6 © 2020 Den Hertog B.V. Houten ISBN 978 90 331 3025 0 www.uitgeverijdenhertog.nl Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opge- slagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij digitaal, elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
7 Inhoud Week 1: Christus’ lijden oudtestamentisch voorzegd Dag 1: Ik zal u voorbijgaan - Exodus 12:13 . . . . . . . . . . 12 Dag 2: Een gedurig brandoffer - Exodus 29:42 . . . . . . . . 15 Dag 3: De Knecht des Heeren - Jesaja 52:13 . . . . . . . . . . 18 Dag 4: Door Zijn striemen - Jesaja 53:5b . . . . . . . . . . . 21 Dag 5: Als een lam - Jesaja 53:7m . . . . . . . . . . . . . . . 24 Dag 6: Het schuldoffer - Jesaja 53:10 . . . . . . . . . . . . . 27 Dag 7: Zwaard, ontwaak! - Zacharia 13:7 . . . . . . . . . . . 30 Week 2: Voorbereiding tot het lijden Dag 1: Het stervende tarwegraan - Johannes 12:24 . . . . . . 34 Dag 2: Een rantsoen voor velen - Markus 10:45 . . . . . . . . 37 Dag 3: Opgaan naar Jeruzalem - Lukas 18:31 . . . . . . . . . 40 Dag 4: Jezus gezalfd - Markus 14:3 . . . . . . . . . . . . . . 43 Dag 5: Het Pascha was nabij - Lukas 22:1 . . . . . . . . . . . 46 Dag 6: Liefgehad tot het einde - J ohannes 13:1 . . . . . . . . 49 Dag 7: Jezus ging uit - Johannes 18:1 . . . . . . . . . . . . . 52 Week 3: Jezus over geleverd Dag 1: ‘Ik ben het’ - Johannes 18:5m . . . . . . . . . . . . . 56 Dag 2: Zij vielen ter aarde - Johannes 18:6 . . . . . . . . . . 59 Dag 3: Een gebonden Jezus - Johannes 18:12 . . . . . . . . . 62 Dag 4: De arrestatie van de Heere J ezus - Lukas 22:54 . . . . 65 Dag 5: Jezus verlaten - Mattheüs 26:56 . . . . . . . . . . . . 68 Dag 6: De Christus, de Zoon van God - Mattheüs 26:64 . . . 71 Dag 7: De Zoon van God? - Lukas 22:70 . . . . . . . . . . . 74
8 Week 4: Op weg naar het kruis Dag 1: Jezus beschuldigd - Lukas 23:2a . . . . . . . . . . . . 78 Dag 2: Sions Koning - Johannes 18:37 . . . . . . . . . . . . 81 Dag 3: Een doornenkroon - Markus 15:17 . . . . . . . . . . 84 Dag 4: Jezus overgegeven - Lukas 23:25 . . . . . . . . . . . 87 Dag 5: Kruisdragen achter J ezus - Lukas 23:26 . . . . . . . . 90 Dag 6: Een spot en smaad van mensen - Markus 15:23vv . . . 93 Dag 7: De K oning der Joden - Markus 15:26 . . . . . . . . . 96 Week 5: De zeven kr uiswoorden Dag 1: Het eerste kruiswoord - vergeving - Lukas 23:34 . . . 100 Dag 2: Het t weede kruiswoord - met Mij - Lukas 23:43 . . . . 103 Dag 3: Het derde kruiswoord - Zie, uw zoon - Johannes 19:26 106 Dag 4: Het vierde kruiswoord - verlaten - Mattheüs 27:46 . . 109 Dag 5: Het vi jfde kruiswoord - Mij dorst - Johannes 19:28 . . 112 Dag 6: Het zesde kruiswoord - volbracht - J ohannes 19:30 . . 115 Dag 7: Het zevende kruiswoord - vertrouwen - Lukas 23:46 . 118 Week 6: Opgest aan uit de dood Dag 1: Daar zult gij Hem zien - Mattheüs 28:7 . . . . . . . . 122 Dag 2: Ontmoeting met J ezus - Mattheüs 28:9 . . . . . . . . 125 Dag 3: Vrede zij ulieden! - Johannes 20:19 . . . . . . . . . . 128 Dag 4: De goede belijdenis - Johannes 20:28 . . . . . . . . . 131 Dag 5: Brandende harten - Lukas 24:32 . . . . . . . . . . . . 134 Dag 6: Waarlijk opgestaan - Lukas 24:34 . . . . . . . . . . . 137 Dag 7: De Schriften verstaan - Lukas 24:45 . . . . . . . . . . 140 Week 7: Pa ulus over Christus’ kruis en opstanding Dag 1: Gezien door een ontijdig geborene - 1 Korinthe 15:8 . 144 Dag 2: De prediking van Christus, de Gekruisigde - 1 Korinthe 1:23 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1 47 Dag 3: Van niets anders willen weten - 1 Korinthe 2:2 . . . . 150
9 Dag 4: Roemen in het kruis - Galaten 6:14a . . . . . . . . . . 153 Dag 5: Uit de opstanding der doden - R omeinen 1:4 . . . . . 156 Dag 6: Overgeleverd om onze zonden - R omeinen 4:25 . . . 159 Dag 7: Opdat ik Hem kenne - Filippenzen 3:10 . . . . . . . . 162
10
11 Week 1 Christus’ lijden oudtestamentisch voorzegd
12 – Dag 1 – Ik zal u voorbijgaan Wanneer Ik het bloed zie, zal Ik ulieden voorbijgaan.Exodus 12:13b D e Heere heeft Egypteland geslagen met vele plagen. Farao en zijn volk hebben echter niet naar het bevel van de Heere geluisterd. Het volk Israël mag niet trekken. Tenslotte moet Mozes de tiende plaag aankondigen. Een ontzaglijk oordeel zal gaan over Egypteland. Ook het volk van Israël bevindt zich in Egypte. Het is dus eveneens in grote nood. Maar dan zegt de Heere dat Hij aan dit volk voorbij zal gaan. Hij zal het volk sparen. Hij zal het verlossen uit deze grote nood. Israël ontvangt de instelling van het Pascha. Het Pascha is de boodschap van Gods reddende genade: ‘Ik zal ulieden voorbijgaan.’ Wie gaat de Heere voorbij? Wie worden er gespaard? Zijn dat mis- schien mensen die het er goed afbrengen, die zonder zonden zijn? Het volk van Israël wordt gespaard. Van dat volk valt niet veel goeds te zeggen. Het is een zondig volk. Het volk is beslist niet beter of anders dan de Egyptenaren. Dat bleek tijdens de woestijnreis. De Heere moet klagen over dit volk: ‘Maar Mijn volk heeft Mijn stem niet gehoord; en Israël heeft Mijner niet gewild’ (Ps. 81:12). Het volk is ook strafwaardig. De zonde stelt schuldig. God kan de zonde niet door de vingers zien. Het recht van God eist dat de zonde gestraft wordt. Rechtvaardig is Egypte gestraft vanwege ongehoorzaamheid aan Gods eis. Ook Israël is strafwaardig voor God. Zondeschuld en zondestraf is het deel van het gevallen Adams-
13 geslacht. Wij allen zijn als een onreine. Voor ieder mens geldt: de ver- doemenis in Adam deelachtig. Hoe nodig is dat we hieraan ontdekt worden. Het zaligmakende werk van de Heilige Geest ontdekt de mens aan zijn schuld en zonde voor God. Werden wij al bij de ernst van deze dingen bepaald? Werd het al nood in ons leven? Het is nacht als Egypte wordt geslagen. Ontzaggelijk is Gods oordeel. In alle huizen van de Egyptenaren is een dode te betreuren. De engel des verderfs gaat echter aan het volk Israël voorbij. De Heere zegt tegen het volk: ‘Ik zal ulieden voorbijgaan!’ Waarom gaat God het volk voorbij? Zijn ze minder zondig dan de Egyptenaren? Hebben ze het er beter afgebracht? Nee, daar ligt de grond van het behoud niet. De Heere spaart het volk vanwege het bloed. Als Hij het bloed ziet, zal Hij sparen. Dat is de belofte die de Heere geeft. Het bloed is het bloed van een lam. Dat bloed wijst heen naar het Lam van God. ‘Zie, het Lam Gods, Dat de zonde der wereld wegneemt’ (Joh. 1:29). In Christus ligt het behoud van zondaren. Hij kwam om Zijn leven te geven tot een rantsoen voor velen. Het werk van Christus is een volkomen redmiddel. U kunt geen cent betalen van uw grote schuld. Al het koopgeld dat wij hebben, heeft geen waarde voor God. Alleen het bloedige offer van Christus heeft waarde voor God. Het werk van Christus is het enige redmiddel. Hoeveel redmiddelen hebt u al niet bedacht? Tranen, gestalten, goede voornemens, een ernstige levenswandel, uw avondmaalsgang, enzovoort. Deze dingen zijn natuurlijk niet onbelangrijk, maar het zijn geen redmiddelen als grond voor uw behoud. Het enige middel is het bloed van de Mid- delaar. Zijn bloed reinigt van alle zonden. Het werk van Christus is een beschikbaar redmiddel. De Heere gaf er een teken van aan Israël. De koperen slang werd opgericht in het legerkamp van het volk. Die prediking is de boodschap van een gekruisigde Zaligmaker. Hij is beschikbaar! Heeft de arbeid van een
14 vernederde Zaligmaker al waarde gekregen in ons leven? Weet u van die worsteling: hoe krijg ik deel aan Hem? Het volk van Israël leefde onder de openbaring van het verbond der genade. Maar dat is niet genoeg om gespaard te worden. Nee, de Israëlieten moeten het bloed van het lam bevestigen aan de beide zijposten en aan de bovendorpel van de huizen. Daarna moeten zij in huis het Pascha vieren. Zij moeten schuilen achter het bloed. Het is niet genoeg dat u weet van hét Lam. U moet persoonlijk deel hebben aan de arbeid van het Lam. Nodig is dat u uit Adam wordt overgeplant in Christus en door het ware geloof wordt verenigd met Hem. Hoe noodzakelijk is het om persoonlijk de Heere Jezus te kennen. God de Vader heeft het gezegd: ‘Deze is Mijn geliefde Zoon, in Dewelke Ik Mijn welbehagen heb; hoort Hem’ (Matth. 17:5). Wie in waarheid door Gods Geest wordt aangeraakt, zal nooit kunnen rusten buiten Christus. Alleen in Hem wordt Gods eer verheerlijkt. Alleen in Hem ligt de zaligheid van de Kerk. Waarom heeft niemand van nature deze Zaligmaker nodig? Waarom vraagt niemand naar Hem? Dan moet u alles verliezen! Geloven is alles verliezen. Maar achter het verlies ligt de winst. Na de dood komt het leven. ‘Want zo wie zijn leven zal willen behouden, die zal hetzelve verliezen; maar zo wie zijn leven verliezen zal om Mijnentwil, die zal hetzelve vinden’ (Matth. 16:25).
15 – Dag 2 – Een gedurig brandoffer Het zal een gedurig brandoffer zijn bij uw geslachten aan de deur van de tent der samenkomst, voor het aangezicht des Heeren ; aldaar zal ik met ulieden komen, dat ik aldaar met u spreke. Exodus 29:42 I n het jaar 538 voor Christus begeeft de oude Daniël zich naar zijn binnenkamer. Daar doet hij belijdenis van schuld en zonde. Hij smeekt om Gods genade voor hemzelf en zijn volk. ‘O Heere, hoor, o Heere, vergeef, o Heere, merk op en doe het, vertrek het niet; om Uws Zelfs wil, o mijn God; want Uw stad en Uw volk is naar Uw Naam genoemd’ (Dan. 9:19). De Heere hoort zijn gebed. ‘Omtrent de tijd van het avondoffer’ (vs. 21) krijgt hij onderwijs van de Heere door de dienst van de engel Gabriël. Opmerkelijk ogenblik: de tijd van het avondoffer! Ongeveer 33 jaar na Zijn geboorte zien we de Heere Jezus gaan naar Golgotha. Hij zal de prijs voor de zonde betalen. Een hoge prijs: Hij geeft Zijn leven. Op de tijd van het avondoffer in de tempel klinkt Zijn woord: ‘Het is volbracht!’ (Joh. 19:30). Omtrent de tijd van het avondoffer! Het laatste avondoffer. De ceremonieën zijn niet meer nodig. De Heere Jezus heeft alles volbracht. God de Vader spreekt bij dit laatste avondoffer. ‘En het voorhangsel des tempels scheurde in tweeën, van boven tot beneden’ (Mark. 15:38). De weg naar het binnenste heiligdom is geopend in de verse en levende weg van het bloed van Christus. Het morgenoffer en het avondoffer zijn het gedurig brandoffer
16 dat de Heere instelde voor het volk Israël: ‘Het zal een gedurig brandoffer zijn bij uw geslachten.’ We lezen van de instelling ervan in Exodus 29 en Numeri 28. Zoals heel de ceremoniële eredienst heenwijst naar Christus, wijst ook dit offer heen naar Christus en Zijn Middelaarswerk. Calvijn wijst erop dat het gedurig offer ingesteld is opdat ‘het volk zich voortdurend zou oefenen in de herinnering aan de toekomstige verzoening’. Door dagelijks twee lammeren te laten offeren, wijst God het volk Israël in de oudtestamentische bedeling op het offer van Christus. Dagelijks moest dit brandoffer worden gebracht: ’s morgens om 9 uur en ’s middags tussen 3 en 6 uur. Ook werd er meel, olie en wijn bij gebracht. Dit offer herinnerde Israël aan de noodzaak van de verzoening met God. Het offerdier moest worden geslacht en gedood. Het bloed van het dier moest worden gestreken aan het altaar. Zo wijst de dood van het offerdier op de ernst van de zonde. De zonde brengt de dood. God moet en wil de zonde straffen. Daar herinnert elk bloedig offer het volk aan. Ook nu blijft gelden dat de bezoldiging der zonde de dood is (Rom. 6:23). Nodig is dat wij de zonde in haar verwoestende en godonterende kracht kennen. Elk offer wilde dat aan Israël leren. Hebben wíj dat al door ontdekkende genade geleerd? Werden we al zondaar voor God? Dat is nodig. Alleen in die weg krijgt genade betekenis. Het gedurig brandoffer wijst op de weg ter ontkoming. In het Evangelie wijst God op de weg van behoud: Christus. Mensen of engelen kunnen ons niet helpen. Er is een Middelaar nodig Die kan en wil betalen met Zijn bloed. Die Middelaar wordt in het gedurig brandoffer aangewezen. Die Middelaar is in Christus gekomen. Hij alleen is de grondslag van de zaligheid. De Heere Jezus is de enige Naam onder de hemel. Het is de Heilige Geest Die plaats maakt voor Zijn bediening. Het geloof leert afzien van alles buiten Christus. Het
17 zal nergens anders in kunnen en willen rusten dan in het volbrachte werk van de Zoon van God. Want de Vader is in dat werk bevredigd. De eer van God is door Christus grootgemaakt. De eer van God en de zaligheid van zielen zijn in Christus aan elkaar verbonden. Wat is het nodig dat we Christus mogen kennen door het geloof. Dat is een wonderlijke kennis. Dat is een kennis die vernedert. Het is echter ook een kennis die vertroost. Hij immers heeft alles wat tot zaligheid nodig is. Het gedurig brandoffer spreekt van dood, bloed en gemeenschap. We lezen immers in de tekst: ‘... aldaar zal Ik met ulieden komen’. In vers 45 staat het nog rijker en duidelijker: ‘En Ik zal in het mid- den der kinderen Israëls wonen, en Ik zal hun tot een God zijn.’ Het doel van de verzoening is gemeenschap. Oorspronkelijk schiep God de mens in Zijn gemeenschap. Adam was de zoon van God. Door de zonde is die gemeenschap verbroken. Maar op grond van de verzoening wordt de gemeenschap weer hersteld. Daar loopt de verzoening op uit: de Heere heeft weer omgang met Zijn volk. God neemt gevallen en zondige mensen aan tot Zijn kinderen op grond van het volbrachte werk van Christus. De genade van Christus herstelt ons in de gemeenschap met God. Wat een wonder als u daar iets van mag beleven. Dan wordt het wel eens te veel. Wat is God dan toch goed voor slechte mensen!