ds. henk poot Zoon van de Gezegende Binnenwerk Zoon van de Gezegende_Opmaak 1 28-10-15 09:54 Pagina 3
Inhoud Voorwoord 7 1 Een reis door de tijd 11 2 De Engel des Heren 40 3 De geboorte van Jezus 51 4 De Zoon van de Gezegende 64 5 De profetie van Kajafas 88 6 De roeping van de Messias 104 7 Het lam en de leeuw 124 8 Oordeel en ontferming 136 9 Christus leeft in mij! 154 10 Wee de dwazen die hun eigen geest volgen 171 Noten 191 Binnenwerk Zoon van de Gezegende_Opmaak 1 28-10-15 09:54 Pagina 5
Wederom ondervroeg de hogepriester Hem en zeide tot Hem: Zijt Gij de Christus, de Zoon van de Gezegende? Marcus 14:61b Binnenwerk Zoon van de Gezegende_Opmaak 1 28-10-15 09:54 Pagina 6
Voor woord In het gesprek over Israël klinkt niet zelden de zorg en soms ook het verwijt door dat de aandacht voor Israël ten koste gaat van de centra- le plaats van Jezus in ons geloof. De kerk heeft Jezus en Israël heeft Jezus niet, zo simpel lijkt het te zijn en dan is het wijzen op de bijzondere plaats van het Joodse volk algauw een aantasting van de positie van de kerk en misschien ook wel van Jezus. Ik zeg dan weleens: ‘Ik hou niet meer van Israël dan van Jezus, zoals je zegt. Het punt is dat Jezus meer heeft met Israël dan jij denkt.’ Maar dit mag dan een vlugge en gevatte repliek zijn op de kritiek die mensen hebben op de zogenaamde Israël-theologie, het moet natuurlijk wel uitgelegd en onderbouwd worden. Daar gaat het in dit boek om. Israël en Jezus lijken op het eerste gezicht inderdaad tegenover elkaar te staan. Het geloof dat Jezus de Christus is, is ook het grote verschil tussen de kerk en de synagoge. Het lijkt er zelfs op dat door het geloof in Jezus lang geleden de kerk ontstaan is. Die kerk zou zich er altijd wel min of meer bewust van blijven dat zij voortgekomen was uit Israël, maar zou zichzelf ook gaan zien als een tegenovergestelde van Israël en dat geldt omgekeerd voor Israël eigenlijk ook. Vaak werd daarbij het Nieuwe Testament toch vooral gezien als het boek van Jezus en de kerk en het Oude Testament als het boek van Israël. 7 Binnenwerk Zoon van de Gezegende_Opmaak 1 28-10-15 09:54 Pagina 7
Zoon van de Gezegendeis een bundel essays waarin ik heb geprobeerd de diepe relatie te laten zien tussen Jezus en Israël. In de introductie (hoofdstuk 1) leg ik in feite verantwoording af van de weg die ik in mijn geloof ben gegaan. Hoe ik steeds meer ontdekt heb hoe Jezus en Israël met elkaar verbonden zijn. Het laat ook zien hoe ik bepaalde aspecten van de traditie waarin ik grootgebracht ben, vaste denkbeel- den over de inhoud van de Bijbel, opnieuw en ook nieuw onder woor- den gebracht heb. Vervolgens komt er een aantal hoofdstukken waarin duidelijk wordt dat de geschiedenis van Jezus niet begint bij de eerste woorden van het evangelie. De Zoon van God was al veel eerder aan- wezig in het bestaan van Israël (hoofdstuk 2) en de inhoud van het evangelie van de geboorte van Jezus kan zo veel beter begrepen wor- den als je het houdt tegen het licht van het Oude Testament (hoofd- stuk 3). Sowieso is het belangrijk om telkens vanuit het Nieuwe Testa- ment terug te keren naar het Eerste Testament. In de hoofdstukken over de roeping van de Messias (6) en ‘Het lam en de leeuw’ (7) merken we hoe je de persoon van Jezus eigenlijk alleen maar kunt begrijpen vanuit de openbaring van God in de wet en de profeten en hoeveel licht er dan ook valt op Israël. Al eerder, in hoofdstuk 4, heb ik beschreven hoe Jezus in zijn wezen verbonden is met Israël, het volk dat God geschapen heeft om zijn naam groot te maken. In ‘De profetie van Kajafas’ ga ik in op de fascinerende figuur van de hogepriester van Israël, die besluit om Jezus te offeren ter wille van zijn volk. Dat besluit, waarvan de evangelist Johannes zegt dat het een profetie is, laat zien dat de dood van Jezus veel meer betekent dan alleen een individuele persoonlijke verlossing van mensen. Het zet een wissel om in de heils- geschiedenis en het heeft immense gevolgen voor de toekomst van Israël. De teneur van deze studie is dat we Jezus en Israël opnieuw moeten leren begrijpen. 8 Binnenwerk Zoon van de Gezegende_Opmaak 1 28-10-15 09:54 Pagina 8
En dat raakt het hart van ons persoonlijk geloof en onze relatie met God (hoofdstuk 9). Niet het minst raakt het ook het hart van God zelf. Ook als kerk kunnen we God miskennen en Hem tekortdoen als we Hem aanbidden en lofprijzen zonder oog te hebben voor de bij- zondere plaats die Israël heeft in de heilsgeschiedenis en in het zen- den van Christus. Naar mijn mening moeten we als christenen ook veel meer oog krijgen voor de weg van God in de heilsgeschiedenis. Er is meer dan het behoud van ons eigen leven. God is met veel grotere dingen bezig. Natuurlijk heeft dat alles ook te maken met het belijden van de kerk. Een theologie waarin de plaats van Israël verdwenen is of Israël alleen maar is uitgemond in de wereldkerk (hoofdstuk 10), is niet simpelweg een ontsporing van de dogmatiek. Het is een zonde tegen wie God is, wie Jezus is en wat de heilige Geest ons in het geloof wil binnenbrengen. Het is in wezen ook een opgeven van de eenheid van de heilige Schrift. Alleen als de kerk zich daarvan bewust is en zich daarvan bekeert en alleen als zij Jezus heeft leren begrijpen in zijn intense verbondenheid met Israël, kan de ontmoeting met het Joodse volk vruchtbaar zijn. Oosternieland, augustus 2015 Ds. Henk Poot 9 Binnenwerk Zoon van de Gezegende_Opmaak 1 28-10-15 09:54 Pagina 9
I 1 Een reis door de tijd k ben een roman aan het lezen in de late avonduren. Een werk van een van de beste schrijvers die het oude Rusland heeft voortgebracht: Dode zielen van Nikolaj Gogol. Het gaat over een charlatan die de namen opkoopt van lijfeige- nen die overleden zijn. Daarmee verlost hij landeigenaren van een hoop belasting die ze over hun boeren moeten betalen. Eens in de zoveel jaar wordt de lijst daarvan opgesteld en of de boeren nu leven of inmiddels overleden zijn, de belasting moet afgedragen worden tot de volgende telling. Daarmee verwerft Tsjitsjikov, want dat is de naam van de zwendelaar, op slinkse wijze een fortuin door met de lijst van namen grote lenin- gen af te sluiten bij banken, die hij met de lijst ervan overtuigt dat hij een rijk man is. Het is een fascinerend boek, misschien wel het meest omdat Gogol op een prachtige en humoristische manier verhaalt van de dorpen en steden die zijn hoofdpersoon aandoet als hij zijn reis door het Russische land vervolgt. Het zijn die beelden die in mijn hoofd zitten nu ik aan dit eerste hoofdstuk begin en probeer uit te leggen waarom ik dit nieuwe boek schrijf. 11 Binnenwerk Zoon van de Gezegende_Opmaak 1 28-10-15 09:54 Pagina 11
Blijkbaar is mijn reis nog niet afgelopen. Ik heb dat, eerlijk gezegd, wel even gedacht toen ik de laatste zinnen van De knecht des Herenschreef. Het was een lijvig boek geworden en ik had al mijn inzichten onder woorden gebracht. Sommige van die inzichten waren in de loop van de tijd gegroeid, stukje bij beetje. De inhoud van de brieven van Paulus is daar een goed voorbeeld van. Ik had langzamerhand de bedoeling van de apostel beter leren begrijpen door te beseffen dat hij zijn brie- ven nooit geschreven had als een soort geloofsleer voor de kerk. De apostel was niet de eerste christelijke dogmaticus. Zo had ik dat altijd wel een beetje gedacht en zo was het mij ook geleerd: de brieven van Paulus, te beginnen met zijn indrukwekkende Romeinenbrief, als een directe openbaring van God voor de kerk van alle tijden en eeuwen. Ik ontdekte, geholpen door anderen, dat de spits van zijn brieven voort- vloeide uit de beslissingen van het apostelconvent in Jeruzalem in het jaar 46. Daar was de vraag besproken onder welke voorwaarden de nieuwe gelovigen uit de volkeren deel konden uitmaken van de gemeente van God. Moest de wet die God Israël had opgedragen ook aan hen worden opgelegd, met name de spijswetten, het onderhouden van de sabbat en niet in de laatste plaats de instelling van de besnijde- nis? De oudsten en apostelen in Jeruzalem hadden besloten dat zij de gelovigen uit de volkeren niet moesten verplichten het juk van de wet op zich te nemen. Die nieuwe gelovigen waren vooral mensen die al min of meer een band met de synagoge hadden en bekendstonden als godvrezenden of Jodengenoten. Wie het verslag van de reizen van Paulus leest in het boek Handelingen, komt deze groep ook telkens tegen. Paulus was door de vergadering in Jeruzalem uitgezonden met de opdracht de uitkomst van het concilie over te brengen aan de ge- lovigen onder de volkeren en zijn boodschap werd door de Jodenge- noten met vreugde ontvangen. De vrijheid van de wet betekende voor hen de mogelijkheid om veel gemakkelijker dan vroeger volwaardig lid te worden van de gemeenschap van Israël. De reizen van de apostel 12 Binnenwerk Zoon van de Gezegende_Opmaak 1 28-10-15 09:54 Pagina 12
waren in die zin niet alleen maar zendingsreizen, zoals ze zo vaak genoemd worden. Dat het besluit van de apostelen niet door iedereen begrepen of aanvaard werd, is ook duidelijk. Zijn brieven laten de moeizame discussie zien over de positie van de gelovigen uit de vol- keren. In de brief aan de Galaten, waarschijnlijk het vroegste epistel dat wij van Paulus kennen, fulmineert hij tegen gelovigen die zich ervan hebben laten overtuigen dat de wet toch een verplichting is. Hij geeft aan dat op deze manier de wet gaat functioneren als een weg tot behoud, iets wat wezensvreemd is aan de wet die God aan zijn volk geschonken had. Hij beklemtoont dat de wet als verplichting voor de gelovigen uit de volkeren het volkomen werk van Christus in de schaduw zou stellen. In de Romeinenbrief spreekt hij, in de worsteling om de zeker- heid van het geloof, niet over zichzelf. Dat is een misverstand. De ‘ellendige mens’ over wie hij schrijft, die de wet aangrijpt om daarmee tot God te komen en die inziet dat die wet hem juist verder van de zekerheid afdrijft, is niet hijzelf, maar een fictieve personage, een Jodengenoot die, aangetrokken door de godsdienst van Israël en de synagoge, geprobeerd heeft dichterbij te komen door de wet op zich te nemen. Kortom, ik leerde langzamerhand dat het Paulus er niet om ging om de wet af te schaffen, die noemde hij ook heilig en goed, of om de wet die God aan Israël geschonken had en die bezongen en geroemd wordt in de psalmen, in te ruilen voor het evangelie. Het ging de apostel er alleen om de gelovigen uit de volkeren duidelijk te maken dat zij zich niet moesten laten meenemen door mensen die zeiden dat zij alleen met de volkomen onderwerping aan de wet als echte gelovigen beschouwd konden worden. Dat was alles! Er was geen sprake van een soort algemene dogmatische tegenstelling tussen wet en evangelie zoals die in de latere geloofsleer van de kerk onder woorden zou worden gebracht. Wat voor de inhoud van de brieven van Paulus geldt, geldt ook voor de persoon van Jezus Christus. 13 Binnenwerk Zoon van de Gezegende_Opmaak 1 28-10-15 09:54 Pagina 13
Langzamerhand groeide bij mij het inzicht dat Jezus meer was dan alleen de Heiland die gestorven was voor onze zonden en daarmee voor ons de weg naar de hemel had geopend. Dat was de kern van wat de latere kerk uit de volkeren van Jezus begrepen had en voor haar ook het belangrijkste. Maar Jezus was natuurlijk meer. Hij was de beloofde Messias van Israël, zoals God in de profeten beloofd had. Die Messias zou veel meer doen dan het dragen van de zonden van zijn volk. Juist door de persoon van Jezus te bestuderen vanuit de profeten, werd voor mij nogmaals duidelijk dat de plaats van Israël in de heilsgeschiedenis nooit zou worden afgebroken of worden ingewisseld voor een nieuw volk van God, de kerk. Daarvoor spraken de profeten te veel over het herstel van Jeruzalem en de inzameling van alle verstrooide kinderen van Israël als een opdracht van de komende Messias. Ik ga nu niet alles samenvatten wat ik in De knecht des Heren geschreven heb. Wat ik hier wil aangeven, is dat ik niet meer dan een grote stad had aangedaan, om in het beeld van de reis te blijven. Die stad intrigeerde mij door de nieuwe schoonheid die ik daar aantrof, maar steeds meer besefte ik dat er nog meer moest zijn. Ik werd gedwongen om verder te gaan. Steeds vaker overkwam het mij tijdens lezingen dat ik als het ware wegliep uit de dingen die ik had voorbe- reid en opgeschreven. Zo is in feite ook het hoofdstuk over Juda en Jozef gegroeid. Het begon met tussenvoegsels, losse aantekeningen tussen de regels door in mijn seminars over Jozef, Jezus en Israël, tot- dat een heel nieuw gezichtspunt was ontstaan. Ik heb vanaf het begin van mijn reis ervaren dat het me moeite kost om verder te gaan, om als het ware een dorp, een stad uit te lopen en de rivier over te steken op weg naar een nieuwe bestemming, en ik heb moeten leren, eenmaal gegrepen door een nieuw vergezicht, het oude niet als simpelweg achterhaald achter me te laten of te minachten. 14 Binnenwerk Zoon van de Gezegende_Opmaak 1 28-10-15 09:54 Pagina 14
Ik ben opgegroeid in de stad van de reformatorische theologie, een theologie waarin de kerk zelfverzekerd de inhoud van de geloofs- leer nagenoeg omvattend heeft geformuleerd. Het was een plek waar de verschillende thema’s van de bijbelse boodschap duidelijk en hel- der benoemd werden: de Bijbel als openbaring van God, wie God is, wie Jezus is, waar het om draait in de persoonlijke bekering tot God, de betekenis van het verbond, van de doop en het avondmaal. Er werd gesproken over de verhouding tussen het Oude Testament en het Nieuwe als over voorbereiding en vervulling, schaduw en licht. In datzelfde perspectief werd ook gedacht over de verhouding tussen de wet en het evangelie, en Israël en de kerk. Ik ben daar langzamerhand weggegaan. Daar was moed voor nodig, bedenk ik nu, maar ik kon niet anders. De Schrift zelf, de stem van God drong mij daartoe. Er moest gereisd worden en achtergelaten worden ter wille van de waarheid en de rijkdom van het woord van God zelf. En toch, die stad had en heeft nog steeds haar schoonheid en bekoring. Wat ik maar wil zeggen, is dat het een goed uitgangspunt was. Het was goed om daar vertoefd te hebben. Het heeft me ervoor bewaard om op mijn verdere reis dwaalwegen te kiezen. Om een voor- beeld te noemen: het ontzag voor het woord van God en het aanvaar- den van Gods woord in zijn oorspronkelijke en letterlijke betekenis, heb ik geleerd op de plaats waar ik ben opgegroeid. Op geen enkele manier heeft de vrijzinnige theologie mij daarom later aangetrokken. Ik vind het onzinnig om de Bijbel af te doen als louter een bundel ver- halen en woorden die niet meer zeggen dan wat mensen ooit geloofd hebben. Of om te denken dat de Bijbel vol staat met beeldspraak en metaforen, alsof de Schrift een soort cryptogram is en de auteurs van de Bijbel, Mozes en de profeten, een wereld van beelden hebben nage- laten waaruit wij hooguit een soort algemeen joods-christelijk huma- nisme kunnen destilleren. God, de hemel, Israël en het beloofde land zijn realiteiten. 15 Binnenwerk Zoon van de Gezegende_Opmaak 1 28-10-15 09:54 Pagina 15
Om te denken dat Israël niet veel meer is dan een ‘voorbeeldvolk’ of, nog erger, dat God niet bestaat maar er wel is, heeft niets te maken met wat Jesaja of Paulus bedoeld en geschreven hebben. Het komt voort uit een beperkte geest die zich niet gewonnen wil geven aan de openbaring van God die ons denken te boven gaat en die de Schrift onderwerpt aan wat zijzelf bevatten kan. Het beeld van de reis is ook in een ander opzicht een goed beeld. Het geeft aan dat de kerk waarin wij leven, niet de eindbestemming is. Het koninkrijk van God mag dan aanwezig zijn in de gemeente van Christus, maar het is dat alleen nog maar in een voorlopige en onvol- komen gestalte. De kerk is niet meer dan een voorbode van wat komen zal. Dat is niet alleen een correctie op de vrijzinnige theologie, die voor- goed in het hier en nu domicilie gekozen heeft, maar ook een waar- schuwing voor die evangelische en orthodoxe theologie waarvoor de geschiedenis in feite is afgesloten en waarvoor de hemelse heerlijk- heid het enige is wat wij nog verwachten. Als je de boodschap van de profeten en van het apostolisch getuigenis alleen nog maar vertaalt naar je persoonlijke leven met God in de kerk, wachtend op de over- gang naar de hemel, doe je het karakter van de Bijbel tekort. De Bijbel zelf is het getuigenis van een reis: we zijn onderweg. Er is sprake van een heilsgeschiedenis die haar einddoel nog niet bereikt heeft. We zien in de Schrift God zijn weg gaan en soms zijn we daar- bij alleen maar toeschouwer. Jezus zelf gaat zijn weg in de heilsge- schiedenis. Hij staat stil bij mij en biedt Zich aan als mijn Heiland en Verlosser, maar Hij nodigt mij ook met Hem mee te gaan en mee te geloven totdat Hij zijn roeping volkomen vervuld heeft. We zullen dan uiteindelijk getuige zijn van de vervulling van zijn Messiasschap als Overste van de koningen der aarde, als de Koning van Israël, de Zoon van David. Zijn offer is volbracht, maar zijn missie nog niet. 16 Binnenwerk Zoon van de Gezegende_Opmaak 1 28-10-15 09:54 Pagina 16
Maar genoeg hierover. Ik stop met mijn persoonlijke ontboeze- mingen om toe te komen aan de grote vraag en die is: waar gaat het om in de heilige Schrift, waar draait het allemaal om? Waarin worden wij meegenomen en waarheen is God met ons en Israël onderweg? Waar gaat het om? Het begint in Genesis 1, de schepping van hemel en aarde en van de mens. Je kunt je gelijk al afvragen waarom dit gebeurd is. Blijkbaar heeft het alles te maken met wie God is. Hij is de Eeuwige, maar het is zijn verlangen om niet alleen met Zichzelf te blijven. Als God Zich later bekendmaakt aan Mozes zegt Hij wel dat Hij ‘is’, maar ook dat Hij barmhartig is en genadig, geduldig en rijk aan goedertierenheid (Ex. 34:6 en Ps. 103:8). Dat God als eerste zegt dat Hij de Barmhartige is, zegt natuurlijk heel veel over zijn karakter. Het tekent zijn intentie om iemand tegenover Zich te hebben voor wie Hij in liefde zorgen kan. Hij is niet in eerste instantie de Rechter of Degene die verkiest en daarmee scheiding maakt. Dat is Hij zeker ook, maar dat staat in zijn karakter niet voorop. Dat is niet het eerste en ook niet het laatste. Zijn wezen is vervuld met barmhartigheid en goedertierenheid. Er is iets in Hem waarmee Hij naar buiten treedt en waarmee Hij een werkelijkheid buiten Zichzelf schept en dat is het Woord, de Zoon en de Geest van God. De Zoon en het Woord zijn soms synoniem. Zo leren we dat het geschapene door het Woord tot werkelijkheid ge- maakt is: God sprak en het was er. Maar we leren ook dat de Zoon aan het begin van de schepping staat en dat alle dingen in Hem of door Hem geschapen zijn (Kol. 1:15-17). Zowel de Zoon als het Woord is ver- vuld met de Geest van God en komt uit God voort. Het onmetelijke universum toont de majesteit van God, maar alles lijkt, en misschien is het voorlopig, geconcentreerd te zijn op de 17 Binnenwerk Zoon van de Gezegende_Opmaak 1 28-10-15 09:54 Pagina 17
aarde, een kleine door Hem geschapen planeet in het heelal, met grote nauwkeurigheid geplaatst op een volmaakte afstand tussen het grote licht en het kleine licht, de zon en de maan. Dichterbij zou het leven op aarde verschroeien, verderaf zou het bevriezen. We kunnen het leven op aarde, van het kleinste insect tot het grootste zoogdier, alleen maar bewonderen. Ik ben geen bioloog, maar wat mij verteld is over alleen al de complexiteit van het oog van een ‘gewone’ huisvlieg, stemt mij tot grote verbazing. De natuur laat de creativiteit en de schoonheid van God zien, maar de kroon op zijn schepping is de mens, anders dan alle andere schepselen de weerspiegeling van God zelf, geschapen naar het beeld van de Schepper en bedoeld om Gods eerste ‘tegenover’ te zijn en in relatie met Hem te leven. Het is de mens aan wie God zijn karakter als Barmhartige het eerst en het diepst kan openbaren. Daarvoor is aan de mens ook het woord gegeven en hem is ook de gave geschonken om barmhartig, genadig, geduldig en goe- dertieren te zijn. Hij is in staat met God te communiceren, te spreken, te loven, te bidden en zelfs te discussiëren. Je zou kunnen zeggen dat meer dan welk schepsel ook de mens geschapen is als kind van God. De mens is niet alleen de kroon op de schepping, hij is ook geroepen om de schepping van God te bewaren en te onderhouden, en het lot van de schepping is met zijn bestaan verbonden. Het is dit kind-zijn dat in het eerste boek van de Bijbel, Genesis, de inzet is van dramatische ontwikkelingen. Genesis 1 opent met de creatie van het leven, Genesis 50 sluit af met het noemen van een doodskist! Niet lang na het begin van de schepping treedt er een intense verstoring op tussen God en de mens, die de gehele schepping mee zal sleuren in een staat van verval. Die gebrokenheid van het leven op aarde vindt haar oorsprong in wat wij de zondeval zijn gaan noemen en wat ons verhaald wordt in Genesis 3. 18 Binnenwerk Zoon van de Gezegende_Opmaak 1 28-10-15 09:54 Pagina 18
Het speelt zich af in het centrum van de aarde. Daar is het paradijs, de zogenaamde hof van Eden. Daar daalt God af naar onze planeet en daar ontmoet Hij Adam en Eva, de eerste mensen die Hij gemaakt heeft. Van het paradijs wordt verteld dat er een bron is die zich in de hof vertakt in vier rivieren. De namen worden genoemd en tegen- woordig stromen deze wateren in het huidige Egypte en Ethiopië in het zuiden, en in Mesopotamië in het noorden. Maar in het begin van de schepping ontspringen deze rivieren dus uit één punt, uit één bron in de tuin, waarin de mens geschapen is. Zou je in gedachten de beddingen van de rivieren terugleggen op hun oorspronkelijke plaats, dan kom je uit in het midden van Egypte en Mesopotamië, in het land Kanaän. In de hof is ook de boom van het leven. De mens heeft geen leven van zichzelf. Hij is beademd door God en plukt als het ware het leven elke nieuwe dag van de boom die God er geplant heeft. Er is echter ook een andere boom: de boom van de kennis van goed en kwaad. Daarvan te eten is de mensen verboden. Ze mogen hem zelfs niet aanraken. De boom staat daar niet zomaar, als een soort proef of de mens wel ge- hoorzaam is. Hij drukt de kern van de relatie tussen God en de mens uit. Dat merken we als Adam en Eva toch van de boom eten en Gods waarschuwing in de wind slaan: zij ontdekken hun naaktheid en schaamte. Dat is precies wat nog steeds met elk mens gebeurt als hij volwassen wordt en zijn kinderjaren verlaat. Het is in deze fase van het leven, in zijn pubertijd, dat een mens zelf wil gaan bepalen wat goed en kwaad voor hem is en voorgoed zijn eigen beslissingen gaat nemen. Dat is de betekenis van de zondeval. De mens haat God niet, keert zich ook niet volkomen van Hem af, maar eigent het zich toe om zelf te bepalen wat goed en kwaad is. Hij breekt met zijn relatie als kind van God en wijst God af als Vader. Het is niet voor niets dat ver- derop in de heilsgeschiedenis Jezus, als de ware afspiegeling van God, als dé Zoon, mensen erop wijst weer kind te worden. Alleen als zij 19 Binnenwerk Zoon van de Gezegende_Opmaak 1 28-10-15 09:54 Pagina 19
worden als een kind, als zij terugkeren naar hun oorspronkelijke ver- houding tot hun Schepper, kunnen zij het paradijs, het koninkrijk van God in. Daar draait het uiteindelijk in de heilsgeschiedenis om. De zondeval is daarom ook zo ingrijpend omdat Adam en Eva anders waren dan wij nu zijn. Geschapen naar het beeld van God en door Hem beademd, zijn zij volledig vervuld met de Geest van God. Zij zijn zoals Jezus later zal zijn. Na de breuk met God als Vader, wordt de mens in ballingschap gestuurd buiten de hof. De dood doet daarmee zijn intrede, de boom van het leven is onbereikbaar geworden en dat is niet het enige gevolg: heel de schepping wordt meegetrokken in de val van Adam. Zij blijft weergaloos mooi, maar in haar schoonheid heersen de gebrokenheid en het sterven. In Genesis 12 horen we van de roeping van Abram en Sarai. God blijft trouw aan zijn schepping en aan de mens. Ondanks de zondvloed en ondanks de torenbouw van Babel met opnieuw afvalligheid naar God, houdt God vast aan de aarde en aan de mensen die Hij gemaakt heeft. Hij blijft als eerste de Barmhartige. God neemt Abraham en zijn vrouw mee naar de plaats van het paradijs, hoewel dat onherkenbaar geworden is. God noemt het land zijn erfdeel, de navel van de aarde, het land waar zijn ogen op geves- tigd staan van het begin van het jaar tot aan het einde, het land dat gedrenkt wordt door de wolken van de hemel en aan Gods zorg zijn vruchtbaarheid ontleent. Heel het leven van Abraham zal voortaan in het teken staan van het kindschap van God en bereikt zijn hoogtepunt en voltooiing in de ultieme vraag of hij bereid is zijn toekomst in han- den van God te leggen en God te laten bepalen wat goed en kwaad is. Deze beproeving vindt plaats op de berg Moria, de berg van Gods heiligheid, het latere Sion, de oorspronkelijke plaats van de hof van Eden. Anders dan Adam doorstaat Abraham hier de beproeving. Als 20 Binnenwerk Zoon van de Gezegende_Opmaak 1 28-10-15 09:54 Pagina 20
God hem roept, verschuilt hij zich niet in het struikgewas, maar ant- woordt hij: ‘Hier ben ik!’ In het struikgewas is nu een geitenbok, een ram, verborgen, die aan God geofferd wordt. Abraham noemt de berg voortaan ‘De Here zal voorzien’. De ram wordt beschouwd als een voorafschaduwing van de Messias, die als de nieuwe Adam God tot in de dood gehoorzaam zal zijn. Als Abraham 100 jaar oud is en geen kinderen meer kan verwek- ken, wordt Isaak geboren, een wonder van God, en langzamerhand zien we de geboorte van een heel nieuw volk, Israël. Eigenlijk is de Messias ook al getekend in deze persoon Isaak, de zoon der belofte, die het hout voor zijn eigen offer op zijn rug de berg op draagt en bereid is zich als een lam aan te bieden aan God. God heeft besloten om een lange weg te gaan, de weg van de heilsgeschiedenis. Daarin heeft Hij ervoor gekozen om een volk te scheppen dat als zijn persoonlijke eigendom Hem zal vergezellen in de weg door de tijd. God noemt dit volk zijn eerstgeboren zoon (Ex. 4:22) en in die typering ligt ook de roeping van Israël besloten. Israël zal in navolging van Abraham laten zien wat het is om als kind van God te leven. Het is van belang om te zien dat God geen volk uit de bestaande volkeren verkiest. Dan zouden de volkeren zich terecht kunnen afvra- gen waarom Israël wel en zij niet verkozen zijn. Zij zouden Israël kun- nen verwijten dat het heus niet beter is dan zij en God kunnen verwij- ten dat Hij met twee maten meet. God formeert een volk dat er nog niet is. Datzelfde kun je ook zeggen van het land waar God Israël laat wonen. Het betekent niet dat God de voorkeur geeft aan een bepaalde plaats boven andere, dat Hij het land van Israël hoger acht dan de lan- den van andere volkeren. Het land waar God zijn volk brengt, is niet eens het land van Israël, het is zijn erfdeel, zijn persoonlijke eigen- dom, los van het bezit van de volkeren. 21 Binnenwerk Zoon van de Gezegende_Opmaak 1 28-10-15 09:54 Pagina 21
De weg die nu is ingeslagen door God zal voorlopig elfhonderd blad- zijden van de Bijbel in beslag gaan nemen, vijf zesde van de heilige Schrift. God heeft Israël geschapen om Hem te loven in een wereld die van God vervreemd is, en het volk van de Joden, van de ‘lofprijzers’, zal getuigen dat er geen andere God is dan jhwhen het mag ook de toekomst van de heilsgeschiedenis verkondigen (Jes. 43:21 en 44:5-8). Het zal dat doen bij monde van Mozes en de profeten. Maar het belangrijkste is toch dit: in Israël zal God laten zien dat Hij Vader is voor het oog van de wereld. God brengt de kinderen van Abraham, als zij in de oven van de slavernij zijn samengesmeed tot één volk, samen rond de berg Moria, op de heilige bodem (Zach. 2:12). Op de weg daarnaartoe ontvangen zij de Thora, de wet, waarin God Israël tot in detail uitlegt wat goed en kwaad is en hoe zij als zijn volk kunnen wonen in zijn land. De inlei- ding op het boek van de Psalmen brengt prachtig onder woorden wat het leven met de Thora brengt: de mens die Gods onderwijzing over- peinst bij dag en bij nacht, is als een boom geplant aan waterstromen, die zijn vrucht geeft op zijn tijd, wiens blad niet verwelkt en al wat hij voortbrengt is goed. Met andere woorden: luisterend naar de woor- den van God kom je als mens tot je bestemming. Heel anders vergaat het de goddelozen, de wereld zonder God, die verwaaien als kaf dat door de wind wordt meegenomen. Toch is het juist ook de bestemming van het volk van Abraham, Isaak en Jakob dat het de wereld weer tot God brengt. Psalm 67 ver- woordt alweer op een prachtige wijze de roeping van Israël. De psalm laat in de structuur van zijn versdelen het beeld van de menora zien (2-2-2-3-2-2-2) en zegt dat als God Israël zegent en het licht van zijn aangezicht laat zien, alle einden der aarde God zullen gaan vrezen. Ook de profeten getuigen van het uiteindelijke heil voor de volkeren. Daar is het God in zijn verkiezing van Israël om te doen. 22 Binnenwerk Zoon van de Gezegende_Opmaak 1 28-10-15 09:54 Pagina 22
Het is waar dat de profeten van Israël de worsteling van God met zijn volk laten zien. De weg van God gaat door de diepte heen, hij getuigt van oordeel en straf, van ballingschap en van het gedwongen verlaten van het heilige land, maar ten slotte zijn het toch de trouw en de barmhartigheid van God die overwinnen. God keert terug naar Sion en brengt zijn volk terug naar Sion en dan zullen ook de volke- ren komen en door God in genade worden aangenomen. De profeet Zacharia – maar hij is maar een van de vele voorbeelden die je zou kunnen noemen – verkondigt: ‘Jubel en verheug u, gij dochter van Sion! want zie, Ik kom in uw midden wonen, luidt het woord des Heren, en vele volken zullen te dien dage gemeenschap zoeken met de Hereen zij zullen Mij tot een volk zijn, en Ik zal in uw midden wonen. Dan zult gij weten, dat de Hereder heerscharen mij tot u ge- zonden heeft. En de Herezal Juda op de heilige bodem als zijn erfdeel in bezit nemen en Hij zal Jeruzalem nog verkiezen.’ (Zach. 2:10-12) De apostel Paulus zal in Romeinen 11 hierover schrijven dat de volkeren als wilde takken, tegen hun natuur in, op de edele olijf geplant zullen worden. Het is goed om niet te vergeten dat de gelovi- gen uit de volkeren altijd wilde takken zullen blijven en niet zullen uitgroeien tot de edele olijf zelf. Zij zullen toegevoegd worden aan het bestaande volk van God, ingezameld uit de wereld, maar nooit de plaats kunnen innemen van Israël zelf. Als Paulus dit schrijft, is inmiddels de Zoon van God geopen- baard als de Messias van Israël. Op een niet-vermoede wijze is God zelf, in zijn trouw aan Israël, in zijn Zoon afgedaald in het midden van zijn volk. In de persoon van Jezus komen Israël en God samen. Jezus de Messias zal op een beslissende wijze, als Knecht des Heren, de toe- komst van de heilsgeschiedenis veiligstellen. Hij zal niet alleen de zonde van Israël wegdragen en een nieuw verbond van God met zijn volk instellen en bekrachtigen door zijn offer. Hij zal niet alleen zorgen dat Israël behouden aankomt bij het einde van de heilsgeschiedenis 23 Binnenwerk Zoon van de Gezegende_Opmaak 1 28-10-15 09:55 Pagina 23
en het herstel van het paradijs. Hij zal in het midden van Israël, van- uit Jeruzalem, met zijn Geest ook de missie van Israël op Zich nemen en er zorg voor dragen dat de naam van God bekendgemaakt zal wor- den in de gehele wereld. Met de komst van de Messias begint voor de eerste keer echt werkelijkheid te worden waartoe God Israël geschapen en verkozen heeft. Psalm 98 brengt dat zo onder woorden: ‘… de Here heeft zijn heil bekendgemaakt, zijn gerechtigheid geopenbaard voor de ogen der volken; Hij heeft gedacht aan zijn goedertierenheid en aan zijn trouw jegens het huis Israëls; alle einden der aarde hebben aanschouwd het heil van onze God’ (vers 2 en 3). God heeft Jezus alles in handen gelegd: de reiniging van Israël, het oordeel over de vijanden van God en zijn volk, het herstel van Jeruzalem, de inzameling van de verstrooide kinderen van de Joodse natie en de bekering van de heide- nen. In Hem zal God ook het koningschap over heel de aarde op Zich nemen en zal Hij als enige God en Koning vanuit Sion, zijn heilige woning, over een vernieuwde aarde regeren. In het begin van het boek Handelingen zien we hoe twaalf leer- lingen van Jezus – niet voor niets zijn het er twaalf, zij vertegenwoor- digen de twaalf stammen van Israël – met het mandaat van hun mees- ter beginnen aan hun missie in de laatste fase van de geschiedenis: de verkondiging van het evangelie van de komst van het koninkrijk aan de verstrooide kinderen van Israël en weldra ook aan de heidenen. Het is de verwachting dat hun werk de voorbode zal zijn van de voltooiing van de heilsgeschiedenis: de geestelijke en fysieke terugkeer van het Joodse volk en de aanbidding door de volkeren van de God van Israël, en bij dit alles de terugkeer van de Messias, het herstel van de luister van Jeruzalem en het erfdeel van God, en het afdalen met de Messias van het paradijs op aarde. 24 Binnenwerk Zoon van de Gezegende_Opmaak 1 28-10-15 09:55 Pagina 24