de gestolen schat
JIP EN JENS - DE GESTOLEN SCHAT ISBN 9789087821135© 2023 Buddy BooksTekst en illustraties: Michel de Boer Alle rechten onder voorbehoud buddybooks.nlmicheldeboer.net
Inhoud Een klusje ........................................................................ ... 5 Macaroni met saus ............................................................ 9 Een droomhuis ................................................................. 13 Nepgeld ........................................................................ ... 18 Een echte schat ............................................................... 23 Vette pech ........................................................................ 28 Gemene jongens ............................................................. 31 Paniek ........................................................................ ...... 36 Politie in de speeltuin ..................................................... 43 Vindersloon ...................................................................... 51 Papa schrikt ..................................................................... 54 De journalist .................................................................... 60
5 een klusje Jens loopt de keuken in waar papa bezig is met koken. Papa kan dat heel goed, maar de boel vies maken kan hij nog veel beter. Overal, op de tegels aan de muur en op de vloer, zitten rode spetters tomatensaus. Zelfs aan het plafond hangt een dikke klodder. ‘t Is net alsof de pan met saus is ontploft. Overal op het aanrecht liggen zakjes en blikjes. Het is een grote bende in de keuken, maar dat is niet echt een verrassing. Alleen dat vieze plafond, dat heeft Jens nog niet eerder gezien. Hoe krijgt papa dat toch voor elkaar? ‘Pap,’ begint Jens, ‘kan ik vandaag een klusje doen?’ Papa reageert niet. De afzuigkap boven zijn hoofd maakt zo’n lawaai dat hij waarschijnlijk niets hoort. En door de stoom uit de pan ziet hij vast ook amper iets. Driftig blijft papa in de pan roeren. Jens trekt aan zijn vaders broek om zijn aandacht te krijgen. ‘Pa-ap!’ Gelukt. Papa draait zich om. Zijn bril is beslagen door de stoom uit de pan. ‘Mag ik een klusje doen?’ vraagt Jens weer, nu iets harder.
6 ‘Ik ben niet doof,’ zegt papa. ‘O… maar wel blind. Ik zie je niet. Wacht even.’ Papa poetst zijn bril schoon en zet hem weer op. ‘Sorry, Jens. Wat zei je? Wil je een klusje doen?’ ‘Voor geld?’ voegt Jens er snel aan toe. Papa gebaart naar het aanrecht. ‘Je mag die paar dingetjes wel opruimen.’ Jens bekijkt het slagveld dat zijn vader van de keuken heeft gemaakt. Een paar dingetjes? ‘Nee, dank u. Misschien iets anders?’ Pap ziet aan Jens dat hij er geen zin in heeft. ‘Je mag ook de groene vuilnisbak aan de weg zetten.’ Jens trekt een moeilijk gezicht. ‘Maar die is zo zwaar.’ Ondertussen proeft papa even van zijn saus. ‘Hm-m, daar kan nog wel wat peper bij.’ ‘Ik wil graag een leuk klusje,’ zegt Jens. ‘Tja,’ lacht papa. ‘Dat heb ik al gedaan. Er is niets leukers dan de keuken vies maken.’ ‘De vuilnisbak stinkt zo,’ vult Jens aan. ‘O, daar heb ik wel een oplossing voor. Gewoon een knijper op je neus zetten.’ Jens zucht. ‘Is er niet iets anders dat ik kan doen?’ Papa haalt zijn schouders op. ‘Op dit moment weet ik
7
8 het niet zo gauw.’ Er zit niets anders op. Jens wil graag geld verdienen. ‘Hoeveel krijg ik ervoor?’ ‘Voor het dragen van een knijper op je neus?’ ‘Pa-ap, zeg nou. Hoeveel?’ Papa legt de pollepel op het aanrecht en strooit wat peper bij de saus. ’50 cent.’ ‘Wat? Zo weinig? Zo word ik nooit rijk.’ ‘O, wil je rijk worden?’ Jens knikt. ‘Dan heb ik een goede tip voor jou.’ Vol verwachting kijkt Jens naar zijn vader. Hij weet hoe ik rijk kan worden en hij gaat het mij nu vertellen! ‘Dan moet je heel veel klusjes doen.’ Papa grinnikt om zijn eigen slimheid.
9 macaroni met saus Met tegenzin loopt Jens naar buiten. Helemaal achter in de tuin, tegen de schutting, staan drie vuilnisbakken. Ze hebben elk een andere kleur. De blauwe bak is voor oud papier, de grijze voor restafval en plastic en de groene voor groente-, fruit- en tuinafval. Jens trekt de groene bak van zijn plek, door de poort. ‘Oef! Precies wat ik al dacht, dat ding is loodzwaar,’ moppert hij. ‘Bah! Wat meurt dat ding.’ Aan het einde van de steeg komt hij zijn tweelingbroer Jip tegen. ‘Wat ben jij nou aan het doen?’ vraagt Jip. ‘Dat zie je toch?’ antwoordt Jens met een zucht. ‘Ik word stinkend rijk, ruik maar.’ Jens doet de klep van de bak open. Jip houdt zijn neus boven de opening. ‘Iew! Wat een vieze stank.’ Lachend laat Jens de klep weer dichtvallen. ‘Dat bedoel ik dus.’ Met zijn hand probeert Jip de lucht weg te wapperen. ‘Hoe rijk word je precies van deze kinderarbeid?’
10 ‘Ik krijg maar 50 cent van papa.’ ‘Zo veel?’ ‘Veel? Vet weinig zul je bedoelen,’ klaagt Jens. ‘Die bak is onwijs zwaar. Voel maar!’ ‘Ik geloof je zo ook wel,’ zegt Jip. ‘Kun je mij helpen om de bak aan de weg te zetten?’ ‘Ja hoor, dat wil ik wel,’ antwoordt Jip direct. ‘Echt?’ Jens is verbaasd. ’Top.’ ‘Als ik 25 cent van je krijg.’ ‘Huh. De helft? Maar ik heb het grootste gedeelte al zelf gedaan. Ik hoef alleen nog maar de hoek om, dan ben ik bij de weg! Dat is niet eerlijk.’ Jip steekt zijn hand uit. ‘25 cent.’ Jens aarzelt. Als hij het geld deelt, duurt het nog langer totdat hij rijk is. Hij trekt nog eens aan de bak. Die is nog net zo zwaar als vijf minuten geleden. ‘Tjonge, als ik dit alleen moet doen, zijn mijn armen straks helemaal uitgerekt.’ ‘Dus je doet het,’ zegt Jip. ‘Oké,’ zegt Jens en hij schudt de hand van Jip. Samen trekken ze de bak door de steeg naar de weg. ‘Dat is het voordeel van tweeling zijn,’ zegt Jip. ‘Precies,’ zegt Jens. ‘Met z’n tweeën wordt alles
11
12 makkelijker.’ ‘Wow, wat is hier gebeurd?’ vraagt Jip als hij samen met Jens de keuken in stapt. ‘Het lijkt wel of hier een bom is ontploft. Hopelijk is het geen bloed dat aan de muur zit,’ grapt hij. ‘Ik geef toe dat ik iets te enthousiast ben geweest met het roeren in de pan,’ zegt pap. ‘Geen paniek, ik maak straks alles weer keurig schoon.’ ‘Is het gelukt met de vuilnisbak?’ vraagt papa aan Jens. ‘Jip heeft mij geholpen,’ antwoordt Jens. ‘De bak was te zwaar voor mij alleen.’ ‘Dat is aardig van je broer,’ zegt pap. Hij pakt het potje met kleingeld van het aanrecht. ‘Weet je wat? Jullie krijgen allebei 50 cent.’ Papa legt twee muntjes van 50 cent op het aanrecht. ‘En nu gaan we eten. Jullie hebben vast honger gekregen van het harde werk.’ ‘Zeker weten,’ beaamt Jens. Als ze aan tafel zitten, schept papa het eten op. ‘Jullie hebben geluk, niet al de saus zit op de muur en vloer. Er is ook nog wat in de pan met macaroni terechtgekomen.’
13 een droomhuis Na het eten gaan Jip en Jens naar boven. Ze delen samen een kamer. Dat is altijd al zo geweest, ze weten niet beter. Bovendien wonen ze in een huis met maar twee slaapkamers. Jip en Jens hebben de ene kamer, de andere kamer is voor papa. Ieder ploffen ze op hun eigen bed. ‘Ik heb iets te veel gegeten,’ zucht Jens. ‘Waren we maar rijk,’ zegt Jip uit het niets. ‘Dan woonden we vast in een groter huis.’ Jens zucht nog eens. ‘Ja, dat zou ik ook wel willen. Als ik zo veel blijf eten als vandaag, pas ik straks niet meer in dit kabouterhuisje.’ ‘Een huis met minstens vier slaapkamers,’ fantaseert Jip verder. ‘Eén voor papa, één voor ons, maar ook voor ons allebei een eigen kamer. Want dan hoef ik die stinkscheetjes van jou niet te ruiken.’ ‘Ik zou wel een huis willen met een zwembad op zolder,’ grinnikt Jens. ‘Met een glijbaan helemaal naar beneden.’ Jip veert op. ’En een lift om weer naar boven te gaan.’
14 Jens staat op van zijn bed. ‘Was papa maar de koning van Nederland, dan woonde we in een paleis.’ ‘Ja, met personeel,’ lacht Jip. ‘Ieder een eigen bediende, dat zou gaaf zijn. Dan wil ik er één die mijn bord leegeet als we spruitjes eten. En ’s avonds aan mijn sokken ruikt of ze nog schoon zijn.’ Jens bukt voorover. Hij wijst naar zijn billen. ‘En ik wil een bediende die, haha... mijn billen afveegt!’ Jip pakt een schetsblok en tekenpotloden. ‘Kom, we gaan tekenen wat we net bedacht hebben.’ ‘Ja, goed plan,’ zegt Jens. Jip legt de tekenspullen op de grond. Zo hebben ze meer ruimte om te tekenen. Van alles wat ze samen doen, vinden ze tekenen het leukst. Ze hebben al heel veel tekeningen gemaakt. Hun schetsboek is bijna helemaal gevuld met gevaarlijke dieren en auto’s, maar er staat nog geen droomhuis in. Jens tekent een hoog gebouw met een punt erop. Het gebouw krijgt zes verdiepingen. Beneden is de woonkamer met keuken. In de keuken tekent Jens rode stippen op de muur. ‘Sausspetters,’ grinnikt hij. Jip tekent in de woonkamer een lange bank.
15