INHOUDSOPGAVE Inleiding 7 hoofdstuk 1 nederigheid 13 1.1 Herwaardering van discipelschap 16 1.2 Helpende handen 22 1.3 Elkaar de voeten wassen 29 hoofdstuk 2 eerlijke kwetsbaarheid 38 2.1 Schoonheid in imperfectie 40 2.2 De kracht van kwetsbaarheid 47 2.3 Vreugde in de kerk van de kwetsbaren 54 hoofdstuk 3 barmhartigheid 60 3.1 Het éne schaapje uit de kudde 61 3.2 Tederheid en liefdevolle zorg 67 3.3 Persoonlijk verhaal: hoe ik de kerk verliet 74 hoofdstuk 4 rondom het mysterie 83 4.1 De kunst van het niet-weten 88 4.2 Mystiek realisme 95 4.3 Rusteloos én tevreden 102 19013 Een kerk die knielt.indd 5 21-02-19 13:44
hoofdstuk 5 de kerk van de toekomst 109 5.1 In de gunst bij het volk 112 5.2 Brenger van goed nieuws 123 5.3 De kerk als intermediair 129 5.4 Naar de kerk van de toekomst 132 Slot 142 Gedicht – Mark de Boer 143 Nawoord – Arie de Rover 145 Dankwoord 149 Eindnoten 153 19013 Een kerk die knielt.indd 6 21-02-19 13:44
13 HOOFDSTUK 1 NEDERIGHEID Een van de bekendste reisverhalen ter wereld is Jules Vernes klassieke roman Reis om de wereld in tachtig dagen (1873). Het is een fictief verhaal om van te smullen en het is bij zowel dro- mers als reizigers erg geliefd. Het verhaal gaat over een excen- trieke Engelse aristocraat van ouderwetse snit die een nogal voorspelbaar leven leidt. Phileas Fogg is zijn naam. Elke avond zit Fogg met zijn chique vrienden bij een kaartclub. Kaarten behoort tot een van zijn vaste dagrituelen. Op een avond verleiden Foggs speelvrienden hem tot een weddenschap. Als het Fogg lukt om binnen tachtig dagen de wereld rond te reizen, waarbij hij alleen gebruik mag maken van treinen en stoomboten, krijgt hij twintigduizend pond. Fogg neemt de uitdaging aan en gaat samen met zijn Parijse huisknecht Jean Passepartout op weg. Wat volgt is een mee- slepend avontuur. Zo worden Fogg en Passepartout achtervolgd door een detective die op jacht is naar een bankrover, rijden ze in India op olifanten en doet Passepartout alsof hij een zombie is. Zodoende redt hij een Indiase vrouw die op het punt staat te worden geofferd. Als de reishelden samen met de geredde Indi- ase vrouw door de detective worden opgepakt in Kolkota weten ze te ontsnappen. Veel later houden Fogg en Passepartout zich in Amerika bizons en Sioux-indianen van het lijf. Ze muiten, verliezen al hun geld, kopen bemanningen en kapiteins om en 19013 Een kerk die knielt.indd 13 21-02-19 13:44
14 doorstaan zo een hele reeks tegenslagen en intriges. Met een indrukwekkende mate van zelfbeheersing en kalmte strijden Fogg en zijn bediende tegen de wijzers van de klok. Uiteindelijk slagen ze erin binnen tachtig dagen weer terug te zijn op het beginpunt en kan Fogg zijn winst incasseren. Verne windt nergens doekjes om en toont ons iets van de scha- duwkanten die reizigers, verstoken van eigen huis en haard en hun moederland, tijdens hun reizen ondervinden. Natuurlijk slaat vandaag de dag maar een enkele reiziger aan het muiten. En natuurlijk is het omkopen van een kapitein iets heel uitzon- derlijks. Gelukkig maar. Toch weten veel ‘rugzakkers’ hoe ver- leidelijk het is om – om maar een voorbeeld te noemen – een douanebeambte om te kopen met een klein geldbedrag. Een bankbiljet, verstopt in het paspoort, doet soms wonderen en kan de reisduur met uren inkorten. Het streven om met een zuiver geweten de wereld rond te reizen kent zo de nodige uit- dagingen. Wij zijn allemaal reizigers. Ook als we, al dan niet noodgedwon- gen, aan huis gekluisterd zijn, maken we een avontuurlijke reis door het leven. Onze levensroute kent vele duizenden knoop- punten en afslagen. We maken keuzes, de hele dag door. Goede en minder goede. Soms kunnen we in z’n achteruit terug naar de hoofdweg, heel soms is dat een gepasseerd station. Al onze erva- ringen worden opgeslagen in onze rugzak. We weten allemaal dat verleidingen ons soms tot keuzes brengen waar we achteraf spijt van hebben. Tegelijkertijd steekt uit iedere rugzak een prachtige bos bloemen. Die bloemen staan symbool voor het mooie, kost- bare en dierbare dat ons omringt. Vaak hebben wij daar zelf de hand in gehad, soms hebben we deze bos zonder eigen toedoen gekregen. De bloemen maken ons blij en dankbaar. 19013 Een kerk die knielt.indd 14 21-02-19 13:44
15 Wat zeker is, is dat iedere rugzak vieze vlekken heeft. De mens heeft geen patent op aardse volmaaktheid. We bevoordeel- den eens iemand, we trokken liever op met een gegoede burger dan met de dronkenlap in de straat of waren minachtend tegen- over mensen met een andere mening. We wilden onze reis bespoedigen en gingen soms over lijken. Niemand is vrij van zonde. 11 Weet je wat de kerk is? Een verzameling rugzakkers. Wij noe- men die verzameling een gemeenschap. De rugzakkers noemen wij gelovigen. Het is een bont reisgezelschap. Als we een blik slaan in de rugzakken komen we tot de ontdekking dat de inhoud steeds uniek is. We verbazen ons. We zien bloemen en bekraste voorwerpen. Wat heeft elke rugzakker een veelzijdig levensverhaal! Als de gedachten van al die reizigers op de muren van onze kerken geprojecteerd werden, zouden we ons afvragen of er nog wel iets geestelijks in de kerk te beleven valt. Stel dat we naar de maatstaven van een rechtsstaat gestraft zouden worden voor al het slechte dat we denken, dan zouden de gevangenissen vol zijn en de kerken leeg. Maar de kerken zijn niet leeg! Gelovigen blijven samenkomen omdat zij zich samen uitstrekken naar iets boven hun macht: God. De enige reden dat de kerk bestaansrecht heeft, is dat God via zijn volmaakte Zoon Jezus naar al die rugzakkers kijkt. Daarom komen gelovigen samen en beleven zij Gods goed- heid, al zullen zij in de toekomst nog talloze (denk)fouten maken. Door Jezus zijn de vieze vlekken, ook de toekomstige, verwij- derd. 12 Op het label aan iedere rugzak staat: Ondanks de vieze vlekken door genade gered. Door Jezus weten wij hoe God denkt over een betere wereld, wat ons inspireert om het goede te doen. 13 De reizigers gaan zitten. Samen zeggen zij met één mond: ‘Jezus, wij willen het goede leven leren.’ Dan antwoordt Jezus: 19013 Een kerk die knielt.indd 15 21-02-19 13:44
16 ‘Gelukkig wie nederig van hart zijn, want voor hen is het koninkrijk van de hemel.’ 14 Jezus heeft een boodschap voor zijn discipelen: geef elkaar de helpende hand en was elkaar de voe- ten – met andere woorden: wees nederig. Dan is het koninkrijk van de hemel voor jullie. 1.1 Herwaardering van discipelschap Als leerlingen van Jezus zijn de discipelen in de Bijbel van meet af aan geroepen om vissers van mensen te zijn. 15 Ze worden eropuit gestuurd. Later worden de discipelen apostelen genoemd: gezondenen van God. 16 Nadat Jezus zijn leerlingen heeft uitkozen (opgevist), stuurt Hij hen op hun beurt de hort op om te gaan vissen. Nu zal blijken of de leerlingen niet alleen onderwijs genieten aan de voeten van Jezus, maar ook betrok- ken zijn op wat er om hen heen gebeurt. Door tussenkomst van de discipelen gebeuren er ontzagwek- kende wonderen. Mensen stromen in groten getale toe. Ze willen meer zien, meer van het bovennatuurlijke ervaren. Omstanders raken geboeid door de praxis van de discipelen, praten erover, verspreiden een goed gerucht. Het zijn vooral de zichtbare won- deren die mensen doen besluiten hun vertrouwen in Jezus te stel- len. Velen willen Jezus ontmoeten en meer van Hem te weten komen. Meer nog dan door de woorden van de discipelen wor- den mensen in hun hart geraakt door wat zij zien. Velen ontdek- ken de waarde van een leven met Jezus, laten zich door Hem inspireren en verlangen dienstbaar te zijn aan God en mensen. Behalve gezondenen zijn de discipelen ook leerlingen. Sta even stil bij dat woord ‘leerling’. Voel hoe kwetsbaar het leven met Jezus ooit begonnen is. 17 Vol vragen maar met een goede inten- 19013 Een kerk die knielt.indd 16 21-02-19 13:44
17 tie gooien vissers vastberaden hun netten neer en gaan ze met Jezus mee. 18 De discipelen van Jezus weten het ook allemaal niet precies. Soms zijn ze zoek, sommigen dwalen mijlenver af. Maar Jezus trekt ze weer terug. Terug bij de les. Zo is Jezus. Meesterlijk. Lange tijd hebben we in de kerk gedacht dat we wel ongeveer weten hoe het allemaal zit. We meenden dat heel veel mensen buiten de kerk de grip misten op vergezichten die wij in de kerk wél meenden te hebben. Daarin is iets veranderd, in veel kerken tenminste. Er is plaats gekomen voor verlegenheid met ‘de waarheid’. In de kerk weten we het ook allemaal niet meer zo precies. We hebben inmiddels meer vragen dan antwoorden. Dat heeft onder meer te maken met hoe de maatschappij zich heeft ontwikkeld. De maatschappij dwingt de kerk tot een intensieve doordenking van relevante vragen, meer dan ooit tevoren. Jongeren worden niet meer overtuigd door iets ‘omdat de dominee het zegt’. De wereld is een dorp geworden en de kerk is een van de vele con- texten waarin jongeren leven. Het is niet meer vanzelfsprekend het christelijke geloof aan te hangen. Die verlegenheid is er ook op een ander vlak. Als ik het goed zie, stellen christenen zichzelf steeds vaker de indringende vraag: waarom zit ik eigenlijk in de kerk? De vanzelfsprekend- heid van de kerkgang, waarvan lange tijd sprake is geweest, ligt – uitzonderingen daargelaten – achter ons. Jong en oud laten zich niet meer zo snel overhalen door de stelling dat het gewoon goed is om in de kerk te zitten en dat kerkgang ook puur een zaak van trouw en het nemen van je verantwoordelijkheid is. De vraag waarvoor we ons op zondagmorgen door een wek- ker laten wekken, leidt bij heel wat christenen ook tot andere 19013 Een kerk die knielt.indd 17 21-02-19 13:44
18 fundamentele vragen: we komen wel elke week bij elkaar en we zeggen wel een volgeling van Jezus te zijn, maar zijn we dat ook echt? Of danken wij God in strak geregisseerde erediensten en hebben wij buiten de kerk het heft in eigen handen genomen? Wat betekent het om een volgeling van Jezus te zijn? Wat is eigenlijk een discipel, een leerling van Jezus? Hoe leeft zo iemand? Hoe denkt zo iemand? Fundamentele vragen als deze dwingen ons terug te gaan naar de basis. Dat is een spannende, riskante onderneming. Misschien moet ons hele beeld van discipelschap op de schop en moeten we terug naar de basiselementen van het christen-zijn: nederigheid, kwetsbaarheid en barmhartigheid. Allereerst zal ik proberen uit te leggen wat in mijn ogen discipel- schap in de kerk betekent. Een invloedrijke apostel als Paulus werkt in zijn brieven allerlei onderwerpen uit (zoals verzoening en rechtvaardiging), die de kerk in de loop der eeuwen heeft verheven tot dogma’s. Soms worden deze dogma’s beschouwd als in beton gegoten leerstel- lingen, waarbij iedere vraag over de juistheid daarvan op voor- hand wordt weggewimpeld. Deze leerstellingen hebben kerken doen splijten, hebben zelfs een wig gedreven in gezinnen en families uiteengerukt. Maar let op: de evangeliën gaan over leerlingen van Jezus die al die dogma’s niet zo helder op een rijtje hebben. Het is belang- rijk daarbij stil te staan. We moeten het gegeven dat de discipe- len van Jezus minder inzicht hadden in moeilijke theologische thema’s dan wij nu menen te hebben, niet te gemakkelijk van tafel vegen. De eenvoud van de door Jezus aangeraakte, achter hun netten weggehaalde vissers maakt me jaloers. Ik voel me soms te voorgeprogrammeerd door alles wat ik jarenlang heb gehoord om een eenvoudige visser van goede wil te zijn. Alles 19013 Een kerk die knielt.indd 18 21-02-19 13:44
19 in mij verlangt naar de basis, wil terug naar hoe het ooit begon. Dit is mijn punt: christen-zijn is niet in de eerste plaats het navolgen van allerlei dogmatisch dichtgetimmerde stelling- names om dat vervolgens te bestempelen als discipelschap. Christen-zijn vandaag grijpt terug naar het leerlingschap van de eerste discipelen. Discipelschap is niet: als we ons aan een set richtlijnen houden zit het wel goed. 19 Discipelschap gaat over de uitdaging om na te denken over de vraag wat het betekent om leerling van Jezus te zijn in de context van vandaag. Wat betekent het dat Jezus mij heeft opgevist? Wat betekent het dat ik een visser van mensen mag zijn? Wat heeft het leerling-zijn mij te zeggen? Hoe kan ik mij vandaag, in mijn eigen context, mee laten voeren in de beweging die Jezus (de gezondene bij uitstek) is begonnen? Als we in de kerk teruggaan naar het leerlingschap leven we een fundamenteel geloof uit met revolutionaire gevolgen. Bijbels leerlingschap is meer dan grasduinen in theologische beschou- wingen. Leerling-zijn is vooral kijken naar Jezus, van Hem leren. Ik heb thuis een bijbel waarin alles wat Jezus heeft gezegd in het rood gedrukt staat. Let op de rode woorden! Leerling- zijn heeft alles te maken met zitten aan de voeten van de Mees- ter om daarna op te staan en Jezus’ woorden en handelen te laten echoën in het leven nu. Misschien met trillende knieën, met een zwakke stem, met een hoofd vol vragen. Maar kordaat, dapper Jezus achterna. In zijn spoor liefde zaaiend. Bereid om een extra mijl te gaan, de ander hoger achtend dan mijzelf. ‘Mijn vriend, ik heb ook niet op alles een antwoord, maar kom, laten we samen op weg gaan.’ Zijn onze leerstellingen en alles wat niet in de evangeliën staat dan opeens zonder waarde? Nee, zeker niet. Maar we moeten 19013 Een kerk die knielt.indd 19 21-02-19 13:44
20 ons er niet toe laten verleiden een theologisch territorium met vuur en zwaard te verdedigen met een beroep op onze dogma’s. De kerk volgt geen moraal, geen in beton gegoten leerstellingen die met de kern van het evangelie vaak weinig van doen heb- ben. De kerk volgt Jezus Christus, de Zoon van God. Om de man van Nazaret vormt zich een gemeenschap met ruimte voor andere meningen. In de kerk mogen wij oog hebben voor verschillen in bele- ving, mogen we leerprocessen van anderen verdragen. En niet alleen verdragen, maar ook waarderen. Nooit ging Jezus met mensen om zonder oog te hebben voor de context van het indi- vidu. Om een hartelijke en bloeiende kerk te zijn hoef je het niet per se over alles met elkaar eens te zijn. Samen zijn wij geroepen door Jezus. Daarin ligt een roep om geduld, waardoor wij de ander het licht in de ogen blijven gunnen. De mensen die door Jezus geroepen zijn, die door Hem op een speciale manier zijn aangeraakt, dragen allemaal verschillende rugzak- ken. Het zijn mooie mensen, kostbaar in de ogen van God. Daar mogen we zuinig op zijn. Jezus koos ook mensen uit die wij niet als vriend zouden hebben uitgezocht. Discipel-zijn in je eentje kan eigenlijk niet. Jezus ging er altijd met zijn team op uit. Twee aan twee stuurde Jezus zijn leerlin- gen op pad om het goede nieuws te vertellen: de doorbraak van het rijk van God. 20 Discipelschap zet een kruis door het indivi- dualistische en daardoor maken leerlingen van Jezus in de maatschappij van vandaag een verschil. In het nieuws hoor je weleens dat iemand maandenlang onopgemerkt dood in een huis ligt. Dat zal in de leerlingengemeenschap van Jezus niet zo snel gebeuren. In de kerk glipt niemand er ongezien tussenuit, verdwijnt niemand van de radar. We dragen zorg voor elkaar, zijn op elkaar betrokken. 19013 Een kerk die knielt.indd 20 21-02-19 13:44
21 Juist omdat de kerk een leerlingengemeenschap is, stellen onderlinge accentverschillen ons voor de nodige uitdagingen. Omgaan met verschillen vereist spankracht. Die hebben we als liefde tot mensen het wint van liefde tot ‘de waarheid’. We zijn vissers, geroepen om mensen ‘op te vissen’, te vangen met de shalom van Christus, niet om de ander pas in het hart te sluiten op basis van een – in onze ogen – gezonde kijk op geloofszaken. Een mens is méér dan wat hij denkt en zegt. De drang om de gemeente van Christus te ontdoen van onzuivere invloeden is bij sommige christenen helaas belangrijker geworden dan de oorspronkelijke roeping van Jezus om onze naaste lief te heb- ben. Waar leerstellige piketpaaltjes vóór warme betrokkenheid op het leven worden geplaatst, zal een kerk een beknellende plek worden. Enkel gelijkgezindheid zal een gevoel van verbon- denheid creëren, buitenstaanders maken weinig kans opgeno- men te worden en jongeren ervaren geen ruimte voor hun kritische en oprechte vragen. Zo’n kerk loopt langzaam leeg, al doen statistieken vanwege natuurlijke aanwas misschien anders vermoeden. Ik geloof niet dat zo’n kerk de toekomst heeft. Ik geloof dat aan het einde van de race nederigheid, kwetsbaar- heid en barmhartigheid het zullen winnen van al het andere. De gemeente van Jezus is een levend organisme, een verzameling van mensen, verspreid over de hele wereld, allemaal zó verschil- lend, ieder in zijn eigen context, levend in hoop, geloof en liefde. De gemeente van Jezus is een kleurrijk geheel. Uiteindelijk gaat het maar om één ding: of wij Jezus in het middelpunt van al ons doen en laten hebben willen plaatsen, of wij Hem voorop heb- ben laten gaan. Al het andere is van belang, maar zal blijken te verdampen in het licht van de plaats die wij de Meester van de leerlingen hebben toebedeeld. Jezus dringt zich niet op. Hij laat zich uitnodigen. Ook als wij niet op zijn uitnodiging ingaan zal 19013 Een kerk die knielt.indd 21 21-02-19 13:44
22 Hij ons – ondanks dat – intens liefhebben. Maar wat Hij wil is een liefdesband, een intieme verhouding met zijn leerlingen. Hij wil samen met al die leerlingen een wervelend, op elkaar betrokken leven leiden. Tot eer van God. Maakt die visie van de Meester geen verlangen in ons los? 1.2 Helpende handen In februari 2018 overleed Nico van Hasselt op 93-jarige leef- tijd. Van Hasselt was ruim zestig jaar huisarts in Amsterdam en was de oudste nog werkende huisarts van Nederland. Elke dag bracht hij zo’n acht huisbezoeken en jaarlijks had hij gemiddeld nog 9500 patiëntencontacten. 21 In november 2015 was Van Hasselt te gast in het programma Geloof en een Hoop Liefde van de Evangelische Omroep. 22 Met presentator Hella van der Wijst bezoekt de arts Kamp Amersfoort. Een bewogen Van Hasselt vertelt over zijn leven in een van de concentratiekampen in het door de Duitsers bezette Nederland tijdens de Tweede Wereldoorlog. Op de vraag waarop hij op zijn 91ste nog altijd huisarts wil zijn, antwoordt Van Hasselt: ‘Omdat ik in de zomer van ’43 in Utrecht in de cel zat. Ik was samen met een maat ter dood ver- oordeeld. Ik zei tegen mijn maat: “Dit kan toch niet de bedoe- ling van onze lieve Heer zijn geweest?” Ik denk dat wij er in deze wereld voor elkaar zijn. Ik heb beloofd dat mocht ik er ooit levend uitkomen, ik iets zal doen voor mijn medemens. En ik heb gekozen voor huisarts.’ Rondlopend over het terrein van Kamp Amersfoort vraagt Van der Wijst: ‘Wat was het ergste tijdens het leven hier?’ Van Asselt: ‘Het ergste is dat je een nummer bent.’ De huisarts moest machteloos toezien hoe anderen werden gemarteld. Ook 19013 Een kerk die knielt.indd 22 21-02-19 13:44