Melodie Scholten Uitgeverij Scholten Uitgeverij Melodie Marijke van Dijkroman Binnenwerk opmaak: Piet Versteeg Tekstcorrectie: Joke Tan / Jan Meints Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toe All rights reserved. No portion of this book may be reproduced, stored in a retrieval system, or transmitted in any form or by any means – electronic, mechanical, photocopy, recording or any other – except for brief quotations in printed reviews, without the prior written per Woord van de auteurn de wereld waarin het hoogst haalbare uit ons zelf moet worden gehaald, is maar weinig ruimte voor iemand die niet aan deze verwachting voldoet. Hoe kun je de ladder van perfectie en succes beklimmen als je lijf niet mee wil werken? Veel mensen worden genegeerd omdat ze anders zijn. Ze hebben een verstandelijke of lichamelijke beperking. Door de maatschappij Zo kampt ook Mel, het hoofdpersonage van deze roman, met haar handicap. Gaandeweg het verhaal leert ze, dat het niet gaat Ik hoop dat deze roman mag bijdragen aan het besef dat niet succes de sleutel tot geluk is, maar dat je weet wie je bent. Een kostbaar mens, uniek geschapen en intiem geliefd door de Vader. Laat niemand je identiteit roven. Weet wie je bent! Je bent Veel leesplezier, 6 r had geen beter moment kunnen zijn. Net nu ze op het punt staat de moed op te geven, is hij terug in haar leven. Noem het goddelijke inmenging of het lot. Wat het ook is, het zorgt ervoor dat ze de ko�ers op het perron achterlaat en hem in zijn armen vliegt. ’ P�f… melodramatische rotzooi. Mel sloeg het boek dicht en stopte het terug in de boekenkast. Loom graaide ze de elleboogkrukken van de grond en krukte haar slaapkamer uit. Er waren dagen bij dat de pijn intens was. Andere dagen, zoals nu, was het een constant gezeur. Zoals het gezoem van de koelkast. Je merkt het pas op als de stroom uitvalt. Voordat Mel de deur achter zich dichttrok, keek ze voor de laatste keer rond. Haar bed was opgemaakt. De boeken stonden keurig recht in de boekenkast en het bureau was opgeruimd. Haar blik gleed naar een foto van een groepje jongeren zittend op hun paarden. De bekende pijn was terug. Niet aan denken, Mel. Die tijd is voorbij. Ze zou het huis missen en daarmee ook de paarden, de verzorgers en ruiters die dagelijks op het erf rondscharrelden. De deur viel met een zachte klik in het slot. Nee, zij zou niet haar ko�ers op het perron achterlaten om hém in de armen te vliegen. Bij de trap liep ze voorzichtig naar beneden. Een keer ging ze te snel. Gelukkig zat er een knik in de trap. Mel veegde over het geplamuurde gat waar een kruk dwars door de dunne gipswand heen was gegaan. Een pijnlijke waarschuwing om het rustiger aan te doen. ‘Ben je er klaar voor? ’ Jetze stond bij de trap. Zijn hand rustte op de leuning. Sterk, mannelijk en toch teder. Een wit streepje ontsierde de bruine huid waarop zilveren haartjes groeiden. ‘Je hoeft niet te gaan. ’ Zijn blik bleef verscholen onder zijn hoed van kangoeroeleer. Een aandenken uit Down Under. ‘Niet? Meer dan drieëntwintig jaar verzwijgen jullie de waarheid voor me. ’ Jetze hief zijn hoofd op. Zijn eens sprankelende blauwe ogen waren vochtig. Lijntjes tekenden zich af rondom zijn mond en oogkassen. Grijs kleurde in zijn zwarte, borstelige wenkbrauwen. Hij hoefde niets te zeggen. Ze wist hoeveel hij van haar hield. Niet toegeven, Mel ‘Het spijt me, maar ik moet gaan. Ik moet weten wat er met mijn moeder is gebeurd. ’ Hij stak zijn arm uit. Ze negeerde hem en hinkte de laatste trede af. Jetze liet haar passeren. ‘Ik ben bang dat de waarheid je meer verdriet geeft. ’ Mel draaide zich naar hem om. ‘Hoe kan de waarheid me meer verdriet geven dan de leugens die ik heel mijn leven heb aangehoord? ’ Lie�ozend streelde Jetze over haar wang. ‘Je bent…’ Ze sloeg zijn hand weg. De kruk kletterde op de grond. ‘Ik ben geen klein meisje meer. Ik heb recht op de waarheid. ’ Jetze raapte de kruk van de vloer. ‘New York is geen stad voor naïeve plattelandsmeisjes. Vooral niet voor jonge vrouwen die…’ ‘Bedankt voor je zorgen, oom Jetze. ’ Ze rukte de kruk uit zijn handen, hief haar kin op en keek hem recht aan. ‘Zit niet over mij in, ik red me wel. ’ Mel krukte de woonkamer in. Zodra haar moeder haar zag stond ze op van de bank. Ze veegde nerveus met haar handen langs haar jurk. Haar vader Bart stond met de rug naar haar toegekeerd bij het raam. ‘Schat, weet je het zeker? ’ vroeg haar moeder Elsbeth be ‘Heel zeker. Ik ben sterk genoeg. ’ ‘Nee, dat ben je niet!’ Bart had zich omgedraaid. ‘Als Mel zegt dat ze het kan, dan kan ze het ook, ’ klonk Jetzes stem achter haar. ‘Bemoei je er niet mee, Jetze. Je hebt al genoeg gedaan. ’ ‘Hé, ik ben hier niet degene die voor haar de waarheid verzweeg. ’ ‘ We hadden een afspraak en jij moest je er zo nodig mee bemoeien. ’ ‘Ik heb het recht. ’ ‘Nee, dat heb je niet. ’ De twee mannen stonden dreigend tegenover elkaar. ‘Genoeg!’ riep Mel. ‘Jullie beiden hebben niets over mij te zeggen. Ik ben volwassen en het wordt tijd dat ik beslissingen voor mezelf neem zonder jullie inmenging. Ik heb tijd nodig om te beslissen wat ik verder wil met mijn leven. New York geeft me de kans dit uit te zoeken. Als jullie van me houden, laat me dan gaan. ’ ‘Natuurlijk houden we van je. ’ Haar moeder greep haar hand vast. ‘Zielsveel zelfs. ’ ‘Als dat zo was, had u niet zoiets vreselijks gedaan. ’ Elsbeth deinsde achteruit alsof ze een klap in haar gezicht kreeg. ‘Mel, bied je excuus aan, ’ vermaande haar vader. ‘ Waarom zou ik? Niemand van jullie bood zijn excuses aan mij aan. ’ Mel krukte weg, bedacht zich en omhelsde haar moeder. Na een knu�el aan haar vader liep ze vlug door naar de auto. Jetze opende de deur aan de bijrijderskant. Ze greep zijn uitgestoken hand en hees zich op de stoel. Kreunend trok ze haar linkerbeen naar binnen waarna het rechter volgde. Ze trok aan de hendel van de stoel. Hij roetsjte naar achteren. Jetze startte de auto en reed weg. Mel keek stug voor zich uit. Het was bijna twee uren rijden naar Schiphol en geen van beiden zei iets. Halverwege de rit stopte Jetze bij een tankstation. Hij hielp Mel met uitstappen. Met een door pijn verwrongen gezicht strekte ze haar lichaam uit. Als een uurtje zitten al zo’n pijn gaf, hoe kon ze dan meer dan acht uur vliegen volhouden? Stijf liep ze naar een bankje op de parkeerplaats. Jetze kwam terug met twee kartonnen bekers met cappuccino en een doosje paracetamol. Mel nam de pijnstillers zwijgend aan. Ze slikte een paar tabletjes door. ‘Heb je een extra doosje met pijnstillers in je handbagage gestopt? ’ ‘Inclusief mijn medicijnen en de begeleidende brief van de arts. ’ Ze nipten van de ko�e. ‘Ik heb contact met de secretaris van je grootvader gehad. Er staat een privéjet op je te wachten. Je hoeft dus niet over te krappe beenruimte in te zitten. Er is zelfs een bed om in uit te rusten. ’ ‘Echt waar? ’ Ze keek hem aan. Jetze hield zijn blik strak op de voortjagende auto’s gericht. Zijn handen omklemden de ko�ebeker. ‘Heb je de familie van mijn moeder gekend? ’ ‘Ik heb helaas niet het genoegen gehad om persoonlijk kennis te maken met monsieur Charles Rousseau de Clermont of met zijn eega, madame Frederique Rousseau de Montpellier, ’ zei Jetze bekakt. ‘De familie is verhuld in een ondoordringbaar halo van geheimzinnigheid. Het enige wat ik weet is dat je grootouders van Franse adellijke families afstammen en dat de familie Rousseau steenrijk is geworden met diverse handelsondernemingen. Waaronder handel in kunst en diamanten. ’ ‘ Waarom heeft Rousseau de dansacademie Dubón in be ‘Geen idee, ik weet alleen dat Juliette aan Dubón studeerde voordat ze verdween. ’ ‘Je zou zeggen dat hij de school na haar verdwijning zou hebben verkocht. ’ Jetze draaide zich naar haar toe. ‘En waarom zou hij dat doen? ’ ‘Nou, als je enige kind van de school verdwijnt, lijkt het me logisch dat je alles doet om haar te vinden. Dan hou je niet de school in je bezit die verantwoordelijk is voor de verdwijning. ’ ‘De academie heeft niets met Juliettes verdwijning te maken. De Dubón Dans Academie staat hoog aangeschreven. Ze hebben in hun honderdjarig bestaan dansers van wereldformaat opgeleid. De huidige directrice is madame Claire Dubón. Zij was eveneens balletdanseres, hoewel niet zo succesvol als haar moeder Celeste. Zo heeft Claire zes jaar geleden de succesvolle danser en choreograaf Eric Delroy als docent aan de academie aangesteld. Delroys choreogra �eën worden wereldwijd geroemd vanwege de creatieve dansstijlen. Het schijnt dat hij de wereld doorkruist om inheemse dansen te leren die hij vervolgens verwerkt in mindblowing choreogra�eën. Expressief, sensueel en meestal provocerend. Het is maar net wat je aanspreekt. ’ Jetze grinnikte. Mel trok haar wenkbrauwen op. ‘Je bent nogal vol van hem. ’ ‘Ach, wat kan ik zeggen. Het is weer eens wat anders dan ‘Ik zie jou echt niet in z’n strak balletpakje dansen. ’ Ze glimlachte om die gedachte. ‘Je hebt het bewijs gezien. ’ ‘Ja, helaas wel. ’ Mel trok een vies gezicht. ‘Ik kreeg er nachtmerries van. ’ Jetze trok haar lachend tegen zich aan. ‘En mijn moeder? Kon zij ook zo goed dansen? ’ ‘Juliette…’ Zuchtend strekte hij zijn benen. Zijn ogen stonden dromerig en een gelukzalig glimlachje hing om zijn lippen. ‘Zij was de mooiste ballerina die ik ooit heb gezien. Zij danste het Zwanenmeer alsof ze zelf een zwaan was. Zo gracieus en betoverend. ’ Zijn gezicht betrok. ‘ Tot ze verdween. ’ ‘Misschien heeft ze zichzelf weggetoverd. Waarschijnlijk kon ze de smaad niet langer verdragen omdat ze haar kind zonder scrupules in de armen van haar minnaar dumpte zodat zij carrière kon maken. ’ Mel snoof verachtelijk. Juliette was misschien mooi aan de buitenkant, vanbinnen was ze door en door verrot. ‘Haar carrière was belangrijker dan haar kind of haar vriend. ’ ‘Echtgenoot, ’ verbeterde Jetze haar. ‘Ze waren getrouwd. Jay gaf zijn danscarrière voor haar op. Hij hield zielsveel van Juliette en van jou. ’ Zijn gekwelde blik deed haar pijn. Ze pakte zijn hand en aaide over het litteken. ‘En mijn moeder dumpte hem vervolgens. Hij trok het niet langer en ik kwam bij jou terecht. Omdat jij niet wist wat je met mij aan moest, bracht je me naar mijn ouders en daar leef ik nog lang en gelukkig. Helaas ben ik te oud voor sprookjes, oom Jetze. ’ Mel liet zijn hand los en keek treurig naar het verkeer. ‘Je ouders hebben je liefdevol opgevoed, Melinda. ’ ‘Noem me alsjeblieft niet zo. Die naam is een leugen. Ik ben een leugen! Niets is wat het lijkt. Alles wat ik geloofde of wat ik dacht te zijn is weg. Ik moet naar New York, oom Jetze. Alleen daar krijg ik antwoorden. Dat begrijp je toch ‘Ja, alleen ben ik bang dat je daar meer verdriet te verstouwen krijgt. New York is een grillige minnaar. De ene keer geeft ze haar aanbidders overvloedig en de volgende dag rukt ze het wreed uit hun handen weg. Je kunt er niemand vertrouwen, Mel. Het is er ieder voor zich. Vooral in de danswereld. ’ ‘Zie je niet te veel spoken? ’ zei ze lacherig. ‘De tijden zijn veranderd. New York is niet meer zoals het er vijfentwintig jaar geleden was. ’ ‘Dat klopt, het is erger. De criminaliteit mag in vijfentwintig jaar gedaald zijn, de mens is harder geworden. Niemand die zich bekommert over degenen die het minder hebben of niet goed kunnen meekomen in de maatschappij en daar moet jij je zien te handhaven? Ik moet er niet aan denken. ’ ‘Zit niet over mij in. Ik heb een e�ectief verdedigingswapen. ’ Ze hief haar been op. ‘Alsof je daar iets mee kunt. ’ ‘Ik kan altijd nog schreeuwen. ’ Mel opende haar mond. Lachend drukte Jetze zijn hand voor haar mond. Zijn blik werd ernstig. ‘Beloof me dat je onmiddellijk contact met je grootmoeder opneemt als er iets is. ’ ‘Ja oompje, dat zal ik doen en ik zal jou elke week skypen of facetimen, wat je maar wil. ’ Ze drukte een kus op zijn wang. ‘Goed dan. En Mel, bel zo nu en dan eens met je ouders. Ze houden van je. ’ Mel knikte. Ze mochten dan van haar houden, het verraad was nog te vers. Ze hadden gelogen. Ze was vervangen. Zelfs de naam Melinda Martens was niet echt. Zou ze ooit weten wat haar echte naam was? De enige die het wist was Juliette Rousseau. Een jonge ballerina die op het hoogtepunt van haar carrière plotseling verdween. Als er antwoorden te vinden waren, dan was het niet op de stoeterij van haar ouders in Friesland. Alleen New York City kon haar antwoord geven. Miljoenen mensen woonden in die stad. Als zij daar konden wonen, waarom zij dan niet? Er was niets om bang voor te zijn. Toch was het zaad van twijfel geplant. Mel sloot haar ogen. Lieve God, bescherm me. et knikkende knieën daalde Mel de trap af van de privéjet van de familie Rousseau. Onderaan de trap stond een vrouw van middelbare leeftijd in een geel mantelpakje en met hoge blokhakken op haar te wachten. Ze had een vlot kortgeknipt geblondeerd kapsel, donkerrood gestifte lippen. Een dikke laag blauwe make-up zat boven haar zwaar aangezette ogen. ‘Goedemiddag. Heb je een �jne vlucht gehad? Mijn naam is mevrouw Jones. Ik ben de assistente van madame Frederique Rousseau. Welkom in New York. ’ ‘Bedankt. De reis ging wel aardig. ’ Mevrouw Jones leidde haar door de douane naar een wachtende auto. De chauffeur stopte haar ko�ers in de achterbak. ‘Is mijn grootmoeder er niet? ’ ‘Madame Frederique is op reis. Ze verwacht je zondag in haar woning in Riversdale. Ik breng je naar je appartement in de wijk SoHo. ’ Onderweg vertelde mevrouw Jones over de wijk So Ho waar in de jaren zestig veel kunstenaars woonden. Tegenwoordig stond de wijk bekend vanwege de trendsetters in ‘Je moet niet vreemd opkijken dat je mensen met vreemde creaties ziet rondlopen, meisje. Ik weet zeker dat jij je hier niet zult vervelen. ’ Mevrouw Jones glimlachte moederlijk naar haar. ‘Zou iemand zich in New York ooit kunnen vervelen? ’ Overal waar Mel keek zag ze �atgebouwen en bedrijfspanden, afgewisseld met parken en speelveldjes. Mevrouw Jones kletste ongevraagd door over New York City, de stad waar zij geboren en getogen was. New York bestond uit verschillende eilanden en vijf stadsdelen: Long Island met de wijk Brooklyn en Queens - hier was ze geland op de John F. Kennedy International Airport - Staten Island, waar je alleen met de veerboot vanaf Long Island kon komen, Manhattan en natuurlijk Ellis Island waar vroeger de emigranten zich moesten melden. Dan had je nog het Governors Island en het monumentale eilandje Liberty Island, waar het beroemde Vrijheidsbeeld stond. Het enige stadsdeel dat op het Amerikaans vasteland gevestigd was, was de Bronx. Hier bevond zich de wijk Riversdale, een stadswijk midden in het groen met grote landhuizen en moderne villa’s. In deze wijk woonde madame Frederique Rousseau de Montpellier, haar grootmoeder. Mevrouw Jones ratelde door over de kleurrijke geschiedenis en de prachtige monumentale gebouwen zoals Trinity Church en het Empire Statebuilding op het eiland Manhattan, waar ze naartoe reden. En natuurlijk over Ground Zero waar eens de Twin Towers stonden; dit móést ze zien. Mel was haar ergens tussen Manhattan en Riversdale kwijtgeraakt. Vermoeid volgde ze de voorbijsnellende auto’s en keek ze naar de torenhoge gebouwen. De rit naar haar appartement zou een klein uurtje duren, mits er geen vertraging was. Ze reden al ruim een uur. Mevrouw Jones greep enthousiast haar hand vast. ‘Kijk, meisje, Brooklyn Bridge. ’ Mel ging rechtop zitten. De oude hangbrug overspande de East River en was beroemd vanwege de bekabeling. Menig waaghals beklom de stalen dwarsbalken over de weg. Mel kende de brug van de vele �lms over New York City. Meestal overleefde de brug de aanval van de criminelen niet. Over aliens en andere wonderlijke creaties maar niet te spreken. Toch wel apart dat zij nu over deze brug reed. ‘Je kunt erover �etsen en zelfs wandelen. Moet je zeker een keertje doen, meisje. Vanaf de andere kant kun je het Vrijheidsbeeld zien. Trouwens, de Willemsbrug is ook geweldig om over te rijden. Je ziet de skyline van Manhattan dan nog beter. ’ Overal waar Mel keek stonden grote wolkenkrabbers te pronken in het zonlicht, de een nog indrukwekkender dan de andere. Het duizelde haar. ‘Zijn dat allemaal appartementen of bedrijven? ’ ‘Een combinatie van beide. Je zult in Manhattan vrijwel geen laagbouw vinden, meisje. Alles is hoogbouw en elke vierkante meter is benut. Er zijn diverse parken zoals het Madison Square Park, Washington Park en natuurlijk het Central Park. ’ Mel begon zich zo langzamerhand te ergeren aan het woord meisje. Ze was drieëntwintig, geen onbesuisde tiener meer. Niet dat ze dat ooit was geweest. Instinctief wist ze dat ze er beter niet tegenin kon gaan. Ze reden langs het gemeentehuis. Een gigantisch, veertig verdiepingen tellend wit pand in Romeinse stijl gebouwd, inclusief pilaren en een heuse toren. Nu nog een beeld van een of andere god, en het plaatje was compleet. ‘Even verderop staat het oude stadshuis dat in de zeven tiende eeuw door de Nederlanders is gebouwd. Dit gebouw werd te klein. Er moest iets groters komen. ’ ‘Iets groter en grandiozer. ’ Mel verrekte haar nek bijna. ‘En vreselijk lelijk. ’ ‘Dat mag je vinden. ’ De uitdrukking van mevrouw Jones zei echter van niet. ‘Zoals je ziet zijn er veel gebouwen in de Gotische en Romaanse stijl. Het zijn allemaal gemeentelijke instellingen. Zoals rechtbanken of gerechtshoven. ’ ‘Het lijkt wel alsof jullie Amerikanen het oude Romeinse Rijk nieuw leven in willen blazen. ’ ‘Is daar iets mis mee? Naar wat ik weet hebben de Romeinen de beschaving en daarmee de democratie in Europa gebracht. ’ Mevrouw Jones ogen blonken van trots. ‘Een democratie waarin degene met het meeste geld het voor het zeggen had. De rijken mestten zich vet in hun marmeren paleizen en ivoren villa’s en de armen stierven van honger voor hun poorten. Lang leve de gloriedagen van het Pax Romana. ’ Dat had Mel beter niet kunnen zeggen. Mevrouw Jones ogen schoten vuur. Met haar mond tot een dunne streep vertrokken keek ze strak voor zich uit. Het werd akelig stil in de auto. Oude en moderne gebouwen wisselden elkaar af. Ze reden langs pleintjes en plantsoenen. Ze staken de beroemde Broadway met haar vele theaters over en kwamen in de wijk SoHo. De chau�eur reed een straat in en stopte op de hoek bij een vijf verdiepingen tellend rood pand. Het gebouw had hoge rechthoekige ramen. Met boven elk raam gele lateien. Het deed Mel aan de eengezinswoningen van de jaren twintig denken. Een gietijzeren brandtrap zat aan de buitenkant zoals andere panden in de straat die hadden. Op de begane grond bevond zich een galerij. Mel kon niet zien wat voor kunst er aangeboden werd. ‘Mocht het je interesseren, meisje, morgenochtend komt er een jonge vrouw langs om je een rondleiding door de stad te geven. Ze is een studente aan de dansacademie waar je gaat werken. Informatie over haar kun je in de map lezen. ’ Aan haar gezicht te zien, had Mel haar beledigd. Mel hield haar met een kruk tegen voordat ze bij de deur waren. ‘Dank je wel, mevrouw Jones. Het spijt me dat ik zo nors reageerde. Ik ben moe van de reis. ’ ‘Natuurlijk, meisje. Geen probleem. ’ De glimlach zat weer stevig verankerd op het geplamuurde gezicht. Mevrouw Jones zwaaide de deur open en liet Mel voorgaan. Ze kwamen in een lange, nauwe hal. Aan het einde bevond zich de trap die naar boven en naar beneden wentelde. ‘Beneden is de wasserette. Wij gaan naar de bovenste etage. ’ ‘Is er geen lift? ’ Mel was doodop en zag de trap niet zitten. ‘Ach, dat is waar ook. Achter deze deur zit de lift. ’ Ze schoof een deur naast de trap open. ‘Alleen voor speciale gevallen. ’ Mel fronste bij die opmerking. De vrouw haalde glimlachend een sleutel uit haar handtasje en overhandigde hem aan haar. Mel wist niet wat ze ermee moest. Mevrouw Jones slaakte een overdreven zucht en stopte de sleutel in het slot, draaide hem om en de deur schoof open. ‘Na jou, ’ zei ze poeslief. Aarzelend liep Mel de lift in. Mevrouw Jones drukte op de knop naar de vijfde verdieping. Geruisloos zoefden ze omhoog. ‘Hier is het. Je deelt deze etage met vier andere huurders. Als er iets met de lift is bel je de huurbaas. Zijn telefoonnummer staat in de map. Als hij moeilijk doet, noem dan de naam Rousseau. Je bent mede-eigenaar. ’ Toe maar! Eerst een dansacademie, nu een appartementencomplex. Wat had ze nog meer geërfd van haar onbekende grootvader? ‘Dus… als dit mijn pand is hoef ik geen huur te betalen? ’ ‘Sterker nog, je ontvangt de huur van je buren. Alleen weet de huurbaas dit niet. Niemand mag weten wie je bent. ’ Waarom niet? Mevrouw Jones opende de deur naar het appartement. Nieuwsgierig stapte Mel haar nieuwe onderkomen binnen. Door de hoge ramen kwam er voldoende licht naar binnen. De woonkamer en de keuken waren volledig ingericht. Niet helemaal haar smaak, maar het was goed genoeg om het een jaar mee uit te houden. ‘ Woonkamer, keuken en door deze deur, ’ Mevrouw Jones liep door de keuken en opende de deur, ’kom je in de slaapkamer met douche en toilet. ’ Mel werd afgeleid door de chau�eur. Hij zette haar ko�ers in de woonkamer. Zonder wat te zeggen vertrok hij weer. ‘Alles wat je moet weten staat in de map. Goed, zijn er nog vragen? ’ ‘Eh… ja. Waar is de map? ’ ‘Die ligt op de salontafel, naast je nieuwe mobiele telefoon, dat vertelde ik je net. Wel opletten, meisje. ’ Weer dat ‘Ik ga nu. Morgen komt de jongedame en zondag word je in Riverdale verwacht. Je hebt twee dagen om uit te zoeken hoe je daar komt. Heel veel plezier en tot ziens. ’ En dat was het. De deur sloeg dicht en Mel bleef in de kamer achter. De vermoeidheid sloeg toe en Mel plofte op de bank neer. Ze zakte er een heel eind in weg. ‘Lekker!’ mopperde ze. Met moeite kwam ze overeind en probeerde de leunstoel. Die zat voor geen meter, maar ze kwam er wel makkelijker uit. Mel bladerde door de map. Er stond van alles in. Medische gegevens, wie ze moest bellen bij noodgevallen, informatie over kledingwinkels, supermarkten, musea en galerijen en alles wat ze moest weten over haar nieuwe werkplek. Er zaten stadsplattegronden bij, tijdschema’s voor de metro en bus. En allerlei pasjes zoals een metropas, een verzekeringspas en zelfs een paar creditcards. Ze bladerde door brochures van musea, galerijen en attractieparken. Ergens halverwege vond ze gegevens van de studente die tot rondleidster was gebombardeerd. Ze keek naar een a�eelding van een aantrekkelijke jonge vrouw met bruin haar en bruine ogen. ‘Jeanine Le Clercq. Française, uit Paris. Drieëntwintig jaar en laatstejaars klassiek ballet aan het New Yorkse Dans Academie Dubón. Indrukwekkend. ’ Er stond een telefoonnummer bij. Mel pakte de nieuwe telefoon en ontdekte dat de adresgegevens van Jeanine al in de contactenlijst waren opgenomen. Ze whatsappte haar om te zeggen dat ze niet hoefde te komen. Ze kon zelf wel op onderzoek uitgaan. In de map las ze informatie over de directrice, madame Claire Dubón. Een streng ogende vrouw met zwart haar in bobkapsel met een recht afgeknipte pony. Ze droeg een ronde, zwarte bril en had felle donkerbruine ogen. Claire leek haar niet sympathiek. Op de volgende pagina las ze informatie over het hoofd Facilitaire Dienst, meneer Samuel Washington, kortweg Sam genoemd. Een oude man van Afro-Afrikaanse a�omst met zilvergrijs haar, zachte donkerbruine ogen en een aanstekelijke lach. Vervolgens las ze informatie over administratieve medewerkers, cateringmedewerkers, bestuursleden, de dansdocenten en de choreografen. Er was een lijst bij gevoegd met gegevens over de gastdocenten en gastchoreografen. Daarna volgde een lijst met namen met fotootjes van de studenten van elk jaar en elke dansdiscipline. Het was onmogelijk om de namen te onthouden. Mel bladerde terug naar Eric Delroy en bekeek zijn foto. Dus dit is de man over wie oom Jetze zo prat gaat. Knap is hij zeker. Veel te knap, naar haar idee. De man had het uiterlijk van een �lmster. Hij zou zo voor de zoon van Antonio Banderas door kunnen gaan. Zwart golvend haar, donkerbruine ogen met pretlichtjes erin en een verleidelijke tandpastaglimlach. Het type vrouwenverslinder. Het soort man van wie bij haar vader de nekharen rechtovereind gingen staan en van wie haar moeder zich nerveus in de handen zou wringen. Oom Jetze zou hem lovend binnenhalen. Maar hij was bevooroordeeld vanwege zijn liefde voor dans en theater. Toen ze erachter kwam dat haar oom ooit klassiek ballet in New York studeerde, had ze dit niet willen geloven tot hij haar de foto liet zien waarop hij in een strakke, witte legging moeiteloos een ballerina optilde. Die ballerina bleek haar moeder te zijn. Iets wat hij pas later vertelde. Mel drukte de bitterheid weg. Vergeven, was haar meerdere keren verteld. Ze had de woorden uitgesproken, alleen werkte het gevoel niet mee. Ze was te diep gekwetst om zomaar te vergeven wat er was gebeurd. Vergeven is een kwestie van het verstand, niet van het hart, had oma Maartje gezegd. Die lieve oma, zo liefdevol en zonder oordeel. Het oude mensje wenste iedereen de hemel in. Mel dacht vaak het tegenovergestelde. De hel is een vreselijke plek, Mel, dat wens je niemand toe, had haar oma haar vermaand. Misschien niet, maar ze had op punt gestaan om hém de hel in te wensen nadat hij haar zo laag hartig had gedumpt. Mel schoof de map aan de kant en inspecteerde haar nieuwe woning. Haar nieuwe grootmoeder had zo te zien aan alles gedacht, zelfs aan een koelkast met magnetronmenu’s. Mel warmde haar prak op en besloot vroeg onder de wol te gaan. Maar eerst snakte ze naar een warme douche. ‘Geen douchekruk, ’ merkte ze geërgerd op toen ze poedelnaakt in de douche stond. Gelukkig waren er wel handdoeken en toiletspulletjes. Mopperend trok Mel haar nachtjapon aan. ‘Eerste opdracht: douchekruk kopen. Nu, slapen. ’ Ze was te moe om haar oom te bellen of ook maar ergens aan te denken. Ze kroop haar bed in. Het geluid van verkeer drong door de ramen naar binnen evenals het licht van de straatlantaarns. In de verte hoorde ze sirenes. Een auto met harde muziek reed tergend langzaam voorbij. Iemand schreeuwde. Er klonk gelach. Een knallend geluid deed haar van schrik rechtop zetten. Werd daar iemand neergeschoten? Mel hinkte naar het raam en gluurde door de kier van het rolgordijn. Er stond een groepje jongeren op straat. Een van de jongens sloeg met een honkbalknuppel een blikje tegen het gebouw tegenover haar appartement. Het blikje barstte tegen de metalen raambeschermer open. Er stoof een straal vocht uit. De jongeren joelden. Op de klank van een sirene stoven ze weg. Woelend lag ze in haar bed. De slaap bleef uit. Tot slot deed ze oortjes in, zocht een kalmerend muziekje op en viel tegen de ochtend in slaap. ‘ Waarom deze ingelaste vergadering? ’ Dunya kwam als laatste de vergaderruimte binnen. Haar gezicht stond op onweer. ‘Ik heb vanavond een voorstelling. Daar kan ik echt niet te laat komen, Claire. ’ ‘Ga zitten, Dunya, ’ zei Claire met een zwaar Frans accent. Madame Claire zat aan het hoofd van de vergadertafel, met een map voor zich waar haar keurig gemanicuurde hand op rustte. Aan de ovalen tafel zaten vijftien mensen zacht met elkaar te praten. Eric hield zich afzijdig van de gesprekken. Zijn blik was op Claire gericht. Wat hij zag beviel hem niet. ‘Je hebt voldoende tijd om de voorstelling bij te wonen, Dunya. ’ Claire deed haar bril af en wees haar met de bril in de hand naar de stoel naast Eric. Hij stond op en schoof de stoel voor Dunya naar achteren. ‘Je bent mooi, als je boos bent, ’ �uisterde hij haar toe. Eric kreeg er een nijdige blik voor terug. Grinnikend ging hij zitten. ‘ Waarom die haast, Claire? Kon het niet tot maandag wachten? ’ vroeg hij. Zijn collega naast hem vroeg zich dit ook af. Claire maande de aanwezigen tot stilte. ‘Helaas heb ik nieuws dat niet tot maandag kan wachten. Monsieur Charles Rousseau is heengegaan. ’ Een verontrust geroezemoes steeg op. Iedereen wist wat dit betekende. ‘ Wat gaat er nu gebeuren? ’ vroeg Mei Lin, de Chinese dansdocent en choreograaf. ‘Gaat de academie sluiten? ’ De aanwezigen praatten door elkaar heen. Eric hield zich afzijdig. Zijn blik bleef op Claire gevestigd. De veertiger wreef over haar voorhoofd. Ze had zo te zien weer hoofdpijn. Het werd erger met haar. ‘Oké, zo is het genoeg, laat Claire haar zegje doen. ’ ‘Dank je, Enrique. ’ Ze glimlachte opgelucht naar hem. ‘Na deze eerste schok moeten we het over het onvermijdelijke hebben. De secretaris van Rousseau, monsieur Armstrong, liet het me vandaag weten. Het schijnt dat Rousseau drie maanden geleden is gestorven. Ze hebben het al die tijd geheimgehouden. ’ ‘ Waarom? ’ vroeg iemand. Claire trok haar schouders op. ‘De precieze reden weet ik niet. Waarschijnlijk om hongerige wolven buiten de deur te houden. Het interesseert mij eigenlijk niet. Wat mij bezighoudt is de academie. Monsieur Armstrong verzekerde mij dat ik me vooralsnog geen zorgen hoefde te maken. Maar…’ Ze keek hen allemaal één voor één aan. ‘We weten allemaal dat de geldkraan dichtgedraaid wordt. Madame Rousseau is daar heel duidelijk over. Ze zal geen cent in de academie steken. ’ Ze zweeg om dit nieuws te laten bezinken. ‘Deze academie is generaties lang in mijn familie en madame Rousseau…’ Ze haalde een paar keer diep adem, raakte haar hoofd aan en legde haar handen vervolgens plat op tafel. Langzaam stond ze op, griste de bril van tafel en zette hem op. De strijdlust blonk in haar ogen. ‘Ik beloof jullie, ik laat niet toe dat deze school aan een ander wordt overgedragen. Zelfs niet aan een bloedverwant. ’ ‘Hoezo bloedverwant? ’ vroeg Lionel, de voorzitter van de Raad van Bestuur. ‘ Waarom weten we niet dat er een erfgenaam is? De enige erfgename is dood en daarmee was de kans zeer groot dat jij de academie erfde. Dat heb je ons ‘Ik heb nooit gezegd dat Juliette dood is, ’ zei Claire met trillende stem. ‘Ze wordt vermist. ’ ‘Al ruim tien jaar, ’ vervolgde Lionel. ‘Een vermiste wordt na zes jaar doodverklaard. De familie gaat ervan uit dat ze dood is. Of denken ze dat ze nog leeft? ’ ‘Dat is zeer onwaarschijnlijk. Een ding weten we wel: er is een erfgenaam. Een onwettig kind van een neef van monsieur Rousseau. Dat zal de academie erven. ’ Ze zei het met zoveel venijn dat Erics wenkbrauwen omhoogschoten. Claire herstelde zich en nam plaats. ‘Hoe dan ook, monsieur Armstrong gaf ons een jaar de tijd om orde op zaken te stellen. Met kerst en aan het einde van het schoolseizoen zal deze erfgenaam een voorstelling bijwonen en daarna het oordeel vellen. ’ ‘Dat klinkt dramatisch, ’ merkte Lionel op. De felheid was terug in haar ogen. ‘Dat is het ook. Ik duld niet dat mijn school me uit handen wordt genomen door een snotneus die van toeten noch blazen weet over dans of theater. ’ Ze sloeg met haar platte hand op tafel en schrok er zelf zichtbaar van. ‘Het spijt me van mijn emotionele uitbarsting. Het ligt me nu eenmaal na aan het hart. Alles staat of valt met deze twee voorstellingen. ’ Er werd gediscussieerd over het programma. Na een poosje heen en weer gepraat werd er een commissie aangesteld die het kerstprogramma voor zijn rekening nam en een tweede commissie werkte aan de eindvoorstelling. ‘ Wil je aan een voorstelling meewerken, Enrique? ’ vroeg Claire voorzichtig. ‘ Voor de kerst ben ik te druk met mijn eigen programma bij het Tartarin, laat me over de eindvoorstelling nadenken. ’ ‘Kun je er maandag uit zijn? ’ Haar verwachtingsvolle blik deed hem inwendig lachen. Ze leek net een klein meisje dat haar vader smeekte om met haar naar een snoepwinkel te gaan. Hij gaf aan dat het goed was. ‘Dat is een opluchting. Ik weet zeker dat het goed komt als jij de choreogra�e in handen neemt. ’ Claire zag de verontwaardigde gezichten van de andere twee choreografen niet. ‘ We willen geen onverwachte wendingen meer. Over onverwacht gesproken…’ Claire opende de map, ‘…vanaf maandag wordt Samuel bijgestaan door een extra hulp. Mel Martens, een student met special needs. Ik heb geen idee wat hiermee bedoeld wordt. ’ Ze vroeg haar secretaresse om opheldering. ‘Iemand met special needs heeft een lichamelijke, zintuigelijke of verstandelijke beperking, ’ legde de secretaresse uit. ‘Het kan iemand met een psychische stoornis zijn of een kind dat op welke manier dan ook ontregeld is. Pleegkinderen bijvoorbeeld. Kortom het is…’ ‘Een kneus, ’ maakte Eric het voor haar af. ‘Dan kunnen we het wel schudden, ’ riep Lionel uit. Hij smeet zijn pen op tafel en zakte achterover in zijn stoel. Hij was niet de enige die de bui zag hangen. Iedereen begon door elkaar te praten. ‘Rustig! Alsjeblieft, wees kalm. De kneus is welkom. Dat betekent niet dat hij bij de voorstellingen aanwezig zal zijn. We zorgen ervoor dat hij te allen tijde bij Samuel blijft. Onder zijn hoede zal het goed komen. Alleen…’ Claire masseerde met beide handen haar slapen. ‘Alleen wat? ’ vroeg Lionel. ‘Het kan zijn dat de erfgenaam onverwacht op bezoek komt. Zolang we niet weten wie hij is en wanneer hij langskomt moeten we op ons qui-vive zijn. ’ ‘Geweldig! Het laatste wat we willen is dat een halvegare imbeciel hier door de school banjert terwijl de mysterieuze erfgenaam ons een bezoekje brengt. Als de neef de kneus ziet is de geloofwaardigheid van de academie voorgoed ver dwenen. ’ De anderen waren het met Lionel eens. Claire probeerde de bezorgdheid te sussen. ‘Het spijt me, de kneus blijft. Hij is al aangenomen. ’ ‘Zonder toestemming van de Raad? ’ Lionels stem schoot ‘Mijn handen zijn gebonden, Lionel. Samuel heeft de toestemming van madame Rousseau. Dit was voordat ik wist dat monsieur Rousseau was gestorven. ’ ‘Een slinkse wijze van die feeks om ons weg te krijgen, ’ mopperde Lionel. ‘Misschien valt het allemaal wel mee, ’ probeerde Mei-Lin, een van de dansdocentes, hen gerust te stellen. ‘Mel heeft een gebrek, nou en? Meer dan de helft van de personen in deze kamer heeft een gebrek. Er zijn hier maar weinigen die verstaanbaar Engels spreken. ’ Er werd gelachen. Hoewel niet van harte. ‘Het spijt me nogmaals, ’ zei Claire. ‘ We moeten er het beste van maken. Ik wil vrijdag een voorstel voor kerst op mijn bureau hebben. We hebben daar ongeveer tien weken repetitietijd voor. Voor de grote uitvoering geef ik jullie twee weken om iets te bedenken. Vooralsnog wil ik jullie vragen met niemand anders over deze kwesties te spreken. Afgesproken? ’ Claire wachtte hun antwoord niet af, sloeg de map dicht en stond op. ‘Een goed weekend en ik zie jullie maandag. ’ Ze hield de deur open. Eric wachtte tot iedereen weg was. Hij legde een hand op haar magere schouder. ‘Ik kan je niets beloven, Claire. Ik heb namelijk een aanbod gekregen voor de academie in Madrid. ’ Hij verzweeg hoeveel meer hij daar kon verdienen. Het stak hem nog steeds dat hij het Engels National Ballet moest afslaan. Zijn collega’s verklaarden hem voor gek. Misschien was dit terecht, maar hij had een belofte gedaan en kwam daar niet op terug. Hij moest wachten. ‘Dat zat eraan te komen, ’ zei ze glimlachend. Ze rustte haar hoofd tegen zijn arm. ‘Ik heb je lang genoeg mogen hebben. ’ Ze omhelsde hem. ‘Je bent het beste wat me is overkomen, Enrique. ’ Ze boog naar hem toe. Hij ontweek haar lippen door haar zijn wang toe te keren. De pijn in haar ogen ontging hem niet. Het laatste wat hij wilde was seksuele omgang met een student of collega, en vooral niet met de directrice. Die fout had hij eens gemaakt en kostte hem toen bijna zijn carrière. ‘Ga je vanavond uit? ’ vroeg ze terwijl ze zo nonchalant mogelijk de map pakte. Haar trillende handen verraadden haar. ‘Nee, ik blijf wat langer doorwerken. De choreogra�e zit me niet lekker. ’ ‘Is er niemand mooi genoeg om je te verleiden tot een paar uurtjes ontspanning? ’ Ze glimlachte dapper naar hem. ‘Dansen ontspant me. Het maakt niet uit waar ik ben. ’ ‘Dan kun je net zo goed naar een nachtclub gaan. Ik ken een goede. ’ ‘Ik ook. ’ Hij opende de deur voor haar. Claire liep langs hem heen. Haar parfum wenkte hem, evenals haar wiegende heupen. Eric sloot de deur en liep met haar mee. Bij de trap wenste hij haar een goed weekend en sprintte naar boven. Hij moest nadenken. Eric opende de deur naar zaal 4. 03. Het heldere neonlicht �ikkerde aan. Hij haalde zijn mobiel uit zijn broekzak en stopte hem in de computerinstallatie. Hij drukte een paar toetsen in, trok zijn kleren uit en ging alleen gekleed in een nauw omsloten boxershort midden in de zaal staan. Hij sloot zijn ogen en wachtte. Met de eerste aarzelende noten van de piano kwam hij in beweging. Langzaam bewoog zijn lijf op het trage ritme van de muziek. Telkens wanneer hij het te kwaad kreeg zette hij dit nummer op. Het woordeloze lied trof iedere keer weer doel. Hij was niet alleen. Toen niet en nu niet. Claires wiegende heupen drongen zich aan hem op. Hij voelde het verlangen groeien. ‘ Waarom nu? !’ Hij stopte, resette het lied en begon opnieuw. Dit keer werd hij gestoord door zijn mobiele telefoon. Na een paar keer overgaan nam hij gefrustreerd op. ‘Eric, met James Stuart. ’ ‘Stuart! Dat is lang geleden, hoe gaat het met je? ’‘Heel goed, ik ben in New York in hotel Edison. Heb je misschien zin om een barretje te pakken? ’ Eric was blij verrast zijn oude studiegenoot aan de lijn te hebben. Ze spraken af in een restaurant niet ver van het hotel waar James verbleef. Tegen negen uur in de avond liep Eric het restaurant binnen. James zat bij een tafeltje. Zodra James hem zag stond hij op. Lachend omhelsden ze elkaar. ‘Goed je te zien, Eric’, zei James. ‘Man, je ziet er stukken beter uit dan eerst. Zeker meer spieren gekregen? ’ Hij bokste tegen Erics borst. ‘Maar een beetje meer, ’ glimlachte Eric. ‘Die van jou zijn wat gezakt. ’ Stuart schudde zijn buik. ‘Het gesettelde leven bevalt me prima. ’ Theatraal liet hij Eric de ring zien. ‘Gefeliciteerd. Wie is de gelukkige? ’ ‘Brian O’Malley. Hij heeft een restaurant in Sacramento. Daar wonen we nu samen. ’ James grijnsde van oor tot oor. ‘ Was er na Summer niets geschikts? ’ Eric kon zich herinneren hoe verliefd James op Summer was. Een knappe, jonge danseres met kapsones. Zij liet James vallen als een baksteen. De arme jongen was er kapot van. ‘ Vrouwen brengen je niets dan ellende. Ik heb het geprobeerd, maar het lukt gewoon niet. Telkens is er iets waardoor ze me dumpen. Ik ben gewoon niet geschikt om met vrouwen om te gaan. ’ Hij trok een sip gezicht. ‘Mannen zijn voorspelbaarder en zeker knapper. ’ ‘Daar ben ik het niet mee eens. Vrouwen zijn mysterieuze wezens, dat is waar. Soms zetten ze inderdaad de klauwen in je lijf, maar mannen kunnen net zo onvoorspelbaar of onbetrouwbaar zijn. Daarbij is een vrouw stukken mooier dan een man. ’ Langs hun tafel liep een vrouw met lang, vet haar. Ze had haar mollige benen in een strakke legging gepropt en haar vetrollen puilden uit haar veel te nauwe singlet. Bij elke stap die ze zette, schudden haar enorme borsten hevig op en neer. Eric trok een gezicht. ‘Uitzondering daargelaten. ’ James lachte hartelijk. Hij wenkte de ober en bestelde voor hen beiden drinken en wat eten. ‘ Vertel, hoe gaat het met de liefde? ’ vroeg James tijdens het eten. ‘Slecht!’ ‘Loopt er niet een lekker mokkel rond tussen al die grietjes op de academie? ’ ‘Niet echt. De eerstejaars hebben potentie. Zij zijn nog niet bedorven. De laatstejaars zijn allemaal katten die op hun spitsen rondsluipen op zoek naar een prooi die ze met huid en haar kunnen verslinden. Ze gaan over lijken. ’ Eric walgde van de studentes met hun insinuerende blikken. Ze zonden poeslieve glimlachjes naar hem én elkaar terwijl ze ondertussen elkaars bloed wel konden drinken. Oké, er waren meiden bij die serieus bezig waren. Zij lieten zich niet a�eiden door al het mannelijk of vrouwelijk schoon. Meestal waren dit haaibaaien, op een uitzondering na gelukkig. Prijs God voor de enkeling die niet meedeed aan de ellenbogenstrijd tussen de medestudenten. Dit gold tevens voor de mannelijke studenten. Eric was het zat om docent te zijn. Hij wilde meer. Toch bleef hij hangen. Het was niet de tijd om te gaan. Hij moest geduldig blijven wachten. ‘ Weet je zeker dat je het niet eens met een man wil proberen? ’ James blik gleed begerig over Erics lichaam. ‘Ik ken genoeg mannen die een moord willen plegen om zo’n goddelijk lijf te mogen bezitten. ’ Eric verstrakte. ‘De enige die mijn ‘goddelijk lijf’ mag bezitten is mijn vrouw! Geen haar op mijn hoofd die eraan denkt om met een man de liefde te bedrijven. ’ ‘Nou ja, het was maar een suggestie. ’ James bleef glimlachen. Erics humeur zakte naar een dieptepunt. De enige vrouw die potentie had was Esperanza. Een derdejaars studente die trouw bleef aan zichzelf en aan haar opvoeding. Tot het moment dat hij het verknalde. Dit was vijf jaar geleden. Een periode waarin zijn leven een drastische wending nam. ‘Dat was fantastisch!’ Esperanza omhelsde Eric wild. Daarna viel ze Sergei in de armen. ‘Dit was echt geweldig. ’ Ze sloeg haar handen voor haar gezicht, draaide een pirouetje en vloog Eric weer in de armen. ‘Laten we het vieren. Jullie tweeën hebben het verdiend. Ik trakteer. ’ Het jonge duo zei daar geen nee tegen. Ze gingen naar een bar om het succes te vieren. ‘Morgen weet iedereen dat jullie een staande ovatie hebben gekregen. Op jullie partnerschap. ’ Eric hield zijn wijnglas omhoog. Sergei en Esperanza tikten hun glazen tegen die van hem aan. ‘Dank je wel, Eric. Zonder jou waren we nooit zover gekomen, ’ zei Sergei gemeend. ‘Inderdaad, duizendmaal dank. ’ Esperanza drukte haar handen tegen elkaar aan en maakte een biddend gebaar. ‘Jullie hebben het uitstekend gedaan. Ik had het niet beter gekund. ’ Dit ontlokte een brede glimlach op de gezichten van het duo. Eric was oprecht trots op hen. Sergei zat in zijn laatste jaar. Esperanza moest nog een jaar. Ze zou er zeker komen. Hoewel ze uit een arm immigrantengezin kwam, knokte zij het hardst. Urenlang oefende ze. Niets weerhield haar om haar droom waar te maken. Ze zou haar idool en landgenote Alicia Alonso evenaren als de Cubaanse prima ballerina. Haar dansstijl was oogstrelend, daarbij had ze een uiterlijk dat zeker meespeelde. Ze was een plaatje om te zien. Met een prachtige glimlach en schitterende bruine ogen. Ze praatten lang na tot Sergei aangaf dat hij naar huis ‘Breng je haar niet thuis? ’ vroeg Eric toen hij zijn jas haalde. Sergei keek wat schuldig naar Esperanza. ‘O nee, dat hoeft niet. Ik kan zelf wel gaan. ’ Eric was het daar niet mee eens. Sergei kuste Esperanza gedag, omhelsde Eric en ging weg. ‘Zal ik je dan maar naar huis brengen? ’ Esperanza weigerde dit maar Eric vond het niet prettig dat ze alleen ging. ‘ Wil je mee naar binnen? ’ vroeg ze, toen ze bij de deur van haar appartement stonden. Hij las de stille vraag in haar ogen. ‘Ik… weet je het zeker? ’ Esperanza bevochtigde haar lippen en knikte hem ietwat verlegen toe. ‘Oké, uhm… je kent de regels? ’ Haar vragende blik deed hem twijfelen. Toch knikte ze hem toe. Ze hief haar hoofd op en haar lippen weken uiteen. Eric sloeg de uitnodiging niet af en kuste haar zoete, warme mond. Die nacht nam hij, vervuld van wijn en euforie, bezit van de mooie Cubaanse met haar schitterende ogen. Pas tegen de ochtend werd hij wakker. Onmiddellijk bekroop een naar gevoel hem. De jonge Cubaanse was niet helemaal eerlijk geweest. Esperanza sliep nog. Vlug raapte hij zijn kleren bijeen. Waar was zijn boxershort? Hij kon hem niet vinden en trok zijn broek aan. ‘ Waar ga je heen? ’ Esperanza zat overeind in bed. Uit schaamte hield ze het laken boven haar borsten opgetrokken. Eric trok zijn overhemd aan. ‘Naar huis. Waar anders? ’ ‘O… maar het is nog maar zes uur in de ochtend. ’ ‘Zo vroeg sta ik altijd op. Bedankt en tot maandag. ’ ‘ Wacht!’ Esperanza sprong uit bed. Uit schaamte hield ze het laken boven haar borsten opgetrokken. ‘Je kunt niet zomaar gaan. ’ ‘ Waarom niet? Je kent de regels. Een keer en verder geen verplichtingen. ’ Eric negeerde de tranen in haar ogen en trok de deur achter zich dicht. De maandag daarop leek alles normaal te zijn. Esperanza liet niet merken hoe teleurgesteld ze in hem was. Ze oefende keihard door. De weken werden maanden en alles leek goed te gaan. Tot het moment dat ze tijdens een training viel. Roerloos bleef ze liggen. Esperanza werd met spoed naar het ziekenhuis afgevoerd. Een paar dagen later was ze er weer. Bleek en nerveus klampte ze hem na a�oop van een training vast. ‘Ik moet met je praten, ’ zei ze schril van de zenuwen. ‘ Waar kan ik je mee helpen? ’ Esperanza schraapte haar keel. ‘Ik ben zwanger en jij bent de vader. ’ Het was alsof Eric hard in zijn buik werd gestompt. ‘Zwanger? ’ Hij lachte wat ongemakkelijk. ‘Hoe is dat mogelijk? Je kent de regels. ’ Hij nam haar mee naar de hoek. ‘Ja, nou…’ Ze trok haar schouders op. ‘Het was mijn eerste keer en…’ Eric liep weg. Esperanza kwam hem achterna en trok aan zijn arm. Haar hulpeloze blik maakte hem in de war. ‘ Wat moet ik doen? ’ ‘ Wat gaat dat mij aan? Je kent de regels, Esperanza, het was jouw idee. ’ ‘En jij zei geen nee. ’ ‘ Waarom zou ik? We hadden er beiden geen bezwaar tegen. Als jij verder wilt met je danscarrière, weet je wat je moet doen. Je bent niet de enige die hierin een keuze heeft ‘Je bedoelt dat ik abortus moet plegen? ’ Ze keek hem zo verschrikt aan dat hij in lachen uitbarstte. Huilend schreeuwde ze hem toe dat het kind ook van hem was en dat ze haar kind niet wilde doden. God zou haar daarvoor stra�en. ‘Als God bestaat, waarom luisterde je dan niet naar Hem. Je weet wat er gebeurt wanneer naïeve meisjes met wereldse mannen in bed duiken. Een beetje dom, Esperanza. Ik neem aan dat nu al je hoop vervlogen is. ’ Het huilen was op slag over. Snoeihard sloeg ze hem in zijn gezicht. ‘Ik… Ik haat je!’ schreeuwde ze. Kwaad rende ze weg. Eric trok zijn schouders op en ging verder met waar hij mee bezig was. Hij werd die dag op het matje geroepen. Madame Claire was duidelijk, nog een keer over de schreef en hij kon vertrekken. Het was maar goed dat Esperanza’s ouders geen gedonder maakten. Esperanza kwam die dag niet meer op school. Ook de volgende dagen niet. Hij hoorde van Sergei dat ze de academie had verlaten. Wat er met haar was gebeurd, wist hij niet. Totdat ze een paar weken later plotseling aan zijn deur verscheen. Eric schrok van haar uiterlijk. Van de aantrekkelijke, jonge vrouw was niets meer over. Haar gezicht was vlekkerig en opgezet. Haar lippen waren opgezwollen en het leek alsof ze plukken uit haar haar had getrokken. Ze wreef aldoor over haar platte buik. ‘Wil je het zien? ’ Ze duwde een echogra�e van een baby tegen zijn borst. ‘ Twintig weken oud! Toen nog levend en gezond. Het was een jongetje. Niet dat het jou interesseert. Voor jou was het een kakkerlak die doodgetrapt moest worden. Weet je hoe ze dat doen? ’ Ze schreeuwde nu. ‘Ze hakken het kindje levend in stukken. Eerst snijden ze de beentjes eraf en daarna de armpjes. Maar omdat het hoofdje te groot is, snijden…’ Hij drukte zijn hand tegen haar mond. ‘Ja, stop maar. Ik hoef niet te weten hoe dat gaat. Je hebt je keuze gemaakt. Leef ermee, je kende de regels. ’ Ze trok zich los. ‘God zal je stra�en voor wat je hebt gedaan, Enrique. Je hebt me tot vrouw genomen en me vervolgens weer uitgekotst. Dit zal God je nooit vergeven. Jij… jij. . . Maldito!’ Een plotselinge huivering trok door hem heen. Hij vermande zich.