonnen te geloven dat ze dat werkelijk konden. Andere kinderen bleven twijfelen en zeiden dat de kleivogeltjes niet echt waren. Dat kon je ook wel zien, zeiden ze, aan hun grijze kleur. Echte vogels waren gekleurd. Jezus liep naar een regenplas waarin de zon weerspiegelde. Hij schepte met zijn hand de zonnestralen uit de plas en verfde er de vogels mee. De andere kinderen vonden dat mooi en probeerden ook het zonlicht uit de plas te scheppen, maar het liep tussen hun vingers weg. Daarop kokBWdelezendeanalfabeet1020.indd 14kokBWdelezendeanalfabeet1020.indd 14 13-10-2020 10:2213-10-2020 10:22
15 werden ze boos. Een van de kinderen liep naar de kleivogels en vertrap - te uit woede het eerste vogeltje. Hij liep naar de volgende twee om ook die te vertrappen. Jezus klapte in zijn handen en riep tegen de vogels: ‘Vlieg weg, vlieg weg!’ De kleivogels strekten hun vleugels en fl adder - den vlug naar de dakgoot. Daar bleven ze angstig naar beneden kijken. De kinderen die erbij waren keken verwonderd omhoog. Het kind dat de eerste vogel had vertrapt, was erg geschrokken. Verward en bang begon hij te huilen. Maria had het door het venster van haar huis allemaal zien gebeuren. Ze kwam naar buiten en nam het huilende kind op schoot en streelde over zijn haar. Het kind werd weer rustig. Veel later, eenmaal groot geworden, zou hij geloven dat er niemand zo groot is als hij die met zonnestralen kan schilderen en dode klei tot leven wekken kan. kokBWdelezendeanalfabeet1020.indd 15kokBWdelezendeanalfabeet1020.indd 15 13-10-2020 10:2213-10-2020 10:22
16 3 Jezus in de tempel Jozef en Maria hadden de twaalfjarige Jezus meegenomen naar de tempel. Jezus was niet erg onder de indruk van de kunstige bouw ervan of van de enorme afmetingen, maar wel van een grote koperen bazuin die hij er zag. Zijn ouders vertelden dat niemand daar een toon uit kon krijgen, behalve hij die eens over alle volken heersen zou. In de tempel bevond zich een diepe kloof met een bijzondere brug er - over. Deze was smal als een zonnestraal. Wie kon daaroverheen lopen? ‘Niemand,’ antwoordden Jozef en Maria, ‘behalve degene die zeker in het paradijs zal komen.’ Er was nog iets dat Jezus’ aandacht trok: twee zuilen die zo dicht bij elkaar stonden dat niemand er tussendoor zou kunnen. Zijn ouders vertelden dat degene die tussen deze zuilen door kon gaan, zonder zonde was. De volgende ochtend vroeg, voor de terugkeer naar Nazareth, wilde Jezus nog even in de tempel kijken. Bij de twee zuilen zag hij een rech - ter. Een rijke man en arme vrouw waren bij hem gekomen. De vrouw zou haar schuld niet hebben terugbetaald. De rijke man zwoer er een eed op: ‘Zo waarachtig als er niemand tussen deze zuilen door kan gaan, zo waarachtig is mijn getuigenis.’ Jezus zag aan het gezicht van de vrouw dat ze onschuldig was. Hij liep naar de zuilen en deze weken uiteen. Jezus liep tussen de zuilen door, wat alleen iemand kon die zonder zonde was. Er volgden verbazing en ontroering bij de aanwe - zigen in de tempel. De rechter hield de rijke man aan zijn uitspraak en sprak de arme vrouw vrij. kokBWdelezendeanalfabeet1020.indd 16kokBWdelezendeanalfabeet1020.indd 16 13-10-2020 10:2213-10-2020 10:22
17 Bij de brug die zo smal was als een zonnestraal, zag Jezus een arme man die een lam wilde offeren ten behoeve van zijn zieke zoon. Volgens de priester was dit lam te armzalig voor God. Hij was onver - biddelijk: ‘Zo waarachtig als er niemand over deze brug kan gaan, zo waarachtig is mijn oordeel.’ Jezus had medelijden met de man. Hij liep over de brug, wat alleen iemand kon die zeker naar het paradijs zou gaan. De priester had geen andere keus dan het offer van de arme man toestaan. Bij de plek waar de grote koperen bazuin stond, hoorde Jezus dat een heiden de toegang tot de tempel werd ontzegd. Binnengaan was niet mogelijk, zei een priester. ‘Zo waarachtig als er niemand geluid kan krijgen uit deze bazuin, zo waarachtig is mijn oordeel.’ Jezus blies op de bazuin, wat alleen hij kon die eens over alle volken heersen zou. Het geluid ervan bleek tot verwondering van alle mensen niet alleen in de tempel hoorbaar te zijn, maar over de hele wereld. kokBWdelezendeanalfabeet1020.indd 17kokBWdelezendeanalfabeet1020.indd 17 13-10-2020 10:2213-10-2020 10:22
18 4 Jezus en het roodborstje Toen Onze Lieve Heer de aarde schiep, had Hij het bijzonder druk. Het bouwen van de wereld is immers een heel karwei, vooral als som - mige dieren ook nog hun naam vergeten, zoals de ezel. Al drie keer had hij Onze Lieve Heer gestoord met de vraag hoe hij ook al weer heette. Onze Lieve Heer pakte hem ongeduldig bij zijn oren en riep: ‘Ezel, ezel, ezel!’ Daarbij trok Hij lichtjes aan de oren van de ezel om ze ver - der open te zetten. Nog altijd loopt het beestje met lange oren rond. Onze Lieve Heer had het ook druk met het verven van de vogels. Ze kregen de mooiste kleuren. Helaas was de verf op, toen er nog één vogeltje over was. Dat kreeg de naam ‘roodborst’. Eens zag het vogeltje zich weerspiegeld in het water en ontdekte toen dat haar borst grijs was. Ze ging het Onze Lieve Heer vragen: ‘Waarom heet ik roodborst - je terwijl daar geen reden toe is?’ Onze Lieve Heer zei dat zij dat later wel zou begrijpen. Het roodborstje vloog teleurgesteld weg en besloot vlakbij Jeruzalem in een rozenstruik te gaan wonen. Misschien dat de rode rozenblaad - jes eens haar borst zouden kleuren? Op een dag zat het roodborstje op het nest met haar jongen en hoorde verderop rumoer. Er kwam een menigte mensen de poort uit. Tussen hen in liepen drie uitgeputte mannen met een kruis op de schouders. Een eindje verderop stonden ze stil. Er klonken hamerslagen en gegil. Moeder roodborst bescherm - de met haar vleugels haar jongen zodat ze niets zouden horen of zien. De kruisen werden omhoog gehesen met de drie mannen eraan. Het kokBWdelezendeanalfabeet1020.indd 18kokBWdelezendeanalfabeet1020.indd 18 13-10-2020 10:2213-10-2020 10:22
19 roodborstje wilde niet kijken, maar haar ogen werden naar het wrede schouwspel toegetrokken. De man in het midden had een doornen - kroon op. Zijn ogen waren triest en zacht. Was dit een misdadiger? Het roodborstje zag hoe de doornen van de kroon in het voorhoofd van de man staken en zijn lijden verergerden. Ze kon niet meer blijven zitten en vloog naar de man. Voorzichtig trok ze met haar snavel de doornen uit zijn hoofd. Er viel een druppel bloed op haar borst. De druppel verspreidde zich en kleurde haar veren rood. Toen het roodborstje terugkwam bij haar jongen, riepen ze dat haar voorste veren rood waren. Ze probeerde het bloed af te wassen. Dat lukte niet. Nog altijd heeft haar borst die rode kleur. kokBWdelezendeanalfabeet1020.indd 19kokBWdelezendeanalfabeet1020.indd 19 13-10-2020 10:2213-10-2020 10:22
70 kleurrijke wonderverhalenuit de christelijke traditie Herverteld door STEPHAN DE JONG STEPHAN DE JONG Laat u verrassen door de 70 mooiste wonderverhalen uit de christelijke traditie. Afgezien van de vraag of ze wel of niet gebeurd zijn, zijn ze prachtig ‘herverteld’ door Stephan de Jong. Sommige verhalen zijn ontroerend, andere ver- makelijk om te lezen. De verhalen kunnen worden gelezen ter ontspanning, maar ook worden gebruikt als inleiding voor vergaderingen of als illustratie bij onderwijs en in preken. De vrije navertellingen van De Jong maken de verhalen vlot leesbaar voor de lezer vandaag. Dr. Stephan de Jong is predikant, verhalenverteller en beeldend kunstenaar. Hij publiceerde diverse theologische boeken en verhalenbundels. isbn 978 90 435 3502 1 • nur 345, 700