Bekijk de tekstversie van dit leesfragment.Grondwet van het Koninkrijk der hemelen De Bergrede kokBWdebergrede0417-5eDRUK. indd 3 19-04-17 09:25 De geciteerde bijbelpassages zijn gekozen uit de vertaling NBG 1951. Vijfde druk, 2017 © 2012 Uitgeverij Voorhoeve Utrecht Samen met Over morgen en Het evangelie naar Johannes verscheen dit boek eerder in de uitgave Zwak is machtig (2003) Omslagontwerp: Patrick Staal Vormgeving binnenwerk: www. garage-bno. nl ISBN 978 90 297 2337 4 ISBN E-book 978 90 297 2089 2 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveel - voudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of open - baar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, me - chanisch, door fotokopieën, opnamen, of op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. kokBWdebergrede0417-5eDRUK. indd 4 19-04-17 09:25 De meeste mensen weten wat de troonrede is. Maar een paar maanden na het uitspreken daarvan moet je niet meer vragen wat daarin gezegd is. Veel minder mensen weten wat de bergrede is. Maar wie dat weten, kan je rustig naar de inhoud vragen. Bijna twintig eeu - wen nadat die is uitgesproken, weten ze daar altijd nog wel iets van. Dat maakt duidelijk hoe groot de invloed van de bergrede is geweest en nog is. In de loop der eeuwen zijn er duizenden boe - ken over verschenen. Eindeloos is er over de bergrede gediscussieerd. Vooral over de haalbaarheid. De meningen hierover lopen sterk uiteen. De meerderheid zegt: onmogelijk, ontmoedigend, irreëel, niet meer dan een ideaal. Anderen zeggen: niet voor deze tijd, be - doeld voor later, zo zal het eens zijn in het Koninkrijk der heme - len. Sommigen zeggen: je moet ernaar streven, wie dit wil die kan het. Dat spanningsveld van de uitdaging van de bergrede kun je wegredeneren. Maar dan is alles weg. De waarde van de berg - rede is juist gelegen in het spanningsveld van het menselijk onmogelijke en het door God gevraagde. Wie de bergrede leest en ernstig neemt, voelt zich verslagen. Net als de discipelen, toen ze hoorden wat Jezus zei tegen de rijke jongeling. Toen zij dit hoorden, waren zij zeer verslagen en zeiden: Wie kan dan behouden worden? (Mat. 19:25). De sleutel ligt in het feit dat het niet in de eerste plaats Woord vooraf woord vooraf [ 7 ] kokBWdebergrede0417-5eDRUK. indd 7 19-04-17 09:25 [ 8 ] vraag is, maar aanbod. In de bergrede moet de nadruk niet lig - gen op wat Hij vraagt, maar op wat Hij aanbiedt. Zoals Hij zegt: Bij de mensen is dit onmogelijk, maar bij God zijn alle dingen mogelijk (Mat. 19:26). Zoals God tot Abraham en Sara zegt: Zou voor de Heere iets te wonderlijk zijn? (Gen. 18:14). Of tot Mozes: Zou de hand des Heren te kort zijn? (Num. 11:23). Er is meteen sprake van spanning als we de nadruk leggen op wat God van ons verwacht. Er is ontspanning als we benadruk - ken wat Hij van ons kan maken. Dan is het in eerste instantie zijn werk en zijn verantwoording. Dan zien we vol bewondering en verwachting op naar Hem, bij Wie alle dingen mogelijk zijn. Dan wordt onze reactie: God, als U denkt dat U dat in mij kunt verwezenlijken, ga uw gang. Ik vertrouw U. Zoals Maria tegen het onmogelijke kon zeggen: Zie de dienstmaagd des Heren; mij geschiede naar uw woord (Luc. 1:38). Wie zo de bergrede leest, gaat ervan houden. Die gaat de be - koring proeven van dat spanningsveld. Die volgt Hem, omdat Hij voorop gaat. Dan wordt de bergrede voor een christen wat een checklist is voor een piloot. Een vergelijking van wat er staat met hoe het gaat. Daarom is het goed voor een christen om bijvoorbeeld elke maand de hele bergrede te lezen. Dan blijf je in contact met wat God wil bewerken. Dit boekje kan daarbij een hulp zijn. Om hier en daar wat te ver - duidelijken. Om achtergronden en verbanden te zien. De vragen aan het eind van elk hoofdstuk kunnen daarbij ook helpen. Juist omdat je er dan zelf mee bezig bent. Met maar een doel voor ogen: om de bijbel zelf open te slaan. Daar gaat het om. Ik geloof met mijn hele hart dat God de bijbel heeft gegeven aan gewone mensen. En dat gewone mensen de bijbel kunnen verstaan. Daarom wil dit boekje heel bescheiden op de achtergrond blij - ven en wil het de bijbel op de voorgrond plaatsen. Want naast de gave van zijn Zoon, is de bijbel Gods grootste geschenk aan mensen. Omdat elk schriftwoord van God is ingegeven en nut - kokBWdebergrede0417-5eDRUK. indd 8 19-04-17 09:25 tig is om te onderrichten, te weerleggen, te verbeteren en op te voeden in de gerechtigheid, opdat de mens Gods volkomen zij (2 Tim. 3:16, 17). Moge de Here God u machtig zegenen door zijn bergrede. woord vooraf [ 9 ] kokBWdebergrede0417-5eDRUK. indd 9 19-04-17 09:25 De Bergrede Dat is de naam, waaronder deze rede van Jezus bekend is gewor - den. We vinden deze naam nergens in de bijbel. Hij is eenvoudig ontleend aan het feit dat Jezus deze woorden uitsprak op een van de bergen van Galilea. De rede begint met Hij ging de berg op (Mat. 5:1) en eindigt met nadat Hij van de berg was afgedaald (Mat. 8:1). Tussen deze twee teksten spreekt Jezus een rede uit, die als bergrede bekend is geworden. Een rede, die zo gaaf en volledig is, dat zij wel de grondwet van het Koninkrijk der hemelen ge - noemd wordt. Voor wie In de loop der eeuwen hebben velen geprobeerd deze bergrede of een gedeelte daarvan zich toe te eigenen. Zowel gelovigen als ongelovigen. Kerken en bewegingen. Politieke partijen en re - geringen. Daarom is de vraag op zn plaats: Tot wie spreekt Jezus deze woorden? Dat wordt ons verteld in de eerste twee verzen: Toen Hij nu de scharen zag, ging Hij de berg op en nadat Hij zich had nedergezet, kwamen zijn discipelen tot Hem. En Hij opende zijn mond en leerde hen. Hij sprak dus in de eerste plaats tegen zijn discipelen. Dat blijkt ook in vers 13 en 14, als Hij hen toespreekt met: Gij zijt het zout der aarde en het licht der wereld. In Lucas 6 vers 20 wordt dat [ Matteüs 5:1-5 ] 1. Ik zal maken ik zal maken [ 11 ] kokBWdebergrede0417-5eDRUK. indd 11 19-04-17 09:25 [ 12 ] bevestigd als er staat: Hij hief zijn ogen op naar zijn discipelen en zeide: Zalig, gij. En over de hoofden van de discipelen spreekt Hij ook tot de scharen. Zoals je bij een kindersamenkomst tot de kinderen spreekt en over hun hoofden heen de ouders wilt bereiken. Zo is de bergrede in de eerste plaats voor zijn discipelen. Kort voordat Hij de bergrede uitspreekt, heeft Hij hen ontmoet. Vier van hen waren bezig met vissen. En Hij riep hen door te zeggen: Komt ach - ter Mij en Ik zal u vissers van mensen maken (Mat. 4:19). Dat houdt in dat Hij mensen van ze wil maken, door wie anderen worden aan - getrokken. Aantrekkelijke mensen. Wat dat voor soort mensen zijn, legt Hij uit in de bergrede. Door wie? Wordt de bergrede dan zoiets als de wet van het nieuwe testa - ment? Zeker niet. Hoewel er wel overeenkomsten zijn. Maar ook verschillen. Vanaf de berg Sinai klonken de woorden: Gij zult, en gij zult niet. Vanaf de heuvel Golgota hebben de woor - den geklonken: Het is volbracht. En alleen vanuit dat feit krijgt de bergrede warmte. Zonder het weten, dat het al volbracht is, wordt de bergrede koud en onmogelijk. Een harde wet, die op sommige punten moeilijker lijkt dan de tien geboden. Dan rijst de vraag: Door wie kan die rede worden volbracht? En het enige antwoord is: Door Jezus alleen. Daarom heeft Hij ook gezegd: Kom achter Mij en Ik zal maken. Zodra je dat uit het oog verliest, blijf je steken in de bergrede. Maar vanuit de belofte dat Hij zal maken, wordt de bergrede mogelijk. Dan ligt de ver - antwoording bij Hem. Dan is geloof niet meer dan opzien naar Hem, die het zal maken. kokBWdebergrede0417-5eDRUK. indd 12 19-04-17 09:25 ik zal maken [ 13 ] Niet doen, maar zijn Dan is er nog iets wat in de bergrede sterk naar voren komt en wat we maar beter meteen hier kunnen noemen. Dat is de nadruk op wat je bent in Christus. En niet op wat je doet. Dat laatste komt natuurlijk ook aan de orde. Maar de nadruk ligt op wat je bent. Dat is bij God zelf ook zo. Als Hij zijn naam bekend maakt aan Mozes, is de naam: Ik ben, die ik ben (Ex. 3:14). Niet: Ik doe wat ik doe. Wie God is, is belangrijker dan wat God doet. Zo ook Gods Zoon. Steeds weer zegt Hij van zichzelf: Ik ben. . . ( Joh. 4:26; 6:35; 8:12; 10:7; 10:11; 11:25; 14:6; 15:1). Dat geldt ook voor zijn volgelingen. Daarom begint Hij de bergrede met negen keer te vertellen wat je bent in Hem. En Hij vat ze samen in dat ene woord: zalig. Een woord, dat in ons taalgebruik misschien niet meer dat betekent, wat het oorspronkelijk betekende. Zalig, zo - als het hier bedoeld wordt, is welgelukzalig. Daarin zit nog het woord geluk. Zalig ligt ook dicht bij het woord gezegend. Za - ligsprekingen zijn uitspraken over geluk. Geluk van binnenuit. Armen van geest Zalig zijn de armen van geest, want hunner is het Koninkrijk der hemelen (vers 3). Dat is de eerste en verreweg de belangrijkste zaligspreking. Het is de toegang tot het Koninkrijk der hemelen. Wat zijn armen van geest? Sommigen denken dat de Here Jezus hier denkt aan de geestelijk zwakbegaafden. Ik geloof van harte dat vele van deze mensen, mede door hun handicap, zalig zijn. Maar niemand zal aanvaarden dat Hij zich bij het begin van de bergrede beperkt tot deze groep. Anderen denken dat het ge - woon gaat om eenvoudige, simpele mensen. Dan wordt het bij - na een vrijbrief om vooral niet te veel na te denken. In onze tijd beperken sommigen deze zaligspreking tot de armen. Die zou - den zalig zijn, omdat ze arm zijn. Maar de werkelijke betekenis kokBWdebergrede0417-5eDRUK. indd 13 19-04-17 09:25 [ 14 ] van deze woorden grijpt veel dieper. Deze woorden omschrijven de ingreep, die nodig is in het diepst van ons wezen: onze geest. Want daar is het misgegaan. Oorspronkelijk was de geest van de mens de woonplaats van Gods Geest (Gen. 6:3; Rom. 8:16; 1 Kor. 3:16): God maakte de mens naar zijn beeld en gelijkenis (Gen. 1:26) en woonde in de geest van de mens. Vandaar uit schonk Hij zijn liefde, zegen en leiding. Maar de mens wilde die afhanke - lijkheid niet en koos voor onafhankelijkheid (Genesis 3). De we - reldgeschiedenis toont ons de gevolgen daarvan. Toen zond God zijn Zoon. Deze toonde ons zijn volkomen afhankelijkheid van de Vader. Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u, de Zoon kan niets doen van zichzelf ( Joh. 5:19). Ik kan van mijzelf niets doen ( Joh. 5:30). In die afhankelijkheid stierf Hij en stond Hij op uit de doden. Daarin nam Hij ons mee. Door zijn dood maakt Hij daarom een eind aan ons rebellerende, onafhankelijke leven. Door zijn opstan - ding plaatst Hij ons in een leven van afhankelijkheid van Hem. Wie dat aanvaardt, leert de betekenis kennen van de woorden: arm van geest. Door de overgave aan de ingreep van Golgota ontstaat er een afhankelijkheid van God, waardoor Gods Geest zijn oorspronkelijke plaats weer kan innemen. Daarom worden de armen van geest geregeerd vanuit de hemel. Want hunner is het K onink rijk der hemelen. Dat is natuurlijk een jarenlange levenslange leerschool. Maar het begint met een overgave aan die ingreep. Een besluit om het zelfbeschikkingsrecht op te ge - ven en je te onderwerpen aan het hemelse koningschap. De trolleybus Het voorbeeld dat ik hier altijd het mooiste vind, is het beeld van de trolleybus. De bus zonder rails en zonder brandstoftank. Geen rails die een belemmering zijn in het leren kennen van echte vrijheid. Geen eigen brandstoftank die hem voor bepaalde tijd onafhankelijk maakt. Slechts een beugel, die hij mag leren kokBWdebergrede0417-5eDRUK. indd 14 19-04-17 09:25 [ 15 ] houden tegen de bovenlijn. Vanuit die verbinding komt alles tot stand. Dan is er kracht en licht en warmte en vrijheid. Zonder die verbinding is er niets. Dan valt alles weg. Dat is wat Jezus bedoelt als Hij zegt: Ik kan van mijzelf niets doen ( Joh. 5:30). Dat is wat Hij zegt tegen zijn discipelen: Zonder mij kunt gij niets doen ( Joh. 15:5). Niet de rijken van geest met de eigen brandstoftank maar de armen van geest met niets anders dan het kennen van de bovenlijn zijn zalig. Geluk in verdriet Het Evangelie is een blijde boodschap. Zie ik verkondig u grote blijdschap, was de boodschap van de engelen (Luc. 2:10). Dit heb ik tot u gesproken, opdat mijn blijdschap in u zij en uw blijdschap ver - vuld worde, was de boodschap van Jezus ( Joh. 15:11). Daarom zou je als tweede zaligspreking verwacht hebben: Zalig die blij zijn. Maar er staat het tegenovergestelde: Zalig die treuren (vers 4). Dat dat geen vergissing is, zal iedere volgeling van Jezus beamen. Want de blijdschap over de ontdekking van het Koninkrijk der hemelen zal altijd gepaard gaan met het verdriet van Golgota. Al is het alleen maar om het licht dat is gaan schijnen in onze harten (2 Kor. 4:6). Vroeger was het donker vanbinnen en zag je geen spinnenwebben of stofnesten. Nu werpt Gods schijnwer - per haar licht naar binnen. Er valt heilig licht op je daden, woor - den, gedachten en motieven. En voor het eerst ga je verstaan wat God bedoelt met zonde. Je beseft dat God te rein van ogen is om dat kwaad te zien en dat Hij dat onrecht niet kan aanschou - wen (Hab. 1:13). En dat geeft verdriet. Daar kom je niet omheen. Treurt en weent; je gelach moet veranderen in treurigheid ( Jak. 4:9). Wie zo treurt, leert echt lachen. Wie met tranen zaaien, zullen met gejuich maaien. Toen werd onze mond vervuld met lachen (Ps. 126). Zalig die treuren, want zij zullen vertroost wor - den. kokBWdebergrede0417-5eDRUK. indd 15 19-04-17 09:25 de bergrede ik zal maken