9 Hoofdstuk 1 Papa is het zat ‘Ik ben het zat!’ Zodra hij via de achterdeur de keuken binnenstapt, trapt papa zijn schoenen uit en gooit zijn tas in een hoek. Mama, die bij het aanrecht bezig is met het avondeten, draait zich half naar hem om en vraagt: ‘Wat ben je zat, lieverd?’ Achter haar rug om trekt Joas een gezicht naar zijn broertje en zusjes, die al aan tafel zitten. Joas is veertien en kan er helemaal niet tegen als papa en mama zo doen. Dat kleffe gedoe, zoals hij dat noemt, vindt hij maar niets. ‘Alles!’ gromt papa. Hij loopt door naar de gang om zijn jas op te hangen en naar de wc te gaan. ‘Dat klinkt niet gezellig’, vindt Dorinda. ‘Papa draait heus wel bij’, sust mama. ‘Ik zag op internet dat er weer eens een ongeluk is gebeurd op de A12 en papa zat daar - door vermoedelijk midden in de file.’ ‘Daar kunnen wij toch niets aan doen’, protesteert Lianne, de jongste van het stel. ‘Dan moeten we naar een plek verhuizen dichter bij papa’s werk’, beden kt David. ‘Daar zijn de huizen helemaal niet te betalen’, weet zijn broer. ‘We zullen hiermee moeten leven, er zit niets anders op.’ ‘Waarmee moeten we leren leven?’ vraagt papa, die net weer binnenkomt, argwanend. De kinderen kijken elkaar aan, maar durven niets te zeggen. Als papa zo’n humeur heeft, kan elke opmerking verkeerd vallen. ‘Dat jij elke avond in de file staat’, zegt mama rustig. ‘Ga maar gauw zitten, het eten is klaar.’
10 ‘Niet alleen ’s avonds, maar ook ’s morgens’, verbetert papa haar. ‘Ik verspil iedere dag bijna twee uur doordat er niet wordt doorgereden.’ ‘Of doordat mensen graag kennismaken met vreemdelingen’, zegt Joas. ‘Hoe bedoel je dat?’ vraagt papa achterdochtig. ‘Nou, dat doe je toch als je op een andere auto knalt!’ ‘Daar moet je niet mee spotten’, vindt mama. ‘De extra lange files komen meestal door ongelukken’, weet papa. ‘Sommige mensen rijden nog steeds veel te hard en moe - ten vol in de remmen als ze een file naderen. Regelmatig gaat dat fout, met alle gevolgen van dien. Ik word er niet goed van en vraag me af hoelang ik dit nog volhoud.’ Na het eten gaat Joas naar boven om zijn huiswerk te maken. Hij is net aan een ingewikkelde wiskundesom begonnen, als er op de deur wordt geklopt. ‘Nee’, zegt hij. ‘Ik ben bezig.’ ‘Mogen we binnenkomen?’ vraagt Dorinda. ‘Waarom?’ wil Joas weten. ‘We willen iets overleggen wat papa en mama niet mogen horen’, legt Dorinda uit. ‘Heel even dan’, geeft Joas toe. ‘Maar niet te lang, want ik heb een berg huiswerk.’ Even later zitten ze samen in Joas’ kamer. Joas achter zijn bureautje, de drie anderen op zijn bed. ‘Wat willen jullie overleggen?’ vraagt Joas. ‘Papa en mama zijn nog lang niet jarig. Dat is maar goed ook, want mijn spaarpot i s l e e g.’ ‘Die van mij ook’, stelt Dorinda hem gerust. ‘Maar het gaat over papa, en daardoor ook over mama.’
11 ‘Wat is er mis met hen?’ vraagt David zich af. Blijkbaar weet hij ook niet waarom Dorinda hen bij elkaar heeft geroepen. ‘Papa heeft het veel te druk’, vindt Dorinda. ‘Als hij niet oppast, raakt hij overspannen.’ ‘Volgens mij is hij dat nu al’, zegt Joas. ‘Onder het eten zei hij geen boe of bah.’ ‘En toen ik iets leuks over school wilde vertellen, moest ik mijn mond houden!’ Lianne klinkt zo verongelijkt dat de anderen in de lach schieten. ‘Als jij begint te praten, komt er geen einde meer aan’, lacht David. ‘Ik kan me voorstellen dat papa daar na zo’n lange dag niet op zit te wachten.’ ‘Ik vind het niet eerlijk!’ zegt Lianne verontwaardigd. ‘Ik kan er niets aan doen dat papa het zo druk heeft.’ ‘En dat we zo’n eind van zijn werk wonen’, voegt Dorinda eraan toe. ‘Maar ik heb wel iets bedacht. Papa en mama moeten er een keertje samen tussenuit.’ ‘Zonder ons?’ vraagt Lianne. ‘En wij dan?’ ‘We vragen of opa en oma hier een weekend komen logeren om op ons te passen’, heeft haar zus al bedacht. ‘Dat doen ze nooit!’ zegt Joas. ‘Vier kinderen vinden ze veel te druk.’ ‘Dat denk ik ook’, is Dorinda het met hem eens. ‘Daarom vraag ik of ik dat weekend bij Leontien mag slapen.’ ‘Dan ga ik naar Bram’, bedenkt Joas. ‘Dan hoeven opa en oma alleen op de kleintjes te passen!’ ‘Ik ben niet klein!’ protesteert Lianne. ‘Ik ben al acht, hoor!’ ‘En ik bijna tien!’ zegt David. ‘Voor ons blijven jullie altijd de kleintjes’, plaagt Joas. ‘En jij bent een grote puber!’ schreeuwt David. ‘Doe even normaal, joh’, zegt Dorinda. ‘Of ben je ook overspan - nen, net als papa?’
12 ‘Dat komt door Joas’, antwoordt David op normale toon. ‘Goed, mama en papa moeten samen een weekendje weg. Maar hoe wou je dat aanpakken, Dorinda? We hebben alle vier geen cent!’ ‘Ik heb tien euro in mijn spaarpot, hoor!’ zegt Lianne. ‘Goed van je, maar daar koop je tegenwoordig maar weinig meer voor’, lacht Dorinda. ‘Daarom spaar ik ook verder. Ik heb een heel mooie barbie gezien die ik graag wil hebben.’ ‘Als we willen dat papa en mama samen op stap gaan, zullen ze dat zelf moeten betalen’, zegt David praktisch. ‘Ja, en waar moeten ze naartoe?’ vraagt Joas zich hardop af. ‘Naar Parijs of zo?’ Dorinda schiet in de lach. ‘Daar moet je iemand die bijna overspannen is, vooral naartoe sturen! Parijs is veel te druk, joh.’ ‘Ik denk dat ze gewoon iets rustigs in Nederland moeten zoe - ken’, vindt David. ‘Dan kunnen ze op zondag ook gewoon ergens naar de kerk.’ ‘Dat is zo’, is Joas het met hem eens. ‘Hoewel, je kunt natuurlijk ook op een laptop een kerkdienst kijken.’ ‘Dat doen ze alleen als het echt nodig is’, weet Lianne. ‘Toen we na de coronatoestanden eindelijk weer naar de kerk konden, waren ze zo blij dat we na de dienst gebak bij de koffie kregen.’ ‘Iets rustigs in Nederland, dus’, zegt Joas. ‘Waaraan zit je te denken, David?’ ‘Nou, een bed and breakfast, ergens aan de kust of op de Veluwe.’ Joas trekt zijn laptop naar zich toe en tikt de woorden bed, breakfast en Veluwe in. ‘Wat is breakfast?’ vraagt Lianne zich hardop af. ‘Dat is Engels voor ontbijt’, legt haar zus uit. ‘Waarom noemen ze het dan geen bed en ontbijt?’
13 ‘Omdat tegenwoordig heel veel dingen een Engelse naam heb - ben. Dat klinkt chiquer.’ ‘Nou, ik vind het stom’, zegt Lianne. ‘Ik vraag morgenochtend toch ook niet of het breakfast al klaarstaat. En trouwens, waar - om alleen ontbijt? Hoef je daar de rest van de dag niet te eten?’ Haar broers en zus schieten in de lach. ‘Dat moet je ergens anders doen’, vertelt Dorinda. ‘Hoewel je soms geloof ik bij dat ontbijt ook een lunchpakketje klaar mag m a k e n .’ ‘Jongens, ik geloof dat ik hier iets heb gevonden’, zegt Joas. Hij schuift wat opzij, zodat de andere drie ook op het scherm kun - nen kijken. ‘Bed and breakfast Weltevree bij Vierhouten ligt op een heerlijk rustige locatie, vlak bij bossen en prachtige heidevelden. Ideaal om helemaal tot rust te komen.’ ‘Heerlijk rustig, bij de bossen en heidevelden. Dat klinkt prima’, vindt Dorinda, als ze het stukje heeft bekeken. ‘Er zijn ook foto’s!’ ziet David. ‘Mogen we die zien, Joas?’ Gehoorzaam klikt zijn broer de foto’s aan. Het zijn er een hele - boel. Niet alleen van de bed and breakfast, maar ook van de omgeving. ‘Wat een boel dieren’, zegt Lianne, als ze voor de vierde keer een foto van een ree zien en ook herten, everzwijnen, eekhoorntjes en allerlei vogels zijn langsgekomen. ‘Die zijn niet allemaal door dezelfde mensen gemaakt, hoor’, zegt Joas. ‘Ik denk dat je al blij mag zijn als je tijdens een week - end één ree ziet.’ ‘Volgens mij zitten daar ook wolven’, herinnert David zich. ‘Wolven?’ schrikt Lianne. ‘Die zijn toch heel gevaarlijk? Dan kunnen papa en mama daar niet naartoe!’ ‘Wolven zijn banger voor mensen dan omgekeerd’, zegt David.
14 ‘Tenminste, dat zei Reinier. Hij heeft er laatst een spreekbeurt over gehouden.’ ‘Nou, ik vind het maar eng!’ houdt Lianne vol. ‘Wat mij betreft zoeken we een andere plek.’ ‘Laten we eerst maar met mama overleggen’, zegt Dorinda. ‘Wij kunnen wel van alles bedenken, maar als zij en papa niet wil - len, houdt alles op.’ ‘Ja, en ze zullen het toch echt zelf moeten betalen’, voegt Joas eraan toe. ‘Zullen we het morgen na schooltijd met mama over - leggen, voordat papa thuiskomt?’ ‘Morgen pas?’ aarzelt Dorinda. ‘Het moet een verrassing voor papa zijn’, beslist Joas. ‘En nu wegwezen, want ik moet huiswerk maken!’ Tot verwondering van het viertal is mama meteen voor het voorstel te porren. ‘Ik had zelf ook al zoiets bedacht’, zegt ze. ‘Maar ik vind het vervelend om jullie een paar dagen alleen te laten.’ ‘Dat overleven we heus wel’, zegt Dorinda. ‘Ik heb het er al met Leontien over gehad. Ze vindt het te gek als ik een weekend kom logeren.’ ‘Zij misschien’, weifelt mama, ‘maar denken haar ouders er ook zo over?’ ‘Vast wel’, zegt Dorinda. ‘Zeker als ze horen waarom jullie een weekendje zonder ons weggaan.’ ‘Jullie gaan er geen drama van maken, hoor’, waarschuwt mama. ‘Papa is een beetje overwerkt omdat hij het zo druk heeft. Hij is echt niet overspannen en heeft ook geen burn-out.’ ‘Weer zo’n Engels woord’, grijnst Joas. ‘Net als breakfast. Waarom zeggen we niet gewoon dat hij is opgebrand?’ ‘Dat klinkt dramatischer dan overspannen’, vindt mama.
15 ‘We hebben een heel leuke, rustige B&B op de Veluwe gevon - den’, vertelt Lianne. ‘Hij heet Weltevree.’ ‘Van de naam alleen al kom je tot rust’, glimlacht mama. ‘Kijk, zo ziet het eruit’, zegt Joas. Hij heeft de computer in de woonkamer opgestart en de site van de B&B opgezocht. Als mama de kamers ziet, begint ze te lachen. ‘Als je daarnaartoe gaat, maak je een reis terug in de tijd. Die meu - bels en dat behang! Zo zag het er bij ons thuis vroeger ook uit!’ ‘Dat is juist goed’, bedenkt David. ‘Veertig jaar geleden was het leven volgens mij veel minder gehaast dan nu.’ ‘En stiller’, voegt zijn broer eraan toe. ‘Logisch’, zegt Lianne, ‘want toen waren wij nog niet geboren.’ ‘Ik was toen nog niet eens zo oud als jij nu bent’, rekent mama uit. ‘Maar u kende papa al wel’, weet Dorinda. ‘Jullie hadden toch al verkering op de basisschool?’ ‘We hadden op de kleuterschool al “iets” met elkaar’, antwoordt mama dromerig. ‘We waren vanaf de eerste klas dikke vrienden maar pas in de loop der jaren veranderde dat in liefde.’ ‘Ik ben blij dat ik nog geen vriendin heb’, zegt Joas. ‘Vrijheid, blijheid!’ ‘Wacht maar tot jij ook verliefd wordt’, grinnikt Dorinda. ‘Jammer alleen dat het altijd van één kant zal komen.’ ‘Jij kunt niet eens verliefd worden’, snuift Joas, ‘want je hebt een hart van steen.’ ‘Jongens, even dimmen!’ waarschuwt mama. ‘Wat een foto van een oude slaapkamer niet los kan maken bij een mens.’ ‘Als ik in zo’n kamer zou moeten slapen, deed ik vast geen oog dicht’, overdrijft David. ‘Ik wel, hoor’, is Lianne het niet met hem eens. ‘Als je slaapt zie je echt niet dat er oud behang op de muren zit.’ ‘Als de bedden maar schoon zijn’, zegt mama. ‘En de badkamer.’
16 Ze scrolt met de muis wat naar beneden. ‘Zo te zien is dat het geval, want alle mensen die een review hebben geschreven, zijn positief.’ ‘Alweer een Engels woord!’ zucht David. ‘Ik geloof dat ik maar een vereniging op ga richten voor het behoud van de Nederlandse taal.’ ‘O, die zijn er vast wel. Maar ik ben bang dat het daarvoor te laat is. Er zijn zelfs een heleboel dingen waarvoor niet eens een Nederlands woord bestaat’, weet mama. ‘Maar daar hebben we het nu niet over. De vraag is of dit een leuke B&B is.’ ‘Ik denk dat de beheerders heel oud zijn’, zegt Lianne. ‘Nog ouder dan opa en oma.’ ‘Dat zou heel goed kunnen’, beaamt mama. ‘Ik vermoed dat dit vroeger een boerderij is geweest en dat ze op een gegeven moment het vee hebben weggedaan en de stal of deel omge - bouwd tot slaapkamers.’ ‘Het maakt niet zo veel uit hoe die kamers eruitzien’, bedenkt Joas. ‘Als jullie ernaartoe gaan, is het om tot rust te komen. Het lijkt me sterk dat dat daar niet lukt. Ik heb op internet al even verder gekeken, en er is daar in de omgeving verder niets te beleven. Je kunt er alleen wandelen en fietsen.’ ‘Dat lijkt me meer dan voldoende’, zegt mama. ‘Ik kan me niet heugen wanneer papa en ik samen een eind hebben gewandeld.’ ‘Tja, toen wij er eenmaal waren, moesten we wel mee’, lacht Dorinda. ‘Ja, en jullie vonden daar niets aan.’ ‘Het was kindermishandeling’, zeggen Joas en Dorinda bijna tegelijk. ‘Er kwam haast geen einde aan en jullie vergaten meestal dat wij twee keer zo veel stappen moesten zetten als jullie’, voegt Joas eraan toe.
17 ‘Jullie hebben een afgrijselijke jeugd gehad’, leeft mama mee. ‘Wat kost die B&B per nacht?’ De prijs voor een weekendje Veluwe blijkt alles mee te vallen en het kost mama weinig moeite papa over te halen. Alleen al door het idee dat ze samen een paar dagen kunnen genieten van de Veluwe fleurt hij helemaal op. Gelukkig hebben opa en oma er geen enkel bezwaar tegen om op de twee jongsten te passen. Mama neemt contact op met de eigenaars van de B&B. Het blijkt inderdaad een ouder echtpaar te zijn. ‘Verwacht van ons geen super-de-luxe gedoe’, waarschuwt de vrouw die mama aan de telefoon heeft. ‘Wij houden niet van fratsen. We serveren een fatsoenlijk ontbijt, maar zonder allerlei rare liflafjes en dingen waar we de helft van moeten weggooien. O ja, en de zondag is voor ons een rustdag. Uiteraard krijgt u dan ook een ontbijt, maar de rest van de dag kunt u alleen in heel dringende gevallen een beroep op ons doen.’ ‘Voor ons is de zondag ook een rustdag’, stelt mama haar gerust. ‘Ik heb al gezien dat er een kerk in de buurt is en we zijn van plan daarnaartoe te gaan.’ ‘Da’s mooi!’ vindt de vrouw. ‘Bij de B&B hoort een kleine keu - ken, die u kunt gebruiken als u niet naar een restaurant wilt gaan om te eten. Trouwens, veel eetgelegenheden in de buurt zijn op zondag gesloten.’ ‘Goed om dat te weten’, zegt mama. ‘We komen voor onze rust, dus hoe minder drukte, hoe beter.’ Nadat ze een weekend hebben afgesproken, verbreekt mama tevreden de verbinding. Tim is niet de enige die aan een rustig weekend toe is, beseft ze. Zelf kan ze ook wel een paar dagen luieren gebruiken. Hopelijk is het die dagen mooi weer, zodat ze veel kunnen wandelen.
18 De fietsen laten ze gewoon thuis, want dat geeft alleen maar extra heisa. Echt lief van de kinderen dat ze dit bedacht heb - ben, al is het natuurlijk maar een druppel op een gloeiende plaat. Want als ze ’s maandags weer teruggaan naar huis, gaan vanaf dinsdag alle stress en fileleed gewoon weer door. En dan te bedenken dat het nog bijna vijfentwintig jaar duurt voor - dat Tim met pensioen mag … Ze vraagt zich af hoe ze dat vol moeten houden.