Het Israël van God Ontwerp van een israëlologie Willem J. Ouweneel ‘[N]och besnijdenis is iets, noch onbesneden zijn, maar [of men] een nieuwe schepping is. En allen die naar deze regel zullen wandelen, vrede en barmhartigheid zij over hen en over het Israël van God .’ Galaten 6:15v. ‘Wie kan, zoals Ik, roepen, het bekendmaken en het voor Mij uiteenzetten, sinds Ik een eeuwig volk een plaats gegeven heb? En laten zij de toekomstige dingen, dat wat komen zal, hun bekendmaken.’ Jesaja 44:7
4 Evangelisch-dogmatische Reeks, Supplement Reeds verschenen: 1 I. De Geest van God: Ontwerp van een pneumatologie II. De Christus van God: Ontwerp van een christologie III. De schepping van God: Ontwerp van een scheppings-, mens- en zondeleer IV. Het plan van God: Ontwerp van een voorbeschikkingsleer V. Het zoenoffer van God: Ontwerp van een verzoeningsleer VI. Het heil van God: Ontwerp van een soteriologie VII. De Kerk van God (I): Ontwerp van een elementaire ecclesiologie VIII. De Kerk van God (II): Ontwerp van een historische en praktische ecclesiologie IX. Het verbond en het koninkrijk van God: Ontwerp van een verbonds-, doop- en koninkrijksleer X. De toekomst van God: Ontwerp van een eschatologie XI. Het Woord van God: Ontwerp van een openbarings- en schriftleer XII. De glorie van God: Ontwerp van een godsleer en van een theologische vakfilosofie 1 Zie resp. Ouweneel (2007a, 2007b, 2008a, 2008b, 2009a, 2009b, 2010a, 2010b, 2011a, 2012a, 2012c, 2013).
5 Inhoudsopgave Voorwoord 21 1 Roeping en bestemming van Israël 25 1.1 Inleiding 25 1.1.1 Het eeuwige volk 25 1.1.2 De naam ‘Israël’ 27 1.1.3 De volksengelen 28 1.2 Ontwikkeling 30 1.2.1 Eerste ervaringen 30 1.2.2 Israëlbezoeken 31 1.2.3 Veelzijdig front 32 1.3 Navel der aarde 34 1.3.1 Woorden van vijftig jaar geleden 34 1.3.2 Het herstel van Jeruzalem 35 1.4 Uitgangspunt: roeping 36 1.4.1 De roeping van Abram 36 1.4.2 Israël te midden van de volken 37 1.4.3 ‘Mijn land’ 38 1.5 Bondgenoot en zoon 40 1.5.1 De twee Abrahamitische verbonden 40 1.5.2 Het oude en het nieuwe verbond 42 1.5.3 Israël zoon van God 43 1.6 Profetische beloften 45 1.6.1 Hermeneutische sleutels 45 1.6.2 Nadere voorbeelden 47 1.7 Jakob en Esau 48 1.7.1 Het aangezicht van elohim 48 1.7.2 Worsteling met de engel 49 1.7.3 Hosea 12 51 1.8 De cruciale zegen 52 1.8.1 Jakob zegenen of bevechten 52 1.8.2 Jakobs strijdmethode 53 1.8.3 De ontmoeting met Esau 54 1.8.4 Israël en ‘Edom’ 55 1.9 Het herstel van Israël 56 1.9.1 Twaalf componenten 56 1.9.2 Twee soorten heilsprofetieën 59 1.9.3 Christus het centrum der profetie 61
6 1.9.4 Verbinding van eerste en tweede ballingschap 62 1.10 De ‘tijden van de volken’ 64 1.10.1 De woeste wateren 64 1.10.2 Jona als type van Israël 65 1.10.3 Israël in de draak 67 1.11 De vier wereldrijken 69 1.11.1 Waarom vier? 69 1.11.2 Zacharia, Daniël en Openbaring 70 1.11.3 Het derde en vierde rijk 72 1.11.4 Overzicht 73 2 Botsing van paradigma’s 75 2.1 Inleiding 75 2.1.1 Spiritualisme of literalisme 75 2.1.2 Vervangingstheologie 77 2.1.3 Overzicht 80 2.2 Misverstanden 81 2.2.1 ‘Tweewegenleer ’ 81 2.2.2 ‘Niet christocentrisch’ 82 2.2.3 Meer misverstanden van Paas 84 2.2.4 Misverstanden van Robertson 85 2.3 Verder wanbegrip 87 2.3.1 Verdere misverstanden 87 2.3.2 Misverstanden: nawoord 88 2.3.3 Positieve israëlologie 89 2.4 Recapitulatie 90 2.4.1 Wetenschapstheorie 90 2.4.2 Zeven steunpilaren 91 2.4.3 Paradigmawisselingen 93 2.5 Diverse -ismen 95 2.5.1 ‘Christelijk zionisme’ 95 2.5.2 Juridische aspecten 96 2.5.3 ‘Israëlisme’ 97 2.6 Verpolitisering van de problematiek 99 2.6.1 De Constantinische wending 99 2.6.2 De nieuwe eschatologie 100 2.6.3 Paradigmawisseling 101 2.7 Protestantse eschatologie 102 2.7.1 Reformatorische eschatologie 102 2.7.2 Machtsdenken vs. geweldloosheid 103
7 2.7.3 Mennonieten: evangelischen avant la lettre 104 2.8 Israël en Nederland 106 2.8.1 De Nadere Reformatie 106 2.8.2 Reveil en Afscheiding 108 2.8.3 Een passende gelijkenis 111 2.9 Nieuwere ontwikkelingen 11 3 2.9.1 Eigentijdse gereformeerde geluiden 11 3 2.9.2 Toenadering 11 4 3 Het oude en het nieuwe verbond 11 7 3.1 Oude en nieuwe verbond in het Nieuwe Testament 11 7 3.1.1 Het nieuwe verbond vandaag 117 3.1.2 De verbondspartner 11 9 3.1.3 Verbond en Israël 120 3.2 Het nieuwe verbond 123 3.2.1 Wanneer gesloten? 123 3.2.2 Verbond en Kerk 125 3.2.3 Letter en Geest 126 3.3 De betekenis van Haärets 128 3.3.1 Het land: een eeuwig bezit 128 3.3.2 Alijah 130 3.3.3 Tsitsit 130 3.4 Het land van de vaderen 131 3.4.1 De tesjoevah 131 3.4.2 Een tweede verstrooiing 132 3.4.3 Het land tijdens het Messiaanse vrederijk 133 3.5 Het getuigenis van andere profeten 135 3.5.1 De Messias: Spruit, Machtige Heerser 135 3.5.2 In Sion gebeurt het 136 3.5.3 Waar komt de Messias terug? 138 3.6 Nieuwtestamentische bevestiging 139 3.6.1 Bevestiging door Jezus 139 3.6.2 Bevestiging door Paulus 142 3.7 Supersessionisme nader bekeken 144 3.7.1 Geen oudtestamentische Kerk 144 3.7.2 Een ‘geestelijk Israël’? Vijf ‘bewijzen’ weerlegd 146 3.7.3 Nog vijf ‘bewijzen’ weerlegd 149 3.7.4 Laatste vier ‘bewijzen’ weerlegd 151 3.8 Résumé 152 3.8.1 Het etnische Israël vandaag 152
8 3.8.2 Aandachtspunten 153 3.8.3 Twee typen 155 4 Jezus en de Joden 157 4.1 Jezus de Jood 157 4.1.1 Jezus en de Farizeeën 157 4.1.2 Jezus’ joodse herkomst 160 4.1.3 Jezus de Rabbi 161 4.2 Jezus is anders 163 4.2.1 De nieuwe Mozes 163 4.2.2 Jezus de Zoon des mensen 164 4.2.3 Jezus claimt goddelijkheid 165 4.2.4 Jezus claimt de enige weg te zijn 166 4.2.5 Jezus claimt het zoenoffer te zijn 167 4.2.6 Jezus honoreert ‘onvoldoende’ Israëls uitverkiezing 168 4.2.7 Jezus laat ook de heidenen toe 169 4.3 Dubbele verwerping 170 4.3.1 De joodse leiders verwerpen Jezus 170 4.3.2 De breuk 171 4.3.3 Jezus verwerpt de joodse leiders 173 4.4 Twee ‘overgangsgelijkenissen’ 174 4.4.1 De onrechtvaardige pachters 174 4.4.2 Het bruiloftskleed 176 4.5 Christelijke belemmeringen voor Joden 178 4.5.1 Twee belemmeringen 178 4.5.2 Nog twee belemmeringen 179 4.5.3 De laatste drie belemmeringen 181 4.6 Messiasverwachting in het Oude Testament 182 4.6.1 Vele Messiaanse profetieën 182 4.6.2 De hele Tenach is Messiaans 184 4.7 Enkele Messiaanse voorzeggingen 185 4.7.1 Samuel en Micha 185 4.7.2 Jesaja 186 4.7.3 David 189 4.7.4 Zacharia 190 4.8 De Zoon des mensen 191 4.8.1 Daniël 7 191 4.8.2 Joodse uitleg 193 4.8.3 De Koning 194 4.9 De Knecht van jhwh 195
9 4.9.1 Israël of de Messias? 195 4.9.2 Overeenkomsten en verschillen 197 4.9.3 Bijzonderheden 198 5 Israël is niet de Kerk 201 5.1 Israël en de Kerk 202 5.1.1 Overeenkomsten 202 5.1.2 Verschillen 204 5.2 Israël in de oudtestamentische profetieën 206 5.2.1 Deuteronomium 206 5.2.2 Jesaja (I) 208 5.2.3 De nabuurvolken 210 5.2.4 Jesaja (II) 212 5.3 Andere profeten 214 5.3.1 Jeremia 214 5.3.2 Ezechiël 216 5.3.3 Hosea en Micha 218 5.3.4 Zacharia 219 5.4 Niet alles letterlijk 221 5.4.1 Jesaja 11 221 5.4.2 Jesaja 40 223 5.4.3 Jesaja 55 224 5.5 Israëls verleden en toekomst 225 5.5.1 De trouw van God 225 5.5.2 Een hermeneutische sleutel 227 5.5.3 De eerste en tweede ballingschap 228 5.6 Terzijdestelling van Israël 230 5.6.1 ‘Verwerping’ 230 5.6.2 De Gemeente 232 5.6.3 Verwoesting 233 5.7 Beloften van herstel 235 5.7.1 Het eschatologisch ‘totdat’ 235 5.7.2 De ‘bomen’ van de eindtijd 236 5.7.3 Jesaja 18 238 5.8 Het overblijfsel van Israël 239 5.8.1 Karakter 239 5.8.2 Vorming 240 5.8.3 ‘Heel Israël’ of een ‘overblijfsel’? 242
10 6 De Kerk is niet Israël 245 6.1 De Gemeente is van na Pinksteren 245 6.1.1 Inleiding 245 6.1.2 De Nederlandse Geloofsbelijdenis (NGB) 246 6.1.3 De Heidelbergse Catechismus (HC) 248 6.2 De Gemeente is van na Handelingen 2 250 6.2.1 Drie positieve argumenten 250 6.2.2 Nog drie positieve argumenten 251 6.2.3 Laatste drie positieve argumenten 253 6.3 Parallellen tussen oud- en nieuwtestamentische gelovigen 254 6.3.1 Overeenkomsten 254 6.3.2 Verschillen 257 6.3.3 Een triviaal verschil? 260 6.4 Het ‘geestelijk Israël’? 262 6.4.1 De voorstanders 262 6.4.2 De tussenweg 263 6.4.3 Spiritualisme 265 6.5 Bij Israël ingelijfd? 266 6.5.1 Psalm 87 266 6.5.2 Romeinen 9 267 6.5.3 Het verbond 269 6.6 De olijfboom van Romeinen 11 271 6.6.1 ‘Heel Israël’ 271 6.6.2 De olijfboom is Israël? 273 6.6.3 De verbondsboom 274 6.7 Nog meer parallellen tussen Israël en de Gemeente 276 6.7.1 Gods volk 276 6.7.2 Twee rotsen, twee twaalftallen 278 6.7.3 Mozes en Jezus 279 6.8 Torah en Sion 282 6.8.1 De tweeledige Torah 282 6.8.2 Sinaï en Sion 283 7 Israël in de nieuwtestamentische profetieën 287 7.1 De ‘gruwel’ in Mattheüs 24 287 7.1.1 Diverse opvattingen 287 7.1.2 Jezus’ antwoord 289 7.1.3 Conclusie 290 7.2 Verklaringswijzen 292 7.2.1 Vier opties 292
11 7.2.2 Benaderingen 293 7.2.3 De ‘gruwel der verwoesting’ 294 7.3 Ter vergelijking: Lukas 21 295 7.3.1 Verschillen 295 7.3.2 Harmonie 296 7.4 Israël elders in Mattheüs en Lukas/Handelingen 297 7.4.1 Mattheüs 10:23 297 7.4.2 Mattheüs 19:28 en Lukas 22:29v. 299 7.4.3 Handelingen 1:6-8 301 7.5 Israël bij Petrus 303 7.5.1 Handelingen 3:19-26 303 7.5.2 Eén Petrus 2:9-12 305 7.6 Romeinen 11: verharding nu, verlossing straks 307 7.6.1 De plaats van Romeinen 9-11 307 7.6.2 Contrast 308 7.6.3 Dán komt het herstel 310 7.7 Romeinen 11 vanuit verschillende gezichtshoeken 312 7.7.1 Supersessionistisch bezien 312 7.7.2 Universalistisch bezien 315 7.7.3 Particularistisch bezien 316 7.8 Israël elders bij Paulus 318 7.8.1 Twee Korinthiërs 3:16 318 7.8.2 Twee Thessalonicenzen 2:4 320 7.8.3 De twee ‘beesten’ 321 7.9 Israël in Openbaring 7-12 323 7.9.1 Openbaring 7:1-8 323 7.9.2 Openbaring 10:1–11:13 325 7.9.3 Openbaring 12:1-5,13-18 327 7.10 Israël in Openbaring 13–16 331 7.10.1 Openbaring 13:14-18 331 7.10.2 Openbaring 14:1-5 332 7.10.3 Openbaring 16:13-16 333 7.11 De twee Jeruzalems 334 7.11.1 Het aardse Jeruzalem 334 7.11.2 Het hemelse Jeruzalem 335 8 Jodendom en christendom 337 8.1 Israël in Hebreeën 337 8.1.1 Hebreeën 4:9 337 8.1.2 Hebreeën 8 339
12 8.1.3 De ‘stad’ 340 8.1.4 Hebreeën 12:22-24 342 8.2 Paulus: uitleg en toepassing 343 8.2.1 Remez en Derasj 343 8.2.2 Gezérah sjavah 344 8.2.3 De supersessionistische vergissing 345 8.3 De verzelfstandigde christenheid 346 8.3.1 Het apostelconvent 346 8.3.2 Joden worden geen niet-Joden, en omgekeerd 349 8.3.3 Animositeit 351 8.4 ‘Wetticisme’ 353 8.4.1 Onder de wet van Christus 353 8.4.2 Wat is wetticisme? 356 8.4.3 Het niet-wettische leven onder de wet 358 8.4.4 Overeenkomsten en verschillen 360 8.5 Sabbat versus zondag 362 8.5.1 Standpunten 362 8.5.2 Evaluatie 364 8.5.3 De sabbat en de overige feesten 366 8.6 Schrift en traditie 368 8.6.1 Orthodox-joodse en katholieke visie 368 8.6.2 Onbevangen lezen? 370 8.6.3 Protestants traditionalisme 371 8.6.4 Waarheidselementen in de traditie 372 8.7 Het rabbijnse jodendom 373 8.7.1 Torahgeleerden 373 8.7.2 De Misjnah 376 8.7.3 De Babylonische jesjiva’s 377 8.8 De Talmoed 379 8.8.1 De Gemarah 379 8.8.2 De Talmoed over Jezus en Maria 381 8.8.3 ‘Broeders’ 383 9 Het supersessionisme nader bekeken 387 9.1 Historische achtergrond 387 9.1.1 De kloof begint 387 9.1.2 Opkomend antisemitisme 388 9.1.3 De ‘schuld’ van Israël 390 9.1.4 De zondebok 391 9.2 De kruisiging van Christus 394
13 9.2.1 Projectie 394 9.2.2 Offerkip of braadkip? 395 9.2.3 Nieuwere tijd 396 9.3 De eigen weg van het jodendom 397 9.3.1 Het uitverkoren volk 397 9.3.2 Een Vredevorst zonder vrede 399 9.4 De gestalte van God 400 9.4.1 ‘Vergoddelijking’ van Jezus 400 9.4.2 De vraagstelling 402 9.4.3 Het ‘wezen’ van God 403 9.5 Israël is er nog! 405 9.5.1 Pogingen zich van Israël te ontdoen 405 9.5.2 Vernietiging of bekering 408 9.5.3 Assimilatie 409 9.6 Terug naar de Torah 410 9.6.1 De eeuwige Torah 410 9.6.2 Heeft Jezus de wet van Mozes afgeschaft? 412 9.7 Schade door het supersessionisme 413 9.7.1 Oorzaken 413 9.7.2 Theologische wording van het supersessionisme 415 9.8 Kerk en hemel dringen voor 416 9.8.1 Achterliggende logica 416 9.8.2 De vijf vervangingen 417 9.8.3 Dante, à Kempis, Bunyan 420 9.9 Nogmaals: de antisemitische voedingsbodem 423 9.9.1 Kerkvaders 423 9.9.2 Maarten Luther 424 9.9.3 Het calvinisme 425 9.10 Wie zijn de ‘Joden’? 427 9.10.1 Nazi’s en Palestijnen 427 9.10.2 Andere theorieën 428 9.10.3 Conclusie 430 10 Het lijden van Israël 433 10.1 De onschuldigen 433 10.1.1 Twee oogappels 433 10.1.2 Holocaust 435 10.1.3 Israëls eerste massavernietiging 436 10.2 Plaatsbekleding 437 10.2.1 Wat is plaatsvervangend lijden? 437
14 10.2.2 De Shoah in Jesaja 53? 438 10.2.3 Overdrachtelijk 439 10.3 Lijdt Job/Israël plaatsbekledend? 441 10.3.1 Job en Israël 441 10.3.2 De oprechten 442 10.3.3 Job en Joseph K. 444 10.4 Esther, Jona en Shoah 445 10.4.1 Esther en Mordechai 445 10.4.2 Jona en de zee 447 10.4.3 De Shoah 448 10.5 De betekenis van de ballingschap 450 10.5.1. De galoet als verzoening 450 10.5.2 Boetedoening in geduld 451 10.5.3 De eenzaamheid van de galoet 452 10.6 De Lamed-waws 454 10.6.1 De zesendertig rechtvaardigen 454 10.6.2 De laatste Lamed-waw 455 10.7 Heeft Israël Jezus gedood? 456 10.7.1 De wrede vrienden 456 10.7.2 De Torah-lozen 458 10.7.3 Jezus’ bloed over Israël 460 10.8 Waarom de verwerping? 462 10.8.1 Gods straf? 462 10.8.2 Onwetenden vs. valse getuigen 463 10.8.3 Onwetendheid vs. verantwoordelijkheid 465 10.9 ‘Wat als…?’ 466 10.9.1 ‘Wat als Israël zijn Messias had aangenomen?’ 466 10.9.2 Nader commentaar 467 10.9.3 Wat is ‘bekering’? 468 10.10 Twee Israëls 469 10.10.1 Christus of de Torah? 469 10.10.2 Christus én de Torah 471 10.10.3 De vrome Jood 472 10.11 Wat is antisemitisme? 473 10.11.1 Geen Jodenhaat in het Nieuwe Testament 473 10.11.2 Wel Jodenhaat in de Kerk 474 10.11.3 Tweeërlei dwaling 476 11 Grepen uit de geschiedenis van de joods-christelijke relaties 479 11.1 Enkele kerkvaders 479
15 11.1.1 Chrysostomus en de Joden 479 11.1.2 Hiëronymus en de Joden 480 11.1.3 Augustinus en de Joden 481 11.2 Anti-joodse kerkbesluiten 481 11.2.1 De Middeleeuwen 481 11.2.2 De pausen 484 11.2.3 Voorbeelden 485 11.3 Modern achiliasme 486 11.3.1 Machtsbelang van het achiliasme 486 11.3.2 Wat houdt achiliasme in? 488 11.3.3 Achiliasme aantrekkelijk? 490 11.4 De Iberische Joden 492 11.4.1 Wat zijn marranen? 492 11.4.2 De Inquisitie 493 11.4.3 Marranen in Nederland 495 11.4.4 Beroemde marranen 496 11.5 Het rampjaar 1492 497 11.5.1 Columbus 497 11.5.2 Het laatste moslimrijkje 498 11.5.3 Joden en hugenoten 499 11.6 Joods-christelijke disputen en processen 500 11.6.1 Hoe kan Jezus de Messias zijn? 500 11.6.2 Drie disputen 501 11.6.3 De beschuldiging van rituele moord 503 11.7 Gereformeerden en Joden 504 11.7.1 De Nadere Reformatie 504 11.7.2 Antisemitisme 506 11.7.3 Abraham Kuyper 507 11.8 Het ‘Hollandse Jeruzalem’ 509 11.8.1 Sefardische Joden 509 11.8.2 Asjkenazische Joden 510 11.9 Moderne ontwikkelingen 5 11 11.9.1 De staat Israël 5 11 11.9.2 Messiasbelijdende Joden 513 11.9.3 Judeofilie 515 11.10 Joodse cultuurzegen 516 11.10.1 Joodse pioniers en grondleggers 516 11.10.2 Joodse medici en natuurwetenschappers 518 11.10.3 Joodse filosofen 519 11.10.4 Joodse componisten en letterkundigen 520
16 11.11 Joodse vs. christelijke misverstanden 521 11.11.1 Christelijke misverstanden over Joden (I) 521 11.11.2 Joodse misverstanden over christenen 522 11.11.3 Een Messiaanse Vredebrenger 525 12 Israël en de Palestijnen 529 12.1 Inleiding 529 12.1.1 Zwart-wit 529 12.1.2 Onherstelbaar? 531 12.1.3 Israëls critici 532 12.2 Historische aspecten 534 12.2.1 De Palestijnen 534 12.2.2 Geen vrede mogelijk 536 12.2.3 Een theologische voorvraag 537 12.3 Politieke aspecten 538 12.3.1 De houding van de Israëlische politiek 538 12.3.2 De houding van de Palestijnse politiek 539 12.3.3 De leefomstandigheden van de Palestijnen 541 12.4 Diepere achtergronden 542 12.4.1 Israëls Jezushaat 542 12.4.2 Israëls Palestijnenhaat 543 12.4.3 Kritiek op Israël 545 12.5 Religieuze aspecten 546 12.5.1 De Tempelberg 546 12.5.2 De tweewegenleer 547 12.5.3 De staat Israël erkennen? 548 12.6 Over rechten en beloften 549 12.6.1 Wie heeft de ‘oudste rechten’? 549 12.6.2 Van wie is het Heilige Land? 550 12.6.3 Nemen en ontvangen 552 12.7 Zionisme 554 12.7.1 Zionisme en religie 554 12.7.2 ‘Bezette’ gebieden? 555 12.8 Terroristen of bevrijders? 556 12.8.1 Wie zijn de terroristen? 556 12.8.2 Hopeloos 558 12.8.3 Palestijns én joods terrorisme 560 12.9 Israël en de islam 561 12.9.1 Jeruzalem en de Qoran 561 12.9.2 Islamitische eschatologie 562
17 12.9.3 Islam en vrede 564 12.9.4 Islam en geduld 565 12.10 Joden en moslims 567 12.10.1 Islam en jodendom 567 12.10.2 Terugkeer en omkeer 570 12.10.3 Ontrouw en berouw 571 12.11 Ismaël en de Palestijnen 573 12.11.1 Beloften voor Ismaël 573 12.11.2 Isaäk en Ismaël 575 12.11.3 Arabieren in het vrederijk 577 13 Supersessionisme en de chiliasme-varianten 581 13.1 Modern a- en postchiliasme 581 13.1.1 Gereformeerd achiliasme 581 13.1.2 Abraham Kuyper 582 13.1.3 Berkhof en Berkouwer 584 13.1.4 Nog andere gereformeerde theologen 586 13.2 Modern postchiliasme 587 13.2.1 Klassiek en dominionistisch postchiliasme 587 13.2.2 Invoering van de Mozaïsche Torah 588 13.2.3 Achiliastische meningsverschillen 589 13.3 Modern prechiliasme 590 13.3.1 Opkomst 590 13.3.2 Verbreiding 592 13.3.3 Chiliastisch dispensationalisme 595 13.4 Evaluatie 596 13.4.1 Vergelijking 596 13.4.2 Integratie 598 13.5 Bezwaren tegen het achiliasme 600 13.5.1 De satan gebonden 600 13.5.2 Eerste en tweede opstanding 600 13.5.3 Drie rechtszittingen 602 13.5.4 Het koninkrijk in heerlijkheid 603 13.5.5 Het joodse rijk 605 13.6 De Torah functioneert nog altijd! 607 13.6.1 De herstelde offerdienst 607 13.6.2 Tempelherbouw nooit mogelijk 608 13.6.3 Andere Mozaïsche elementen 609 13.7 Jeruzalem: woonplaats van God 6 11 13.7.1 Aards versus geestelijk 6 11
18 13.7.2 Symbolisch wonen 612 13.8 Drie woonplaatsen van God 613 13.8.1 De hemel 613 13.8.2 De tabernakel 614 13.8.3 De tempel van Salomo 615 13.9 Christus en de Gemeente 617 13.9.1 Christus 617 13.9.2 De Gemeente 618 13.10 De overige woonplaatsen van God 619 13.10.1 De Millenniale tempel 619 13.10.2 De eeuwige toestand 620 13.10.3 Zeven tenten 620 14 Het Messiaanse rijk van Israël 623 14.1 Het begin van het vrederijk 623 14.1.1 Een joods rijk 623 14.1.2 David en Salomo 625 14.1.3 David en de ark 626 14.2 De plaats van Sion 627 14.2.1 De heilige berg 627 14.2.2 Vijf ballingschappen 629 14.2.3 Sion hersteld 631 14.3 Zegen op Sion 633 14.3.1 Terugkeer van de verstrooiden naar Sion 633 14.3.2 Een bijzondere relatie 634 14.3.3 Vanwaar komen de verstrooiden? 635 14.4 Het herstel van Israël 637 14.4.1 Nog eenmaal: Jakob en Esau 637 14.4.2 Oordeel en vrede voor Edom 638 14.5 De Koning en zijn bruid 639 14.5.1 Een hemelse en een aardse bruid 639 14.5.2 Verstoten 641 14.5.3 Weer aangenomen 642 14.6 De heerschappij van Christus 644 14.6.1 De Koning 644 14.6.2 Vier aspecten 644 14.6.3 De basis: Christus’ verlossingswerk 646 14.7 Herstel van stad en tempel 648 14.7.1 Herbouw 648 14.7.2 Neerdaling van de Sjechinah 649
19 14.7.3 De nieuwe namen van de stad 650 14.8 Israël in het vrederijk (1) 653 14.8.1 Israëls zeven jaargetijden 653 14.8.2 De twaalf stammen 655 14.8.3 Fysiek herstel 655 14.9 Israël in het vrederijk (2) 656 14.9.1 God woont in hun midden 656 14.9.2 Hemelse en aardse heiligen 657 14.9.3 Navel van de aarde 658 14.10 De zegen voor de volken 659 14.10.1 Feest 659 14.10.2 Een illuster drietal 660 14.10.3 Vragen 661 14.11 De nieuwe hemel en de nieuwe aarde 662 14.11.1 Eén volk 662 14.11.2 Nieuwe vragen 663 14.12 De Go’el 664 14.12.1 De vier taken van de go’el 664 14.12.2 Profetische vervulling 665 14.12.3 Slotuitspraken 667 Bibliografie 671
21 Voorwoord In de roman De Wertheims (oorspronkelijk: Yesterday’s Streets ) van Silvia Tennenbaum (1981) horen we de joodse zakenman Eduard Wertheim zeggen: ‘De Joden zijn als ieder ander, en zo niet, dan zouden ze het moeten worden.’ Dat was het standpunt van deze geassimileerde, gefortuneerde Jood, die zich in de eerste helft van de twintigste eeuw een vooraanstaande plaats had verworven in de Duitse bourgeoisie . Totdat in 1933 de nazi-tijd aanbrak en hij moest vluchten. Opnieuw werd de wereld met de neus op het feit gedrukt dat de Joden niet zijn als ieder ander, en dat ook nooit zullen worden. De voorloper van de nazi’s, Haman, de ‘jodenhater ’ (Es3:10; 8:1; 9:10,24), zei ooit tegen de Perzische koning: ‘Er is een bepaald volk dat over alle provincies van uw rijk verspreid leeft en te midden van de andere volken zijn eigen leven leidt. Hun wetten verschillen van die van alle andere volken en aan de wetten van de koning houden ze zich niet. De koning is er niet bij gebaat hen maar rustig hun gang te laten gaan’ (Es3:8 NBV). Zo verging het de Jood altijd: een luis in de pels van de andere volken. Een doorn in hun vlees, waard om uitgerukt te worden. Anders dan alle anderen. De heidenen konden zich tenminste nog permitteren te proberen Israël zoveel moge - lijk te vergeten, en zelfs de christenen hebben dat vaak geprobeerd. De theologen schreven hun geloofsbelijdenissen en dogmatische handboeken, waarin Israël op z’n best werd weggestopt in voetnoten. En nog steeds horen we ‘bijbelgetrouwe’ christenen zeggen dat zij ‘niets met Israël hebben’. Als Israël al niet verdreven of gedood wordt – of gedwongen te assimileren – dan probeert men het te negeren. Vandaag, juist na en vanwege de Holocaust, kan dat niet meer. De christelijke theologie moet zich met Israël auseinandersetzen , zoals de Duitsers zo mooi zeggen. Er is een ‘christelijke theologie na Auschwitz’; of die lijkt op die van Hans Jansen, 1 is een open vraag, maar in ieder geval zal de theologie nooit meer om Is raël heen kunnen. Dit boek is een inleiding tot wat de Russisch-Amerikaanse Messiaanse Joo d en theoloog Arnold Fruchtenbaum in zijn proefschrift zo fraai ‘israëlologie’ genoemd heeft. 2 Dat is zoveel als de ‘leer aangaande Israël’. Het gaat primair om een theolo - gie aangaande Israël, en minder om een geschiedenis van Israël, een g eschiedenis van het jodendom, een geografie van het land Israël, de staat Israë l, enzovoort, hoewel al die zaken aangeroerd worden. Het gaat dus om dat onderdeel van de systematische theologie dat de oorsprong, de plaats, de betekenis, het karakter, het 1 Jansen (1981, 1999). 2 Fruchtenbaum (1994, titel).
22 doel en de toekomst van het volk Israël beschrijft zoals die geleerd worden in het Oude én het Nieuwe Testament. Dit is niet het eerste boek dat ik over Israël het licht doe zien. Naast boeken die ik speciaal over Israël c.q. over het jodendom geschreven heb, 3 speelt het volk ook een belangrijke rol in diverse andere van mijn publicaties. 4 Maar nog nooit heb ik al dit materiaal bijeengebracht in één samenhangende en uitgewerkt e israëlologie; vandaar dit boek. Regelmatig citeer ik uit mijn eigen werk (zie vooral noot 3, waar ik maar liefst acht eigen publicaties noem), zonder dat ik dit altijd p recies aan - geef. Bijna al die werken zijn trouwens allang uitverkocht, maar de delen van mijn Evangelisch Dogmatische Reeks (EDR) zijn nog leverbaar. Voor een uitvoeriger verhandeling, waaraan ik veel ontleend heb (materiaal dat ik in het huidig e boek ook bewerkt heb), beveel ik de delen De Kerk van God I en De toekomst van God aan. 5 Veel andere zaken die Israël betreffen, komen in dit boek niet aan de orde (het zou te dik geworden zijn), maar wel in mijn boek Een dubbelsnoer van licht .6 Achteraf gezien had dit boek best deel kunnen uitmaken van deze EDR, 7 zeker ook omdat de titel van dit boek, net als die van de andere delen, eindigt op de woorden ‘van God’. Maar het is anders gelopen. Net als mijn recente boek Adam, waar ben je? 8 kan ook dit deel als een soort supplement op deze reeks beschouwd worden. Het is goed om dit deel over Israël naast alle andere delen van mijn dogmatiek te leggen. Ze horen bij elkaar; geen enkel onderdeel (misschien behalve de de - len aangaande God en Christus) zijn belangrijker dan de andere. Je hebt vandaag evangelische christenen die zeggen dat zij ‘niets met Israël hebben’. Dat is voor mij onbegrijpelijk: hun God is immers primair de God van Israël, hun Verlosser is pri - mair de Messias van Israël, hun verlossing is gebaseerd op het oudtestamentisch principe: ‘zonder bloedstorting is er geen vergeving’ (Hebr. 9:22), en hun Bijbel is primair het boek van Israël (inclusief het Nieuwe Testament!). Maar omgekeerd heb je ook ‘judeofiele’ christenen die het alléén maar over Israël lijken te hebben. Dat lijkt me eveneens ongezond. Ze moeten niet vergeten dat bijvoorbeeld ge - lovige, Schriftgetrouwe Palestijnse christenen – om maar een groep te noemen – hun toch altijd nog nader staan dan (nog-niet-Jezusbelijdende) Jo den. Wat ons met Israël verbindt, is de God van Israël, het boek van Israël én de verwachting van de komende Messias (dit laatste moet ook genoemd worden). Wat ons met 3 Ouweneel (1982a; 1991; 1999; 2000a; 2001a; 2001b; 2002; 2014); zie ook Van de Kamp & Ouweneel (2013).4 Ouweneel (1998; 2003a; 2010a; 2012a; 2012b). 5 Ouweneel (2010a; 2012a). 6 Ouweneel (2014). 7 Vaassen, later Heerenveen: Medema (2007–2013). 8 Ouweneel (2018).
23 Jezusgelovige Palestijnen (én Jezusgelovige Joden, én Jezusgelovi ge mensen uit welk werelddeel dan ook) verbindt, is de persoon van Jezus en het heil in Hem. Eigenlijk ben ik tot het schrijven van dit boek uitgedaagd door dr. Steven Paas, aan - hanger van wat ik in dit boek het suppersessionisme noem. 9 Dit mag een verklaring zijn voor het feit dat mijn bestrijding van het supersessionisme (de zg . vervangings - theologie) in dit boek een grotere plaats inneemt dan in een meer thetische benade - ring het geval zou zijn geweest. Ik vraag de lezer daarvoor verschoning. Tenzij anders vermeld gebruik ik in dit boek voor het Oude Testament de Herziene Statenvertaling (al zal ik in mijn eigen teksten heel wat spaarzamer me t hoofd- letters omspringen dan de HSV dat doet; ook vervang ik cursieve woorden in de HSV door woorden tussen [ ], en schrijf ik in plaats van Heere liever jhwh ), en voor het Nieuwe Testament de onlangs heruitgebrachte Telosvertaling 10 (dat geeft wel eens discrepanties: de HSV spreekt van Izak, de Telosvertaling van Isaak; zelf schrijf ik graag Isaäk). De afkortingen van de Bijbelboeken zijn dezelfde als die van de Telosvertaling en van de twaalf delen van mijn EDR. Graag breng ik een woord van dank aan de personen die een vroegere versie van dit boek, of delen daarvan, van commentaar hebben voorzien (in alfabeti sche volgorde): dr. Raymond Hausoul, dr. Hans Hellendoorn, dr. Franklin Jabini, ir. Sytse de Jonge, mr. Henk P. Medema, Gerhard Rijksen en Theo Veldhuis. Voor de eindversie van dit boek ben ik uiteraard alleen zelf verantwoordelijk. Loerik (Houten), zomer 2018 Voornaamste afkortingen van Bijbelvertalingen ESV English Standard Version HSV Herziene Statenvertaling KJV King James Version NBG De vertaling van het Nederlands Bijbelgenootschap van 1951 NBV Nieuwe Bijbel-Vertaling Sept. Septuaginta St.vert. Statenvertaling Vulg. Vulgata 9 Vgl. Paas (2012, 2014, 2015, 2017). 10 Veenendaal: Grace Publishing House 2018.
25 1 R oeping en bestemming van Israël Im-esjkachech Jeroesjalajim Tisjkach jemini (‘Als ik u vergeet, Jeruzalem, laat dan mijn rechterhand [zichzelf] vergeten) Psalm 137:5 geciteer d door J.A. Nederbragt 1 Jeruzalem, wie is nog met je begaan, wie zal om jou een klaaglied aanheffen, wie zal nog naar je toe komen en vragen hoe het met je is? Jer emia 15:5 (NBV) 1.1 I nleId Ing 1.1.1 Het eeuwige volk ‘Zo zegt jhwh , de Koning van Israël, zijn Verlosser, jhwh van de legermachten: “Ik ben de Eerste en Ik ben de Laatste, en buiten Mij is er geen God. Wie kan, zoals Ik, roepen, het bekendmaken en het voor Mij uiteenzetten, sinds Ik een eeuwig volk een plaats gegeven heb? En laten zij de toekomstige dingen, dat wat kome n zal, hun bekendmaken.’ Zo lezen we in Js44:6v. Het Hebreeuws heeft voor ‘eeuwig volk’ cam-olam, dat normaliter vertaald wordt als ‘het eeuwige volk’ (of ‘een eeuwig volk’). Andere vertalingen hebben ‘het overoude volk’ (NBG), ‘de mensheid’ (!) (NBV, GNB), the/ an eternal people (CJB, LEB), my people long ago (NOG, NIRV). 2 Soms wijst de context in een andere richting. Zo denken sommige uitleggers ook in óns vers aan ‘de d o - den’ (vgl. Ez26:20) of aan de voorvaders van vóór de zondvloe d (vgl. Jb22:15) 3 of aan de aartsvaders van Israël. Veel uitleggers denken echter bij dit ‘eeuwige volk’ gewoon aan Isr aël, een volk dat stamt uit een grijze oudheid (‘Van verre [tijden] af is jhwh aan mij [= Israël] verschenen’, Jr31:3) en ook een verre toekomst heeft (als Israëls toekomstige heer - schappij een ‘eeuwige’ is [Dn7:27], dan is het zelf ook ‘eeuwig ’ 4). Vandaar dus: ‘eeuwig volk’, dat wil zeggen: een volk van eeuwen her en met nog eeuwen te gaan. Toen er nog lang geen Nederlands volk bestond, laat staan een Canadees of 1 Nederbragt (z.j.:5); ook de titel van zijn werk (St.vert.): “Jeruzalem, indien ik u vergete…”. 2 Voor de afkortingen zie biblegateway.com. 3 Zie bijv. http://biblehub.com/isaiah/44-7.htm. 4 We zullen zien dat ‘eeuwig’ in zulke passages zoveel betekent als: ‘altijddurend zolang de tegenwoordige aarde bestaat’.