Bekijk de tekstversie van dit leesfragment.
OP DE ARM VAN DE VADER Veilig op de arm van Vader. Kom maar op, wie doet me iets? Links en rechts dreigen gevaren, maar ’t is vreemd, ik vrees toch niets. Samen steken we hier over en we komen veilig aan. ‘Zo,’ zegt Vader, ‘nu maar even op je eigen benen staan.’ Als ik dapper naast Hem voortstap aan Zijn grote, sterke hand, denk ik: zonder hulp van Vader liep ik nooit aan deze kant.
OP WEG NAAR GELUK ‘Bent u gelukkig?’ vroeg ik de wijze. Ik was even met hem alleen en zonder te twijfelen sprak hij: ‘Ik ben op de weg daarheen.’
VOORWAARTS GAAN Gods handen slaan mij nooit, zij sporen mij slechts aan, en met die tinteling kan ik weer voorwaarts gaan.