4 © 2018 Den Hertog B.V. Houten ISBN 978 90 331 2894h 3 www.uitgeverijdenhertog.nlh Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij digitaal, elektronisch, mechanisch, door foto- kopieën, opnamen, of op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uithgever.
5 Inhoud W oord vooraf . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7 1. Allen - Romeinen 1:1-7 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9 2. Dankbaarheid - Romeinen 1:8-15 . . . . . . . . . . . . . 13 3. De rechtvaardigheid vahn God - Romeinen 1:16-17 . . . . . 16 4. Overgegeven - Romeinen 1:18-32 . . . . . . . . . . . . 19 5. Niet te verontschuldigehn - Romeinen 2:1-11 . . . . . . . 22 6. Om uwentwil gelasterdh - Romeinen 2:12-29 . . . . . . . . 25 7. Alle mond gestopt - Rh omeinen 3:1-20 . . . . . . . . . . . 28 8. Maar nu... - Romeinen 3:21-31 . . . . . . . . . . . . . . . 31 9. Maar gelooft in Hem..h. - Romeinen 4:1-8 . . . . . . . . . . 34 10. Het teken van de besnihjdenis - Romeinen 4:9-12 . . . . . 37 11. Om onzentwil - Romeinen 4:13-25 . . . . . . . . . . . . . 40 12. Vrede met God - Romeinen 5:1-11 . . . . . . . . . . . . . 43 13. Adam en Christus - Romeinen 5:12-21 . . . . . . . . . . . 46 14. Het nieuwe leven - Romeinen 6:1-14 . . . . . . . . . . . 50 15. Dienstknechten der gerhechtigheid - Romeinen 6:15-23 . . 53 16. Vrijgemaakt van de whet - Romeinen 7:1-12 . . . . . . . . 56 17. Een vermaak in de weth van God - Romeinen 7:13-26 . . . . 59 18. W andelen naar de Geesth - Romeinen 8:1-4 . . . . . . . . 62 19. Leven door de Geest - Romeinen 8:5-7 . . . . . . . . . . 65
6 20. De Geest van Christus h- Romeinen 8:8-11 . . . . . . . . . 68 21. Zo zult gij leven - Romeinen 8:12-13 . . . . . . . . . . . . 71 22. Kinderen van God - Romeinen 8:14-17 . . . . . . . . . . . 74 2 3. Het lijden van deze tehgenwoordige tijd - Romeinen 8:18-27 77 24. Alle dingen - Romeinen 8:28-34 . . . . . . . . . . . . . . 80 25. Meer dan overwinnaarsh - Romeinen 8:35-39 . . . . . . . . 83 26. Grote droefheid - Romeinen 9:1-5 . . . . . . . . . . . . . 86 27. Kinderen der beloftenihs - Romeinen 9:6-13 . . . . . . . . 89 28. Des ontfermenden Gods h- Romeinen 9:14-18 . . . . . . . 92 29. De P ottenbakker - Romeinen 9:19-21 . . . . . . . . . . 96 30. Mijn volk - Romeinen 9:22-33 . . . . . . . . . . . . . . . 99 31. Zal zalig worden - h Romeinen 10:1-13 . . . . . . . . . . . 102 32. Vrede - Romeinen 10:14-21 . . . . . . . . . . . . . . . . . 105 33. Een overblijfsel - Romeinen 11:1-10 . . . . . . . . . . . . 108 34. Leven uit de doden? - h Romeinen 11:11-22 . . . . . . . . . 111 35. Onberouwelijk - Romeinen 11:23-36 . . . . . . . . . . . . 114 36. W ordt veranderd - Romeinen 12:1-8 . . . . . . . . . . . . 117 37. Liefde - Romeinen 12:9-21 . . . . . . . . . . . . . . . . . 120 38. Gods dienares - Romeinen 13:1-7 . . . . . . . . . . . . . 123 39. Elkaar liefhebben - h Romeinen 13:8-14 . . . . . . . . . . . 126 40. Wij zijn des Heeren h- Romeinen 14 . . . . . . . . . . . . 129 41. Neem elkaar aan... -h Romeinen 15:1-13 . . . . . . . . . . . 132 42. Roem in Christus Jezuhs - Romeinen 15:14-22 . . . . . . . . 135 43. Met volle zegen - Romeinen 15:23-33 . . . . . . . . . . . 138 44. Groet elkaar - Romeinen 16:1-16 . . . . . . . . . . . . . . 141 45. De genade zij met u ahllen - Romeinen 16:17-27 . . . . . . 144 Liter atuur . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 147
7 Woord vooraf E lke zondag horen we het uit de Apostolische Geloofsbelijdenis: ‘Ik geloof in de Heilige Geest.’ Er is doorgaans maar weinig of geen zicht op de Persoon en het werk van de Geest. Dat ligt aan onszelf. Paulus zegt: ‘Maar de natuurlijke mens begrijpt niet de dingen die des Geestes Gods zijn; want zij zijn hem dwaasheid, en hij kan ze niet verstaan, omdat zij gheestelijk onderscheidenh worden’ (1 Kor. 2:15). Als de Geest Zelf ons leidt en leert, wordt het anders. Onmisbaar nood - zakelijk is Zijn werking. Hoe zal een rijke Zaligmaker en Zijn volbrachte werk waarde hebben in een zondaarshart als de Heilige Geest het niet toepast? Gods Geest laat Zich vooral kennen in Zijn werkingen. David kende die werkingen, en hij bad: ‘Uw goede Geest geleide mij in een effen land’ (Ps. 143:10). Deze Geest is het Die harten vernieuwt. Ook is Hij de Leidsman en Throoster van al Gods khinderen. De inhoud van dit boek heb ik geschreven met een hartelijk gebed of de Heilige Geest werkt en krachtig doorwerkt in harten van mensen. Daaraan is dringend behohefte. God bouwt Zijn Kerk. Voor de bouw van een huis zijn drie zaken nodig: het bouwplan, de materialen om te bouwen en de uitvoering. Zo is het ook met het bouwen van het Godshuis. Van eeuwigheid heeft God de Vader het plan, het bestek gemaakt. Alles wat ervoor nodig is, werd aangebracht door het werk van de Zoon. De uitvoering is het werk van Gods Geest. Steen voor steen wordt gelegd op het fundament. Levende stenen! Van harte zie ik ernaar uit dat er nog vele levende stenen in dit gees - telijke huis worden ihngevoegd. W aarde, februari 201h8 ds. D.W. Tuinier Woord vooraf V oor het jongerenblad Daniël schreef ik enkele jaren geleden een serie bijbelstudies over de brief van Paulus aan de Romei - nen. Die zijn in dit boek bewerkt en gebundeld. Elke bijbelstudie is ook van een drietal vragen voorzien, zodat dit boek goed gebruikt kan worden op verenighingsavonden en bijbelhkringen. De inhoud van dit boek is een eenvoudige uitleg van de brief aan de Romeinen. Naast verschillende verklaringen heb ik vooral geput uit de kanttekeningen op de Statenvertaling. Nog altijd bieden de kanttekeningen een heldere en goede, gereformeerde uitleg op deze brief. De brief aan de Romeinen neemt in het geheel van de Bijbel een heel belangrijke plaats in. Paulus schrijft rond 55 na Christus vanuit Korinthe een brief aan de gemeente van Rome. Deze brief wordt door de Statenvertalers ‘een sleutel van het rechte verstand’ van de hele Bijbel genoemd. Wie de Bijbel goed wil be - grijpen, moet deze brhief van Paulus lezen en herlezhen. In de geschiedenis van Gods kerk heeft deze brief steeds veel be- tekenis gehad. Voor Augustinus, Luther en Kohlbrugge (om maar enkele namen te noemen) is de Romeinenbrief heel belangrijk geweest. Ook vandaag wil de Heere het lezen van deze brief tot een rijke zegen stellen. Het zou zo goed zijn als we deze brief bijvoorbeeld drie of vier keer per jaar rustig door zouden lezen.
8 Ook kan het verstaan van deze brief ons behoeden voor allerlei afwijkingen, vooral op het punt van de heilsorde en de bevinding van Gods kinderen. Keer op keer moet ons leven getoetst worden aan de boodschap van hde Schrift. De Bijbel maakt wijs tot zaligheid (2 Tim. 3:15). Vooral de Romei- nenbrief is in dat opzicht door de Heilige Geest veel gebruikt. De rechtvaardiging van de goddeloze wordt in deze brief nadrukke- lijk geleerd. Slechts tot onze geestelijke schade kunnen we het onderwijs van Paulus terzijde leggen. Laten we daarom proberen deze brief biddend te lezen en proberen te begrijpen. Boven al- les moge de Heilige Geest ons leren, opdat we de diepte van het onderwijs in deze brief persoonlijk tot onze eeuwige zaligheid mogen verstaan. Er is geen verdoemenis voor diegenen die in Christus Jezus zijn h(Rom. 8:1). Graag wil ik uitgeverij Den Hertog danken voor de totstandkoming van deze uitgave. Bijzondere dank is er voor de heer J. V ersloot die veel heeft bijgedragen aan het gereedmaken van dit boek. Graag wil ik hem danken voor de fijne wijze waarop we hebben samengewerkt. De Heere geve Zijn zhegen over dit boek. Amersfoort, voorjaar 2018 Ds. W . Visscher i i
9 - 1 - Allen Lezen: Romeinen 1:1-R7 Allen die te Rome zijt, geliefden Gods en geroepen heiligen: Genade zij u en vrede van God onze Vader en de Heere Jezus Christus. Romeinen 1:7 W e beginnen bij de eerste verzen in de brief aan de Romeinen. De brief is geschreven door de Heilige Geest, Die daarvoor Paulus heeft gebruikt. Paulus begint met het noemen van zijn naam. Dat was in de Oudheid gebruikelijk bij het schrijven van een brief. Daarna noemt Paulus zichzelf een ‘dienstknecht van Jezus Christus’. Door genade mag hij dienen in Gods kerk. Die dienst heeft hij vrijwillig en met inzet van zijn hele persoonlijkheid mo - gen verrichten. God heeft alleen maar vrijwilligers in dienst. Veel heeft Paulus voor het Evangelie moeten lijden (2 Kor . 11:16-33). Veel meer echter heeft hij ervoor terug ontvangen. Genadeloon is een rijk loon. De kroon der rechtvaardigheid (2 Tim. 4:8) is zijn deel geworden. De dienst van God is een liefdedienst. Paulus is tot deze dienst geroepen (Hand. 9:15). Hij is niet op eigen initiatief het Evangelie gaan verbreiden. De Heere heeft hem daartoe willen afzonderen als dienaar van het Evangelie. Het is onbegrijpelijk groot als de Heere daartoe roept. Ook vandaag roept de Heere nog steeds mensen tot dit wondere hambt.
10 Kort en krachtig wijst Paulus in het begin van zijn brief op de be- loofde, gekomen en opgestane Christus. De Persoon van Christus is de inhoud van het Evangelie. De Zoon van God heeft de men- selijke natuur aangenomen. Het lijden, sterven en de opstanding van Christus is de boodschap van het Evangelie. In het Evangelie van Christus vinden we het heil voor zondaren. Daarvan heeft Paulus ruim dertig jaar onder Joden en heidenen mogen getuigen. De Heere heeft die boodschap willen zegenen. In Rome werden mensen geroepen uit de duisternis van de zonde tot Gods won - derbaar licht. Ook vandaag gaat dat werk voort. Christus is een eeuwig Koning Die zonder onderdanen niet zijn kan. Hij vergadert Zijn gemeente uit allhe tongen, talen en nathiën. De kerk van het Nieuwe Testament is zendingskerk. Het goede nieuws van Christus’ dood en opstanding moet aan alle volken gepredikt worden. Het Evangeliewoord is vanaf de pinksterdag de wereld ingegaan. De Heere bouwt Zijn wereldwijde kerk. Ook in de hoofdstad van het grote Romeinse Rijk heeft God Zijn gemeente willen bouwen. Er woonden in Rome, in de tijd dat Paulus deze brief schreef, waar - schijnlijk ongeveer 1 miljoen mensen. Rome was een wereldstad waarover in de hele wereld werd gesproken. Daar woonde de kei- zer; daar waren de belangrijke bestuurlijke organen; daar werden spelen gehouden; daar bruiste het leven; daar was volop afgoderij, dronkenschap en hoererij. Een grote, maar ook verschrikkelijke en zondige stad. De kindersterfte was er heel hoog. Kinderen werden seksueel misbruikt. Homoseksualiteit was er een bekend ver - schijnsel. Honger, ongedierte en criminaliteit waren aan de orde van de dag. Van een vuilophaaldienst was geen sprake. Mensen zaten in kleine woningen of hokten samen in houten gebouwen,
11 die bovendien regelmatig in brand stonden. Voorzieningen wa- ren er amper. Lezen en schrijven konden mensen nauwelijks. De elite maakte de dienst uit en een mensenleven werd niet geteld. Openbare orde was er vrijwel niet. En alles werd beheerst door de dienst der afgodenh. Dat was Rome in die dagen. Een stad waar het leven voor de meeste mensen werd beheerst door de vraag naar het dagelijkse brood. Hoe kom ik de nieuwe dag door? En juist op die plaats bouwt Koning Jezus Zhijn kerk! ‘Allen die te Rome zijt...’ In het hol van de leeuw heeft God Zijn gemeente gebouwd. Er wonen ‘geliefden Gods’ en ‘geroepen heili - gen’ in Rome. Hoeveel het er waren? Misschien vijftig of honderd mensen. In hoofdstuk 16 kunnen we enkele namen lezen. Mogelijk waren het mensen die via de handel in deze stad kwamen en het goede nieuws van Christus en Zijn heil hadden gebracht. We weten het eigenlijk niet, maar ze waren er: kinderen van God. ‘Geliefden Gods’, zegt de apostel. Dat wijst op Gods zondaarsliefde, op Zijn onbegrijpelijk welbehagen. Dat is diepe oorzaak van Gods kerk in Rome. Ook lezen weh over ‘geroepen heiligen’. Door het Evangelie werden mensen geroepen. Die roepstem heeft kracht gedaan. Daardoor zijn er christenen in Rome geko - men. Door Woord en Geest. Zo worden ook vandaag nog jongeren en ouderen toegebracht. Zeg, ken jij ook dat wondere werk van Gods Geest in je leven? ‘Allen die te Rome zijt... die paar mensen, dat is groot. Gods werk is groot. Maar ook vandaag brengt de Heere toe. Door Zijn khracht en tot eer van Zijhn Naam.
12 Vragen 1. W at betekent het dat Paulus een ‘geroepen apostel’ is? 2. W at is de kern van de hEvangelieboodschap? 3. W aarom is het een wonder dat er in Rome christenen zijn? i i