7 1 Dinsdag 3 mei Ellen legde haar afsprakenkaart op de balie van de poli kliniek en keek op de klok. Tien voor elf. Ze was een kwartier te vroeg. Meestal kwam ze op het nippertje binnenstuiven, maar van - ochtend had ze een aandrang gevoeld om eerder te gaan. Ze wist zelf niet waarom. Misschien omdat ze het bezoek aan de internist graag achter de rug wilde hebben. Ze had deze wachtkamer vaker gezien dan haar lief was en hier een heel aantal keren met haar man of haar zus gezeten. Gelukkig ging het vandaag alleen maar om een routinematige controle, iets wat ze prima alleen afkon. Nu ze zo vroeg was, zou ze even moeten wachten. Maar erg lang kon het nooit duren; er zaten slechts twee anderen in de wachtkamer. Ze ging op een van de rode stoeltjes zitten die in een rij tegen de muur stonden en zocht tevergeefs in haar tas naar een kam om haar korte blonde haren iets te fatsoeneren na de fietstocht. Ineens herinnerde ze zich dat ze die aan haar doch - tertje Marilou meegegeven had, omdat zij vanochtend moest schoolzwemmen en haar borstel was kwijtgeraakt. Dan maar met verwaaide haren op controle. Om de tijd wat te doden, pakte ze een tijdschrift van het tafeltje naast haar. Ze had zich net in een artikel over de zin en onzin van vitaminepillen verdiept, toen de deur van de spreek - kamer openging. Onwillekeurig keek ze op, ook al kon ze nog niet aan de beurt zijn. Uit de kamer kwam een vrouw van halverwege de veer - Witterdansneeuw_GRANDIA_ druk6_binnenwerk_eersteproef_13-11-2012JP.indd 7 13-11-12 19:51
8 tig, die een rolstoel duwde waar een bejaarde man in zat. Een dochter met haar vader, veronderstelde Ellen. Achter hen volg - de de arts, die het dossier aan zijn secretaresse bij de balie over - handigde. Met een paar woorden nam hij afscheid van de man in de rolstoel en riep de volgende patiënt. Tot Ellens verbazing had de arts de man in het Engels aange - sproken, iets wat haar nieuwsgierigheid had gewekt. Aandach - tig keek ze naar de man. Op het eerste gezicht leek hij toch zeker de tachtig te zijn gepasseerd, maar mogelijk toonde hij ouder door zijn trieste uiterlijk. Zijn dunne, grijze haar was bij - na helemaal uitgevallen en het donkere vest dat om zijn smalle schouders hing, was minstens twee maten te groot. Misschien te groot geworden? Zijn blauwgeaderde handen lagen doelloos op zijn magere benen, die in een pyjamabroek waren gehuld. Hij droeg geen sokken, en op de een of andere manier vertederden de blote voeten in de pantoffels haar. De man leek erg versuft te zijn. Hij deed haar denken aan de zwaargewonde merel die ze pas uit de bek van haar kat had gehaald. Achteraf bekeken had ze de natuur beter haar gang kunnen laten gaan, want na een half uur versuft en slap in een hoekje van een doos gezeten te hebben, had het beestje, met zijn snaveltje in een stille schreeuw opengesperd, alsnog zijn laatste adem uitgeblazen. Ze kon de gezichtsuitdrukking van de man niet zien om - dat hij zijn hoofd voorovergebogen hield, alsof dat te zwaar geworden was om omhoog te houden. Het was duidelijk dat hij behoorlijk ziek was. Het verbaasde haar dan ook niet te horen dat de secretaresse naar een van de afdelingen belde om een opname voor hem te regelen. Daarna wendde het nog vrij jonge meisje zich naar de vrouw achter de rolstoel om wat praktische informatie te bespreken. Het gesprek leek volledig langs de man heen te gaan. Ellen vroeg zich af of de secretaresse het Engels niet vol - doende beheerste om de man zelf aan te spreken, of dat ze Witterdansneeuw_GRANDIA_ druk6_binnenwerk_eersteproef_13-11-2012JP.indd 8 13-11-12 19:51
9 hem zo veel mogelijk met rust wilde laten. Of misschien is het haar gewoonte om over patiënten te praten alsof ze er zelf niet bij zijn , dacht ze met lichte spot. Dat was haar tijdens de afspraken ook regelmatig overkomen. ‘Moet ik beslist mee naar de afdeling, of kan een verpleeg - kundige hem meenemen?’ hoorde Ellen de vrouw vragen. Ze kon niet goed verstaan wat de secretaresse antwoordde, maar zo te zien werd er van de vrouw verwacht dat ze meeging, want ze reed de rolstoel een stukje verder, parkeerde hem bijna voor Ellens voeten en nam zonder een woord te zeggen plaats op een van de stoelen aan de andere kant van de wacht kamer. Waarschijnlijk toch geen vader en dochter , concludeerde Ellen. Misschien zijn ze helemaal geen familie van elkaar, maar is zij een buurvrouw, of een vrijwilligster die hem naar het ziekenhuis heeft begeleid. Maar op de een of andere manier paste de vrouw niet in het beeld dat Ellen had van een betrokken buurvrouw of vrijwil- liger. De vrouw straalde totaal geen hartelijkheid uit, sterker nog, het leek wel of ze zo min mogelijk met de man te maken wilde hebben. Het was toch op zijn minst opmerkelijk dat ze zo ver bij hem vandaan was gaan zitten. Ellen keek naar de andere patient in de wachtkamer om te zien of die man het tafereel ook had gevolgd, maar hij leek helemaal op te gaan in een dagblad. Ellens blik ging terug naar de man in de rolstoel. Hij raakte iets in haar. Hij had totaal niet opgekeken toen hij hier was neergezet en leek het allemaal te ondergaan. Was hij alleen zo passief omdat hij ziek was, of was hij zo’n behandeling gewend? Was hij bang een ander tot last te zijn? Was het misschien wel zijn dochter, maar had hij haar liefde verspeeld? Hoorde hij misschien al heel lang geen liefdevolle woorden meer? Haar hart brak bijna bij de gedachte. Zeg hem dat Ik van hem houd. Ellen schoot rechtovereind. Niet omdat de stem die ze hoor - Witterdansneeuw_GRANDIA_ druk6_binnenwerk_eersteproef_13-11-2012JP.indd 9 13-11-12 19:51
10 de vreemd voor haar was. Het was de onverwachte maar duide - lijke opdracht die haar liet schrikken. Dat kunt U niet menen, Heer! Ik ken die man helemaal niet. Wat zal hij wel niet van mij denken? Zeg het hem. Ja, maar, mijn Engels!? Zo goed is dat nu ook weer niet… Ik geef je de woorden. Het zweet brak Ellen aan alle kanten uit. Ze nam de man nog eens op, wierp een zijdelingse blik op de vrouw die strak voor zich uit zat te kijken en keek toen weer naar de man. Het idee dat ze hem aan moest spreken, bezorgde haar klamme handen. Op dat moment hief hij zijn hoofd op en keek haar even aan. De eindeloze triestheid die ze in een kort, ondeelbaar ogenblik in zijn ogen las, bracht haar van haar stuk. Maar nog steeds had ze niet de moed hem aan te spreken. In plaats daarvan glim - lachte ze hem toe. Even dacht ze iets van een reactie waar te nemen, toen liet hij zijn hoofd weer zakken. Opnieuw hoorde ze de stem. Zeg hem dat Ik van hem houd… en op hem wacht. De opdracht was duidelijk, maar het leek wel of haar mond zat dichtgeplakt. Steeds als ze diep ademhaalde en de woor - den wilde uitspreken, krabbelde ze op het allerlaatste moment terug. Haar hartslag en ademhaling versnelden en het bloed suisde in haar oren. Of was het de stilte die zo suisde? Was ze nu maar aan de beurt, of werd die man nu maar ge - haald, dan was het dilemma gelijk opgelost. Maar er gebeurde niets. Na een paar minuten die tergend langzaam waren verstreken, stapte er een verpleegkundige de wachtkamer in. ‘Meneer Smit?’ De man keek op en knikte zwak. De verpleegkundige liep naar hem toe en legde haar hand op zijn broze schouder. ‘Ik heb op de tweede verdieping een heerlijk bed voor u klaar - staan. Daar breng ik u nu naartoe.’ Witterdansneeuw_GRANDIA_ druk6_binnenwerk_eersteproef_13-11-2012JP.indd 10 13-11-12 19:51
11 Hij reageerde nauwelijks, wellicht verstond hij het niet. De vrouw stond op en liep naar hem toe. ‘U hoort bij deze pa - tiënt?’ vroeg de verpleegkundige haar. De vrouw knikte, maar het leek of het niet van harte ging. Met lede ogen keek Ellen toe hoe de verpleegkundige de rolstoel vastpakte en de man, die nu opeens een naam had, met zich meenam. Een meter achter hen volgde de vrouw. Te laat , hamerde het in Ellens hoofd. Nu is het te laat. Wie weet hoe belangrijk deze boodschap voor hem was. En ik heb hem niet doorgegeven. Omdat ik bang was voor gek te staan. Ontmoedigd zakte ze onderuit op haar stoel. Witterdansneeuw_GRANDIA_ druk6_binnenwerk_eersteproef_13-11-2012JP.indd 11 13-11-12 19:51
12 2 Vrijdag 6 mei ‘Zo, kijkt u eens, vandaag zit er voor u ook iets bij de post.’ Met een zwierige zwaai legde de bruinharige verpleegkundige een envelop op het kastje naast het bed van Steven Smit. Hoewel hij goed begreep wat ze zei, hield hij zich doof. Hij had helemaal geen zin om te praten. Hij wilde alleen maar lig - gen. Liggen en slapen. Nergens meer aan denken. Niets meer voelen. Laat ze maar denken dat hij geen Nederlands verstond. Zo’n taalbarrière was soms een heerlijk iets om zich achter te verschuilen en daarom liet hij de mensen vaak in de waan dat hij alleen maar in het Engels kon communiceren. Toen de verpleegkundige verder was gelopen, draaide hij zijn hoofd naar rechts. Zijn blik gleed naar de ivoorkleurige envelop op het kastje naast zijn bed. Iets in hem hield hem tegen om de envelop op te pakken en te openen. Hij had geen idee wie hem post kon sturen. Behalve zijn buurvrouw Sanne en zijn dochter Kathy was er niemand die wist dat hij hier in het ziekenhuis lag. Maar de buurvrouw was al een keer op be - zoek geweest en zijn dochter zou wel de laatste zijn die hem een kaartje stuurde. De gedachte aan Kathy deed hem voor een moment de en - velop vergeten. Pijnlijk scherp stond hem haar afwijzende hou - ding weer voor ogen. De hoop die hij gekoesterd had, was totaal vervlogen toen ze hem had aangekeken met de blik die al die lange jaren brandend op zijn netvlies had gestaan en hem overal had achtervolgd. Een blik waarin een scala aan emoties te lezen was geweest – verwijt, woede en pijn. Maar bovenal een blik die hem had verteld dat ze het hem nooit meer zou vergeven. Wat Witterdansneeuw_GRANDIA_ druk6_binnenwerk_eersteproef_13-11-2012JP.indd 12 13-11-12 19:51
13 had hij gehoopt dat die blik na zevenentwintig jaar iets verzacht zou zijn. Maar die hoop was tevergeefs geweest. Tevergeefs . Het woord trof hem ineens door de samenstelling van lettergrepen. Te vergeefs, te vergeven, te ver geven. Maar het was niet te vergeven. Het ging te ver om te geven. Veel te ver . Hij schrok op door een hard piepend geluid achter hem, maar zakte weer terug in de kussens toen hij besefte dat het slechts van de infuuspomp kwam. Er moest blijkbaar weer iets vervangen worden. Vreemd dat ik na drie dagen nog steeds zo schrik van dit geluid. Blijkbaar kan ik niets meer hebben. Zwijgend wachtte hij tot de verpleegkundige op het gepiep afkwam en een bijna leeg infuuszakje voor een vol exemplaar verwisselde. Hij hield zijn ogen gesloten om de indruk te wek - ken dat hij sliep, maar zodra hij zeker wist dat ze de zaal weer uit gelopen was, deed hij zijn ogen weer open. Zijn blik gleed opnieuw naar de envelop op zijn kastje en aarzelend strekte hij zijn hand uit. Hij wist nog steeds niet goed of hij wel wilde weten wie hem een kaart had gestuurd. Maar uiteindelijk won zijn nieuwsgierigheid het van zijn tegenzin en pakte hij hem op. De envelop was beschreven in een net vrouwenhandschrift. Maar de adressering verbaasde hem. Behalve het adres van het ziekenhuis stond enkel zijn naam en de aanduiding van de ver - dieping op de envelop. Geen kamernummer. Blijkbaar wist de afzender wel dat hij op deze afdeling lag, maar niet op welke kamer. Maar wat hem nog het meest verbaasde was de wijze waarop zijn naam geschreven was. Mr. Smith . Geen meneer Smit , maar mister Smith . De afzender sprak hem in het Engels aan en was er zelfs van uitgegaan dat er een h achter zijn naam moest. De Beatrix-postzegel vertelde hem echter dat de brief uit Neder land kwam. Zijn nieuwsgierigheid werd groter. Hij draaide de envelop om, maar zag geen naamsvermelding. Hij zou hem toch echt open moeten maken. Witterdansneeuw_GRANDIA_ druk6_binnenwerk_eersteproef_13-11-2012JP.indd 13 13-11-12 19:51
14 Punctueel als hij altijd was geweest en dat ook zou blijven zolang hij daar nog kracht voor had, zocht hij naar iets scherps om de envelop open te snijden. Hij ergerde zich altijd vrese lijk aan opengescheurde enveloppen. Hij hees zichzelf iets over - eind om te kijken of Sanne zijn zakmesje in zijn kastje had gelegd. Waar hij ook heen ging, het zakmesje ging altijd met hem mee. Niet alleen uit praktische overwegingen, maar ook omdat hij het ooit, in een ver verleden, op een Vaderdag van Kathy had gekregen. ‘Katje’, zoals hij haar wel eens plagend had genoemd als ze een boze bui had of haar zin probeerde door te drijven bij vriendinnetjes. Ja, ze kon af en toe echt een kattenkopje zijn. Hij dwong zichzelf de gedachten aan Kathy voor dit mo - ment van zich af te zetten en concentreerde zich op de inhoud van zijn nachtkastje. Ja, daar lag het mesje. Met enige inspan - ning pakte hij het, waarna hij puffend wat achteroverleunde. De kleinste inspanning kostte hem al bijna meer kracht dan hij nog bezat. Na weer enigszins op adem gekomen te zijn, hief hij met zijn ene hand de envelop op en sneed hem met het mesje in zijn andere hand voorzichtig open. In de envelop zat een dub - bele kaart. Hij haalde hem tevoorschijn, vouwde hem open en las de zinnen die in het, hier en daar wat krom, Engels opge - schreven stonden. Dear mr. Smith , luidde de aanhef. Terwijl hij las, vertaalde hij auto matisch de zinnen direct naar het Nederlands, zoals hij, vaak onbewust en in tegenstelling tot veel andere geëmigreer - den, altijd was blijven doen. Beste meneer Smith, U kent mij niet en ik ken u niet, maar ik zag u dinsdag in de wachtkamer van internist Baaij. Terwijl u wachtte tot de verpleeg - kundige u kwam halen, moest ik steeds naar u kijken. Op dat Witterdansneeuw_GRANDIA_ druk6_binnenwerk_eersteproef_13-11-2012JP.indd 14 13-11-12 19:51
15 moment begon God tegen mij te spreken. Ik weet helemaal niet of u God kent, maar Hij kent u wel. En Hij wilde dat ik tegen u zou zeggen dat Hij van u houdt en op u wacht. Omdat ik bang was voor gek te staan, durfde ik die ochtend niet naar u toe te gaan. Maar onze ontmoeting heeft me geen moment meer losgelaten en daarom besloot ik u deze kaart te sturen. Ik hoorde de verpleegkundige uw naam noemen, evenals de verdieping waar u heen werd gebracht en ik hoop dat deze informatie genoeg was om de kaart bij u te laten bezorgen. Als u dit leest, is het dus gelukt en heb ik het alsnog aan u mogen doorgeven: God houdt van u! En wacht op u… Wat er ook gebeurd is in uw leven, Zijn liefde is altijd groter dan dat! Ik bid voor u. Zomaar een vrouw uit de wachtkamer Steven las de tekst een aantal keren achter elkaar, maar de in - houd wilde niet tot hem doordringen. Het was alsof de woor - den als squashballen tegen een muur sloegen en direct werden weerkaatst. Totaal verbijsterd staarde hij minutenlang naar de beschreven binnenkant van de kaart en sloeg hem daarna als verdoofd weer dicht. Toen pas zag hij de afbeelding en de woorden die er op de voorkant stonden. Het was een schilderij van Rembrandt, het schilderij waarop de verloren zoon zijn vader in de armen valt en liefdevol wordt omarmd. Onder de afbeelding stonden slechts twee kleine woordjes. Welkom thuis . En met deze woorden stortte met een donderend geraas de muur in waartegen zo veel jaren alle andere woorden waren afgeketst. Witterdansneeuw_GRANDIA_ druk6_binnenwerk_eersteproef_13-11-2012JP.indd 15 13-11-12 19:51
16 3 Maandag 9 mei Met een frons staarde Kathy Smit naar het telefoontoestel op haar bureau. Hoe laat had ze nu net afgesproken? Haar hoofd was de laatste dagen net een vergiet. Zuchtend nam ze de hoorn op en toetste voor de tweede keer het nummer van haar tandarts in. ‘Goedemorgen, u spreekt nog een keer met Kathy Smit,’ meldde ze zich nadat er was opgenomen. ‘Ik heb net gebeld om een afspraak te maken voor een controle, maar het is me ontschoten of het nu volgende week donderdag kwart vóór drie of kwart óver drie was, dus moet ik u nog even lastigval - len.’ ‘O, dat geeft niets,’ zong de stem van de assistente. ‘Ik kijk het even voor u na. Wat is uw geboortedatum?’ ‘21 maart 1964.’ ‘Zo, dan was u een lentebaby,’ lachte de assistente. ‘Leuk hoor.’ Kathy gaf geen commentaar. Kijk die afspraak nu maar na . Ze hoorde de assistente wat toetsen aanslaan en wachtte zwijgend af. ‘Donderdag 19 mei kwart vóór drie,’ klonk het even later. ‘Zal ik u een afsprakenkaart toesturen?’ ‘Nee, ik heb het nu direct in mijn agenda gezet,’ antwoordde Kathy, terwijl ze het tijdstip noteerde. ‘Dank u wel.’ Ze mom - pelde nog een groet en legde de hoorn erop. Eigenlijk was het helemaal niet handig om halverwege de middag af te spreken, bedacht ze nu. Waar zat ze toch met haar gedachten? Normaal gesproken probeerde ze zulk soort be - Witterdansneeuw_GRANDIA_ druk6_binnenwerk_eersteproef_13-11-2012JP.indd 16 13-11-12 19:51
17 zoekjes aan het begin of einde van de dag te plannen. Maar ze had geen zin om voor de derde keer naar de praktijk te bellen. Het was niet anders. Ze legde haar agenda opzij en concentreerde zich op haar werk. Als ze er even stevig aan trok, kon ze vanochtend mooi de notulen van het managementoverleg van gisteren uit werken. Ze had het goed naar haar zin als secretaresse bij Instalco, een bedrijf dat gespecialiseerd was in klimaatbeheersing, maar no - tulen schrijven was niet haar meest favoriete klus. En zeker niet als ze haar aantekeningen te lang liet liggen, dus probeerde ze dat te voorkomen. Ze was nog maar net bij het tweede agendapunt, toen ze haar mobiele telefoon hoorde afgaan. Geïrriteerd haalde ze het toestel uit haar bruine schoudertas. Wie belde haar nu onder werktijd? Degenen die haar een beetje kenden, wisten toch dat ze daar een hekel aan had. Het scherm gaf alleen weer dat het een anonieme beller was, dus werd ze daar ook niet wijzer van. ‘Kathy Smit,’ meldde ze zich op wat norse toon. ‘Goedemorgen, u spreekt met de secretaresse van dokter Baaij. Spreek ik met de dochter van meneer Steven Smit?’ Zou het helpen als ik nee zeg? Hoef ik dan niets meer met hem te maken te hebben? ‘Ja, daar spreekt u mee.’ ‘Fijn. Ik bel u over uw vader. Dokter Baaij wil u graag spre - ken in verband met de operatie die uw vader woensdag zal ondergaan. Kunt u vanmiddag om vier uur op de poli zijn?’ Nee! ‘Eh… dat komt me niet zo goed uit. Ik weet niet wat dokter Baaij verder nog te melden heeft, maar kan dat niet te - lefonisch?’ ‘Dat is niet gebruikelijk, mevrouw Smit. De dokter doet zul - ke belangrijke gesprekken liever niet per telefoon af. Maar als het om vier uur niet uitkomt, kan het eventueel ook wat later. Schikt vijf uur u beter?’ ‘Nee, ook niet.’ ‘Morgenochtend vroeg dan misschien? Schikt dat?’ Witterdansneeuw_GRANDIA_ druk6_binnenwerk_eersteproef_13-11-2012JP.indd 17 13-11-12 19:51
18 ‘Nee.’ Voor de secretaresse nog een ander voorstel zou doen, besloot Kathy open kaart te spelen. ‘Luister, het gaat er niet zo - zeer om of het me schikt, maar of ik wil. En eerlijk gezegd heb ik weinig behoefte aan een gesprek. Bij de opname heeft dok - ter Baaij al prima uitgelegd welke diagnose hij bij mijn vader heeft gesteld en wat de risico’s van de operatie zijn. Meer hoef ik niet te weten, en als de dokter zelf nog iets meer wil weten, kan ik het hem toch niet vertellen, want tot vorige week heb ik mijn vader zevenentwintig jaar niet gezien en ook niet ge - sproken, dus heeft het weinig zin om langs te komen.’ Ze besefte dat ze ongelooflijk bot moest overkomen, maar ze had geen zin om haar woorden alsnog wat te verzachten, hoezeer de stilte aan de andere kant van de lijn ook verraadde dat ze de secretaresse blijkbaar van haar stuk hadden gebracht. ‘Eh… goed, ik zal het aan de dokter doorgeven,’ klonk het uiteindelijk. ‘Dag, mevrouw Smit.’ Kathy stopte de telefoon terug in haar tas. Vastbesloten het gesprek direct uit haar hoofd te zetten, richtte ze haar blik weer op haar computerscherm. Waar was ze gebleven? Plotseling schraapte achter haar iemand zijn keel. Met een ruk draaide ze zich om en ontdekte bij de deuropening de regio- manager voor wie ze sinds drie jaar werkte. ‘Paul, ik had je niet horen binnenkomen.’ Meestal gaf hij eerst een roffel op haar kamerdeur voor hij binnenstapte, ook al zat deze zelden dicht. Hij haalde licht zijn schouders op en liep verder de kamer in. Het was duidelijk dat hij vandaag geen klantenafspraken had staan, want in plaats van zijn gebruikelijke kostuum droeg hij een zwarte spijkerbroek en een T-shirt, wat hem op de een of andere manier jonger deed lijken dan de veertig jaren die hij telde.‘Je had telefoon, dus wilde ik geen lawaai maken. Toen ik hoorde dat je een privégesprek had, wilde ik weer weggaan. Maar inmiddels was je al klaar met bellen.’ Hoeveel heeft hij gehoord? ‘Ja, het was maar een kort gesprek. Vertel eens, wat kan ik voor je doen?’ Witterdansneeuw_GRANDIA_ druk6_binnenwerk_eersteproef_13-11-2012JP.indd 18 13-11-12 19:51
19 ‘Gaat het wel goed met je, Kathy?’ vroeg Paul, haar vraag negerend. ‘Ja, waarom zou het niet goed met me gaan?’ Ze ontweek zijn bruine ogen en hield zich opzettelijk van de domme, al kende ze Paul goed genoeg om te weten dat hij daar waar - schijnlijk niet in zou trappen. Maar het viel te proberen. ‘Nu ja, ik wil me nergens mee bemoeien, maar ik hoorde het laatste stukje van het telefoongesprek.’ Kathy gaf geen antwoord en trok haar schrijfblok naar zich toe, waarmee ze de indruk wilde wekken dat ze verderging. Paul bleef echter staan waar hij stond. ‘En,’ ging hij verder, ‘omdat ik je zelden of nooit op zo’n toon heb horen praten, vroeg ik me af of het wel goed met je gaat.’ Met haar blik op de aantekeningen die ze tijdens de ver- gadering had gemaakt, overwoog Kathy of ze gewoon ronduit zou zeggen dat ze geen zin had in dit gesprek. Tegelijk voelde ze vreemd genoeg toch ook de behoefte om hem uit te leggen waarom ze zo bot had gedaan. ‘Ach, het gaat over mijn vader. En dan is er weinig nodig om me kwaad krijgen.’ Paul pakte de kruk die in haar kamer stond en ging tegen - over haar zitten. ‘Ik wist niet beter dan dat je geen ouders meer had.’ Dat was niet zo vreemd. Ze had het nooit over haar vader. Alleen twee goede vriendinnen van haar wisten dat hij nog leefde, maar zij respecteerden haar wens om niet over hem te praten. ‘Een paar maanden voordat mijn moeder overleed, is mijn vader naar Amerika verhuisd en is ons contact verbroken.’ Tenminste, ik heb het verbroken. Mijn vader heeft nog jarenlang brie - ven gestuurd, maar die heb ik ongeopend teruggestuurd. Paul hield zich stil, in afwachting wat ze nog meer kwijt wilde. ‘Vorige week dinsdagochtend, toen ik thuis het maandoverleg aan het voorbereiden was, werd ik plotseling gebeld door ene Witterdansneeuw_GRANDIA_ druk6_binnenwerk_eersteproef_13-11-2012JP.indd 19 13-11-12 19:51
20 Sanne. Ze legde uit dat ze de buurvrouw was van mijn vader, die blijkbaar weer in Nederland woont. Ze had een vreemd ka - baal bij hem gehoord en was poolshoogte gaan nemen. Mijn va - der bleek niet goed geworden te zijn en lag op de keukenvloer, met de tafel half over zich heen. Ze heeft toen een dokter laten komen. Deze heeft de internist gebeld en geregeld dat mijn vader direct kon komen. Ze hebben hem met een ambulance opgehaald.’ Kathy pakte een paperclip en verboog deze gedach - teloos terwijl ze verder vertelde. ‘De buurvrouw had mijn vader gevraagd of ze iemand voor hem kon bellen, en blijkbaar heeft hij mijn naam genoemd.’ ‘Hoe wist ze waar ze jou kon bereiken?’ ‘Geen idee eigenlijk. Hij zal haar mijn adres wel hebben gegeven. Het is niet zo vreemd dat dit nog klopte, want ik ben altijd in het huis van mijn moeder blijven wonen.’ Kathy zweeg even en dacht terug aan die ochtend. Het tele- foontje had haar zo ontzettend overrompeld, dat ze niet gewe - ten had wat ze moest doen. Zonder eerst goed na te denken had ze die buurvrouw toegezegd om naar het ziekenhuis te gaan. Eigenlijk was ze er min of meer van uitgegaan dat haar vader al op zaal lag en zij alleen maar een arts zou spreken. Maar toen ze zich in het ziekenhuis had gemeld, bleken ze pas net klaar te zijn met de eerste onderzoeken en zat hij nog in zijn pyjama in een rolstoel bij de internist. Tegen wil en dank had ze de opname moeten regelen. Gelukkig was de buur - vrouw al zo verstandig geweest om een tas met spullen voor hem mee te geven, dat scheelde in ieder geval al weer. Ze had enorm voor het blok gestaan toen ze zo plotseling oog in oog met haar vader was komen te staan. De emoties die haar toen hadden overspoeld, waren zo krachtig geweest dat ze de herinnering eraan de hele week stelselmatig had geblokt. Dit was een handigheid waar ze al jarenlang in had geoefend, en het had haar nu geholpen om net te doen alsof hij haar we - reld dinsdag niet opnieuw ondersteboven had gegooid. Witterdansneeuw_GRANDIA_ druk6_binnenwerk_eersteproef_13-11-2012JP.indd 20 13-11-12 19:51
21 ‘Afijn, om een lang verhaal kort te maken,’ ging ze verder, ‘de internist wilde mij nog even spreken. Maar ik zie het nut daar niet van in, en heb dat net aan zijn secretaresse duidelijk gemaakt. Waarschijnlijk op het moment waarop jij bij de deur stond.’ ‘Inderdaad. En nu?’ ‘Hoe bedoel je, en nu?’ ‘Wat ga je nu doen?’ ‘Wat ik ga doen? Helemaal niets. Hij wordt woensdag ge - opereerd, waarbij het erom zal spannen of hij er wel of niet doorheen komt. Maar Paul, hoe hard het ook klinkt, er zal niets door veranderen.’ ‘Want…?’ ‘Want of hij de operatie nu overleeft of niet, voor mij is hij al heel lang dood.’ Witterdansneeuw_GRANDIA_ druk6_binnenwerk_eersteproef_13-11-2012JP.indd 21 13-11-12 19:51