8 1. De God van Jakob Lezen: Psalm 146 Welgelukzalig is hij die de God Jakobs tot zijn Hulp heeft, wiens verwachting op de H eere zijn God is. Psalm 146:5 Gelukkig Psalm 146 is een lofpsalm. De dichter prijst de Heere en looft zijn God. In alle moeiten en omstandigheden weet hij zich gedragen en bewaard door de Heere. De Heere is zijn Hulp en Verwach- ting. De Heere zorgt ook voor de verdrukten, de hongerigen, de blinden, de gebogenen, de weduwen en de wezen. God is een goeddoende God en daarvan wil de dichter getuigen en zingen. Zijn verwachting is op de Heere zijn God. Ieder die de Heere tot zijn hulp heeft is werkelijk gelukkig. Welgelukzalig, zo lezen we. Dat is eigenlijk drie keer gelukkig. ‘Wel’ is goed of aangenaam. Geluk wijst op het goede. Zalig betekent gelukkig. Dus drie keer gelukkig die de God van Jakob tot zijn hulp (afgeleid van Ezer, zie 1 Sam. 7:12) heeft. Opmerkelijk is dat de Heere hier wordt genoemd met de Naam ‘God van Jakob’. Wat is daarvan de be- doeling? Gods Naam In de Bijbel heeft God allerlei Namen. De Heere heeft Zichzelf deze Namen gegeven. Hij doet dat om Zich te onderscheiden van de afgoden (denk aan Dagon, Baäl en vele anderen) en om iets van Zichzelf bekend te maken. God is een groot en machtig We- zen waar we ons geen volkomen voorstelling van kunnen maken. We kennen God in Zijn Namen, deugden, werken en Personen. De Namen drukken iets uit van het goddelijke Wezen. De Naam
9 God (Hebr. Elohiem) wijst op Gods macht en grootheid. Ook mogen we bij het woord ‘God’ denken aan de drie Personen in het goddelijke Wezen. Niet voor niets lezen we deze Naam reeds in het eerste Bijbelvers. Daarnaast lezen we ook allerlei andere Namen. De Naam Heere komen we heel vaak tegen in het Oude Testament. Heere is de Nederlandse vertaling voor de Naam Jaweh. Deze Naam heeft de Heere aan Mozes in zijn volle diep- te bekendgemaakt. Hij is de IK ZAL ZIJN DIE IK ZIJN ZAL (Ex. 3:14). Deze Naam wil vooral Gods aanwezigheid, trouw en genade tot uitdrukking brengen. In Christus is deze Naam volle werkelijkheid geworden. Daarnaast heeft God en het goddelijke Wezen in de Bijbel ook andere Namen. Zo vinden we in Psalm 146 de Naam God Jakobs. De Naam van God wordt verbonden met een van Zijn kinderen. We vinden dat wel meer in de Bijbel. In Genesis 26 vers 24 lezen we dat God Zichzelf aan Izak be- kendmaakt met de Naam ‘de God van Abraham, uw vader’. Bezongen We vinden de Naam ‘God van Jakob’ op andere plaatsen in de Schrift. Zo lezen we ervan in Psalm 46. ‘De Heere der heirscha- ren is met ons; de God van Jakob is ons een hoog Vertrek. Sela’ (Ps. 46:8). De God van Jakob biedt bescherming aan Zijn volk. In Psalm 75 wordt de Heere ook met deze Naam genoemd. ‘En ik zal het in eeuwigheid verkondigen, ik zal de God Jakobs psalmzin- gen’ (Ps. 75:10). De dichter wenst Gods lof te bezingen vanwege Zijn grote daden. In Psalm 84, het bekende lied van de pelgrims, vinden we ook weer deze Naam. ‘Heere, God der heirscha- ren, hoor mijn gebed; neem het ter ore, o God van Jakob. Sela’ (Ps. 84:9). Hier is God het Voorwerp van aanbidding voor Zijn volk. Alleen van Hem is alle hulp en heil te verwachten. Er zijn meer plaatsen waar we de Naam ‘God van Jakob’ tegenkomen (Psalm 46:12, 76:6, 81:5, 94:7, 114:7). In Psalm 132 lezen we over de Machtige Jakobs. God Jakobs is dus een veelvoorkomende naam. Wat zou ermee bedoeld kunnen zijn?
10 Bedoeling Jakob is een van de aartsvaders. Abraham, Izak en Jakob staan aan het begin van het volk van Israël. Jakob kreeg ook later van de Heere Zelf de naam Israël. God van Jakob grijpt dus terug op de geschiedenis van het volk van God. De Heere wil met die naam herinneren aan de grote werken en beloften die Hij aan Jakob en Zijn zaad heeft gegeven. Keer op keer lezen we in Genesis dat Jakob een ontmoeting heeft met de Heere. Bij die ontmoetingen heeft de Heere Zijn beloftewoord aan hem en zijn nakomelingen geschonken. De God van Jakob wil herinneren aan de God Die leeft en Zijn beloftewoord heeft gegeven. Als we echter de geschiedenissen in Genesis nagaan valt er wel meer over Jakob en zijn nakomelingen te zeggen. God van Jakob wil ook wijzen op al die dingen die in het leven van Jakob ge- stalte hebben gekregen, zoals de Bijbel ons dat meedeelt. En dan zijn er verschillende belangrijke zaken te melden. In de eerste plaats is Jakob de man van Gods keuze. Reeds vóór de geboorte heeft de Heere Jakob in liefde aangezien. Zijn vrije genade is uitgegaan naar deze mens. Paulus kan er eeuwen later in verwondering over schrijven. ‘Gelijk geschreven is: Jakob heb Ik liefgehad, en Ezau heb Ik gehaat’ (Rom. 9:13). God van Jakob brengt dus bij Gods vrije en verkiezende liefde tot Zijn volk. Dat is een diepe troost voor de gelovigen. Hun zaligheid ligt vast in God. Daar wil de Naam God van Jakob in de eerste plaats aan herinneren. In de tweede plaats was Jakob een mensenkind als alle andere mensen. Hij behoort tot het geslacht van Adam en is in zonde ontvangen en geboren. Hij was een goddeloze zondaar. Dat is hij echter niet gebleven. Hij werd door Gods opzoekende liefde een geredde zondaar. Het nieuwe leven heeft hij waarschijnlijk al op zeer jonge leeftijd ontvangen. God heeft hem genade bewezen. Ook dat wil de Naam ‘God van Jakob’ onderstrepen. Het wijst op Gods werk in Christus en de toepassing ervan door de Heilige Geest.
11 Een derde gedachte is de bewarende trouw van God over Jakob. Keer op keer blijkt dat Jakob een zondig mens is, een tweemens die te maken heeft met een zondig hart. De Heere echter heeft hem bewaard en ten slotte op 147-jarige leeftijd Thuisgehaald. Hij kwam aan in het land der rust. Door het geloof (Hebr. 11:21). De God van Jakob wijst op Gods trouw aan Zijn beloften en Zijn Kerk. God is de belovende en volbrengende God (Gen. 28:10-15). Ten slotte wil de God van Jakob ook wijzen op de gedachte dat Jakob de vader is van twaalf zonen. Die zonen vormen later het Joodse volk. En dat is de Kerk in het Oude Testament geweest. God van Jakob wil dus ook wijzen op de God van Zijn Kerk. Gelukkig als we die God mogen kennen. Laten we Hem zoeken. Zalig hij, die in dit leven, Jakobs God ter hulpe heeft! Hij, die, door den nood gedreven, Zich tot Hem om troost begeeft; Die zijn hoop, in ’t hach’lijkst lot Vestigt op den Heer’, zijn God. Vrage n 1. Psalm 146 is een lofpsalm. Zouden gelovigen ook niet moeten klagen? Waarover hebben ze te klagen? En waarover mogen ze God loven en prijzen? 2. In de psalmen komen we de uitdrukking ‘God van Jakob’ vaak tegen. Waarom zou dit zo vaak gebeuren? Als je alle plaatsten nagaat, wat blijkt dan de bedoeling van deze Naam voor God te zijn? 3. ‘God van Jakob’ grijpt terug in de geschiedenis. Waarom is ge- schiedenis eigenlijk belangrijk? Welke betekenis kunnen we ver - binden aan de Naam ‘God van Jakob’?
12 Citaat En waar hij nu ‘de God van Jakob’ noemt, onderscheidt hij Hem van de menigte der valse goden, waarin de ongelovigen te dier tijd roemden, en dat wel zeer terecht en gepast, want, hoewel allen zich voorstellen God te zoeken, is er nauwelijks één op de honderd, die er de rechte weg voor inslaat. (Johannes Calvijn op Psalm 146 vers 5)